Het begrotingsprogramma Energie gaat over de energietransitie als onderdeel van de opgave om verdere klimaatverandering te voorkomen door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen (mitigatie).
De Brabantse energietransitie is één van de hoofdopgaven uit de Brabantse Omgevingsvisie en krijgt vorm langs de lijnen van het Nederlandse Klimaatakkoord dat Provinciale Staten hebben onderschreven. Een duurzame en energiezuinige samenleving zorgt ervoor dat we onze provincie aantrekkelijk en concurrerend houden richting 2030. Dat doen we op basis van de Energieagenda 2019-2030 (2021), de Uitvoeringsagenda Energie 2021-2023 (GS februari 2021) en het addendum op het bestuursakkoord.
We zien de energietransitie als een gezamenlijke opgave. De inzet van burgers, bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties is nodig om deze systeemverandering te laten slagen. Daarvoor vervolgen wij in 2022 via Brabant Geeft Energie en het programma Sociale Innovatie Energietransitie (SIE) onze ondersteuning aan co-creatie trajecten gericht op het mogelijk maken van systeemveranderingstrajecten waarbij iedereen kan meedoen. Daarnaast staat 2022 in het teken van de start van de uitvoering van de RES’en 1.0. De provincie stelt zich richting gemeenten op als betrokken partner: zij neemt een proactieve rol in bij de realisatie van de RES’en en biedt vanuit dat oogpunt waar nodig en gewenst ondersteuning. We trekken in gelijkwaardigheid met de gemeenten op in de regio om onze gezamenlijke ambities te realiseren. In de nog op te stellen governance op de uitvoering van de RES 1.0 zullen we de onderlinge rollen verder uitwerken.
In RES-verband zal de komende jaren tevens gewerkt worden aan de RES 2.0, waarin aandacht zal zijn voor de warmtetransitie en voor actualisatie van de RES’en 1.0.
Al deze voornemens zijn er op gericht om met onze partners richting 2030 de CO2-emissies als gevolg van energiegebruik met 50% te verminderen ten opzichte van 1990 en ten minste 50% van de nog benodigde energie duurzaam opwekken. Daarmee voldoen we aan onze verplichtingen uit het Klimaatakkoord. Door in te zetten op besparing en hernieuwbare energieproductie leveren we een bijdrage aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en stikstof en verbeteren we de luchtkwaliteit voor onze inwoners.
Op de langere termijn zal er een nieuw energiesysteem ontstaan, waarbij we overgaan op bronnen die in de meeste gevallen tijdelijker en lokaler van aard zijn. Met meer flexibiliteit op het energienet is het belangrijk om te werken aan mogelijkheden voor opslag (en conversie) en voor buffering van energie. Dit gebeurt onder meer via de Innovatiecoalitie Energieconversie en Opslag. Daarbij worden ook de mogelijkheden voor waterstof onderzocht.
De energietransitie vraagt om het optimaal benutten en uitbreiden van het brede energiesysteem voor elektriciteit, gassen en warmte. Om een steeds beter beeld te krijgen van de mogelijkheden voor en randvoorwaarden vanuit een toekomstige energiemix, vervolgen we in 2022 de energiesysteemstudie waarvan de eerste fase medio 2021 is afgerond.
De overgang naar het nieuwe systeem verandert álle sectoren, van mobiliteit (elektrisch rijden) tot wonen (over op nieuwe warmtesystemen) en industrie (nieuwe energiedragers en nieuwe processen). De transportschaarste die inmiddels ook het Brabants elektriciteitsnet treft, een schaarste die naar verwachting nog jaren zal aanhouden, laat zien dat er daarbij sprake is van ‘transitiepijn’. In 2022 vullen we de provinciale rolneming in relatie tot de transportschaarste nader in.