Algemeen financieel beleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Elk programma heeft in de begroting naast de lasten van dat programma, ook baten - zoals specifieke uitkeringen van het Rijk - die direct tot dat programma behoren. Deze baten zijn meestal niet toereikend om de lasten te kunnen dekken. Tegenover de nadelige saldi op de programma’s staan de algemene dekkingsmiddelen die binnen het onderdeel algemeen financieel beleid zijn geraamd en bijdragen aan een sluitende begroting.
De in omvang belangrijkste algemene dekkingsmiddelen van de provincie bestaan uit de inkomsten van de provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting en de beleggingsopbrengsten uit de immunisatieportefeuille. Daarnaast staan diverse overige algemene inkomsten zoals de dividendopbrengsten.
De begroting kent naast de 10 programma's en de algemene dekkingsmiddelen nog een aantal centrale posten zoals de overhead, de post onvoorzien en een aantal nog niet aan de programma’s toegedeelde stelposten.

Algemene dekkingsmiddelen

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

De geraamde algemene dekkingsmiddelen voor 2022 ad ruim € 608 mln dragen bij aan:

  • Het waarborgen van de zelfstandige financiële positie van de provincie;
  • Het handhaven van een reëel sluitende begroting op korte en middellange termijn;
  • Het verzekeren van een evenwichtige inkomstenontwikkeling.

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Voor het realiseren van de doelstellingen uit dit begrotingsprogramma worden onderstaande verbonden partijen ingezet:

  • Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)
  • Nederlandsche Waterschapsbank


Nadere informatie over de verbonden partijen staat in de paragraaf Verbonden partijen
In de bijlagenbundel –bijlage 9b van de begroting is aangegeven op welke wijze deze verbonden partijen bijdragen aan de doelstellingen van het algemeen financieel beleid.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?

Opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting
De opbrengst wordt voor 2022 geraamd op € 273,8 mln. op basis van de huidige inzichten van omvang en samenstelling van het wagenpark en het met de begroting vast te stellen opcententarief van 79,6. Gelijktijdig met de begroting vindt de vaststelling van het opcententarief 2022 plaats door de vaststelling van de heffingsverordening door Provinciale Staten. Het voorgenomen tarief is gebaseerd op het BA 2020-2023, waarbij een jaarlijkse stijging is afgesproken van het tarief van 1,5% ten opzichte van het tarief van 2019. Bijstelling van de begroting op grond van ontwikkelingen van het wagenpark vindt bij bestuursrapportages plaats.

Uitkering provinciefonds: Algemene uitkering
De raming van de algemene uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2021. De raming is bij bestuursrapportage II-2021 bijgesteld en toegelicht. In het begrotingsbedrag 2022 wordt conform financiële beleiduitgangspunten een marge aangehouden voor het geraamde accres vanaf 2022. Deze marge was voor 2020 en 2021 niet nodig, omdat als onderdeel van het compensatiepakket coronacrisis medeoverheden het accres voor die jaren was bevroren.

Uitkering provinciefonds: Decentralisatieuitkeringen
Decentralisatie-uitkeringen maken deel uit van het provinciefonds, maar hebben een eigen verdeling. De begrotingsbedragen 2022 zijn gebaseerd op de meicirculaire 2021.

Dividenden
De geraamde dividendopbrengsten 2022 betreffen hoofdzakelijk het dividend uit de aandelen Enexis NV ad
€ 15,4 mln.

Financieringsfunctie
De lasten van de financieringsfunctie bestaan naast de kosten voor vermogensbeheer en treasurybeleid en onderzoek, uit de kosten van de agio op obligaties van de immunisatieportefeuille en de investeringsagenda- portefeuille. De baten betreffende de rente-opbrengsten van de obligaties uit beide portefeuilles, de rentevergoeding op verstrekte geldleningen en de rente-opbrengsten uit verplicht schatkistbankieren.

Overige lasten en baten
De lasten en baten betreffen de grondexploitatie van het ontwikkelbedrijf, de verplichte stortingen in voorzieningen
c.q. de vrijval van voorzieningen en de balansafwikkelings-verschillen van voorgaande jaren op subsidies.

Bedragen x € 1.000 Realisatie 2020 Begroting 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025
Lasten
Financieringsfunctie 7.738 724 724 724 727 683
Overige algemene dekkingsmiddelen 2.939 0 0 0 0 0
Ontwikkelbedrijf 2.369 13.887 1.597 294 260 17.603
Slimme Financiering en Participaties 118 251 301 301 101 52
totaal lasten 13.165 14.861 2.622 1.319 1.088 18.337
Baten
Opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting 266.647 267.411 273.861 277.980 282.200 286.400
Uitkering provinciefonds 259.522 268.996 274.960 276.301 279.914 285.113
Decentralisatie uitkeringen provinciefonds 17.114 7.517 2.820 2.820 2.820 2.326
Dividenden 32.509 23.276 15.481 16.251 17.059 17.908
Financieringsfunctie 47.732 41.675 40.375 38.625 40.019 38.354
Overige algemene dekkingsmiddelen 127.575 3.910 0 0 0 0
Ontwikkelbedrijf 24.763 1.900 916 225 220 222
Slimme Financiering en Participaties 48 0 0 0 0 0
totaal baten 775.909 614.685 608.414 612.202 622.233 630.323

Stelposten

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1.000 Realisatie 2020 Begroting 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025
Specificatie stelposten en overhead
Onvoorziene uitgaven - 1.308 1.308 1.308 1.308 1.308
Begrotingsruimte / knelpuntenbuffer - 25.298 1.333 18.179 55.620 59.627
Stelpost i.r.t. reservering begrotingsruimte - 0 8.503 - 24.177 24.177
Stelpost compensatie loon- en prijsstijging - 3.363 6.059 14.226 22.175 30.228
Stelpost Landbouw en voedsel - 0 3.600 3.000 - -
Stelpost Bestuur en veiligheid - 1.200 935 715 - -
Stelpost Vrijetijd, cultuur, sport en erfgoed - 0 1.653 5.133 - -
Stelpost Natuur en milieu - 0 15.000 - - -
Stelpost Organisatie - 1.000 9.603 1.000 - -
Stelpost Energie, circ eco en gezondheid - 2.000 - - -
Stelpost Vrijetijd en Erfgoed - 0 6.000 - -
Stelpost brede welvaart - 2.000 - - -
Stelpost Glastuinbouw Deurne - 0 - - -
Inverdientaakstelling BA 2020-2023 - 0 5.865 5.865 7.415
Stelposten voorgaande jaren 812 0 - - -
Overhead 64.718 76.251 73.952 63.932 60.381
Onverdeelde organisatiekosten 2023-2025 - 0 - 59.918 55.505 55.505
totaal lasten 65.530 119.643 156.706 189.297 228.582 238.641
Baten
Bijdrage in overheadkosten 100 0 0 0 0 0
totaal baten 100 0 0 0 0 0

Begrotingsruimte

Terug naar navigatie - Begrotingsruimte

De knelpuntenbuffer 2021-2023 moet in totaliteit worden bezien. In totaal betreft dit € 44,8 mln. Hiervan is €15 mln. conform addendum op het bestuursakkoord gelabeld voor onvoorziene ontwikkelingen, nieuwe kansen en knelpunten voor deze bestuursakkoord. Het restant voor de periode aan begrotingsruimte betreft € 29,8 mln. en is verder niet gelabeld. Dit restant is ruim € 3 mln. hoger dan in het addendum opgenomen als gevolg van verwerking van bestuursrapportage II-2021. Aansluiting met de bedragen in het addendum wordt hieronder gegeven.

  2021-2023 2024 2025
Stand Addendum Ca. € 71 mln.    
Reservering onvoorziene ontwikkelingen, kansen en knelpunten € 15 mln.    
Reservering afspraken uit addendum € 30 mln.    
Vrije begrotingsruimte   € 54,8 mln. € 59,6 mln.
Resultaat burap II-2021 Ca. € 3 mln.    
Knelpuntenbuffer Ca. € 29 mln.    
Onvoorzien € 15 mln.    
Vrije begrotingsruimte      

Stelpost (reservering) begrotingsruimte: lasten

Terug naar navigatie - Stelpost (reservering) begrotingsruimte: lasten

De begrotingsruimte/reservering i.r.t. begrotingsruimte betreft de afgezonderde middelen voor uitvoering van het voorgaande bestuursakkoord/perspectiefnota voor zover die nog niet hebben geleid tot een concrete uitwerking in de begrotingsprogramma’s. Daarnaast bevat het ook de begrotingsruimte die nog beschikbaar voor toekomst gericht financieren 2024-2030.
De middelen zijn als volgt te verdelen:

Begrotingsruimte/reservering i.r.t. begrotingsruimte 2021 2022 2023 2024
Afgezonderde middelen vanuit voorgaande BA en PPN 8,5     4,2
Begrotingsvrije ruimte Bestuursakkoord 2020-2023, toekomst gericht financieren per jaar       20,0

 

Stelpost compensatie loon- en prijsstijging

Terug naar navigatie - Stelpost compensatie loon- en prijsstijging

In de bestuursperiode 2020-2023 wordt de meerjarenraming geïndexeerd. In de begroting is het indexatiebeleid vastgelegd bij de grondslagen voor de begroting en jaarrekening in het onderdeel financiële begroting. De indexatielasten zijn bij de bestuursrapportage II-2021 geactualiseerd. Hierbij is de begroting 2022 geïndexeerd naar prijspeil 2022 en is de stelpost geactualiseerd voor verwachte indexaties vanaf 2023 ter dekking van de meerjarenraming vanaf 2023. De middelen in 2021 zijn beschikbaar voor de dekking van CAO voor de jaren 2021 en 2022.

Overige stelposten

Terug naar navigatie - Overige stelposten

De begrotingsvrije ruimte is voor de uitwerking van het BA 2020-2023 en het aanvullende addendum toegedeeld naar begrotingsprogramma’s. Deze gereserveerde middelen zijn bestemd om de ambities uit het BA 2020-2023 te realiseren. Op de stelpost naar begrotingsprogramma resteren middelen waarvoor de middelen nog niet nader in de begroting zijn geraamd. Uitwerking met bijbehorende begrotingswijziging zal worden voorgelegd bij een S&V- momenten.

Inverdientaakstelling BA 2020-2023

Terug naar navigatie - Inverdientaakstelling BA 2020-2023

In het BA 2020-2023 is besloten om profielversterkend te bezuinigen. Dit zal gefaseerd plaatsvinden en zal richting 2025 uitgroeien naar € 30 mln. structureel. De reeds ingevulde bezuinigingen op deze stelpost worden verrekend met de financieringskant van de begroting en zijn geen vrij besteedbare middelen.

Overhead

Terug naar navigatie - Overhead

Om Provinciale Staten op eenvoudige wijze meer inzicht te geven in de totale kosten van overhead voor de gehele organisatie en ook meer zeggenschap over die kosten te geven, is voorgeschreven dat in de begroting op een centrale plek de kosten van overhead worden opgenomen. De overhead wordt niet meer aan de afzonderlijke programma’s in de begroting toegerekend. Een verdere toelichting op de overhead is opgenomen in de bijlagenbundel-bijlage 4 van de begroting.

Onverdeelde organisatiekosten 2023-2025

Terug naar navigatie - Onverdeelde organisatiekosten 2023-2025

In de begroting zijn alleen voor de jaren 2020 t/m 2022 de organisatiekosten toegedeeld naar de programma's. Een goede basis voor de toerekening van de meerjarige organisatiekosten aan de verschillende programma's ontbreekt voor de jaren 2023 en verder nog. Die uitwerking volgt op een later moment en op basis daarvan volgt de toedeling van de organisatiekosten naar de begrotingsprogramma’s in de begroting van 2023 en volgende jaren.