De begroting is opgesteld met inachtneming van de voorschriften van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
Volgens het BBV is het gemodificeerd stelsel van lasten en baten van toepassing.
In overeenstemming met de BBV-regelgeving is het autorisatieniveau bepaald op het totaal van de lasten en het totaal van de baten per programma.
De begroting geeft in overeenstemming met de normen van het BBV een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd over de financiële positie en over de baten en lasten. De baten en lasten worden tenzij anders vermeld toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.
Basis voor de ramingen in de begroting
De begroting 2022 bestaat uit de oorspronkelijke ramingen van ongewijzigd beleid met daarbij de effecten van de 2e bestuursrapportage 2021 die oktober 2022 door PS is/wordt vastgesteld.
Lastneming subsidies
De Commissie BBV heeft op 15 mei 2020 nadere richtlijnen gepubliceerd over de lastneming bij door provincies en gemeenten verstrekte subsidies. Deze richtlijnen leiden tot een wijziging in het moment van lastneming bij verstrekte subsidies in begroting en jaarrekening. De wijziging heeft betrekking op nieuwe subsidieverleningen vanaf 1 januari 2021.
De wijziging van de BBV-regelgeving geldt voor alle projectsubsidies waarvan de bijbehorende activiteiten in een later jaar starten of over meerdere jaren lopen en waarvan het subsidiebedrag boven het door PS vastgestelde grensbedrag uitkomt.
Dit grensbedrag is door PS bij de behandeling van de begroting 2021 op 13 november 2020 vastgesteld op € 2,5 mln.
Om te voorkomen dat er onnodig zware administratieve lasten ontstaan voor subsidieontvanger en subsidieverstrekker dient het grensbedrag niet te laag te worden vastgesteld. Door provincies is in eerste instantie in samenspraak met BZK en accountants een bandbreedte van tussen de 0,25 % en 0,5 % van de begrotingsomvang als richtlijn aangegeven voor de bepaling van het grensbedrag. Op 16 december 2020 is die bandbreedte - op basis van nadere afspraken tussen commissie BBV, accountants en IPO - gewijzigd naar tussen 0% en 0,25% van de begrotingsomvang.
Van projectsubsidies verleend ná 31 december 2020 waarvan de activiteiten in een later jaar starten of over meerdere jaren lopen en waarvan het subsidiebedrag hoger is dan het door PS-vastgestelde grensbedrag, worden de subsidielasten aan de verschillende begrotingsjaren toegerekend conform de door de subsidieontvanger aangeleverde bestedingsinformatie.
Om gedurende de looptijd een juiste toerekening te hanteren wordt op basis van de rapportage- en meldingsplicht aan de subsidieontvanger (standaard subsidieproces) bij materiële afwijkingen groter dan € 0,5 miljoen t.o.v. de cumulatieve bestedingsinformatie (Uit de meest recente beschikking na eventueel reeds eerder verwerkte aanpassingen), door de provincie de toerekening van de lasten in haar begroting c.q. jaarrekening bijgesteld en de subsidiebeschikking daarop herzien.