II Kengetallen financiële positie

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten schrijft voor dat in de begroting en jaarstukken een reeks van verplichte financiële kengetallen moet worden opgenomen. Het opnemen van de kengetallen in de begroting past in het streven naar meer transparantie. Tevens wordt beoogd provinciale staten in staat te stellen gemakkelijker inzicht te krijgen in de financiële positie met het oog op hun kaderstellende en controlerende rol.
Daarnaast wordt met de invoering van de kengetallen een verbetering van de onderlinge vergelijkbaarheid en de signaalfunctie beoogd.

De voorgeschreven kengetallen betreffen:
1a Netto schuldquote*
1b Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen*
2 Solvabiliteitsratio*
3 Grondexploitatie*
4 Structurele exploitatieruimte
5 Belastingcapaciteit

* Het BBV kent geen regels voor de presentatie van vlottende activa en korte passiva ten tijde van de begroting. De balanswaarde van de vlottende activa en korte passiva per 31 december 2019 en per 31 december 2020 t/m 31 december 2023 kan op basis van de huidige regelgeving niet eenduidig worden bepaald. Op advies van het ministerie van BZK is voor de waarden van de vlottende activa en korte passiva het gemiddelde genomen van de balanswaarde in de jaren 2016 t/m 2018.

Een nadere uitwerking van de kengetallen is opgenomen in de uitwerking van de paragraaf weerstandsvermogen (bijlagenbundel-bijlage 16).

Kengetallen financiële positie

Terug naar navigatie - Kengetallen financiële positie

Kengetallen financiële positie

Rek. 2018

Begr.2019

Begr.2020

Begr.2021

Begr.2022

Begr.2023

1a

Netto schuldquote (ultimo jaar)*

-137,4%

-161,8%

-153,6%

-155,0%

-159,2%

-146,2%

1b

Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen*

-375,5%

-414,6%

-445,6%

-441,7%

-430,1%

-413,9%

2

Solvabiliteitsratio*

78,1%

83,1%

78,5%

77,7%

78,0%

76,7%

3

Kengetal grondexploitatie*

6,8%

8,6%

10,0%

10,4%

10,4%

10,4%

4

Kengetal structurele exploitatieruimte

10,2%

10,5%

13,5%

6,0%

9,7%

12,8%

5

Belastingcapaciteit: Opcenten MRB

94,5%

94,5%

95,8%

95,8%

95,8%

95,8%

Ad 1a) Netto schuldquote
De provincie Noord-Brabant heeft een negatieve schuldquote, en dat is gunstig. Bij een negatieve schuldquote is er geen sprake van een netto schuldenlast ofwel de vorderingen zijn hoger dan de schulden. De provincie heeft
vanwege de verkoop van de aandelen Essent voldoende middelen beschikbaar en hoeft geen leningen aan te gaan.

Ad 1b) Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast.

Het verschil tussen 1a de netto schuldquote en 1b de gecorrigeerde netto schuldquote wordt veroorzaakt door het effect van de door de provincie verstrekte leningen (zie bijlage 9c Verstrekte geldleningen).

Ad 2) Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de provincie in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen (= reserves) als percentage van het balanstotaal.
Met een solvabiliteitspercentage van 78,5% in 2020 komt de provincie uit op een gezonde vermogenspositie.

Ad 3) Grondexploitatie
In het kengetal voor grondexploitatie dienen gronden te worden opgenomen die als ‘voorraad’ bouwgronden op de balans zijn opgenomen. Dit om inzicht te geven in de terug te verdienen boekwaarde van de gronden bij
verkoop of exploitatie. Voor de berekening van dit kengetal worden de voorraden bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting of jaarstukken en uitgedrukt in een
percentage.

Ad 4) Structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage.

Kanttekening hierbij is wel dat Noord-Brabant alle mutaties in de reserves als incidenteel aanmerkt. Los van de regelgeving van het BBV hanteert BZK als toezichthouder de regel dat onttrekkingen aan reserves - die bedoeld zijn om afschrijvingslasten van investeringen te dekken - als structureel kunnen worden aangemerkt. Noord-Brabant heeft dat soort onttrekkingen wel, maar presenteert ze niet als structurele component. Als Noord-Brabant dat wel zou doen zou de structurele exploitatieruimte iets hoger uitkomen.

Als de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten bevordert dat de wendbaarheid (flexibiliteit) van de begroting.

Ad 5) Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit van provincies wordt berekend door het aantal opcenten in jaar t te vergelijken met het gemiddelde van het aantal opcenten van alle provincies in jaar t-1 en uit te drukken in een percentage.