Algemeen financieel beleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De lasten en baten van de provincie worden toegedeeld aan tien programma’s. Naast de lasten en baten van de beleidsprogramma’s kent de provincie nog algemene dekkingsmiddelen en de centrale stelposten.

Algemene dekkingsmiddelen

Algemene dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Algemene dekkingsmiddelen

Wat willen we bereiken?

De geraamde algemene dekkingsmiddelen voor 2020 ad ruim € 608 mln  dragen bij aan:

  • Het waarborgen van de zelfstandige financiële positie van de provincie;
  • Het handhaven van een reëel sluitende begroting op korte en middellange termijn;
  • Het verzekeren van een evenwichtige inkomstenontwikkeling.

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Voor het realiseren van de doelstellingen uit dit begrotingsprogramma worden onderstaande verbonden partijen ingezet:

  • Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)
  • Nederlandsche Waterschapsbank

Nadere informatie over verbonden partijen staat in de paragraaf Verbonden partijen.

In de bijlagenbundel –bijlage 9b van de begroting is aangegeven op welke wijze deze verbonden partijen bijdragen aan de doelstellingen van het algemeen financieel beleid.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?

 

Specificatie algemene dekkingsmiddelen Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
bedragen x € 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Lasten            
Financieringsfunctie 10.920 9.383 8.877 5.732 3.540 1.315
Overige lasten 8.163 1.760 13.762 8.772 417 2.662
Totaal lasten 19.083 11.143 22.639 14.503 3.957 3.978
             
Baten            
Opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting 256.354 257.000 257.000 257.000 257.000 257.000
Uitkering provinciefonds 224.841 239.854 246.577 248.989 253.425 259.592
Decentralisatie uitkering 20.389 18.298 17.002 6.681 2.326 2.326
Dividenden/opbrengst aandelenverkoop 32.124 37.704 30.881 30.881 30.881 30.881
Financieringsfunctie 106.443 88.588 54.309 52.832 54.213 49.643
Overige algemene dekkingsmiddelen 15.683 18.960 2.910 756 10 10
Totaal baten 655.833 660.405 608.677 597.137 597.855 599.451

 Opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting

De opbrengsten worden structureel geraamd op € 257 mln. op basis van de huidige inzichten van het wagenpark en het nog 2019 geldende opcententarief van 76,1. Bij de vaststelling van de begroting 2020 wordt het opcententarief voor 2020 vastgesteld. Bijstelling van de begroting vindt plaats bij de bestuursrapportage 2020.

Uitkering provinciefonds

Algemene uitkering

De raming van de algemene uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2019. De raming is bij bestuursrapportage 2019 bijgesteld en toegelicht. In het begrotingsbedrag 2020 is het geraamde accres 2020 niet geheel meegenomen. Hierdoor is het mogelijk om eventuele negatieve bijstellingen van het accres 2019 en 2020 op te vangen, zonder effect op de begrotingsvrije ruimte.

Decentralisatie-uitkeringen

Decentralisatie-uitkeringen maken deel uit van het provinciefonds, maar hebben een eigen verdeling. De begrotingsbedragen 2020 zijn gebaseerd op de meicirculaire 2019.

Dividenden

De geraamde dividendopbrengsten 2020 betreffen hoofdzakelijk het dividend uit de aandelen Enexis NV ad €  30,8 mln.

Financieringsfunctie

De lasten van de financieringsfunctie bestaan in hoofdzaak uit de kosten van de betaalde agio op obligaties van de immunisatieportefeuille en de investeringsagenda-portefeuille. De baten betreffende de rente-opbrengsten van de obligaties uit beide portefeuilles, de rentevergoeding op verstrekte geldleningen en de rente-opbrengsten uit verplicht schatkistbankieren.

Overige lasten en baten

De overige lasten en baten betreffen o.a. de algemene lasten en baten van de grondexploitaties van het ontwikkelbedrijf, de verplichte stortingen in voorzieningen c.q. de vrijval van voorzieningen en de balans- afwikkelingsverschillen van voorgaande jaren.

Stelposten

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Specificatie stelposten Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
bedragen x € 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Overhead 61.260 66.733 75.023 63.220 61.242 61.247
Onvoorziene uitgaven 0 1.308 1.308 1.308 1.308 1.308
Begrotingsruimte 0 0 73.487 61.357 54.899 47.124
Stelpost Sociale Veerkracht     1.502 5.702 5.702 5.702
Stelpost compensatie loon- en prijsst.   0 0 4.916 14.145 23.068 31.390
Onverdeelde organisatiekn 2021-2023 0 0 0 55.296 53.587 53.047
Overige stelposten 172 100 400 0 0 0
             
Lasten 61.432 68.142 156.637 201.028 199.806 199.819
             
Baten 0 0 0 0 0 0

Overhead

Om Provinciale Staten op eenvoudige wijze meer inzicht te geven in de totale kosten van overhead voor de gehele organisatie en ook meer zeggenschap over die kosten te geven, is voorgeschreven dat in de begroting op een centrale plek de kosten van overhead worden opgenomen. De overhead wordt niet meer aan de afzonderlijke programma’s in de begroting toegerekend. Een verdere toelichting op de overhead is opgenomen in de bijlagenbundel-bijlage 4 van de begroting.

Onvoorzien

De stelpost onvoorziene uitgaven betreft de jaarlijks in de begroting opgenomen stelpost onvoorzien ad € 1,3 mln.

Stelpost (reservering) begrotingsruimte

De begrotingsruimte/reservering i.r.t. begrotingsruimte betreft de afgezonderde middelen voor uitvoering van het voorgaande bestuursakkoord/perspectiefnota voor zover die nog niet hebben geleid tot een concrete uitwerking in de begrotingsprogramma’s. Daarnaast bevat het ook de begrotingsruimte die nog beschikbaar voor de jaren 2020-2023 (inclusief ruimte voor uitwerking BA 2019-2023).

De middelen zijn als volgt te verdelen:

Begrotingsruimte/reservering i.r.t. begrotingsruimte 2020 2021 2022 2023
Afgezonderde middelen vanuit voorgaande BA en PPS 12.236 13.562 7.750 7.750
Begrotingsvrije ruimte voor deze bestuursperiode 61.251 47.796 47.149 39.374

Stelpost Sociale veerkracht

Ten behoeve van de nadere uitwerking van plannen m.b.t. sociale veerkracht is een stelpost opgenomen.

Stelpost compensatie loon- en prijsstijging

In de bestuursperiode 2019-2023 wordt de meerjarenraming geïndexeerd. De indexatielasten zijn bij de bestuursrapportage geactualiseerd en beschikbaar op de stelpost ter dekking van de meerjarenraming. Bij de begroting wordt het indexatiebeleid vastgesteld als onderdeel van de grondslagen voor de begroting en jaarrekening in de financiële begroting. De financiële consequenties worden na vaststelling van de begroting bij een eerstvolgende begrotingswijziging verwerkt in de meerjarenraming.

Onverdeelde organisatiekosten

In de begroting zijn alleen voor de jaren 2018 t/m 2020 de organisatiekosten toegedeeld naar de programma's. Een goede basis voor de toerekening van de meerjarige organisatiekosten aan de verschillende programma's ontbreekt omdat eerst het bestuursakkoord nog verder dient te worden uitgewerkt. Op basis daarvan volgt de toedeling van de organisatiekosten naar de begrotingsprogramma's voor de jaren 2021 t/m 2023 op een later moment.