Resultaten van het Ontwikkelbedrijf
Veel resultaten verdienen het om hier genoemd te worden, een aantal hoogtepunten: met de uitspraak van de Raad van State dat de provincie Noord-Brabant afdoende maatregelen heeft genomen voor wat betreft stikstofneerslag op Natura 2000-gebieden kan de ontwikkeling van Logistiek Park Moerdijk van start gaan.
Er zijn grote stappen gemaakt in gebiedsontwikkelingsprojecten als het CSM terrein te Breda, de multimodale knoop EIK-XL te Eindhoven) en de locatie Protix te Bergen op Zoom. Gaan we in 2021 een lening verstrekken ten behoeve van het windmolenpark Klaverspoor te Breda , is de Tuinbouw Ontwikkelings Maatschappij geliquideerd en zijn de gronden hiervan overgenomen. Voor het zogeheten Butterfly effect hebben we een geldlening verstrekt voor tiny houses bij zorginstellingen en staan we garant voor het project Light Year Automotiv Campus. Daarnaast zijn er verschillende verkenningsprojecten opgestart in het kader van stedelijke transformatie in Oss, Helmond en Bergen op Zoom. Voor de cultuurhistorische projecten Vincentre van Gogh, Marienhage en klooster Bovendonk gaan we in 2021 leningen verstrekken.
Financieel gezien ziet uit boekwaardeverloop er als volgt uit:
De belangrijkste netto balans mutaties (uitgaven -/- inkomsten) binnen portefeuille betreffen de volgende projecten: de verkoop van de gronden van het Logistiek Park Moerdijk en van het project Oostkamer respectievelijk € 27,1 miljoen en € 3,6 miljoen en zijn gronden aangekocht voort het project Protix voor respectievelijk € 4,8 miljoen.
In verband met de liquidatie van de TOM zijn de grondposities overgenomen van de TOM voor € 18,8 miljoen en is de lening aan de TOM grotendeels afgelost door de TOM voor een bedrag van € 11,3 miljoen en is € 2,3 miljoen ten laste van de voorziening gebracht.
Van de lopende leningen zijn er opnames geweest door het Pivotpark en de CV Nieuw Prinsenland voor een bedrag van € 3,1 miljoen en €1,9 miljoen. Daarnaast is de lening aan Marienburg volledig afgelost.
Verder zijn er bedrijfsvoeringskosten gemaakt van € 0,3 miljoen ten behoeve van de doorontwikkeling van het Ontwikkelbedrijf en kosten voor verkenningen van de stedelijke transformatieprojecten, Brainport Smart Districts te Helmond en Gasthuisvelden en Haven te Breda € 0,2 miljoen, die gedekt zijn uit de reserve Verkenningen Ontwikkelbedrijf.
Investeringskrediet en Risicoreserve Ontwikkelbedrijf
De resterende ruimte in het investeringskrediet van het Ontwikkelbedrijf bedraagt ultimo 2020 € 100 mln. Deze is bepaald op basis van alle voorzienbare informatie en verwachtingen naar de toekomst toe per 31 december 2020. Bij de bepaling van de resterende ruimte is rekening gehouden met de geraamde toekomstige inkomsten en uitgaven van alle projecten en zijn de afgegeven garantstellingen volledig meegenomen.
De risico's in de projecten worden afgedekt door de Risicoreserve van het Ontwikkelbedrijf. Ultimo 2020 bedraagt deze € 69,1 mln. Dit is onderverdeeld in een risicoreservering van € 30 mln en een voorziening van € 21,5 mln. Beiden voor bestaande projecten en een vrije ruimte van € 17,6 mln.
Sinds vaststelling in 2018 van het nieuwe beheerstatuut Ontwikkelbedrijf door PS hanteert het Ontwikkelbedrijf op het niveau van de totale risicoreserve dezelfde systematiek als het concern. Hierbij wordt uitgegaan van de verhouding tussen de beschikbare en de benodigde weerstandcapaciteit; de ratio van het weerstandsvermogen. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt € 47,6 mln. (€ 69,1 mln -/- € 21,5 mln). De benodigde weerstandscapaciteit bedraagt € 30 mln. De ratio weerstandsvermogen komt daarmee op 1,59. Conform het beheersstatuut kunnen uw staten besluiten om bij een ratio boven de 1,25 tot aframing van de reserve over te gaan. Na een paar jaar ervaring met de systematiek, zijn we er echter niet meer van overtuigd dat de gehanteerde berekeningsmethode en de uitgangspunten hierbij recht doen aan het specifieke karakter van het ontwikkelbedrijf. Wij werken aan een nieuwe systematiek die uiterlijk bij het eerstvolgende Meerjarenperspectief (voorzien 3e kwartaal 2021) aan u zal worden voorgelegd. Wij doen u daarom op dit moment geen voorstel om tot aframing over te gaan.”
Het Ontwikkelbedrijf wordt ook optimaal ingezet voor de benodigde realisatiekracht om de stedelijke transformatie mogelijk te maken. Daartoe zijn de mogelijkheden voor het Ontwikkelbedrijf verruimd om in complexe situaties ook risicodragend te participeren. Hiervoor wordt jaarlijks (2020 t/m 2023) € 2,12 mln toegevoegd aan een separate reserve Verkenningen Ontwikkelbedrijf conform de bestuursopdracht “Terugdringen woningtekort en leegstand & participeren in transformaties” uitgewerkt (PS mei 2020). Dit om vanaf 2020 meer armslag te bieden om de toekomstige extra risico’s bij participaties (PPS) in transformatie opgaven bij de B5 en M7 te kunnen opvangen. In 2020 heeft hiervoor de eerste storting van € 2,12 mln plaatsgevonden. Daarnaast is er vanuit de risicoreserve Ontwikkelbedrijf een storting van € 4,28 miljoen gedaan voor de uitvoering van project verkenningen, waaronder de stedelijke transformatieprojecten. Het saldo van de reserve Verkenningen Ontwikkelbedrijf bedraagt ultimo 2020 € 6,4 miljoen.