Provinciefinanciering betreft het aantrekken en uitzetten van financiering ten behoeve van het uitvoeren van de publieke taken van de provincie en de risicobeheersing daarvan.
Leningenportefeuille
Opgenomen leningen
In 2021 zijn geen nieuwe langlopende leningen opgenomen. De laatste opgenomen lening is in 2013 geheel afgelost.
Bijlage 6 van het bijlagenboek geeft een specificatie van de opgenomen leningen. Hierin staat een schuld opgenomen met betrekking tot de aankoop van het CSM–terrein in Breda. Het betreft een uitgestelde betaling over de jaren 2023 tot en met 2030 over een grondaankoop die in 2021 geheel is geleverd. Daarnaast staat er ook een bedrag van € 2,6 miljoen als schuldrelatie met ministerie van Economische Zaken. Dit heeft betrekking op een aandelentransactie. Provincie heeft aandelen BOM overgenomen van het ministerie voor hetzelfde bedrag. Er is – tot nu toe – niets betaald.
Verstrekte leningen voor publieke taak (incl. Leningen aan decentrale overheden)
In 2021 is voor € 123,7 miljoen aan nieuwe leningen verstrekt. Dit is inclusief €95 miljoen aan 8 gemeenten buiten de provincie. En inclusief € 17,6 miljoen in het kader van de fondsen. Na aflossing (€ 85,1 mln.) van de bestaande en de nieuw verstrekte leningen, resteerde er per balansdatum ruim € 2.078,2 miljoen (ultimo 2020: € 2.039,3 miljoen) aan leningen u/g. Dit is exclusief de voorzieningen die zijn getroffen. Het risico van deze leningen wordt continu gemonitord. Voor een specificatie van deze leningen wordt verwezen naar bijlage 3b van het bijlagenboek.
Derivaten
Deze is per 31 december 2020 geëindigd.
Uitzettingen
De beleggingen in de beide portefeuilles, inclusief de verstrekte leningen aan openbare lichamen en deposito’s bij de schatkist, bedragen in overeenstemming met de balans € 2.962,0 miljoen.
Aansluiting met de balans |
bedrag |
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo agio en disagio |
1.354.352 |
Leningen aan: |
|
- openbare lichamen (excl. Moerdijk, Nuenen, Tilburg, Helmond en Geertruidenberg)
|
1.408.228.419 |
- deelnemingen (Enexis, BNG en NWB, zie bijlage 3b)
|
359.290.380 |
- in het kader van de publieke taak
|
78.654.096 |
Uitzettingen met rentetypische looptijd > 1 jaar: |
|
|
340.700.000 |
- - in Nederlands schuldpapier *)
|
2.500.215 |
|
770.789.069 |
|
2.961.516.532 |
Het effectieve rendement over de immunisatieportefeuille wordt begroot op circa 3,50% op jaarbasis rekening houdend met de aangescherpte beleggingsrichtlijnen voor de verkoopopbrengsten Essent. Hierbij is het uitgangspunt dat gestreefd wordt naar uitzettingen met een hoge mate van zekerheid. Het daadwerkelijk gerealiseerde couponrendement over 2021 voor alle beleggingen in de immunisatieportefeuille bedraagt 2,36% (2020: 2,65%). Door de ontwikkelingen zoals het verplicht schatkistbankieren bij de Nederlandse Staat en de lage stand van de marktrente op zowel korte als lange termijn, staan deze rendementen onder grote druk.
Per 31 december 2021 zijn de middelen als volgt uitgezet:
Vorm |
Bank/Instelling |
per 1/1-2021 |
per 31/12/2021 |
Obligaties Immunisatieportefeuille* |
Divers |
226.765.576 |
180.018.470 |
Obligaties Investeringsagendaportefeuille* |
Divers |
70.470.830 |
37.823.308 |
Langlopende leningen aan decentrale overheden |
|
1.332.836.484 |
1.408.228.419 |
Zerobond obligatie i.c.m. Oiko Credit* |
NL-Staat |
2.500.215 |
2.500.215 |
Leningen aan NWB/BNG/Enexis* |
|
359.263.026 |
359.282.955 |
Overige leningen publieke taak |
|
83.421.740 |
78.654.096 |
Lange termijn deposito's bij de schatkist |
Rijk-min.Financiën |
340.700.000 |
340.700.000 |
Leningen aan fondsen en inv.in grond |
Divers |
193.229.252 |
185.448.639 |
Korte termijn rekening courant bij schatkist |
Rijk-min.Financiën |
597.882.138 |
368.860.430 |
|
|
3.207.069.261 |
2.961.516.532 |
*nominale waarde+(dis)agio=boekwaarde
De specificatie van de beleggingen en de langlopende leningen zijn in de toelichting op de balans opgenomen onder financiële vaste activa en immateriële vaste activa (voor zover er sprake is van (dis)agio).
Participatie in Oikocredit
In november 2012 is besloten een participatie te nemen in het Oikocredit Nederland Fonds. Door middel van deze participatie geven Gedeputeerde Staten invulling aan de ethisch-sociale aspecten van het treasury beleid. De participatie wordt uitgevoerd in combinatie met een hoofdsomgarantie met een looptijd van 10 jaar. Provinciale Staten zijn hierover op 14 december 2012 geïnformeerd.
Begin 2013 is de participatie genomen in het Oikocredit Nederland Fonds met een nominale waarde van € 426.958. Het risico bij deze uitzetting is erg laag en deze uitzetting past volledig binnen de regels van de wet Fido en de Ruddo.
Rente schema
De commissie BBV adviseert onderstaand renteschema in de paragraaf financiering van de begroting en jaarstukken op te nemen. Hiermee wordt inzicht gegeven in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van toerekening.
Renteschema |
|
€ |
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering |
|
346 |
b. De externe rentebaten |
-/- |
-40.693.513 |
Saldo rentelasten en rentebaten |
-/- |
-40.693.167 |
c1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend |
-/- |
0 |
c2. De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend |
-/- |
0 |
c3. De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend |
-/- |
0 |
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente |
|
0 |
d1. Rente over eigen vermogen |
|
0 |
d2. Rente over voorzieingen |
|
0 |
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente |
|
0 |
e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) |
-/- |
0 |
f. Renteresultaat op het taakveld treasury |
-/- |
-40.693.167 |