Algemeen hoofdstuk

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

2021 was het tweede jaar dat in het teken stond van de coronapandemie. Een jaar waarin coronamaatregelen in eerste instantie werden versoepeld, die na het ontstaan van nieuwe varianten weer te worden aangescherpt. Een periode waarin de wereld, Europa, Nederland en Brabant zich andermaal weerbaar heeft getoond op het moment dat de samenleving opnieuw een pas op de plaats moest maken. Op 15 december is het nieuwe landelijke Coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ gepresenteerd. De lange duur van het formatieproces was bijvoorbeeld van invloed op het doorschuiven van Bestuurlijke Overleggen MIRT (BO’s MIRT) en het stikstofbeleid.       
 
Provinciale Staten (PS) hebben in juli 2021 steun uitgesproken voor het Addendum op het Bestuursakkoord 2020-2023 “Samen bouwen aan de kwaliteit van Brabant”. Het bestuursakkoord “Samen, Slagvaardig en Slim” blijft hiermee ook in de tweede helft van deze bestuursperiode richtinggevend. Met de kanttekening dat via het addendum op het bestuursakkoord een aantal aanpassingen is doorgevoerd en nieuwe afspraken zijn gemaakt.  
 
Met de Brabantse Omgevingsvisie Kwaliteit voor Brabant is onze inhoudelijke richting bepaald. Dit is gedaan met oog voor de kansen en onzekerheden die op ons pad komen. Met als overkoepelende ambitie: een Brabant waar het fijn, veilig en gezond leven is en een mooier Brabant dat concurrerend, ondernemend en levendig is.     
 
In dit algemeen inleidend hoofdstuk gaan we in op de realisatie van de geplande uitvoering op hoofdlijnen, de ontwikkelingen van de organisatie en bedrijfsvoering, de impact van corona, en het financieel totaalbeeld. 

Realisatie op hoofdlijnen

Terug naar navigatie - Realisatie op hoofdlijnen

We kunnen stellen dat de geplande realisatie van de ambities/doelstellingen, ondanks de impact van corona, grotendeels is gerealiseerd. Hier en daar zijn bepaalde prestaties niet volledig gerealiseerd, maar dit doet geen afbreuk aan het overall-beeld. Voor gedetailleerdere informatie verwijzen we naar de verantwoording in de diverse programma’s. 


Programma 1: Bestuur en Veiligheid 
Het verkleinen van de impact van ondermijnende criminaliteit had het afgelopen jaar prioriteit. We zitten goed op schema met de uitvoering van de bestuursopdracht Veilig en Weerbaar Brabant. Bestuurlijk is het afgelopen jaar intensief samengewerkt met gemeenten en andere bestuurslagen aan een krachtig - en toekomstbestendig openbaar bestuur. Hiertoe is een start gemaakt middels een uitgevoerde verkenning naar de stand van zaken van het openbaar bestuur in Brabant. In 2022 zal dit vorm krijgen in een Startnotitie Toekomstbestendig bestuur en uiteindelijk in het gelijknamige beleidskader. Tenslotte is uitvoering gegeven aan participatietrajecten uit de Startnotie thema ‘Samen’. Afgelopen jaar is geëxperimenteerd met verschillende vormen van participatie bij meerdere beleidsvormingsprocessen.  


Programma 2: Ruimte en Wonen 
 

Met het toevoegen van 12.985 woningen is uitvoering gegeven aan de versnelling van woningbouw.   
Vanwege verdere vertraging van de Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL) naar aanleiding van verder uitstel uitspraak Raad van State, wordt via een budgetoverhevelingsvoorstel voorgesteld om reeds beschikbaar gestelde middelen door te schuiven.    

In 2021 is onder andere gewerkt aan het sterker maken van de Natuur, het verminderen van de Stikstofuitstoot in alle sectoren via de Brabantse Ontwikkelaanpak Stikstof 1.0 en het mogelijk maken van economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Dat zijn de 3 pijlers van de stikstofaanpak in Brabant. Pijlers die, als tandwielen in een mechanisme, onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Om dit te bewerkstelligen is het afgelopen jaar een succesvolle lobby gevoerd om extra middelen binnen te halen voor de regeling Aankoop piekbelasters Stikstof. Hierdoor zijn we nu in gesprek met 22 (in plaats van de beoogde 10) bedrijven om te komen tot aankoop. Tegelijkertijd heeft Ondersteuningsloket Stikstof meer bemiddelingen afgerond dan voorzien.     


Programma 3: Water en Bodem 
Provinciale Staten hebben in december 2021 het nieuwe Regionaal Water en Bodemprogramma 2022-2027 (RWP) vastgesteld. In dit programma is de bijdrage vanuit water en vitale bodem opgenomen in de opgaven onder de omgevingsvisie: bijdragen aan een gezonde & veilige leefomgeving en een klimaatproof Brabant. Dit doen we door te zorgen voor veilig, schoon en voldoende water, klimaatadaptatie en bijdragen aan een vitale bodem. Dit zijn basiselementen die bijdragen aan brede welvaart en gezondheid in Brabant. 


Programma 4: Natuur en Milieu 
De provincie heeft voor de periode 2021-2023 een specifieke uitkering gekregen van € 70 mln. vanuit het Landelijk Uitvoeringsprogramma Natuur en € 10 mln. voor boscompensatie. Hiermee kunnen wij maatregelen uitvoeren die bijdragen aan het versnellen en intensiveren van het herstel van de stikstofgevoelige Natura2000-gebieden. De voorbereidingen voor het nieuwe beleidskader Natuur zijn gestart in 2021. Ook is de evaluatie van Brabant Uitnodigend groen opgeleverd. De startnotitie met de eerste contouren/richtingen van het nieuwe beleidskader is gereed. 
Tenslotte is verder gewerkt aan het verbeteren van de milieukwaliteit. Zo hebben wij met het Schone Lucht Akkoord: uitvoeringsagenda 2021-2030 aangegeven hoe wij vanuit Brabant bijdragen aan de landelijke doelstelling om de luchtkwaliteit te verbeteren. 


Programma 5: Economie, Kennis en Talentontwikkeling 
In een jaar waarin Corona zichtbaar en voelbaar was, is stevig ingezet om de effecten van de coronacrisis te dempen. Zo is begin 2021 de Actie- en investeringsagenda coronaherstel vastgesteld met de B5 -, M7-gemeenten en de Brabantse Ontwikkel Maatschappij (BOM). Afgelopen jaar heeft de uitvoering van het Beleidskader Economie 2030 vorm gekregen door middel van het vaststellen van vijf uitvoeringsagenda’s. Hiermee zijn stappen gezet om de internationaal concurrerende innovatieve economie verder te verstevigen. Afgelopen jaar zijn tevens gerichte maatregelen ingezet om de alsmaar krapper wordende arbeidsmarkt te verlichten.  Succesvol is daarbij de ontwikkeling van het online platform Brabantleert waar Brabanders terecht kunnen o.a. opleidingsaanbod en informatie over om- en bijscholing.   


Programma 6: Energie 
Na jaren van intensieve regionale samenwerking zijn alle vier de Regionale Energiestrategieën (RES’en) opgeleverd. Daarnaast is veel aandacht besteed aan de problematiek van transportschaarste op het elektriciteitsnet: de ontstane transportschaarste raakt aan alle sectoren en (ruimtelijke) ontwikkelingen in Brabant. De stijging van de energieprijzen eind 2021 vergroot de noodzaak van isolatie met name bij mensen met een krappe beurs. Vanuit de lessen van Sociale innovatie in Energietransitie is gestart met het onderzoeken van de mogelijkheden om gemeenten en woningcorporaties te ondersteunen in hun isolatie-aanpak. 

Programma 7: Landbouw en Voedsel 
Landbouw en voedsel zijn van belang voor een goed en gezond leven in de stad en op het platteland. In oktober 2021 heeft het Ontwerp beleidskader Landbouw en Voedsel ter inzage gelegen waarna de zienswijzen zijn verwerkt. Ook is de innovatie-samenwerking in de landbouw- en voedselketen tussen triple-helix-partijen, de BOM en de provincie overeengekomen. Dit heeft geresulteerd in een bredere samenwerking die is verankerd in de gezamenlijk opgestelde Innovatieagenda Landbouw en Voedsel. 


Programma’s 8 en 9: Basisinfrastructuur mobiliteit en Mobiliteitsontwikkeling 
Corona is van invloed geweest op het openbaar vervoer (OV). We zijn er samen met het Rijk en de vervoerders in geslaagd om de vitale functie van het OV in het totale mobiliteitssysteem overeind te houden. De stikstofproblematiek en vertraging in de behandeling door RvS heeft impact op de voortgang (én kosten) van (infrastructurele) projecten. Dit werkt ook door in de gecombineerde onderhoudswerkzaamheden. De nieuwe verbinding N69 is (eerder dan gepland) opgeleverd. Door de lange kabinetsformatie is het lastig gebleken om (vervolg)afspraken te maken met het Rijk zoals bijvoorbeeld over Toekomstbeeld OV 2040 en MIRT-onderzoek Brainport. Aanvullende onderzoeken zijn verricht om komend jaar door te kunnen pakken. 


Programma 10: Vrijetijd, cultuur, sport en erfgoed 
Vrijetijdsbesteding in combinatie met een rijk cultureel leven is een belangrijke voorwaarde voor een goed woon-, vestigings-, werk- en leefklimaat. Afgelopen jaar zijn de vrijetijds- en cultuursector, maar ook de sport- en erfgoedsector, wederom hard geraakt door de Coronapandemie. In 2021 zijn de Uitvoeringsagenda’s: Vrije Tijd, Cultuur en Sport 2021-2022 en Erfgoed 2021-2022 vastgesteld. Ten slotte is ook de Startnotitie Levendig Brabant 2030 vastgesteld.  

Organisatie en bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Organisatie en bedrijfsvoering

Onder de noemer ‘Koers 2030’ werken we aan de continue ontwikkeling van onze organisatie en bedrijfsvoering via drie uitvoeringslijnen: uniforme beleidssturing, duurzaam begroten en toekomstbestendige organisatie. 
 
In lijn met Sturen met Kaders via de uitvoeringslijn ‘uniforme beleidssturing’ creëren we zo stap voor stap steeds meer uniformiteit, waardoor meer duidelijkheid ontstaat en er integraal wordt gewerkt aan de Brabantse opgaven. In 2021 hebben we hierin een forse stap gezet met het vaststellen van vijf beleidskaders en negen uitvoeringsagenda's. Ontwikkelingen zoals de coronacrisis hebben wereldwijde impact en dit vraagt flexibiliteit en wendbaarheid van de organisatie. 
 
Waar de opgaven steeds complexer worden, zien we ons uitgavenkader steeds verder onder druk komen staan. Door de teruglopende inkomsten uit renteopbrengsten en dividenduitkeringen ontstaat er een structureel tekort. We spelen hierop in via de uitvoeringslijn ‘duurzaam begroten’. In deze lijn is enerzijds bij de begroting 2021 besloten tot een bezuiniging op de structurele lasten opbouwend naar € 29 mln. per jaar vanaf 2025 en de verdeling daarvan over de diverse beleidsterreinen/ begrotingsprogramma’s. Anderzijds treffen wij maatregelen om het rendement op de middelen uit de immunisatieportefeuille (verder) te optimaliseren. Hiertoe is in juli 2021 door Provinciale Staten de aanpassing van de Verordening Treasury vastgesteld. 
 
Naast de inhoudelijke - en financiële acties, is ook een ‘toekomstbestendige organisatie’ essentieel voor de uitvoering van de Omgevingsvisie. We werken aan een organisatie die mee kan bewegen met de ontwikkelingen in de maatschappij. In het afgelopen jaar hebben we gemerkt dat de arbeidsmarkt steeds krapper wordt. Daardoor is het moeilijker geworden om de juiste mensen aan ons te binden. In 2021 hebben we daarom een recruitment office opgezet om ons werving- en selectieproces te professionaliseren. Ook zijn het afgelopen jaar onder andere stappen gezet op het vlak van opgavegestuurd werken, transformatie ICT, het verzamelen en gebruik van data, archivering, thuis en op kantoor werken en het strategisch personeelsbeleid. 

Impact corona

Terug naar navigatie - Impact corona

De corona-aanpak in 2020 en 2021 was logischerwijs hoofdzakelijk gericht op de korte termijn. Gaandeweg nam het draagvlak in de maatschappij met betrekking tot ingrijpende maatregelen fors af. Langzaamaan kwamen we daardoor terecht in een nieuwe fase van de pandemie en werd de focus verlegd naar het leven met het coronavirus.  
Bij totstandkoming van de begroting 2021 is zoveel mogelijk geanticipeerd op de impact van Corona. Corona heeft de meeste impact gehad op de beleidsterreinen Economie en Vrije tijd & Cultuur en in iets mindere mate op de beleidsterreinen Mobiliteit en Energie. Voor nadere informatie over de impact van Corona wordt verwezen naar de programmateksten in dit jaarverslag.     

Financieel totaalbeeld

Terug naar navigatie - Financieel totaalbeeld

De jaarrekening 2021 laat een bruto positief resultaat zien van € 147,4 mln. Wij stellen voor om voor in totaal € 16,6 mln. aan prestaties en daaraan gekoppelde middelen over te hevelen van 2021 naar 2022 en daaropvolgende jaren.  

Tevens stellen we voor om per saldo een bedrag van € 116,0 mln. mutaties aan reserves door te voeren. Indien deze voorstellen worden gehonoreerd, resteert een netto batig saldo van € 14,7 mln. Dit resultaat vloeit terug naar de algemene middelen. Het positieve jaarrekeningresultaat gecombineerd met het feit dat we op koers liggen met betrekking tot de realisatie van de beoogde doelstellingen en effecten stemt tot tevredenheid.  

De onderbesteding is van 5,5% in 2020 opgelopen naar 13,7% in 2021. Belangrijkste oorzaak is dat onze partners minder - of later aanvragen hebben ingediend voor subsidies of bijdragen (bv snelfietsroutes, woningbouwversnelling, rivierverruiming, robuust natuurnetwerk e.a.). Daarnaast zijn er een aantal processen succesvol afgerond in 2021, maar vindt de lastneming pas in 2022 plaats (bv oprichting Brabant Ring, POP3 subsidieafwikkelingen door RVO e.a.). Deze 2 categorieën zorgen samen voor ongeveer 75% van de  onderbesteding. Ook zijn er minder kosten gemaakt (bv lagere bijdrage IPO, minder fysieke bijeenkomsten en evenementen in de regio maar ook minder ambtelijke lasten. Dit zorgt voor 12% van de onderbesteding. Tot slot is er sprake van een verslaglegging technische afwijking. In tegenstelling tot voorgaande jaren wordt de last van subsidies niet genomen in het jaar van de beschikken, maar in latere jaren. Hierdoor ontstaat éénmalig een dip in de lastneming. (bv EFRO subsidies). Dit zorgt voor 13% van de onderbesteding. 

Voor de drie eerste categorieën geldt dat we blijven sturen op beperken van onderbesteding door beter (reëler) te ramen en door in de planning van de realisaties meer rekening te houden met de grote mate van afhankelijkheid van onze samenwerkingspartners. 

De verdeling van de lasten over de verschillende programma’s en de verdeling van -en herkomst van middelen is in cirkeldiagrammen op de volgende pagina’s weergegeven: 



De verdeling van de lasten over de verschillende programma’s en de verdeling van -en herkomst van middelen is in onderstaande cirkeldiagrammen weergegeven: