Programma 3 Water en bodem

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In 2021 is op 3 december 2021 door Provinciale Staten het Regionaal Water en Bodem Programma 2022-2027 (RWP) vastgesteld. In navolging daarvan zijn in december 2021 voor deze nieuwe planperiode ambitieuze uitvoeringsafspraken gemaakt (onder de noemer ‘maatwerkovereenkomsten’) met de waterschappen voor de uitvoering van onder meer Kader Richtlijn Water (KRW)-maatregelen, uitvoeringsmaatregelen uit het programma Natuur en uitwerking van de gebiedsgerichte aanpak. Deze afspraken als uitwerking van de Koepelovereenkomst GroenBlauw 2021-2027 welke in maart 2021 is gesloten met de waterschappen. De afspraken borgen continuïteit in de uitvoering en versnellen de uitvoering waar nodig en mogelijk. Ook is in december 2021 het Grondwaterconvenant 2022-2027 tussen 13 Brabantse (water)partijen getekend met afspraken over het verbeteren van het grondwatersysteem. De provincie en haar partners nemen hiermee, nog meer dan in voorgaande planperiodes, gezamenlijk verantwoordelijkheid voor het werken aan een klimaatrobuust water- en bodemsysteem voor de korte én lange termijn.

Verder heeft programma Water en bodem bijgedragen aan het verder vorm in inhoud geven aan de provinciale Gebiedsgerichte Aanpak groenblauw, omdat deze essentieel is voor het bereiken van de doelstellingen uit het RWP. In het kader van de samenwerking met de 13 werkregio’s van gemeenten en waterschappen in Zuid-Nederland is een Uitvoeringsprogramma en –agenda klimaatadaptatie Zuid-Nederland opgesteld die in maart 2021 bestuurlijk is vastgesteld in het Regionaal Bestuurlijk Overleg Maas.

Aan diverse belangrijke uitvoeringstrajecten en samenwerkingsverbanden zijn (mede) vorm en inhoud gegeven, waaronder BodemUp 2.0, Schoon Water (tegengaan van verontreiniging van grond- en oppervlaktewater), samenwerkingsafspraken Deltaplan Hoge Zandgronden 2022-2027 (stimuleringsmaatregelen waterbeschikbaarheid en -kwaliteit) en samenwerkingsafspraken Zuidwestelijke Delta (wateropgaven in combinatie met andere gebiedsopgaven in samenwerking met provincies, waterschappen en andere partijen in het gebied op het grensvlak van West-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland).

Voor hoogwaterbescherming is de planuitwerkingsfase Oeffelt gestart en de planuitwerking aanbesteed. Bij Meanderende Maas (Ravenstein-Lith) is de planuitwerkingsfase gestart. Beide betreffen grootschalige, meerjarige projecten waarover in het kader van het MIRT-overleg tussen rijk en provincie(s) afspraken zijn gemaakt over financiering en uitvoering.

De aanpak van bodemverontreinigingen is conform planning uitgevoerd. Ten aanzien van het onderwerp diffuse loodverontreinigingen zijn flinke stappen gezet met het opstellen van een verwachtingenkaart en het vormgeven van de samenwerking met de Brabantse gemeenten.

De coronacrisis heeft gezorgd voor vertraging op samenwerkingstrajecten zoals de klimaatadaptatiedialogen, enkele uitvoeringsprojecten klimaatadaptatie, enkele uitvoeringsprojecten (inrichtingsmaatregelen KRW en wateroverlast) en gebiedsontwikkelingsprogramma Waterpoort. Hierdoor zijn tevens de financiële realisaties achtergebleven. We zetten deze middelen alsnog in voor nog te leveren prestaties uit het RWP waarbij we via de adaptieve programmering strakker gaan sturen op de realisatie. Zoals ook afgesproken in de maatwerkovereenkomsten met de waterschappen.

Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Terug naar navigatie - Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Klimaatproof Brabant. Realiseren van een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting en bijbehorend gebruik

Terug naar navigatie - Klimaatproof Brabant. Realiseren van een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting en bijbehorend gebruik

Indicator: Mate waarin gebieden klimaatbestendig en waterrobuust zijn ingericht (100% in 2050).

G

De noodzaak en urgentie van klimaatadaptatie wordt steeds meer onderkend. Klimaatadaptatie wordt als opgave dan ook in toenemende mate als integrale opgave meegenomen in beleid en uitvoering van zowel provincie als externe partners.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Veilig Water. Blijven zorgen voor veiligheid door de bescherming tegen hoogwater

Terug naar navigatie - Veilig Water. Blijven zorgen voor veiligheid door de bescherming tegen hoogwater

Indicatoren:
• Het percentage rivierenlandschap waar sprake is van sterke dijken in combinatie met een uitbreiding van de afvoercapaciteit.
• De regionale keringen zijn veilig (100% voldoet aan de norm).

G

De veiligheid is gewaarborgd.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Voldoende Water. Zorgen voor voldoende grond- en oppervlaktewater (voorkomen van overlast en tekorten)

Terug naar navigatie - Voldoende Water. Zorgen voor voldoende grond- en oppervlaktewater (voorkomen van overlast en tekorten)

Indicatoren:
•     Diep grondwater: Grondwaterstand en stijghoogte in de grondwaterlichamen voldoet aan de norm (uiterlijk 2027 moeten beide grondwaterlichamen voldoen, 1 voldoet momenteel niet).
•     Ondiep grondwater: Areaal natte natuurparels dat niet langer verdroogd is (uiterlijk 2027 is 36.000 ha NNP niet langer verdroogd).
•     Het Brabants grondgebied voldoet aan de norm voor regionale wateroverlast (elke 6 jaar worden de inspanningen gekwantificeerd).

O

Alle bovenstaande indicatoren vergen een lange termijn aanpak en medewerking van veel partijen. We moeten meer inzet plegen om bovenstaande indicatoren tijdig te halen. Daarom hebben we in 2021 nadere afspraken gemaakt met onze waterpartners: Voor het verbeteren van de grondwatertoestand van de grondwaterlichamen zijn in 2021 afspraken gemaakt in het Grondwaterconvenant 2022-2027. Ook de uitwerking van de Groenblauwe Gebiedsgerichte Aanpak welke in 2021 is opgezet, en de afspraken in de Maatwerkovereenkomsten met de waterschappen (MOKs) die in 2021 zijn getekend, dragen bij aan het halen van de waterdoelen. De maatregelen om te voldoen aan de normen voor regionale wateroverlast zijn door de waterschappen opgenomen in hun Waterbeheerprogramma’s en verwerkt in de MOKs. Deze maatregelen worden in de komende zes jaar uitgevoerd. Voor de hoogwateraanpak ’s-Hertogenbosch is door waterschap Aa en Maas een proces opgestart om te kunnen blijven voldoen aan de norm van 1/150 per jaar die voor deze regio geldt.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Schoon Water. Herstellen van de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater tot tenminste het basisniveau

Terug naar navigatie - Schoon Water. Herstellen van de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater tot tenminste het basisniveau

Indicatoren:
•     Alle oppervlaktewaterlichamen in Brabant voldoen aan alle waterkwaliteitseisen conform de Kaderrichtlijn Water in 2027.
•     Het grondwater in de drinkwaterbronnen in Brabant blijft van goede kwaliteit.

O

De waterkwaliteit voldoet niet overal. Mede doordat het in uitvoering krijgen van oppervlaktewater- projecten meer tijd vergt dan voorzien. En het effect van maatregelen in grondwaterbeschermingsgebieden door de complexiteit van het bodem- en watersysteem pas met enkele jaren vertraging zichtbaar is.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Vitale Bodem. Herstellen van de vitaliteit van de bodem

Terug naar navigatie - Vitale Bodem. Herstellen van de vitaliteit van de bodem

Indicator: De mate waarin de Brabantse landbouwbodem vitaal is.
•     Er is geen sprake meer van verdichting (meer voeding van het grondwater)
•     Het gehalte aan organische stof is op voldoende niveau (betere binding meststoffen en water)
•     Bodemleven is gevarieerd (betere ziektewering en bodemstructuur) Streven: 100% van de landbouwbodems in 2050 vitaal, gekoppeld aan klimaatadaptieve inrichting en gebruik.

O

De noodzaak van een vitale bodem is door klimaatverandering, die via verdroging en wateroverlast doorwerkt in agrarische opbrengsten, en aanscherpende beleidsregels (vanwege onder meer de Kaderrichtlijn Water) toegenomen. Binnen de projecten BodemUp 1.0 en Fabulous Farmers werken agrariërs aan verbetering van de bodemvitaliteit. Per bedrijf kan de bodemeigenschap die verbetering behoeft, verschillend zijn. Herstel van de vitaliteit van de bodem vergt meerjarige inzet en effecten zijn pas na enkele jaren merkbaar.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Inzet verbonden partijen

Terug naar navigatie - Inzet verbonden partijen

Voor het realiseren van de doelstellingen uit dit begrotingsprogramma worden onderstaande verbonden partijen ingezet:
•    GOB BV
•    Brabant Water
•    Nederlandse Waterschapsbank NV
Nadere informatie over verbonden partijen staat in de paragraaf Verbonden partijen.

Heeft het gekost wat het mocht kosten?

Terug naar navigatie - Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Bedragen x € 1.000 Jaarrek. 2020 realisatie Begroting 2021 oorspronkelijk Begroting 2021 na wijziging Jaarrekening 2021 realisatie Verschil begroting - realisatie
Lasten
Programmalasten 29.324 N 41.280 N 28.240 N 20.055 N 8.185 V
Toegerekende organisatiekosten 4.583 N 4.147 N 4.837 N 5.127 N 289 N
Totaal Lasten 33.907 N 45.427 N 33.078 N 25.182 N 7.896 V
Baten
Programmabaten 7.683 V 4.922 V 6.038 V 5.517 V 521 N
Bijdrage in toegerekende organisatiekosten 783 V 0 0 755 V 755 V
Totaal Baten 8.466 V 4.922 V 6.038 V 6.272 V 233 V
Saldo van baten en lasten 25.440 N 40.505 N 27.039 N 18.910 N 8.129 V

Verschillenanalyse

Terug naar navigatie - Verschillenanalyse
3. Water en Bodem - Afwijking lasten (bedragen x € 1.000) 7.896 V
Groene groei Water 3.496 V
Bij het Deltaprogramma onderdeel De Hoge Zandgronden zijn de subsidieaanvragen voor waterbeschikbaarheidsprojecten van Waterschappen Brabantse Delta en De Dommel vanwege Corona vertraagd ontvangen. Deze subsidies zijn in februari 2022 alsnog toegekend. Ook de bijdrageregeling klimaatadaptatieprojecten gemeenten heeft in 2021 tot minder subsidieverstrekkingen geleid dan gedacht. De prioriteit van de gemeenten ligt vooralsnog bij aanvragen in het kader van de Rijksimpulsregeling. Aanvragen in het kader van de provinciale bijdrageregeling worden in de loop van 2022 verwacht en daartoe worden de gemeenten ook gestimuleerd.
Deltaprogramma - Veilig/Rivieren 2.095 V
Voor een aantal rivierverruimingsprojecten zijn de in 2021 verwachte aanvragen voor provinciale bijdragen niet in 2021 binnengekomen. Deze uitgaven schuiven door naar 2022.
Fysieke gezonde leefomgeving water 1.372 V
De onderbesteding komt met name doordat het verwachte volume aan projectaanvragen voor Stuw doelen buiten N2000 gebieden niet is behaald. De aanvragen in financiële zin vielen kleiner uit dan verwacht doordat een aantal projecten een langere doorlooptijd kennen en daardoor niet binnen de realisatietermijn van de subsidievoorwaarden (namelijk 31 december 2021) vielen. Ook zijn, mede door Corona, een aantal uitvoeringsprojecten ter bevordering van de gezonde leefomgeving vertraagd.
Venherstel 300 V
De verwachte subsidieaanvraag is later ontvangen dan verwacht (eind 2021) waardoor deze begin 2022 wordt beschikt en daarmee buiten de jaarcijfers 2021 valt.
Samenwerken Water 399 V
De communicatiemomenten ten aanzien van de uitrol van het Regionaal Water- en Bodem Programma hebben door de late vaststelling slechts beperkt plaats kunnen vinden in 2021. Ook heeft het samenwerkingsorgaan Programmabureau KRW/DHZ in 2021, mede door corona, een aantal projecten niet kunnen oppakken.
Interim-bedrijvenregeling 372 V
Er is een onderbesteding bij de uitvoering van de Bedrijvenregeling. Dit betreft een Rijkssubsidie waarbij het Ministerie goedkeuring (middels een beschikking) moet verlenen op de uitbetaling van toegekende financiën. Door vertraging bij het Ministerie is er nog geen beschikking ontvangen.
Toegerekende organisatiekosten 289 N
De toegerekende organisatiekosten komen op basis van de gerealiseerde uren-inzet hoger uit.
Overige: saldo van overige lagere en hogere lasten 151 V
3. Water en Bodem - Afwijking baten (bedragen x € 1.000) 233 V
Inkomsten rivierverruiming 1.000 N
De verwachte bijdrage in 2021 van het Rijk wordt in 2022 ontvangen omdat door het rijk nog naar een geschikte methode voor het transfereren van de middelen wordt gekeken.
Bijdrage in toegerekende organisatiekosten 755 V
De bijdrage in toegerekende organisatiekosten komt hoger uit.
Overige: saldo van overige lagere en hogere baten 479 V