Programma 8 Basisinfrastructuur mobiliteit

We werken aan het meest betrouwbare, slimme, duurzame en veilige mobiliteitssysteem van Europa om Brabant aantrekkelijk, bereikbaar en concurrerend te houden.

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het coronavirus had ook in 2021 grote gevolgen voor het werken en reizen in Brabant. Het OV heeft te maken met fors minder reizigers en dat zorgt ervoor dat de concessies in West, Oost- en Zuidoost-Brabant financieel onder druk staan. Doordat de provincie haar volledige bijdrage aan de vervoerders heeft overgemaakt, het Rijk heeft bijgedragen via de beschikbaarheidsvergoeding en daar waar er maar weinig of geen reizigers gebruik maakten van het OV de dienstregeling is aangepast, kunnen we het zwarte scenario voor het OV gelukkig afwenden. Want het OV is een onmisbare schakel in de samenleving en blijft dat, ook in onze toekomstige manier van reizen en het Brabants mobiliteitssysteem. Met de vervoerders is afgesproken dat zodra de reizigersaantallen toenemen er snel wordt opgeschaald op die plekken waar het vanuit de vervoervraag nodig is. 

De opleving van het virus eind 2021 met opnieuw beperkende maatregelen tonen aan dat het herstel in reizigersaantallen op de wat langere termijn uiterst fragiel en onzeker is. Deze onzekerheid in combinatie met de huidige financiële situatie van vervoerders leiden ertoe dat in de huidige marktomstandigheden de vervoerders terughoudend zijn om in te schrijven op aanbestedingen voor nieuwe concessies. In 2021 is daarom het besluit genomen om de aanbesteding voor concessie West uit te stellen en een noodmaatregel tot verlengen van de concessie toe te passen.

Vanuit de wettelijke verantwoordelijkheid mogen het onderhoud van en de verkeersveiligheid op de provinciale infrastructuur niet in gedrang komen. Het wordt wel een steeds grotere uitdaging om achterstallig onderhoud te voorkomen. De onderhoudsplanning staat vaker onder druk door vertraging bij projecten, waar de onderhoudswerkzaamheden onderdeel vanuit maken, als gevolg van de stikstofproblematiek en vertraging in de behandeling bij RvS. Daardoor moeten, binnen het kader van het dagelijks onderhoud, vaker noodmaatregelen getroffen worden en lopen de kosten verder op. Ook wordt de toekomstige onderhoudsopgave groter. Verschillende besparingsscenario’s worden uitgewerkt en in de eerste helft van 2022 voorgelegd aan de Staten.

Het aantal dodelijke en gewonde verkeersslachtoffers daalt gelukkig. Maar als provincie vinden we elk slachtoffer er één te veel en daarom is en blijft verkeersveiligheid onze topprioriteit. Corona maakte (fysieke) campagnes, voorlichting en onderwijs lastiger, maar binnen de geldende regels is steeds maximaal gekeken naar de mogelijkheden. In 2021 is een start gemaakt met het versneld aanpakken van kleinschalige verkeersmaatregelen op provinciale wegen (in totaal is hier € 15 miljoen euro voor beschikbaar) en zijn er afspraken gemaakt met de regio’s via de Regionale Mobiliteits Programma’s op het gebied van gedrag, infrastructuur en handhaving. 

Het belang van data en digitalisering wordt steeds groter. Een belangrijke stap hierin is de uitvoering van de Krachtenbundeling Smart Mobility Zuid-Nederland 2020-2023. Samen met Rijk en regio werken we gezamenlijk aan de digitaliseringsopgave voor het mobiliteitssysteem in Zuid-Nederland. Corona heeft ons belangrijke inzichten gegeven in de gevolgen van minder reizen door meer thuiswerken. Vanwege de effectiviteit van (structurele) gedragsmaatregelen (bv. werkgeversaanpak en thuiswerkcampagnes) en andere smart mobility toepassingen op basis van data en digitalisering zullen dergelijke maatregelen in de toekomst steeds vaker onderdeel uitmaken van de standaard mobiliteitsaanpak zoals ook aangegeven in het beleidskader mobiliteit Koers 2030.

Impact Corona
Onze inzet is erop gericht om de reiziger weer terug te krijgen en hiermee in de toekomst weer gezonde OV-concessies op de markt te zetten. We zien het OV namelijk als de verbindende schakel in het mobiliteitssysteem. Daarom heeft de provincie een noodmaatregel getroffen om de continuïteit van het openbaar vervoer in West-Brabant te borgen en de concessie met 2 jaar te verlengen. Ondertussen zijn de transitieplannen opgesteld. 
De corona situatie heeft ook juist kansen geboden om aan de slag te gaan met experimenten van gedeelde mobiliteit zoals de pilot met Bravoflex en in West Brabant het meerijddienstplatform of het afvlakken van de spits via afspraken met onderwijsinstellingen in het kader van de onderwijsaanpak. 

Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Terug naar navigatie - Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

We zorgen voor een goed functionerend provinciaal wegennet als onderdeel van het totale Brabantse wegennet

Terug naar navigatie - We zorgen voor een goed functionerend provinciaal wegennet als onderdeel van het totale Brabantse wegennet

Indicator:

  • De staat en inrichting van de provinciale wegen worden positief gewaardeerd door de Brabantse burger (waardering WOW >= 7)

G

In 2021 werd dit beoordeeld met een 7,3 tov 7,2 in 2019 (twee-jaarlijks onderzoek).

Wat hebben we daarvoor gedaan?

We streven naar nul verkeersslachtoffers in Brabant

Terug naar navigatie - We streven naar nul verkeersslachtoffers in Brabant

Indicatoren:

  • Aantal verkeersslachtoffers in Brabant

G

In 2020 kende Brabant 99 doden in het verkeer en daarmee was het aantal verkeersdoden ten opzichte van de twee slechte jaren daarvoor flink lager. Op provinciale wegen zijn in 2020 16 dodelijke verkeersslachtoffers gevallen, in 2019 waren dit er 26. In de loop van 2022 worden door het CBS de officiële cijfers voor 2021 bekend gemaakt. 

Verkeersslachtoffers 2018 2019 2020
Aantal doden (bron: CBS) 150 142 99
Aantal gewonden (bron: Bestand geRegisteerde Ongevallen Nederland) 2.440 2.293 1.903

Door de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) is in 2021 diepteonderzoek uitgevoerd naar de dodelijke verkeersongevallen in 2018 en 2019 in onze provincie. De uitkomst van dit onderzoek biedt handvatten voor de maatregelen en interventies die wij treffen om Brabant veiliger te maken, en voor het beleid dat we hierop voeren. De Zuidelijke Rekenkamer (ZRK) heeft daarnaast in 2021 onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van het verkeersveiligheidsbeleid. Het oordeel over de provincie was in de basis positief, waarbij samenwerking met partners als gemeenten, Rijkswaterstaat (beiden wegbeheerders), politie en openbaar ministerie (handhaving), maar ook maatschappelijk partners essentieel is om het aantal verkeersslachtoffers verder terug te dringen. Tegelijk maakt ZRK de constatering dat het causale verband tussen maatregelen en de effecten vaak lastig aan te tonen is. Daarom sluiten wij in ons beleid en onze aanpak aan op landelijk beleid en werken we, naast genoemde partners in Brabant, ook nauw samen met o.a. het ministerie, andere provincies (IPO) en kenniscentra als de SWOV en het KPVV (Kennisplatform Verkeer en Vervoer).

Wat hebben we daarvoor gedaan?

We zorgen voor een passend aanbod van gedeelde mobiliteit (inclusief OV) voor alle reizigers

Terug naar navigatie - We zorgen voor een passend aanbod van gedeelde mobiliteit (inclusief OV) voor alle reizigers

Indicatoren:

  • Uitvoering OV-concessies: Klanttevredenheidscijfer OV-klantenbarometer (>= vorig jaar)
  • Transitie naar gedeelde mobiliteit: indicator nader te bepalen n.a.v. uitwerking adaptieve uitvoeringsagenda gedeelde mobiliteit (indicator opgenomen in begroting 2021)

O

Over 2020 en 2021 is er geen klanttevredenheid gemeten. Vanwege corona is dat niet representatief.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

We stimuleren een duurzaam mobiliteitssysteem zonder emissies

Terug naar navigatie - We stimuleren een duurzaam mobiliteitssysteem zonder emissies

Indicator:

  • Totale emissie broeikasgassen uitgedrukt in CO2-equivalenten (in absolute aantallen in tonnen uitstoot)

G

Voor de ambitie schoon stil en gezond kijken we naar de CO2 emissies die door het wegverkeer in Brabant wordt uitgestoten. Dit wordt berekend op basis van kentallen voor CO2 emissies en op basis van gegevens van het verkeersmodel BBMA om zodanig een volledig beeld van het verkeer in Brabant te hebben. De gegevens komen voor deze jaarrekening uit op 15 kiloton CO2.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Inzet verbonden partijen

Terug naar navigatie - Inzet verbonden partijen

Voor het realiseren van de doelstellingen uit dit begrotingsprogramma worden onderstaande verbonden partijen ingezet:

  • Gemeenschappelijke regeling ‘Kleinschalig Collectief Vervoer Noordoost Brabant’
  • Eindhoven Airport

Nadere informatie over verbonden partijen staat in de paragraaf Verbonden partijen.

Heeft het gekost wat het mocht kosten?

Terug naar navigatie - Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Bedragen x € 1.000 Jaarrek. 2020 realisatie Begroting 2021 oorspronkelijk Begroting 2021 na wijziging Jaarrekening 2021 realisatie Verschil begroting - realisatie
Lasten
Programmalasten 191.106 N 177.270 N 190.622 N 185.859 N 4.763 V
Toegerekende organisatiekosten 14.384 N 11.320 N 14.837 N 18.178 N 3.342 N
Totaal Lasten 205.489 N 188.590 N 205.459 N 204.037 N 1.421 V
Baten
Programmabaten 37.404 V 6.041 V 29.869 V 26.443 V 3.426 N
Bijdrage in toegerekende organisatiekosten 66 V 0 0 356 V 356 V
Totaal Baten 37.470 V 6.041 V 29.869 V 26.799 V 3.070 N
Saldo van baten en lasten 168.020 N 182.549 N 175.589 N 177.238 N 1.649 N

Verschillenanalyse

Terug naar navigatie - Verschillenanalyse
8. Basisinfrastructuur mobiliteit - Afwijking lasten (bedragen x € 1.000) 1.421 V
Algemeen -
Het begrotingsprogramma 08 Basisinfrastructuur Mobiliteit is opgebouwd uit een aantal (wettelijke) basistaken. Voor een goede borging van deze basistaken zijn de middelen op basis van vastgesteld beleid structureel en autonoom op de meerjarige begroting geraamd. De uitputting van de programmalasten van programma 08 Basisinfrastructuur Mobiliteit komt uit op € 185,5 mln ten opzichte van een budget van € 190,6 mln, een onderschrijding van € 5,1 mln (97,3%). Daarvan is € 3,9 mln het gevolg van de Beschikbaarheidsvergoeding OV vanuit het Rijk. Zonder dit komt de onderschrijding uit op € 1,2 mln (99,4%). De realisatie op onderdelen is als volgt opgebouwd:
Mobiliteitsdata 844 V
Op het gebied van mobiliteitsdata ligt er voor de komende jaren een enorme ontwikkelopgave, ook in het kader van de Krachtenbundeling Smart Mobility Zuid-Nederland 2020-2023. Projecten binnen deze opgave hebben meer aanlooptijd nodig dan gedacht. De middelen dienen beschikbaar te blijven op de begroting voor deze opgave en op basis van gemaakte afspraken met partners in het kader van de uitvoeringsagenda van de Krachtenbundeling.
Verkeersveiligheid 291 V
Ondanks de beperkende maatregelen vanwege corona is er toch het nodige gerealiseerd in het kader van voorlichting en educatie verkeersveiligheid. Door de opleving van het virus in de laatste deel van het jaar is er uiteindelijk sprake van onderuitputting van het budget ondanks een eerdere aframing. De extra besuursakkoordmiddelen voor de intensivering verkeersveiligheid dienen beschikbaar te blijven op de begroting.
Beheer en onderhoud provinciale wegen 1.370 N
Het beheer en onderhoud van provinciale wegen heeft fors meer gekost dan geraamd. Vanuit het principe werk met werk worden onderhoudswerkzaamheden gecombineerd met reconstructies op en van provinciale infrastructuur. Door de stikstofproblematiek en vertraging in de behandeling bij RvS van deze reconstructies treedt er vertraging op in het groot onderhoud en is vaker aanvullend (en duurder) dagelijks onderhoud nodig. Hierdoor lopen de kosten op.
Wegenoverdracht 1.398 V
De geplande wegenoverdracht van een wegvak aan gemeente Breda heeft nog niet plaatsgevonden. De middelen moeten beschikbaar blijven op de begroting.
PPS-A59 132 V
De provincie is gedurende een aantal jaren verantwoordelijk voor het onderhoud op de verbeterde rijksweg A59 bij Rosmalen. Hiervoor is een fiscale constructie opgezet en ontvangt de provincie een specifieke rijksbijdrage. In 2021 is € 0,13 mln minder gerealiseerd tlv deze rijksbijdrage.
OV-concessies 690 N
Voor de OV-concessies is € 0,7 mln meer besteed ten opzichte van een totaalbudget van € 91,8 mln. Op basis van gemaakte afspraken over de rijksvergoeding heeft de provincie als decentrale vervoersautoriteit de exploitatievergoeding volledig uitbetaald. Door de sterk oplopende prijzen (o.a. brandstoffen) is de uiteindelijke indexatie hoger uitgevallen.
OV-ontwikkeling 459 V
Door de aanhoudende beperkende maatregelen als gevolg van corona zijn er ook minder experimenten en pilots in het OV uitgevoerd. De middelen dienen beschikbaar te blijven om de transitie naar gedeelde mobiliteit te kunnen realiseren.
Beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV) 3.930 V
Als compensatie voor de gederfde reizigersopbrengsten bij de vervoerders door de lagere reizigersaantallen door corona is er een beschikbaarheidsvergoeding (SPUK BVOV) vanuit het Rijk om de vitale functie van het OV te borgen. De provincie zet als concessieverlener deze vergoeding 1 op 1 door aan de vervoerders. De definitieve vergoeding 2020 is eind 2021 lager vastgesteld en leidt tot € 3,9 mln lagere lasten. Daartegenover staan ook lagere baten als gevolg van de lagere rijksbijdrage.
Toegerekende organisatiekosten 3.342 N
De toegerekende organisatiekosten komen op basis van de gerealiseerde uren-inzet hoger uit.
Overige: saldo van overige lagere en hogere lasten 231 N
8. Basisinfrastructuur mobiliteit - Afwijking baten (bedragen x € 1.000) 3.070 N
Algemeen -
Aan de inkomstenkant is er sprake van totaal € 3,4 mln minder inkomsten, € 26,4 mln ten opzichte van een raming van € 29,9 mln (88,5%). Daarvan is € 3,9 mln het gevolg van de Beschikbaarheidsvergoeding OV vanuit het Rijk. Zonder dit komen de baten € 0,5 mln hoger uit (101,7%). De realisatie op onderdelen is als volgt opgebouwd:
Rijksbijdrage in Krachtenbundeling Smart Mobility 331 V
Het Rijk is één van de partners in de krachtenbundeling. De ontvangen rijksbijdrage wordt op basis van de voortgang eerder verantwoord.
PPS-A59 212 N
De provincie is gedurende een aantal jaren verantwoordelijk voor het onderhoud op de verbeterde rijksweg A59 bij Rosmalen. Hiervoor is een fiscale constructie opgezet en ontvangt de provincie een specifieke rijksbijdrage. In 2021 is € 0,13 mln minder als baten verantwoord.
Beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV) 3.930 N
De lagere definitieve vaststelling van de Beschikbaarheidsvergoeding OV over 2020 leidt ook tot lagere baten.
Bijdragen OV-concessies 158 V
In het kader van de OV-concessies is meer ontvangen van derden als bijdragen in de kosten.
Bijdrage in toegerekende organisatiekosten 356 V
De bijdrage in toegerekende organisatiekosten komt hoger uit.
Overige: saldo van overige lagere en hogere baten 227 V