Algemeen financieel beleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De lasten en baten van de provincie worden toegedeeld aan tien programma’s. Naast de lasten en baten van de beleidsprogramma’s kent de provincie nog algemene dekkingsmiddelen en de centrale stelposten.

Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Terug naar navigatie - Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Elk programma heeft naast de lasten van dat programma ook baten - zoals specifieke uitkeringen van het Rijk - die direct tot dat programma behoren. Deze baten zijn meestal niet toereikend om de lasten te kunnen dekken. Tegenover de nadelige saldi van lasten en baten op de programma’s, staan de algemene dekkingsmiddelen.

De in omvang belangrijkste algemene dekkingsmiddelen van de provincie bestaan uit:

  • de inkomsten van de provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting;
  • de uitkering uit het provinciefonds;
  • de beleggingsopbrengsten uit de immunisatieportefeuille;
  • dividendopbrengsten en
  • overige algemene inkomsten.

De algemene inkomsten belopen in 2021 € 744,8 mln. en dragen bij aan:

  • Het waarborgen van de zelfstandige financiële positie van de provincie;
  • Het handhaven van een reëel sluitende begroting op korte en middellange termijn;
  • Het verzekeren van een evenwichtige inkomstenontwikkeling.

Inzet verbonden partijen

Terug naar navigatie - Inzet verbonden partijen

Voor het realiseren van de doelstellingen uit dit begrotingsonderdeel worden onderstaande verbonden partijen ingezet:

  • Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)
  • Nederlandsche Waterschapsbank

Nadere informatie over de verbonden partijen staat in de paragraaf Verbonden partijen. In de bijlagenbundel –bijlage 9b van de begroting is aangegeven op welke wijze deze verbonden partijen bijdragen aan de doelstellingen van het algemeen financieel beleid.

Algemene midddelen

Terug naar navigatie - Algemene midddelen
Bedragen x € 1.000 Jaarrek. 2020 realisatie Begroting 2021 oorspronkelijk Begroting 2021 na wijziging Jaarrekening 2021 realisatie Verschil begroting - realisatie
Lasten
Programmalasten 45.534 N 127.281 N 52.641 N 38.544 N 14.097 V
Toegerekende organisatiekosten 32.546 N 32.114 N 35.954 N 37.884 N 1.930 N
Totaal Lasten 78.081 N 159.395 N 88.595 N 76.428 N 12.167 V
Baten
Programmabaten 775.861 V 606.368 V 619.229 V 744.818 V 125.589 V
Bijdrage in toegerekende organisatiekosten 100 V 0 0 0 0
Totaal Baten 775.961 V 606.368 V 619.229 V 744.818 V 125.589 V
Saldo van baten en lasten 697.881 V 446.973 V 530.635 V 668.390 V 137.756 V

Algemene dekkingsmiddelen en stelposten

Terug naar navigatie - Algemene dekkingsmiddelen en stelposten

Hieronder zijn de baten en lasten van het Algemeen financieel beleid gesplitst naar:
•    Algemene dekkingsmiddelen
•    Overhead, Vpb en stelposten

Bedragen x € 1.000 Begroting 2021 oorspronkelijk Begroting 2021 na wijziging Jaarrek. 2021 realisatie Verschil begr.- realisatie
Algemene dekkingsmiddelen
Lasten
Financieringsfunctie 1.189 N 724 N 529 N 195 V
Ontwikkelbedrijf 1.249 N 13.887 N 10.028 N 3.858 V
Toevoeging voorziening 0 0 4 N 4 N
Overige algemene dekkingsmiddelen 251 N 301 N 157 N 144 V
Totaal Lasten 2.689 N 14.911 N 10.718 N 4.193 V
Baten
Opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting 267.411 V 267.411 V 270.966 V 3.555 V
Uitkering provinciefonds 268.033 V 272.723 V 274.990 V 2.268 V
Decentralisatie-uitkeringen via provinciefonds 7.245 V 7.517 V 7.517 V 0
Dividenden 23.181 V 23.276 V 23.336 V 60 V
Financieringsfunctie 40.215 V 41.675 V 42.161 V 486 V
Ontwikkelbedrijf 283 V 1.900 V 1.714 V 186 N
Overige algemene dekkingsmiddelen 0 4.729 V 124.135 V 119.406 V
Totaal Baten 606.368 V 619.229 V 744.818 V 125.589 V
Totaal Algemene dekkingsmiddelen 603.678 V 604.318 V 734.100 V 129.782 V
Overhead, Vpb en stelposten
Lasten
Onvoorzien 1.308 N 1.308 N 0 1.308 V
In te zetten begrotingsruimte 28.337 N 0 0 0
Overige stelposten 53.581 N 0 0 0
Overhead 73.480 N 72.375 N 65.635 N 6.740 V
Voorz.dubieuze debiteuren 0 0 75 N 75 N
Totaal Lasten 156.706 N 73.683 N 65.710 N 7.974 V
Baten
Totaal Baten 0 0 0 0
Totaal Overhead, Vpb en stelposten 156.706 N 73.683 N 65.710 N 7.974 V
Saldo van baten en lasten 446.973 V 530.635 V 668.390 V 137.756 V

Toelichting baten en lasten

Terug naar navigatie - Toelichting baten en lasten

Toelichting baten

Opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting
Bij het bestuursakkoord 2019-2023 - is besloten dat de provincie gedurende de looptijd van het bestuursakkoord de opcenten jaarlijks indexeert. Het opcententarief 2021 komt daarmee uit op 78,4. De opbrengsten worden structureel geraamd op € 267,4 mln. op basis van de capaciteit van het wagenpark. De uiteindelijke jaaropbrengst bedraagt ca. € 271 mln., een positief resultaat van bijna 1%. Deze afwijking heeft te maken met een stijging van de belastingcapaciteit in het tweede half jaar.
Eind 2021 stonden in Noord-Brabant ruim 1.460.000 (eind 2020 1.439.000) personenauto’s geregistreerd en ruim 119.450 (eind 2020 116.400) motoren. Er is sprake geweest van een lichte autonome groei van het wagenpark.

Uitkering provinciefonds: Algemene uitkering
De raming van de algemene uitkering wordt in eerste instantie gebaseerd op de septembercirculaire 2020. Daarbij wordt het accres niet volledig geraamd, zoals vastgesteld in de grondslagen voor begroting en jaarstukken. De aangehouden marge is bedoeld om negatieve bijstellingen van het accres in het betreffende begrotingsjaar op te vangen, zonder dat dit invloed heeft op de vrije begrotingsruimte. Deze marge was voor 2021 niet nodig , omdat als onderdeel van het compensatiepakket coronacrisis medeoverheden het accres voor die jaren was bevroren.  
 
De algemene uitkering uit het provinciefonds is geraamd op € 272,7 mln. Uit de decembercirculaire 2021 blijkt dat de uitkering 2021 uitkomt op € 275,0 (incl. afrekening 2020). Deze positieve afwijking is voornamelijk het gevolg van extra middelen voor het programma Natuur.

Uitkering provinciefonds: Decentralisatie uitkeringen 
Decentralisatie-uitkeringen maken deel uit van het provinciefonds, maar hebben een eigen verdeling. De begrotingsbedragen 2021 zijn gebaseerd op de september circulaire 2021.
Naast de algemene uitkering omvat het provinciefonds diverse decentralisatie-uitkeringen die samenhangen met specifieke beleidsafspraken, veelal vastgelegd in convenanten met het Rijk. In totaal gaat het om een volume van € 7,5 mln. De hieraan gerelateerde uitgaven worden verantwoord op de functionele productgroepen in de beleidsprogramma’s.

Dividenden
De dividend opbrengst ad € 23,3 mln. betreft het dividend van netwerkbedrijf Enexis. Deze opbrengst viel € 60.000 hoger uit dan begroot.


Overige lasten en baten

Ontwikkelbedrijf
Project Logistiek Park Moerdijk was een verliesneming geraamd van 3,9 mln. voor de afwaardering van de stikstofrechten en resterende locaties. Deze afwaardering heeft in 2021 niet plaatsgevonden omdat er met het Havenbedrijf Moerdijk hierover nadere afspraken zijn gemaakt. Daarnaast zijn er minder exploitatielasten gemaakt van 0,4 mln. op verschillende locaties van het Ontwikkelbedrijf.

Financieringsfunctie
De lasten financieringsfunctie vallen t.o.v. de raming h € 0,2 mln. lager uit. daarnaast vallen de rentebaten € 0,5 mln. hoger uit. Per saldo een voordeel van € 0,7 mln.

Voordelige afwikkelingsverschillen op subsidies
De voordelige afwikkelingsverschillen ad € 124,0 mln. hebben betrekking op subsidies die in voorgaande jaren zijn verstrekt. In de raming t/m de laatste begrotingswijziging 2021 was voor deze afwikkelingsverschillen al rekening gehouden met een bedrag van € 4,7 mln.
 
De afwikkelingsverschillen die na de slotwijziging 2021 zijn gerealiseerd bedragen in totaal nog € 119,3 mln.
Hiervan is het grootste afwikkelingsverschil de subsidieafwikkeling PHS van € 113,7. Dit risico is reeds bij burap 2 en slotwijziging aangekondigd. Het betreft het omzetten van een subsidie in project, waarbij de lastneming op een andere manier verantwoord moeten worden. Hierdoor zal de BTW niet drukken op het project. De middelen zullen beschikbaar moeten blijven voor toekomstige uitgaven en bij het statenvoorstel wordt hiervoor een voorstel opgenomen

Onvoorzien
In de begroting wordt jaarlijks een stelpost voor onvoorziene lasten van € 1,3 mln. opgenomen. Gedurende het begrotingsjaar 2021 is hierop geen beroep gedaan.

Begrotingsruimte en overige stelposten
De stelpost in te zetten begrotingsruimte betreft de afgezonderde middelen voor uitvoering van het bestuursakkoord/perspectiefnota voor zover die nog een concrete uitwerking vereisen voor opname in de begrotingsprogramma’s.
 
Bij de verschillende sturings- en verantwoordingsmomenten in 2021 zijn de middelen van de vrije begrotingsruimte verdeeld naar de verschillende begrotingsprogramma’s via begroting wijzigingen. Hierdoor resteert Ultimo 2021 geen middelen op deze stelpost.  

De post overige stelposten wordt gedurende een begrotingsjaar gebruikt om middelen tijdelijk te reserveren. Via begrotingswijzigingen worden deze middelen gedurende het begrotingsjaar overgebracht naar de inhoudelijke beleidsonderdelen. Hierdoor resteert Ultimo 2021 geen middelen op deze post.