Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen
Inleiding
In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is bepaald dat de arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume onderdeel vormen van de uiteenzetting over de financiële positie in de begroting. Deze verplichtingen zijn ook in de meerjarenraming opgenomen.
Bedragen zijn exclusief indexering (prijspeil 2019).
Ambtelijk apparaat
Vakantiegeld
Met ingang van 2015 het vakantiegeld onderdeel geworden van het Individueel Keuze-Budget, dat binnen het kalenderjaar volledig moet zijn opgenomen. Daarmee is er ultimo van het boekjaar geen verplichting meer van opgebouwd vakantiegeld.
Inkomensvoorziening vml. personeel via uitkeringsinstantie / detacheringsorganisatie (werkloosheid, gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, suppletie en inkomensgarantie)
De Provincie is eigenrisicodrager voor de WW- en de WGA-uitkeringen o.g.v. de Wet Inkomen en Arbeid. Dat geldt uiteraard ook voor het bovenwettelijk deel van de WW. De uitkeringsinstanties die deze voorzieningen uitvoeren declareren de kosten maandelijks bij de provincie.
De werkelijke uitkeringen in 2019 resp. de te verwachten uitkeringen en uitvoeringskosten in de komende jaren zijn:
Bedragen x €.1.000 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
uitkeringen | 341 | 350 | 350 | 350 |
uitvoeringskosten | 1 | 1 | 1 | 1 |
Vertrekregelingen/Mobiliteitsdienstverband
In bijzondere gevallen worden met medewerkers afspraken gemaakt bij beëindiging van het dienstverband, o.m. via vaststellingsovereenkomsten. De kosten hiervan zijn veelal meerjarig. In 2019 was nog sprake van 1 lopende overeenkomst, die is geëindigd aan het eind van het jaar.
Bedragen x € 1.000 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
loonkosten | 71 | 0 | 0 | 0 |
uitvoeringskosten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Mobiliteitsregelingen
Voor de financiële consequenties van de mobiliteitsregelingen die in het kader van strategisch personeelsbeleid in 2017 voor het personeel zijn opengesteld is een voorziening gevormd.
Voor de meerjarige consequenties wordt verwezen naar bijlage 8a Informatie over ontslagregelingen.
Bestuur
Verplichtingen inzake pensioenen van (voormalig) gedeputeerden (o.g.v. de Wet APPA)
Voor deze verplichtingen is een permanente voorziening beschikbaar. Deze verplichtingen worden hier niet meer opgenomen.
Verplichtingen inzake wachtgelden van (voormalige) statenleden
De wachtgeldregeling voor Statenleden is vervallen, alsmede de overgangsregeling.
Schatkistbankieren
In verband met verplicht schatkistbankieren dient onderstaand overzicht in de toelichting op de balans te worden opgenomen.
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000) | |||||
Verslagjaar 2019 | |||||
(1) | Drempelbedrag | 4.860 | |||
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | ||
(2) | Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 176 | 1.261 | 615 | 535 |
(3a) = (1) > (2) | Ruimte onder het drempelbedrag | 4.684 | 3.598 | 4.244 | 4.325 |
(3b) = (2) > (1) | Overschrijding van het drempelbedrag | - | - | - | - |
(1) Berekening drempelbedrag | |||||
Verslagjaar | |||||
(4a) | Begrotingstotaal verslagjaar | 1.054.790 | |||
(4b) | Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen | 500.000 | |||
(4c) | Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat | 554.790 | |||
(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van €250.000 | Drempelbedrag | 4.860 | |||
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | |||||
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | ||
(5a) | Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) | 15.845 | 114.777 | 56.618 | 49.185 |
(5b) | Dagen in het kwartaal | 90 | 91 | 92 | 92 |
(2) - (5a) / (5b) | Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 176 | 1.261 | 615 | 535 |