Investeringskrediet en Risicoreserve Ontwikkelbedrijf
De resterende ruimte in het investeringskrediet van het Ontwikkelbedrijf bedraagt ultimo 2019 € 86,9 mln. Bij de inschatting van de resterende ruimte is rekening gehouden met de geraamde toekomstige inkomsten en uitgaven van alle projecten en zijn de afgegeven garantstellingen volledig meegenomen.
De risico's in de projecten worden afgedekt door de Risicoreserve van het Ontwikkelbedrijf. Ultimo 2019 bedraagt deze € 62,4 mln. Dit is onderverdeeld in een risicoreservering van € 36,7 mln en een voorziening van € 21,4 mln. Beiden voor bestaande projecten en een vrije ruimte van € 4,3 mln. (zie voor een nadere uitwerking paragraaf weerstandsvermogen).
Sinds vaststelling van het nieuwe beheerstatuut Ontwikkelbedrijf door PS hanteert het Ontwikkelbedrijf op het niveau van de totale risicoreserve dezelfde systematiek als het concern. Hierbij wordt uitgegaan van de verhouding tussen de beschikbare en de benodigde weerstandcapaciteit; de ratio van het weerstandsvermogen. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt € 41 mln. (€ 62,4 - € 21,4 mln). De benodigde weerstandscapaciteit bedraagt € 36,7 mln. De ratio weerstandsvermogen komt daarmee op 1,11.
In het kader van de bestemming van het jaarrekeningsaldo zal er na besluitvorming € 1,6 miljoen worden onttrokken, waarmee de vrije ruimte zal worden verlaagd tot € 2,7 miljoen en daarmee de ratio uitkomt op 1,07.
De vrije ruimte in de risicoreserve is hierdoor van beperkte omvang en zal naar verwachting voldoende zijn om onvoorziene risico’s binnen de bestaande projecten van het Ontwikkelbedrijf op te kunnen vangen.
Het Ontwikkelbedrijf wordt optimaal ingezet voor de benodigde realisatiekracht om de stedelijke transformatie mogelijk te maken. Daartoe worden de mogelijkheden voor het Ontwikkelbedrijf verruimd om in complexe situaties ook risicodragend te participeren. Voorstellen tot ophoging van de vrije ruimte van de risicoreserve (€ 10 mln t/m 2023 en € 18 mln t/m 2030) zijn in de bestuursopdracht “Terugdringen woningtekort en leegstand & participeren in transformaties” uitgewerkt, waarmee binnen de risicoreserve meer armslag komt om toekomstige nieuwe risico’s te kunnen opvangen.
Grondbeleid overige beleidsvelden
Natuurnetwerk Brabant
Conform de doelstellingen zoals opgenomen in Brabant Uitnodigend Groen wordt t/m 2027 in totaal circa 15.000 ha natuurnetwerk en 1.775 ha (700 km) Ecologische Verbindingszones gerealiseerd. Hiertoe zijn in 2019 NNB (ruil- )gronden verworven en/of ingericht en verkocht. In de Westelijke Langstraat, De Peelvenen, Kempenland-West, Groote Heide-Leenderbos door de provincie, daarbuiten door het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB), in samenspraak met de Manifestpartners en overige partijen. Ultimo 2019 is de voorraad NNB gronden in ha als volgt opgebouwd met een boekwaarde van € 66,5 mln.
Grondbank de Kempen en de Pielis
De doelstelling van grondbank de Kempen is het opzetten en uitvoeren van projecten, die private investeringen koppelen aan het verbeteren van de kwaliteit van de Kempen (ecologische- en ruimtelijke kwaliteit, leefbaarheid en culturele identiteit). Ondernemers en gemeenten staan hiervoor via de Stichting Kempenland aan de lat. De provincie heeft dit in 2019 ondersteund door via een revolverende grondbankportefeuille (maximaal € 13,9 mln) gronden en opstallen te kopen en te verkopen. Ultimo 2019 is de boekwaarde van deze grondbank € 5,1 mln. en de risicoreserve van € 0,7 mln.
De Agrarische Natuurvereniging de Pielis beheert een natuurzone van circa 25 ha langs de Goorloop in de Pielis. De provincie en het Waterschap zijn eigenaar van de grond. Het beheer is vastgelegd via een erfpachtovereenkomst voor de periode van 28 jaar. De kosten van beheer en de ontginning worden gedekt uit de reserve Grondbank de Pielis. Ultimo 2019 is de boekwaarde van de gronden € 1 mln en reserve € 0,9 mln.
Infrastructuur
In o.a.het meerjaren investeringsprogramma Kwaliteit (Onderhoud) Provinciale Infrastructuur wordt aangegeven welke infrastructurele projecten er zullen worden uitgevoerd. Ten behoeve van deze doelstelling zijn in 2019 gronden en opstallen gekocht. Deze aankopen zijn gefinancierd uit beleidsmiddelen mobiliteit.
Aan-, verkoop en beheer gronden.
Naast het kopen van 462 ha en het verkopen van 353 ha gronden zijn in 2019 zo’n 4.200 ha beheerd. Dit betreffen gronden die gekocht, verkocht c.q. in beheer zijn in het kader van met name infra, natuur (PAS), ruimte voor ruimte, erfgoed en mobilisatiecomplexen
Beheer gronden
|
|
Categorie
|
ha
|
Gronden via een overeenkomst
|
1.800
|
Ingerichte natuur, niet te verpachten
|
1.000
|
Infra structureel bestaande wegennet
|
1.000
|
Overige gronden
|
400
|
Totaal
|
4.200
|
Verdere toelichting
Meer uitgebreide toelichting over bovenstaande onderwerpen is verder te vinden in:
- Meerjarenperspectief ontwikkelbedrijf (bijlage bij statenvoorstel Jaarstukken 2019)
- Bijlage deelnemingen (O.a. OLSP, TOM, ORR, BPA, LPM, GOB)
- Betreffende begrotingshoofdstukken:
- 02.01Ruimtelijke ontwikkeling (RvR) en 02.02 Agrofood (glastuinbouw)
- 03.04 GOB (Groen Ontwikkelfonds Brabant)
- 04.02 Economisch programma (bedrijventerreinen/campussen)
- 05.03 Infrastructuur/Provinciale wegen
- 06.01 Cultuur en samenleving (erfgoed)
BBV en risicomanagement grondportefeuille Ontwikkelbedrijf
In het kader van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) dient er een methodiek te worden vastgesteld voor de te hanteren rente- en disconteringsvoet in exploitatieplannen, als volgt: de te hanteren rente- en disconteringsvoet wordt gebaseerd op marktconforme rente voor de financiering van het betreffende plan (projectfinanciering); de marktconformiteit wordt vervolgens bepaald op basis van (fictieve) offertestelling bij een voor de overheid gangbare externe financier.
Jaarlijks worden alle grondexploitaties geactualiseerd. Hierbij wordt conform richtlijnen prudent te werk gegaan, wat betekent dat verliezen worden genomen zodra ze worden voorzien en winst pas wordt genomen als deze daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Daarnaast wordt op basis van risicoanalyse een risicoreservering/voorziening opgenomen of bijgesteld.
Kortheidshalve wordt voor de opbouw van de boekwaarde verwezen naar het meerjarenperspectief van het Ontwikkelbedrijf.
Stand van de reserve en voorziening (bedragen in €)
|
Saldo 1-1-2019
|
Mutatie '19
|
Saldo 31-12-2019
|
Risicoreserve ontwikkelbedrijf
|
|
|
|
|
Bedrijventerreinen
|
Projecten
|
7.500.000
|
0
|
7.500.000
|
|
Deelneming: kapitaalinbreng
|
6.488.160
|
0
|
6.488.160
|
Glastuinbouw
|
Deelneming: lening
|
7.431.122
|
1.278.317
|
8.709.439
|
Grote efrgoedcomplexen
|
Projecten
|
1.356.400
|
-178.400
|
1.178.000
|
|
Leningen
|
4.051.932
|
-132.876
|
3.919.056
|
Kenniseconomie
|
Deelneming
|
110.000
|
0
|
110.000
|
|
Projecten |
0
|
311.000
|
311.000
|
Werklocaties
|
Garantstelling
|
60.000
|
0
|
60.000
|
|
Leningen
|
2.500.000
|
0
|
2.500.000
|
Ondermijning
|
Garantstelling
|
0
|
1.500.000
|
1.500.000
|
Cultuur
|
Projecten
|
300.000
|
0
|
300.000
|
Economisch vestigingsklimaat |
Leningen
|
155.000
|
335.000
|
490.000
|
Regionaal sociaal beleid
|
Leningen
|
346.875
|
-56.250
|
290.625
|
Overig
|
Voorbereiding/verkenningen
|
1.321.362
|
2.020.046
|
3.341.426
|
Subtotaal afgedekt
|
|
31.620.851
|
5.076.854
|
36.697.705
|
Subtotaal resterende ruimte voor risico-afdekking
|
14.009.418
|
|
4.265.641
|
Totaal
|
|
45.630.269
|
|
40.963.347
|
|
|
|
|
|
Voorziening ontwikkelbedrijf
|
|
Saldo 1-1-2019
|
Mutatie '19
|
Saldo 31-12-2019
|
Glastuinbouw
|
Projecten
|
16.471.514
|
536.013
|
17.007.527
|
|
Leningen
|
3.880.000
|
-652.795
|
3.227.205
|
Ondermijning
|
Leningen
|
1.200.000
|
0
|
1.200.000
|
Grote erfgoedcomplexen
|
Projecten
|
2.130.000
|
-2.130.000
|
0
|
Kenniseconomie
|
Deelneming: kapitaalinbreng
|
1.323.719
|
-1.323.719
|
0
|
Totaal
|
|
25.005.233
|
-3.570.501
|
21.434.732
|
|
|
|
|
|
Egalisatiereserve ontwikkelbedrijf
|
|
Saldo 1-1-2019
|
Mutatie '19
|
Saldo 31-12-2019
|
Diverse projecten
|
|
90.088
|
60.204
|
150.292
|
Totaal
|
|
90.088
|
60.204
|
150.292
|
Woningbouwstimuleringsmaatregelen
Een specifiek taak voor het ontwikkelbedrijf is het uitvoering geven aan de stimuleringsmaatregelen woningbouw die 2009 zijn vastgesteld. De resterende lopende maatregelen (Investeringsfondsen en Startersleningen) zijn in 2019 verder afgebouwd. Een meer gedetailleerd inzicht in de voortgang van de afbouw van het totale pakket aan maatregelen is opgenomen in het eerder genoemde Meerjarenperspectief van het Ontwikkelbedrijf.
Financiën
Voor de uitvoering van de maatregelen is in 2009 door Provinciale Staten een revolverend investeringskrediet vastgesteld van € 250 mln met een reserve van € 45 mln voor afdekking van de risico’s. Alle regelingen zijn gesloten, waardoor er geen nieuwe investeringen worden gedaan.
Investeringskrediet
De hoogte van het uitstaande investeringskrediet bedraagt ultimo 2019 € 10,3 mln. In 2019 zijn de investeringsfondsen in zijn geheel afgebouwd en bestaat het resterende krediet alleen uit het saldo van de uitstaande Startersleningen.
Risicoreserve woningbouwstimulering
In 2019 is € 3,6 mln onttrokken ten gunste van de algemene middelen en is een deel van het resterende saldo € 0,2 mln gestort in de risicoreserve van het Ontwikkelbedrijf. Het resterende gedeelte groot € 1,4 mln zal na besluitvorming inzake bestemming van het rekeningsaldo 2019 in 2020 worden toegevoegd aan de risicoreserve van het Ontwikkelbedrijf en daarmee wordt de risicoreserve Woningbouwstimulering opgeheven.
Meerjarenperspectief Ontwikkelbedrijf
Voor een meer gedetailleerd inzicht in de activiteiten en resultaten van het ontwikkelbedrijf zie hiervoor de separate bijlage bij de jaarrekening ‘Meerjarenperspectief Ontwikkelbedrijf’.