De lasten en baten van de provincie worden toegedeeld aan zes programma’s. Naast de lasten en baten van de beleidsprogramma’s kent de provincie nog algemene dekkingsmiddelen en de centrale stelposten.
Algemeen financieel beleid
De lasten en baten van de provincie worden toegedeeld aan 7 programma’s. Naast de lasten en baten van de beleidsprogramma’s kent de provincie nog algemene dekkingsmiddelen en de centrale stelposten.Algemene dekkingsmiddelen
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?
Terug naar navigatie - Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?Elk programma heeft naast de lasten van dat programma ook baten - zoals specifieke uitkeringen van het Rijk - die direct tot dat programma behoren. Deze baten zijn meestal niet toereikend om de lasten te kunnen dekken. Tegenover de nadelige saldi van lasten en baten op de programma’s, staan de algemene dekkingsmiddelen.
De in omvang belangrijkste algemene dekkingsmiddelen van de provincie bestaan uit:
- de inkomsten van de provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting;
- de uitkering uit het provinciefonds;
- de beleggingsopbrengsten uit de immunisatieportefeuille;
- dividendopbrengsten en
- overige algemene inkomsten.
De algemene inkomsten belopen in 2019 € 704,1 mln en dragen bij aan:
• Het waarborgen van de zelfstandige financiële positie van de provincie;
• Het handhaven van een reëel sluitende begroting op korte en middellange termijn;
• Het verzekeren van een evenwichtige inkomstenontwikkeling.
Inzet verbonden partijen
Terug naar navigatie - Inzet verbonden partijenVoor het realiseren van de doelstellingen van algemeen financieel beleid zijn de onderstaande verbonden partijen ingezet:
- Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)
- Nederlandse Waterschapsbank NV
Nadere informatie over verbonden partijen staat in de paragraaf Verbonden partijen.
Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Terug naar navigatie - Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Specificatie algemene dekkingsmiddelen (bedragen x € 1.000)
begr.oorspr. | begr.na wijz. (a) | realisatie (b) | verschil (a-/-b) | ||
Lasten | |||||
Financieringsfunctie | 10.499 | 6.096 | 6.335 | -239 | |
Overige alg.dekkingsmiddelen | 0 | 0 | 97 | -97 | |
totaal | 10.499 | 6.096 | 6.432 | -336 | |
Baten | |||||
Opbrengst opcenten MRB | 257.000 | 257.000 | 295.370 | 2.370 | |
Uitkering provinciefonds | 236.249 | 238.151 | 237.676 | -475 | |
Decentralisatie-uitkeringen | 15.887 | 20.036 | 20.961 | 925 | |
Dividenden/verkoop-opbrengst | 31.031 | 37.854 | 38.029 | 174 | |
Financieringsfunctie | 66.272 | 102.629 | 105.405 | 2.777 | |
Overige alg.dekkingsmiddelen | 10 | 20.828 | 42.682 | 21.874 | |
totaal | 606.448 | 676.478 | 704.123 | 27.645 | |
saldo | 595.949 | 670.382 | 697.691 | 27.309 |
Opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting
Bij het bestuursakkoord 2015-2019 – Beweging in Brabant - is besloten dat de provincie gedurende de looptijd van het bestuursakkoord 2015 t/m 2019 vasthoudt aan een opcententarief van 76,1. De opbrengsten worden structureel geraamd op € 257 mln. op basis van de capaciteit van het wagenpark. Het opcententarief is niet geïndexeerd en is voor 2019 gelijktijdig met de begroting door PS vastgesteld.
De uiteindelijke jaaropbrengst bedraagt € 259,4 mln., een positief resultaat van ruim 0,9%. Deze afwijking heeft te maken met een stijging van de belastingcapaciteit in het tweede half jaar.
Eind 2019 stonden in Noord-Brabant ruim 1.417.000 (eind 2018 1.400.000) personenauto’s geregistreerd en ruim 113.200 (eind 2018 111.700) motoren. Er is sprake geweest van een lichte autonome groei van het wagenpark.
Uitkering provinciefonds
Algemene uitkering
De raming van de algemene uitkering wordt in eerste instantie gebaseerd op de septembercirculaire 2018. Daarbij wordt het accres niet volledig geraamd, zoals vastgesteld in de grondslagen voor begroting en jaarstukken. De aangehouden marge is bedoeld om negatieve bijstellingen van het accres in het betreffende begrotingsjaar op te vangen, zonder dat dit invloed heeft op de vrije begrotingsruimte. In 2019 is het accres door het Rijk tweemaal naar beneden bijgesteld, waarbij de marge onvoldoende bleek om dit op te vangen. De raming is bij bestuursrapportage 2019 bijgesteld en toegelicht.
De algemene uitkering uit het provinciefonds is geraamd op € 238,2 mln. Uit de decembercirculaire 2019 blijkt dat de uitkering 2019 uitkomt op € 237,7 (incl. afrekening 2018). Deze lichte negatieve afwijking is het gevolg van het actualiseren van de verdeelmaatstaven en het bijstellen van de uitkeringsfactor.
Decentralisatie-uitkering
Decentralisatie-uitkeringen maken deel uit van het provinciefonds, maar hebben een eigen verdeling. De begrotingsbedragen 2019 zijn gebaseerd op de september circulaire 2019.
Naast de algemene uitkering omvat het provinciefonds diverse decentralisatie-uitkeringen die samenhangen met specifieke beleidsafspraken, veelal vastgelegd in convenanten met het Rijk. In totaal gaat het om een volume van € 21,0 mln. De hieraan gerelateerde uitgaven worden verantwoord op de functionele productgroepen in de beleidsprogramma’s.
Het verschil tussen de bijgestelde begroting en de realisatie wordt verklaard door de volgende bijgestelde uitkeringen bij de decembercirculaire 2019.
• MKB Innovatiestimulering (tranche 2018 en 2019) € 575.000
• Versnelling flexwonen: € 250.000
• Regionale financieringstafels: € 100.000
Dividenden
De dividend en winst-opbrengsten op verkoop van aandelen zijn als volgt te specificeren:
Dividend en winstuitkering (bedragen x € 1.000) | begr.oorspr | begr. na wijz (a). | realisatie (b) | verschil (a-/- b) |
Dividend aandelen Ned.Waterschapsbank | 27 | 27 | 25 | -2 |
Dividend aandelen NV BNG | 46 | 46 | 114 | 68 |
Winstuitkering Havenschap Moerdijk | 150 | 150 | 150 | 0 |
Dividens Eindhoven Airport NV | 0 | 0 | 113 | 113 |
Dividend op aandelen NV Delta nutsbedrijf | 7 | 7 | 0 | -7 |
Dividend netwerkbedrijf Enexis | 30.800 | 37.624 | 37.624 | 0 |
Dividend Oikocredit | 0 | 0 | 2 | 2 |
Totaal | 31.031 | 37.854 | 38.029 | 174 |
Financieringsfunctie
De lasten van de financieringsfunctie bestaan in hoofdzaak uit de afschrijvingskosten van de betaalde agio op obligaties van de immunisatieportefeuille en de investeringsagenda-portefeuille. De baten betreffen de renteopbrengsten van de obligaties uit beide portefeuilles, de rentevergoeding op verstrekte geldleningen en de renteopbrengsten uit verplicht schatkistbankieren.
De gerealiseerde baten op de financieringsfunctie ad € 105,4 mln bestaan voor het grootste deel uit renteopbrengsten en voor € 22,8 mln uit boekwinst op de verkoop van obligaties.
Overige algemene dekkingsmiddelen
vrijval van voorzieningen
- Voorziening nazorgfonds ad € 1,2 mln
- Voorziening leningen aan overige verbonden partijen ad € 6,4 mln
- Voorziening leningen aan Biobased en Breedbandfonds ad € 2,5 mln
- Voorziening ontwikkelbedrijf ad € 0,2 mln
- Voorziening tuinbouwontwikkelingsmaatschappij € 0,7 mln.
Overige algemene dekkingsmiddelen:
Voordelige afwikkelingsverschillen op subsidies
De voordelige afwikkelingsverschillen ad € 31,7 mln hebben betrekking op subsidies die in voorgaande jaren zijn verstrekt. Bij de slotwijziging was voor deze afwikkelingsverschillen al rekening gehouden met een bedrag van € 20,8 mln. De afwikkelingsverschillen die na de slotwijziging zijn gerealiseerd bedragen in totaal € 11,1 mln. Dit betreffen voornamelijk de afwikkelingen van de volgende subsidies:
- Subsidies i.h.k.v. regionale maatregelen verkeer en vervoer (RUP) ca. € 1 mln.
- Diverse subsidies i.h.k.v. de 2e bestuursovereenkomst Water met diverse waterschappen ca € 5,9 mln.
- Subsidie i.h.k.v.de regeling ruimtelijke kwaliteit Brainport Oost ca. € 2,6 mln.
Stelposten
Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Terug naar navigatie - Heeft het gekost wat het mocht kosten?Teksten actualiseren
Specificatie overhead en stelposten (bedragen x € 1.000)
Begr.oorspr. | Begr.na wijz. (a) | Realisatie (b) | Verschil a en b | |
Lasten | ||||
Onvoorzien | 1.308 | 1.308 | 0 | 1.308 |
In te zetten begrotingsruimte | 49.572 | 100 | 0 | 100 |
Overhead | 57.628 | 68.287 | 63.322 | 4.966 |
Voorz. dubieuze debiteuren | 0 | 115 | -115 | |
Totaal | 108.508 | 69.696 | 63.436 | 6.259 |
Baten | ||||
Bijdrage in kosten overhead | 0 | 0 | 215 | 215 |
Totaal | 0 | 0 | 215 | 215 |
Saldo | -108.508 | -69.696 | -63.222 | 6.474 |
Onvoorzien
In de begroting wordt jaarlijks een stelpost voor onvoorziene lasten van € 1.308.402 opgenomen. Gedurende het begrotingsjaar 2019 is hierop geen beroep gedaan.
Begrotingsruimte
Deze stelpost betreft de afgezonderde middelen voor uitvoering van het bestuursakkoord/perspectiefnota voor zover die nog een concrete uitwerking vereisen voor opname in de begrotingsprogramma’s.
In de oorspronkelijke begroting 2019 was een vrije begrotingsruimte tot een bedrag van € 49,6 mln opgenomen. Bij de bestuursrapportage 2019 (PS 42/19) is dit bedrag voor 2019 afgeraamd en toegevoegd aan de vrije begrotingsruimte voor de jaarschijven 2020 t/m 2023.
Stelpost compensatie loon- en prijsstijging
Het college heeft aan het begin van de vorige bestuursperiode besloten de begroting niet te indexeren. Tevens is een stelpost gecreëerd als dekking van mogelijke bezwaarschiften van gesubsidieerde instellingen en overige afwijkingsbesluiten van het college. Bij burap 2017 is de stelpost voor de jaren 2017 t/m 2019 volledig afgeraamd omdat er voor gesubsidieerde instellingen geen mogelijkheden meer openstaan om bezwaar in te dienen en daarmee een beroep te doen op die stelpost.
Overhead
Organisatiekosten (bedrijfsvoering) en overhead
De kosten van de bedrijfsvoering worden gesplitst in 1) directe personeelskosten op programma-activiteiten en 2) overhead.
1 Van de bedrijfsvoeringkosten is in totaal € 66,4 mln aan organisatiekosten aan de zes programma’s toegerekend. Zie de financiële tabel bij elk programma. Geraamd was € 60,9 mln. Het verschil ad € 5,0 mln betreft een grotere directe capaciteitsinzet van personeel op de verschillende programma’s.
2 De overheadkosten ad € 63,3 mln zijn gedefinieerd als alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. T.o.v. de raming komen de overheadkosten € 5,0 mln lager uit dan geraamd.
Dubieuze debiteuren
Om de voorziening dubieuze debiteuren op peil te brengen is in 2019 € 114.668 toegevoegd.