Provinciale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Eén van de inkomstenbronnen van de provincie betreft de provinciale heffingen. Deze bestaan uit:

  • de heffing opcenten op de motorrijtuigenbelasting;
  • de Grondwaterheffing en de Nazorgheffing in het kader van de Leemtewet;
  • diverse leges.

De opcentenheffing op de motorrijtuigenbelasting genereert de hoogste inkomst (€ 267,4 mln in 2021).
De provincie kent geen kwijtscheldingsbeleid voor provinciale heffingen.

Heffing opcenten motorrijtuigenbelasting

Terug naar navigatie - Heffing opcenten motorrijtuigenbelasting

Op grond van artikel 222 van de Provinciewet worden provinciale opcenten geheven. Door het Rijk wordt elk jaar het maximumniveau van de opcentenheffing vastgesteld. De datum waarop provincies hun opcenten kunnen wijzigen is met ingang van 1 januari van enig jaar.
Op basis van de belastingcapaciteit per 1-1-2020 (omvang wagenpark in aantallen en gewicht) wordt in 2021 rekening gehouden met een opbrengst van € 267,4 miljoen.

 

Provinciale lastendruk m.b.t. opcenten motorrijtuigenbelasting
Het door het Rijk vastgestelde maximale opcententarief is per 1 januari 2020 wettelijk bepaald op 115 opcenten Het maximale tarief 2021 is rekening houdend met de indexering bepaald op 116,8.

In de heffingsverordening opcenten MRB is voor 2020 het tarief vastgesteld op 78,0 opcenten (PS 54/19). Bij de begroting 2021 wordt voorgesteld het tarief vast te stellen op 78,4 opcenten.

In onderstaande tabel is een vergelijking opgenomen van de vastgestelde en voorgenomen opcententarieven van alle provincies.

    Vastgesteld tarief per 1 jan 2020 Voorgenomen tarief per 1 jan 2021 Stijging t.o.v. 2020 Percentage onbenutte belastingcapaciteit
1 Drenthe 92,0 92,0 0,0 % 21,2 %
2 Groningen 91,8 93,3 1,6 % 20,1 %
3 Zuid-Holland 91,7 90,4 0,0 % 22,6 %
4 Zeeland 89,1 89,1 0,0 % 23,7 %
5 Gelderland 87,2 89,5 2,6 % 23,4 %
6 Friesland 87,0 87,0 0,0 % 25,5 %
7 Flevoland 80,6 81,4 1,0 % 30,3 %
8 Overijssel 79,9 79,9 0,0 % 31,6 %
9 Noord-Brabant 78,0 78,4 0,5 % 32,9 %
10 Limburg 77,9 77,9 0,0 % 33,3 %
11 Utrecht 73,6 74,9 1,8 % 35,9 %
12 Noord-Holland 67,9 67,9 0,0 % 41,9 %
           
  Gemiddeld tarief 83,0 83,5 0,6 %  
  Maximaal tarief 115,0 116,8 1,6 %  

 

In de rangorde van opcentenheffing van hoog naar laag komt de provincie Noord-Brabant uit op een negende plaats. In 2020 blijft de lastendruk m.b.t. de opcenten op de motorrijtuigenbelasting in relatieve zin onder het landelijk gemiddelde. Naar verwachting geldt dit ook voor 2021.

 


De onbenutte belastingcapaciteit voor Noord-Brabant bedraagt in 2021, uitgaande van het wettelijk maximum voor het jaar 2021, 38,4 punten (116,8 -/- 78,4). Eén punt verhoging komt in 2021 overeen met € 3,41 mln extra opbrengsten. De onbenutte belastingcapaciteit komt daarmee uit op ca. € 131 mln. (38,4 x €3,41 mln.).

 

Er is een relatie tussen de opcentenheffing (omvang wagenpark in aantallen en gewicht) en de algemene uitkering uit het Provinciefonds. In het verdeelmodel van het fonds telt de belastingcapaciteit (tegen een algemeen rekentarief) mee als een (negatieve) inkomstenmaatstaf. Anders gezegd: een relatief grotere belastingcapaciteit (zoals in Noord-Brabant) leidt tot een naar verhouding lagere provinciefondsuitkering.

 

 

Grondwaterheffing

Terug naar navigatie - Grondwaterheffing

De grondwaterheffing wordt geheven over de hoeveelheid onttrokken grondwater. De bestedingsmogelijkheden van de heffing zijn limitatief in de Grondwaterwet opgenomen, namelijk kosten van onderzoek, metingen en schadevergoedingen in verband met de onttrekking van grondwater. De financiële verantwoording verloopt via de voorziening grondwaterheffing. Voor 2021 zijn de inkomsten grondwaterheffing geraamd op € 3,8 mln. De heffing vindt plaats op grond van de Grondwaterheffingsverordening die voor het laatst is gewijzigd op 9 december 2011 (PS 44/11). De baten uit de grondwaterheffing zijn in de begroting 2021 opgenomen bij programma Water en bodem.

Nazorgheffing

Terug naar navigatie - Nazorgheffing

Op grond van de Wet milieubeheer is de provincie verantwoordelijk voor de nazorg van alle stortplaatsen waar na de peildatum 1 september 1996 nog afval is/wordt gestort. Om het eeuwigdurend milieu hygiënisch beheer door de Provincie van deze stortplaatsen te verzekeren is, conform de wettelijke regeling, een Nazorgfonds (een aparte rechtspersoon) ingesteld.
De exploitant van een stortplaats die onder deze wettelijke regeling valt, moet een nazorgplan opstellen en dat voorleggen aan de provincie. Op basis van het nazorgplan wordt een doelvermogen bepaald. Om het doelvermogen op te bouwen wordt aan de stortplaatsbeheerder een heffing opgelegd die in het fonds wordt gestort. Hiermee is in april 2000 een start gemaakt.
De heffing vindt plaats op grond van de vastgestelde verordening Nazorgheffing Noord-Brabant die voor het laatst is gewijzigd op 25 februari 2011 (Statenvoorstel 86/11).
Op grond van de Wet milieubeheer is de opbrengst van de nazorgheffing uitsluitend bestemd voor de uitvoering van de nazorg van gesloten stortplaatsen.
De provincie fungeert als ontvanger voor het Nazorgfonds. De gelden worden belegd in externe fondsen, conform het vastgestelde beleggingsstatuut. De beleggingsresultaten worden verrekend met de door de exploitanten te betalen heffingen. Het Nazorgfonds heeft een eigen begroting die door het Algemeen bestuur van het fonds wordt vastgesteld.

Op dit moment zijn er in Brabant negen stortplaatsen, waarvan één baggerspeciedepot, waarop de wettelijke regeling van toepassing is:

  1.  De Kragge, Bergen op Zoom
  2. Gulbergen, Nuenen
  3. Spinder, Tilburg
  4. Meerendonk, ‘s-Hertogenbosch
  5. Zevenbergen
  6. Haps
  7. Vlagheide, Schijndel
  8. Nyrstar, Budel
  9. Baggerdepot Dintelsas

 

In 2014 is een definitieve afrekening gemaakt voor de stortplaatsen Nyrstar en Dintelsas. Deze zijn gesloten. De provincie voert daar de nazorg uit en draagt ook het financieel risico. Voor wat betreft de overige, nog niet gesloten, stortplaatsen zijn de nazorgheffingen gestort in het Nazorgfonds en is er voldoende zekerstelling aanwezig. Bij sluiting zal op basis van een definitief nazorgplan een definitieve afrekening worden opgemaakt.
Provinciale Staten zijn op 11 juni 2019 geïnformeerd over de uitvoering van de Asset Liability Management (ALM) studie Nazorgfonds voor de stortplaatsen in de Provincie Noord-Brabant. Omdat er mogelijk kansrijke opties zijn die de kosten van de nazorg in de toekomst zouden kunnen beperken, hebben de provincie en de vergunninghouders een overeenkomst gesloten om hier de komende vier jaren, in aanloop naar de nieuwe ALM studie, diepgaand onderzoek naar te doen. Onderdeel van deze overeenkomst is dat, zo lang het onderzoek loopt, de vergunninghouders de stortplaatsen nog niet voor de eeuwigdurende nazorg overdragen aan de provincie en dus zelf risicodragend blijven. Tegelijkertijd handhaaft de provincie de rekenrente op het bestaande niveau. Dit uitstel geeft exploitanten de tijd om samen met de provincie te kijken naar ontwikkelingen die mogelijk kunnen bijdragen aan een verlaging van het benodigde doelvermogen. Ook kan onderzocht worden of op de stortplaatsen nieuwe inkomsten te genereren zijn, bijvoorbeeld door het vestigen van een zonnepark.

Diverse leges

Terug naar navigatie - Diverse leges

Leges zijn vergoedingen door derden voor het verlenen van individuele diensten door de provincie aan particulieren en bedrijven. Deze diensten betreffen vooral de verlening van vergunningen en ontheffingen. De tarieven zijn maximaal kostendekkend en staan vermeld in de tarieventabel behorend bij de legesverordening Provincie Noord-Brabant.


De provincie Noord-Brabant heeft in 2013 de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving overgedragen aan de drie omgevingsdiensten. Met hen zijn afspraken gemaakt over de uit te voeren werkzaamheden in het Vergunning, Toezicht en Handhaving domein (VTH -domein). Op basis van deze opdracht ontvangen zij een jaarlijkse bijdrage. De kosten die hierin begrepen zijn voor de verwerking van de verschillende vergunning-, melding- en ontheffingsprocedures vormen de basis voor de legestarievenopbrengsten , zoals opgenomen in de tabel. De omgevingsdiensten brengen all-in tarieven in rekening, loon en materiële kosten worden derhalve niet gesplitst. Vanuit de provincie zelf worden hier geen extra (overhead)kosten aan toegerekend.


Leges Waterwet

De legestarieven Waterwet nemen iets toe vanwege de tariefstijging van de omgevingsdiensten. De verwachte legesopbrengsten in 2021 op vergelijkbaar niveau ten opzichte van 2020.

Onderdeel Aantal begroot 2021 Tarief 2020 Tarief 2021 Mutatie Mutatie % Opbrengst begroot 2021
Open bodemenergiesystemen            
4.1a t/m 200.000 m3 8 €3.519 € 3.618 € 162 5% € 29.448
4.1a1 200.001 t/m 500.000 m3 10 € 5.963 € 6.239 € 276 5% € 62.387
4.1a2 meer dan 500.000 m3 7 € 11.427 € 11.956 € 529 5% € 83.690
  25          
Drinkwater & industriële toepassingen            
4.1b t/m 500.000 m3 0 € 4.106 € 4.213 € 107 3% -
4.1b1 500.001 t/m 1.000.000 m3 1 € 8.211 € 8.425 € 214 3% € 8.425
4.1b2 meer dan 1.000.000 m3 0 € 27.370 € 28.084 € 714 3% -
  1          
Totaal leges waterwet 26         € 183.950

 

Toelichting kostendekkend legestarief  
  Begroting 2021
Netto kosten taakveld € 183.950
Opbrengst heffingen € 183.950
Dekking (opbrengst/kosten) 100%

 

Leges Ontgrondingenwet

De legestarieven stijgen met de normale tariefcorrectie. De geraamde legesopbrengsten nemen dan ook licht toe.

Onderdeel Aantal begroot 2021 Tarief 2020 Tarief 2021 Mutatie Mutatie % Opbrengst begroot 2021
5.5.1a   t/m 15.000 m3 5  € 3.910  € 4.012  € 102 3% € 20.060 
5.5.1b  15.001 m3 t/m 25.000 m3 4  € 6.158  € 6.319  € 161 3%  € 25.276
5.5.1c   25.001 m3 t/m 50.000 m3  3  € 12.317  € 12.638  € 321 3%  € 37.913
5.5.1d  50.001 m3 t/m 100.000 m3 3  € 24.633  € 25.276  € 643 3%  € 75.827
5.5.1e  100.001 m3 t/m 500.000 m3 1  € 36.950  € 38.014  € 1.064 3%  € 38.014
5.5.1f   meer dan 500.000 m3 1  € 59.628  € 61.183  € 1.556 3%  € 61.183
5.5.2  Wijzigen of verlengen vergunning 3  € 3.910  € 4.012  € 102 3%  € 12.036
5.5.3  Wijzigen vergunning met extra hoeveelheid specie 0 - - - - -
5.5.4  Intrekken vergunning 0  € 3.812  € 3.912  € 99 3%  -
5.5.5  Machtiging ingevolge artikel 12 1  € 3.812  € 3.912  € 99 3%  € 3.912
5.5.6  Cultuurtechnische verbetering zonder specieafvoer 1  € 3.812  € 3.912  € 99 3%  € 3.912
5.5.7  Natuurprojecten zonder specieafvoer 0  € 3.812  € 3.912  € 99 3%  -
Totaal leges ontgrondingenwet 22         € 278.132
Toelichting kostendekkend legestarief  
  Begroting 2021
Netto kosten taakveld € 278.132
Opbrengst heffingen € 278.132
Dekking (opbrengst/kosten) 100%

 

Leges Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

De legestarieven stijgen gelijk aan de indexering van de tarieven van de omgevingsdiensten.
Door iets lagere aantallen is de begrote opbrengst 2021 ook iets lager dan in 2020.

Onderdeel Aantal begroot 2021 Tarief 2020 Tarief 2021 Mutatie Mutatie % Opbrengst (gem.) begroot 2021
5.1.1 1a  Bouwkosten lager dan € 20.000 30 € 2.053 € 2.111 € 58 3% € 63.321
5.1.1 1b  Bouwkosten tussen €20.000 en € 50.000 21 € 2.612 € 2.686 € 74 3% € 59.436
5.1.1 1c  Bouwkosten tussen €50.000 en € 100.000 18 € 3.172 € 3.262 € 90 3% € 68.214
5.1.1 1d  Bouwkosten tussen €100.000 en € 400.000 20 € 5.225 € 5.373 € 148 3% € 131.919
5.1.1 1e  Bouwkosten tussen €400.000 en € 1.000.000 11 € 9.983 € 10.266 € 283 3% € 141.418
5.1.1 1f   Bouwkosten tussen € 1 mln. en € 5 mln. 12 € 20.059 € 20.627 € 568 3% € 300.776
5.1.1 1g  Bouwkosten tussen € 5 mln. en € 25 mln. 5 € 37.319 € 38.377 € 1.058 3% € 225.462
5.1.1 1h  Bouwkosten meer dan € 25 mln. 0 € 63.442 € 65.240 € 1.798 3% -
5.1.1.2    Beoordelen bodemrapport 7 € 187 € 192 € 5 3% € 1.343
5.1.1.3    Beoordelen advies agrarische adviescommissie 0 € 595 € 595 -   0% -
5.1.1.4    Toetsing ontheffing i.h.k.v. exploitatieplan 1 € 373 € 384 € 11 3% € 384
5.1.2 a t/m g   Binnenplanse ontheffing (bestemmingsplannen) 18 € 560 € 576 € 16 3% € 10.362
5.1.3 a/c   Slopen / wijzigen beschermd monument 0 € 3.000 € 3.000 -   0% -
5.1.3 b/d  Slopen beschermd stads & dorpsgezicht 0 € 1.493 € 1.535 € 42 3% -
5.1.4      Slopen  0 € 1.439 € 1.535 € 42 3% -
5.1.5      Kappen 2 € 466 € 480 € 13 3% € 959
5.1.6 a/b   Handelsreclame 0 € 560 € 576 € 16 3% -
5.1.9 - 10  Andere / overige activiteiten 7 € 653 € 672 € 19 3% € 4.701
Subtotaal leges Wabo 152         € 1.008.296
             
             
5.1.7a Nieuwe vergunningen Omgevingsvergunning aanhaken Wnb, N2000 (PNB bevoegd gezag) 5 € 4.621 € 4.802
€ 182 4% € 24.012
5.1.7b Wijzigingsvergunning Omgevingsvergunning aanhaken Wnb, N2000 (PNB bevoegd gezag) 4 € 3.817 € 3.954
€ 137 4% € 15.816
5.1.8 Omgevingsvergunning aanhaken Wnb, FF-activiteiten (PNB bevoegd gezag) 10 € 4.599 € 4.780
€ 181 4% € 47.803
Subtotaal interne adviezen Vvgb 19         € 87.631
             
Totaal Wabo 171         € 1.095.926

 

Toelichting kostendekkend legestarief  
  Begroting 2021
Netto kosten taakveld € 1.095.926
Opbrengst heffingen € 1.095.926
Dekking (opbrengst/kosten) 100%

Leges Natuurbeschermingswet 2017

De tarieven van de Wet Natuurbescherming stijgen hoofdzakelijk door de gebruikelijke tariefcorrectie bij de omgevingsdienst. Op een enkele plek zijn de uren per aanvraag bijgesteld. Er is veel onzekerheid over de vergunningverlening bij met name gebiedsbescherming, en dit maakt de begrote opbrengst over 2021 dan ook onzeker.

Onderdeel Aantal begroot 2021 Tarief 2020 Tarief 2021 Mutatie Mutatie % Opbrengst begroot 2021
6.1.1 a Vergunning verlening gebiedsbescherming nieuwe vergunning 198 € 4.621 € 4.802 € 182 4% € 950.875
6.1.1 b Vergunning verlening gebiedsbescherming wijzigingsvergunning 164 € 3.817 € 3.954 € 137 4% € 648.440
6.1.1 c Vergunning verlening gebiedsbescherming volledige intrekking 45 € 2.511 € 2.626 € 115 5% € 118.170
6.1.3a   Ontheffing verlening  soortenbescherming t.b.v. onderzoek en onderwijs, opvang beschermde dieren art 3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 8 € 140 € 146 € 6 4% € 1.165
6.1.3b    Ontheffing verlening  soortenbescherming t.b.v. infrastructurele werken, windmolens, ruimtelijke ontwikkeling meer dan 50 woningen art 3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 120 € 6.286 € 6.534 € 247 4% € 784.045
6.1.3c   Ontheffing verlening soortenbescherming overige aanvragen art 3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 80 € 4.599 € 4.780 € 181 4% € 382.426
6.1.3d   Ontheffing verlening  soortenbescherming betrekking hebbend op belang één particuliere aanvrager art 3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 3 € 2.036 € 2.116 € 80 4% € 6.347
6.1.2     Ontheffing verlening  schadebestrijding, overlastbestrijding en populatiebeheer art 3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 18 € 2.878 € 2.991 € 113 4% € 53.836
6.1.4a   Ontheffing verlening compensatie herplantplicht art 4.5: 20 € 1.364 € 1.418 € 54 4% € 28.356
6.1.4b   Ontheffing verlening herplantplicht art 4.5: 20 € 1.466 € 1.524 € 58 4% € 30.477
6.1.4c   Ontheffing herplanttermijn art 4.5: 8 € 826 € 1.038 € 212 26% € 8.301
6.1.4d  Ontheffing vellingstermijn art 8.7 Verordening natuurbescherming 8 € 520 € 719 € 200 38% € 5.755
Subotaal leges WNB 692         € 2.484.480
             
Onderdeel Aantal begroot 2021 Tarief 2020 Tarief 2021 Mutatie Mutatie % Opbrengst begroot 2021
6.1.1     Vergunningverlening gebiedsbescherming/Natura 2000 art 2.7            
6.1.1 a Vergunningverlening gebiedsbescherming nieuwe vergunning 45 € 4.621 € 4.802 € 182 4% € 216.108
6.1.1 b Vergunningverlening gebiedsbescherming wijzigingsvergunning 35 € 3.817 € 3.954 € 137 4% € 138.387
6.1.1 c Vergunningverlening gebiedsbescherming volledige intrekking 0 € 2.511 € 2.626 € 115 4% -
6.1.3b    Ontheffingverlening  soortenbescherming t.b.v. infrastructurele werken, windmolens, ruimtelijke ontwikkeling meer dan 50 woningen art 3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 3 € 6.286 € 6.534 € 247 4% € 19.601
6.1.3c   Ontheffingverlening soortenbescherming overige aanvragen art 3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 10 € 4.599 € 4.780 € 181 4% € 47.803
6.1.3d   Ontheffingverlening  soortenbescherming betrekking hebbend op belang één particuliere aanvrager art 3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 2 € 2.036 € 2.116 € 80 4% € 4.231
Subtotaal Vvgb's WNB 95         € 426.130
             
Totaal Wet Natuurbescherming Leges & Vvgb 787         € 3.444.321

 

Toelichting kostendekkend legestarief  
  Begroting 2021
Netto kosten taakveld € 3.444.321
Opbrengst heffingen € 3.444.321
Dekking (opbrengst/kosten) 100%

Leges Vergunningen/ontheffingen wegenverordening

De tarieven van de leges, die in rekening worden gebracht voor het behandelen van aanvragen van vergunningen en ontheffingen op grond van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant en de Wegenverkeerswet. De verwachte aantallen aanvragen voor het komende jaar zijn grotendeels gebaseerd op de aantallen van voorgaande jaren (3.003). In 2020 zien we dat met name de aanvragen voor evenementen en wedstrijden (het gebruik van wegen) achterblijft vanwege de Coronacrisis. Hoe lang die crisis aanblijft en de daarmee gepaard gaande richtlijnen voor de Nederlandse samenleving aanblijven, is niet met enige zekerheid te voorspellen. Een gericht aantal voor 2021 is daarom moeilijker te geven. De gehanteerde tarieven zijn gebaseerd op de inzet die het ambtelijk personeel gemiddeld moet besteden om een aanvraag te behandelen en zijn maximaal kostendekkend.
De exceptionele transporten worden beoordeeld door de Dienst Wegverkeer (RDW). Sinds 2017 werken Provincie en de RDW samen. De leges die door de RDW wordt geïnd bij de ontheffinghouders worden jaarlijks voor een deel afgedragen. Het tarief voor behandeling van ontheffing aanvragen voor exceptionele transporten wordt jaarlijks vastgesteld door de RDW. De afdracht vindt een jaar na realisatie plaats.

 

Onderdeel Aantal begroot 2021 Tarief 2020 Tarief 2021 Mutatie Mutatie % Opbrengst begroot 2021
Ontheffing wedstrijd voertuigen meer gemeenten art. 148/10 WVW 1994 6 € 240 € 240 - - € 1.440
Verklaring geen bezwaar wedstrijd in één gemeente art. 148/10 WVW 1994 7 € 240 € 240 - - € 1.680
Ontheffing voertuig of -combinatie art. 9.1 RV, m.u.v. H5, afd. 7, 8, 10 en 11 RV (exceptionele transporten) 2.500 € 16 € 16 - - € 40.000
Ontheffing voertuig of -combinatie art. 9.1, H5, afd. 7, 8, 10 en 11 5 € 240 € 240 - - € 1.200
Ontheffing art. 87 RVV 1990 30 € 300 € 300 - - € 9.000
Vergunning art. 4, eerste lid, Verordening wegen            
-  werk andere wegbeheerders 30 € 350 € 350 - - € 10.500
-  verkeersmaatregelen op de weg voor werken of activiteiten buiten de weg 100 € 110 € 110 - - € 11.000
-  kabels of leidingen 150 € 457 € 457 - - € 68.550
-  borden (bewegwijzering, stroken-borden, reclame, objecten, terreinen) 40 € 240 € 240 - - € 9.600
-  kunstobject binnen de bebouwde kom 3 € 350 € 350 - - € 1.050
Vergunning art. 5, eerste en tweede lid, Verordening wegen:            
-  evenement (niet optocht) 5 € 110 € 110 - - € 550
-  evenement 3 € 50 € 50 - - € 150
-  voorwerpen i.v.m. particuliere bouw- of onderhoudswerken buiten de weg 2 € 50 € 50 - - € 100
-  overige activiteiten (wedstrijden zonder voertuigen, voorwerpen, stoffen) 7 € 240 € 240 - - € 1.680
Aanvraag niet nadrukkelijk benoemd 8 € 34 € 34 - - € 272
Totaal 2.896         € 156.772

Het totaal aantal geraamde leges voor vergunningen en ontheffingen in 2021 is lager dan de geraamde aantallen in de begroting 2020 (3.003).