De treasuryfunctie richt zich als zodanig op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Treasury omvat de financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn.
Belangrijkste doelstellingen voor de provincie zijn:
• Onze beschikbare middelen in het kader van de immunisatieportefeuille, de investeringsagenda en eventuele andere overtollige middelen moeten veilig zijn belegd, dat wil zeggen tegen acceptabele (lage) risico’s;
• De beleggingen uit de immunisatieportefeuille moeten minimaal het doelrendement van € 89,3 mln. opleveren in 2024. Vanaf 2025 wordt het doelrendement structureel € 76,3 mln.;
• Er moeten voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn op het juiste moment ten behoeve van – onder andere – de provinciale investeringen.
Treasury
Ontwikkelingen Treasury
Terug naar navigatie - Treasury - Ontwikkelingen TreasuryBelangrijkste ontwikkelingen
De ingezette stijging in 2021 van de 10–jaarsrente is in 2023 geëindigd. In het laatste kwartaal van 2023 is deze rente gedaald naar ongeveer 2,5%. Gedurende 2024 heeft de rente zich rond dit niveau bewogen, tussen de 2% en 3%. Vanwege de relatief hoge rente in 2024 zijn er 20 leningen verstrekt (2023: 9 leningen) aan decentrale overheden voor een totaalbedrag van € 423,5 mln. en een gemiddeld rendement van 2,94%.
De korte rente (referentie is de driemaands–euribor) is vanaf augustus 2022 gestegen boven 0%. In 2024 is dit percentage gedaald van 3,91% naar 2,71% einde van het jaar.
De oorzaak voor de rentestijging in 2022 en 2023 was gelegen in de hoge inflatie. De ECB heeft via een viertal stappen de rente voor de depositofaciliteit in 2024 verlaagd naar 3,0%, in verband met een dalende inflatie in de eurozone. In Nederland is de inflatie nog relatief hoog in vergelijking met de eurozone.
De verwachting van experts was dat de ECB ergens rond de zomer van 2024 de rente voor het eerst zou verlagen. Dit is inderdaad uitgekomen. Ook in 2025 zal de rente verder verlaagd gaan worden als de inflatie in de eurozone op dit niveau blijft.
Grafiek 1: Renteontwikkeling 2024

Om ons doelrendement nu en op de lange termijn te kunnen halen willen we meer financieringen en investeringen realiseren met een maatschappelijk én financieel rendement. We zijn hiermee in 2015 – mede vanwege de lage rentestand – gestart. In de loop van 2020 zijn we vervolgens gestart met het aanpassen van de Verordening treasury om meer investeringen en financieringen (was gemaximeerd op 25% van de portefeuille) mogelijk te maken. Na een gedegen proces, waarin leden van Provinciale Staten zijn meegenomen in de ideeën om de Verordening treasury aan te passen, is op 27 juli 2021 de Verordening Treasury Noord-Brabant 2021 in werking getreden, welke voor het eerst is aangepast op 7 juli 2022. De aanpassing van de Verordening treasury geeft meer mogelijkheden om te investeren en te financieren in het kader van de publieke taak. Bij elk van deze leningen hebben Provinciale Staten de gelegenheid gehad om wensen en bedenkingen te uiten.
In totaal zijn nu de volgende leningen verstrekt in het kader van de publieke taak: Tabel I
|
Begunstigde |
Initieel |
Bedragen x € 1 mln. Stand ultimo 2024 |
| BNG bank (2 hybride leningen) | 149,8 | 49,8 |
|
NWB Bank (1 hybride lening) |
50,0 | 50,0 |
| Enexis | 159,5 | 159,5 |
| De Efteling | 15,0 | 1,5 |
| Safariresort De Beekse Bergen | 41,5 | 29,1 |
| Safariresort De Beekse Bergen, fase 2 | 20,0 | 18,7 |
| Ministerie van Defensie (F35) | 22,0 | 15,4 |
| Zonnepanelen Zuidoost Brabant | 25,8 | 9,5 |
| Financiering gebouw "Grizzly"op Pivot Park (PS 30/21)(nog niet volledig betaald) | 33,8 | 33,0 |
| Totaal | 517,4 | 366,5 |
|
Besluit in 2021 en 2022, maar nog niet (volledig) verstrekt: |
||
|
Leenfaciliteit Woningcorporaties gemeente Bergeijk, (PS 61/21) |
45,0 | 11,0 |
|
Investering in strategische provinciale grondbank (PS 15/22) |
42,5 | 1,1 |
|
Eindhoven Airport, realisatie verbeterde terminal (PS 37/22) |
55,0 | 0,0 |
|
Financiering gebouw "Grizzly" opPivoy PAkr (PS 30/21) (nog niet volledig betaald) |
0,0 | 3,5 |
|
|
660,0 | 382,1 |
Alle uitgevoerde transacties zijn gedaan binnen regels van de Verordening treasury 2021 Noord–Brabant, deze regels zijn nader uitgewerkt in het op 2 november 2022 in werking getreden Treasurystatuut Noord-Brabant 2022. In het kader van de uitvoering van de publieke taak zijn er ook nog een aantal projecten onderhanden, zoals Zorgvastgoedfonds, Nationaal Restauratiefonds (NRF), Businesspark Aviolanda (BPA) en Knoop XL/ Fellenoord.
Door de langdurig lage rentestand in de periode oktober 2015 tot en met 2021 is het doelrendement van € 106,3 mln. in 2021 en 2022 niet gehaald. In 2023 is het doelrendement, met name door het eenmalige extra dividend van Enexis, ruim gehaald. Ook in 2024 is het doelrendement (van 89,3 mln.) gehaald. Het gerealiseerde surplus bedraagt € 11,1 mln. en wordt voor € 9,4 mln. toegevoegd aan de dividend– en rentereserve. Het restant van € 1,7 mln. vervalt aan de algemene middelen via het jaarrekeningresultaat 2024. Ook vanaf 2025 voorzien we een overschot (ten opzichte van het doelrendement van € 76,3 mln).
Na storting van de € 9,4 mln. bedraagt de stand van de buffer € 185,5 mln. Hierbij is rekening gehouden met een eenmalige onttrekking van € 106 mln. voor de dekking van het bestuursakkoord die bij de perspectiefnota 2025 is vastgesteld. Daarnaast bestaat deze reserve uit een egalisatiedeel waarin boekwinsten (en boekverliezen) van verkochte obligaties uitgesmeerd worden over de komende jaren. Ultimo 2024 bedraagt het saldo van dit egalisatiedeel € 10,7 mln.(ultimo 2023: € 16,6 mln.). De totale dividend- en rentereserve zou daardoor per einde 2024 € 196,2 mln.(eind 2023: € 281,1 mln.) bedragen.
Liquiditeitspositie Tabel II
| Jaar | 2024 | 2023 |
| Geraamde verandering liquiditeitspositie | -332 | -570 |
| Gerealiseerde verandering liquiditeitspositie | +247 | -295 |
| Verschil | +579 | +275 |
In 2024 is onze liquiditeitspositie met € 247 mln. verbeterd (2023: afname van € 295 mln.). Gepland was in 2024 een daling van € 332 mln. volgens het Jaarplan Treasury 2024. In totaal dus een verschil van € 579 mln. ten opzichte van de prognose (in 2023 was het verschil met de prognose € 275 mln.). Het verschil met de raming in 2024 werd o.a. veroorzaakt door:
- Hogere doeluitkeringen van het Rijk van € 90 mln.;
- Niet geraamde SPUK inkomsten die een meerjarig uitgavenpatroon hebben en overige inkomsten ruim € 300 mln.;
- Lagere exploitatie-uitgaven € 120 mln.;
- Lagere uitgaven / en lagere inkomsten m.b.t. investeringen € 200 mln.;
- Minder uitgaven ten laste van de middelen van derden € 165 mln.;
- Meer verstrekte leningen aan decentrale overheden €300 mln.
In het afgelopen jaar geeft dat het volgende beeld ten opzichte van 2023:

Grafiek 2: maandelijks verloop van het saldo van inkomsten en uitgaven over 2024 en 2023
De trend in 2024 is vergelijkbaar met het verloop in 2023. De verstrekte leningen aan decentrale overheden van € 423,5 miljoen (2023: € 203,5 miljoen) hebben een behoorlijk effect op het verloop in 2024. Ook de ontvangen SPUKS zijn goed zichtbaar in het tweede halfjaar van 2024. De aflossingen in 2024 van leningen aan decentrale overheden bedroeg € 161,6 miljoen, zodat deze positie per saldo met € 261,9 miljoen toenam.
In mei 2024 heeft BNG Bank de tweede tranche van de hybride lening niet afgelost. De aflossing van de tweede tranche is voor derde keer met een jaar uitgesteld. Daarnaast zijn er in 2024 een aantal investeringen (m.b.t. Natuur en Infrastructurele projecten) niet volledig gerealiseerd en doorgeschoven, terwijl er in 2024 wel extra inkomsten zijn geweest vanwege Specifieke Uitkeringen (SPUK) in het kader van natuurontwikkeling.
Overige ontwikkelingen
• In 2024 is het Treasury Committee drie keer bijeen geweest (in 2023: 4 keer) en zijn er drie bijeenkomsten geweest waar de “onderhanden projecten” zijn besproken;
• In 2023 is de Adviescommissie Kredietverstrekkingen en Investeringen ingesteld en is de voorzitter en zijn er twee leden benoemd door GS. De Adviescommissie zal GS onafhankelijk adviseren over de structuur en technische aspecten van een voorstel vanuit de immunisatieportefeuille, voordat het aan de Treasury Committee en GS wordt voorgelegd. GS besluit om het wel of niet te agenderen voor Provinciale Staten;
De beleggingsdoelstelling over 2024, minimaal € 89,3 miljoen inkomsten genereren, is gehaald. In 2024 is er daarom geen gebruik gemaakt van de “buffer” in de Dividend – en Rentereserve. Uiteindelijk is een rendement gerealiseerd van € 100,4 miljoen. Wat leidt tot een surplus van € 11,1 miljoen. Geraamd was een surplus van € 9,4 miljoen die wordt toegevoegd aan de “buffer”. Het restant van € 1,7 miljoen vervalt aan de algemene middelen via het jaarrekeningresultaat 2024.
Obligatieportefeuilles
Terug naar navigatie - Treasury - ObligatieportefeuillesDe provincie Noord-Brabant bezit twee obligatieportefeuilles: een immunisatieportefeuille en een investeringsagendaportefeuille. Beide portefeuilles bestaan uit obligaties van Europese banken met een minimale kredietwaardigheid van AA–minus, conform de wet Fido en Ruddo.
Immunisatieportefeuille
Het doel van de immunisatieportefeuille is een rendement te genereren, door het jaarlijks ontvangen van een vaste rente, ter compensatie van de in 2009 weggevallen dividendstromen van Essent. Het risico van deze portefeuille is laag. Daardoor blijft de waarde in stand, maar zijn ook de rendementen relatief laag. De vrijkomende middelen konden tot en met 2021 alleen worden herbelegd tegen een zeer laag rendement. Dat zorgde ervoor dat de doelstelling (rendement van € 106,3 miljoen) niet meer houdbaar was. Bij het Bestuursakkoord en de begroting 2021 hebben wij een procesvoorstel gedaan voor de bepaling van de nieuwe doelstelling en de consequenties daarvan voor de lange termijn (koers 2030). Dit hield in dat er structureel bezuinigd moest worden vanaf 2025 (€ 30 mln.). De rendementsdoelstelling loopt geleidelijk af naar € 76,3 mln. in 2025.
De verdeling van de immunisatieportefeuille naar soort tegenpartij per 31 december 2024 wordt weergegeven in grafiek 3. De boekwaarde van de uitzettingen op dat moment was € 3.131 miljoen. Deze beleggingen bestaan uit obligaties (€ 170 miljoen), langjarige deposito’s bij de Nederlandse Staat via Schatkistbankieren voor € 446 miljoen, leningen aan decentrale overheden (€ 2.133 miljoen) en leningen/investeringen in het kader van de publieke taak (€ 382 miljoen). Daarnaast ontvangen we dividend voor ons aandeel in Enexis. In 2024 was dit eenmalig relatief laag, namelijk € 11,2 mln.. Een deel van de nominale waarde van de uitzettingen heeft betrekking op de Dividend– en rentereserve.
Het gerealiseerde rendement over 2024 bedraagt € 100,4 miljoen (2023: € 142,3 miljoen) en is als volgt opgebouwd (zie ook “algemeen financieel beleid”:
|
jr 2024 |
bedragen x € 1 mln. jr 2023 |
|
| Dividend Enexis | 11,2 | 59,6 |
| Rente gemeenteleningen | 34,9 | 27,6 |
| Rente kasgeldleningen en rek. crt. | 22,0 | 20,8 |
| Rente schatkistbankieren (deposito’s) | 12,3 | 12,9 |
| Rente leningen publieke taak (incl. Enexis) | 11,0 | 10,3 |
| Effect verkopen en effect switches | 5,8 | 8,0 |
| Rente obligaties | 3,0 | 3,1 |
| Overige rente inkomsten | 0,2 | 0,1 |
| Totaal | 100,4 | 142,3 |
Tabel III : gerealiseerd rendement 2024 en 2023 immunisatieportefeuille
Hierdoor bedraagt het overschot in 2024 € 11,1 miljoen (2023: € 43,0 miljoen) ten opzichte van het doel-rendement van € 89,3 miljoen.
Per ultimo 2024 bedraagt het egalisatiedeel € 10,8 miljoen. Dit saldo wordt tot en met 2027 ingezet als rendement op de immunisatieportefeuille. Het wordt verdeeld op basis van de looptijden van de verkochte obligaties.
Per einde 2024 zijn de beleggingen als volgt verdeeld over de verschillende beleggingsvormen:
grafiek 3: verdeling beleggingen van de immunisatieportefeuille per ultimo 2024

Investeringsagendaportefeuille
Voor de realisatie van de investeringsagenda hebben Provinciale Staten een bedrag van € 1 miljard beschikbaar gesteld. Hiertoe is de investeringsagendaportefeuille opgericht. Het doel van de investeringsagendaportefeuille was enerzijds het bereiken van het doelbedrag van € 1 miljard en anderzijds dat op de gewenste tijdstippen de middelen die nodig zijn voor de realisatie van de investeringsagenda beschikbaar zijn. Het risico van deze portefeuille is laag. De boekwaarde van de obligaties per 31-12-2024 bedraagt € 37,0 miljoen (2023: € 37,0 miljoen). In 2024 hebben er geen mutaties plaatsgevonden in deze portefeuille.
Het doelbedrag is reeds in 2019 gerealiseerd en het overschot van € 5,6 miljoen is ultimo 2019 toegevoegd aan de rente – en dividendreserve ten behoeve van de buffer. De toekomstige rentebaten t/m 2026 worden meegenomen bij de dekking van het doelrendement van de immunisatieportefeuille.
Beleid en beheersing van risico's
Terug naar navigatie - Treasury - Beleid en beheersing van risico'sHet Treasury statuut geeft de risico’s aan die intern beheerst moeten worden: markt– (waaronder rente– en valutarisico), krediet– en liquiditeitsrisico’s. Voor elk risico geven we aan hoe de provincie hiermee is omgegaan in het afgelopen jaar.
Renterisico’s – Wettelijke verplichtingen
De Wet Fido, die met ingang van 1 januari 2001 in werking is getreden, stelt twee concrete normen aan het financieringsbeleid van de provincie, te weten de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Aan beide normen wordt door de provincie voldaan.
Kasgeldlimiet – kortlopende schulden
De kasgeldlimiet bepaalt het bedrag dat de provincie maximaal als gemiddelde netto–vlottende schuld per kwartaal mag hebben. Dat bedrag is een percentage van de jaarlijkse begroting. Voor de provincies is dat percentage vastgesteld op 7,0%.
Gedurende 2024 is de gemiddelde netto–vlottende schuld ruim onder de kasgeldlimiet gebleven. In het bijlagenboek (bijlage 9) zijn overzichten opgenomen van de Modelstaat A waarin de liquiditeitspositie per kwartaal is weergegeven.
Renterisiconorm – langlopende schulden
Aangezien in 2024 geen financiering (de provincie sluit al geruime tijd geen leningen meer voor zichzelf af) heeft plaats gevonden en er ook geen sprake is geweest van renteherzieningen op lopende vaste geldleningen is de renterisiconorm niet relevant.
In het bijlagenboek is de Modelstaat B (bijlage 10) opgenomen, betreffende de berekening van het renterisico over het jaar 2024.
Valutarisico’s
De valutarisico’s (risico’s die zijn ontstaan door schommelingen in wisselkoersen) worden uitgesloten doordat alleen uitgezet en belegd wordt in euro’s.
Kredietrisico’s
In het kader van beperking van het kredietrisico, het risico op niet (terug)betalen van de hoofdsom en/of de rente, wordt alleen belegd in vastrentende waarden van financiële ondernemingen en/of landen met minimaal een AA–minus rating (door minimaal twee ratingagencies bepaald) of in waardepapier van financiële ondernemingen met een staatsgarantie van een land met ten minste een AA–minus rating. De financiële onderneming waarin wordt belegd zonder staatsgarantie moet gevestigd zijn in een land met minimaal een AA–rating. In 2024 zijn er geen beleggingen in portefeuille die niet voldoen aan deze eisen, zoals die zijn opgenomen in de Wet Fido en de Ruddo.
Met de wijziging van de Wet Fido op 10 december 2013 mogen decentrale overheden uitsluitend overtollige middelen beleggen bij de schatkist of uitlenen aan andere decentrale overheden, waar de provincie geen toezichtrelatie mee heeft. Daarnaast is het mogelijk om te beleggen in projecten met een publiek doel. Conform de Provinciewet bepalen Provinciale Staten het publiek doel. Voorstellen vanuit Gedeputeerde Staten worden altijd voor “wensen en bedenkingen” aan Provinciale Staten voorgelegd. Ook hierbij moet het risico minimaal zijn. In het aangepaste Treasury Statuut hebben Gedeputeerde Staten regels vastgelegd voor de beheersing van die risico’s.
Liquiditeitsrisico’s
Hiermee wordt het risico bedoeld dat wij niet kunnen voldoen aan onze kortlopende betalingsverplichtingen (facturen, subsidies en dergelijke). Dit is geminimaliseerd door de aanwezige liquide middelen zoveel mogelijk af te stemmen op de prognose van ontvangsten en uitgaven. Dat doen we op dag-, week–, maand– en jaarbasis. Vanaf 2014 zijn onze mogelijkheden om gebruik te maken van flexibele spaarproducten en deposito’s beperkt door “verplicht schatkistbankieren”. Vanaf 2023 zijn we ook gestart met het uitzetten van kortlopende (kas)geldleningen aan decentrale overheden, omdat ook deze rente is gestegen.
Provinciefinanciering
Terug naar navigatie - Treasury - ProvinciefinancieringProvinciefinanciering betreft het aantrekken en uitzetten van financiering ten behoeve van het uitvoeren van de publieke taken van de provincie en de risicobeheersing daarvan.
Leningenportefeuille
Opgenomen leningen
In 2024 zijn geen nieuwe langlopende leningen opgenomen. De laatste opgenomen lening is in 2013 geheel afgelost. Bijlage 6 van het bijlagenboek geeft een specificatie van de opgenomen leningen. Hierin staat een bedrag van € 2,6 miljoen als schuldrelatie met ministerie van Economische Zaken. Dit heeft betrekking op een aandelentransactie. Provincie heeft aandelen BOM overgenomen van het ministerie voor hetzelfde bedrag. Er is – conform afspraak – nog niets betaald.
Verstrekte leningen
In 2024 is voor € 461,3 miljoen aan nieuwe leningen verstrekt (2023: € 261,8 miljoen) . Dit is inclusief €423,5 miljoen aan 20 gemeenten buiten de provincie. Na aflossing (€ 184,9 mln.) van de bestaande en de nieuw verstrekte leningen, resteerde er per balansdatum ruim € 2.791,3 miljoen (ultimo 2023: € 2.516 miljoen) aan leningen u/g. Dit is exclusief de voorzieningen van € 18,2 miljoen die zijn getroffen. Het risico van deze leningen wordt continu gemonitord. Daarnaast is €1 miljoen afgeboekt als oninbaar in 2024. Voor een specificatie van alle leningen wordt verwezen naar bijlage 3b van het bijlagenboek.
Derivaten
Deze is per 31 december 2020 geëindigd.
Uitzettingen
De beleggingen in de beide portefeuilles, inclusief de verstrekte leningen aan openbare lichamen en deposito’s bij de schatkist, bedragen in overeenstemming met de balans € 3.478,7 miljoen.
Tabel IV
| Aansluiting met de balans | bedrag |
|
kosten verbinden aan het sluiten van geldleningen en het saldo agio en disagio |
13.449 |
|
Leningen aan: -openbare lichamen (excl. Moerdijk, Nuenen, Tilburg, Helmond en Geertruidenberg) -deelnemingen (Enexis, BNG en NWB, zie bijlage 3b) -in het kader van de publieke taak |
2.133.131.480 295.803.549 85.137.677 |
|
Uitzettingen met rentetypische looptijd > 1 jaar: - in schatkist - overige uitzettingen |
445.700.000 518.889.301 |
|
|
3.478.675.456 |
Het effectieve rendement over de immunisatieportefeuille wordt begroot op circa 3,50% op jaarbasis rekening houdend met de aangescherpte beleggingsrichtlijnen voor de verkoopopbrengsten Essent. Hierbij is het uitgangspunt dat gestreefd wordt naar uitzettingen met een hoge mate van zekerheid. Het daadwerkelijk gerealiseerde couponrendement over 2024 voor alle beleggingen in de immunisatieportefeuille bedraagt 2,81% (2023: 2,75%).
Per 31 december 2024 zijn de middelen als volgt uitgezet: Tabel V
| Vorm | Bank/Instelling | per 1/1/2024 | per 31/12/2024 |
| Obligaties Immunisatieportefeuille* | Divers | 175.229.594 | 170.211.823 |
| Obligaties Investeringsagendaportefeuille* | Divers | 37.037.844 | 36.901.626 |
| Langlopende leningen aan decentrale overheden | 1.871.242.700 | 2.133.131.480 | |
| Leningen aan deelnemingen (BNG/NWB/Enexis/Pivot park)* | 291.447.880 | 295.803.549 | |
| Overige leningen publieke taak | 89.224.314 | 85.137.677 | |
| Strategische grondbank | 374.969 | 1.129.088 | |
| Lange termijn deposito's bij de schatkist | Rijk-min.Financiën | 545.700.000 | 445.700.000 |
| Leningen aan fondsen en investeringen in grond | Divers | 186.166.002 | 195.555.223 |
| Korte termijn rekening courant bij schatkist | Rijk-min.Financiën | 129.738.599 | 115.104.990 |
| *nominale waarde+(dis)agio=boekwaarde | 3.326.161.902 | 3.478.675.456 |
De specificatie van de beleggingen en de langlopende leningen zijn in de toelichting op de balans opgenomen onder financiële vaste activa en immateriële vaste activa (voor zover er sprake is van (dis)agio).
Participatie in Oikocredit
In november 2012 is besloten een participatie te nemen in het Oikocredit Nederland Fonds. Door middel van deze participatie geven Gedeputeerde Staten invulling aan de ethisch-sociale aspecten van het treasury beleid. De participatie wordt uitgevoerd in combinatie met een hoofdsomgarantie met een looptijd van 10 jaar. Provinciale Staten zijn hierover op 14 december 2012 geïnformeerd.
Begin 2013 is de participatie genomen in het Oikocredit Nederland Fonds met een nominale waarde van € 426.958. Het risico bij deze uitzetting is erg laag en deze uitzetting past volledig binnen de regels van de wet Fido en de Ruddo. Per ultimo 2024 bedraagt de waarde € 422.284.
Rente schema
De commissie BBV adviseert onderstaand renteschema in de paragraaf financiering van de begroting en jaarstukken op te nemen. Hiermee wordt inzicht gegeven in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van toerekening.
| Renteschema € | |||
|
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering |
€ |
209.629 |
|
| b. De externe rentebaten |
-/- € | 85.482.048 | |
| Saldo rentelasten en rentebaten | -/- € | 85.272.419 | |
|
c1 De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend |
-/- € | ||
|
c2 De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend |
-/- € | ||
|
c3 De rentebaat van door verstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend |
-/- € | ||
| Aan taakvelden toe te rekenen externe rente |
-/- € |
||
|
d1. Rente over eigen vermogen |
€ | ||
|
d2. Rente over voorzieningen |
€ | ||
|
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente |
€ | ||
| e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | -/- € | ||
| f. Renteresultaat op het taakveld treasury | -/-€ | 85.272.419 | |
In 2023 bedroeg het renteresultaat € 76,7 miljoen. In 2024 is dit verbeterd met € 8,6 miljoen naar € 85,3 miljoen. De belangrijkste oorzaak is de hogere rente–inkomsten van € 7,3 miljoen uit leningen aan decentrale overheden.
De rentekosten hebben betrekking op naheffingen vanuit de belastingdienst.