We zijn verheugd met de resultaten die we al in 2024 hebben gerealiseerd. Met de vaststelling van twee beleidskaders (Toekomstbestendig bestuur en Wonen & Werken) en twaalf uitvoeringsagenda’s is een stevige basis gelegd voor de uitvoering van de plannen. Maar ook het project Beethoven vormde een belangrijke mijlpaal. Hierin is afgesproken dat we samen met het Rijk en de Brainportregio € 2,5 miljard investeren in woningbouw, mobiliteit, talentontwikkeling en netcongestie. En er is gelukkig nog veel meer dat we – veelal samen met onze partners –hebben aangepakt. Hieronder volgt per begrotingsprogramma een aantal hoofdpunten. In de programmaverantwoordingen is vervolgens veder beschreven wat in 2024 is bereikt en gedaan.
Programma 1: Bestuur en Veiligheid
Allereerst is het ons gelukt om in korte tijd de nieuwe uitvoeringsagenda’s voor Brede Welvaart, Gezondheid en Toekomstbestendig Bestuur uit te werken. Dit is bovendien gedaan in afstemming met onze partners. Partners, zoals de gemeenten, die we hard nodig hebben in de uitvoering. Er is dan ook in 2024 besloten een subsidieregeling in te stellen om onderzoeken naar bestuurs- en realisatiekracht bij gemeenten te stimuleren. Ook is het Brabants Participatienetwerk met participatie professionals van alle Brabantse gemeenten, waterschappen en de provincie gestart. Natuurlijk is ook het betrekken van jongeren essentieel. Hiervoor is de Brabantse aanpak voor jongerenparticipatie ontwikkeld en ter besluitvorming aangeboden aan Provinciale Staten. Hiermee zetten we een belangrijke stap richting meer structurele, betekenisvolle en representatieve betrokkenheid van jongeren bij het provinciale beleid.
De gemeenten in West- en Midden-Brabant hebben in 2024 gekozen voor samenwerking via de Stedelijke regio West-Brabant en Stedelijke Regio Breda Tilburg (SRBT). Daarnaast is de samenwerking met de Brabantse regio’s is in 2024 doorgezet rondom de verdere vertaling van het Ruimtelijk Voorstel. Onder meer via de regionale ontwikkeldagen, waarbij de regionale omgevingsagenda’s/ontwikkelstrategieën c.q. regionale ruimtelijke voorstellen nadrukkelijk zijn betrokken bij de verdere uitwerking van het ruimtelijk voorstel. Verder is de regiodeal West-Brabant (€30 mln.) definitief gesloten. Hierin staat het werken aan Brede Welvaart centraal. De propositie voor de Regiodeal Noordoost Brabant wordt nog beoordeeld door het rijk. We verwachten begin 2025 uitsluitsel hierover. Verder hebben we in november samen met Tilburg University de ‘Dag van de Brede Welvaart 2024’ georganiseerd rondom het thema ‘Samenwerken in tijden van grote transities’. Ook rondom het thema gezondheid is dit gedaan. In juni was de ‘Dag van de Gezondheid’ met als thema ‘De gezonde leefomgeving’.
Veilig en weerbaar Brabant
Op het gebied van veiligheid en weerbaarheid hebben we in 2024 een actieve inhoudelijke bijdrage geleverd aan de beleid- en uitvoeringsplannen van de beide Regionale Informatie- en Expertisecentra’s (RIEC’s) i.v.m. de ontvlechting van Taskforce-RIEC. Ook is een doorstart gemaakt met het project ‘Vitale vakantieparken’, is de bijzondere leerstoel Datascience en Ondermijning bij Science bij Jheronimus Academy of Data Science (JADS) opgezet en hebben we ook intern in de ambtelijke organisatie via workshops extra aandacht gegeven aan het thema weerbaarheid.
Programma 2: Ruimte en Wonen
Per 1 januari 2024 is de nieuwe Omgevingswet in werking getreden. De implementatie ervan kreeg afgelopen jaar veel aandacht. Onder meer in samenwerking met 19 gemeenten bij het ontwikkelen van omgevingsplannen via het project SPRONG. Hierin is expertise en capaciteit gebundeld zodat het lukt om planologische procedures te versnellen. Ook is in 2024 verder gewerkt aan het Ruimtelijk voorstel voor Brabant. Met name i.r.t. de nieuwe Nota Ruimte en het Programma Ruimte voor Defensie die door het Rijk worden voorbereid. Wat betreft stedelijke gebiedsontwikkeling is onder meer de Fellenoord B.V. opgericht. Een belangrijke stap richting de verdere uitvoering. Verder zijn met diverse gemeenten overeenkomsten gesloten t.b.v. gebiedsontwikkelingen. Een voorbeeld is de gezamenlijke vastgoedverwerving met gemeente Maashorst. Het project Grote Oogst, waarin we bedrijventerreinen verduurzamen, is voortvarend doorgezet. In 2025 breiden we dit weer verder uit.
BOS 2.0
Samen met Brabantse partners en externe onderzoeksbureaus hebben we in 2024 gewerkt aan de Brabantse Ontwikkelaanpak Stikstof (BOS 2.0). Deze is op 17 december 2024 vastgesteld door GS en ter kennisname aan Provinciale Staten gestuurd. Daarbij hebben we ook in 2024 kunnen constateren dat stikstofreductie een complex onderwerp is, waar de ontwikkelingen elkaar snel opvolgen. Met name de rechterlijke uitspraken in december 2024 betreffende intern salderen (Amercentrale/Rendac) hebben voor veel dynamiek gezorgd binnen het stikstofbeleid en de uitwerking van de BOS 2.0.
Programma 3: Water en Bodem
De provincie Brabant heeft in 2024 vol ingezet op de uitvoering van onze water- en bodemopgaven. We boekten resultaten op het gebied van realisatie, ontwikkeling en samenwerking. Meerdere KRW-projecten werden afgerond en een aantal hoogwaterbeschermingsprojecten ging van start. Via het Rijk zijn substantiële middelen verworven voor bodem- en watersysteemherstel in het landelijk gebied. Een Addendum op het Regionaal Water en bodemprogramma (RWP) en de KRW-Impuls Brabant zijn voorbereid voor besluitvorming begin 2025. Met de Staten en de Zuidelijke Rekenkamer is een verdiepend gesprek gevoerd over de Drinkwatervoorziening in Brabant, een thema dat komende jaren onze aandacht zal blijven vragen.
Programma 4: Natuur en milieu
In de afgelopen jaren is het Natuurnetwerk Brabant met circa 2.000 hectare gegroeid. In 2024 zijn de hectares die binnen het Natuurnetwerk Brabant onderdeel uitmaken van het Natuurnetwerk Nederland (NNN), apart zichtbaar gemaakt op de kaart en in de Omgevingsverordening. Het NNN is gekoppeld aan de Natuurpact afspraken met het Rijk. Hiermee blijft het NNB in zijn geheel planologisch beschermd.
De uitvoering van het natuurbeleid wordt voor wat betreft de gebiedsgerichte maatregelen meer in samenhang met andere opgaven (water, bodem, stikstof, klimaat, landbouw) opgepakt in de groenblauwe gebiedsgerichte aanpak. In en rondom veertien stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden komen veel opgaven samen en is afgelopen jaar gewerkt aan gebiedsvisies en voorbereiding van de verdere uitvoering.
Aanpak Landelijk Gebied
In maart 2024 heeft provincie Noord-Brabant het voorontwerp BPLG (Brabants Programma Landelijk Gebied) vastgesteld. Hierin is richting gegeven aan hoe de doelen zoals gesteld in het NPLG (Nationaal Programma Landelijk Gebied) kunnen worden behaald in Brabant. Met het Landelijke hoofdlijnenakkoord werd duidelijk dat het NPLG niet werd voortgezet, waardoor GS op 15 oktober besloot te starten met de Aanpak Landelijk Gebied. Met het plan Aanpak landelijk gebied versterkt de provincie de uitvoeringskracht in de gebiedsgerichte aanpak (GGA). Opgaven in deze gebieden worden geactualiseerd en geconcretiseerd. Door de versnelde uitvoering van de projecten komen de resultaten ook sneller tot stand. In 2024 is de beschikking van het Rijk ontvangen (€231,2 mln.) voor een pakket no-regret maatregelen waar de provincie op korte termijn mee aan de slag wil. Deze aanvraag bestond uit maatregelen voor perspectief voor de landbouw en natuur-, en watermaatregelen. Daarnaast zijn aanvullende rijksmiddelen ontvangen voor natuurherstel in kader van het landelijk Programma Natuur fase 2 (€178,8 mln.).
Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH)
Ten aanzien van gebiedsbescherming i.r.t. stikstof was 2024 weer een dynamisch jaar. Om Brabant Open te houden heeft GS eind 2023, in lijn met de Porthos uitspraak, besloten individuele projecten als vergunningsvrij in het kader van de Wet natuurbescherming te beoordelen, waardoor projecten die aan de eisen voldeden weer doorgang konden vinden. Ook heeft GS op 12 november het beleidsvoornemen tot Intrekkings- en aanschrijvingenbeleid voor latente stikstofruimte in natuurtoestemmingen vastgesteld en gepubliceerd in het Provinciaal Blad. Tot slot kwam op 18 december de uitspraak van de Raad van State over intern salderen (cases Rendac en Amercentrale). Zoals in de memo gedeputeerden van december is gesteld, leidt de uitspraak ertoe dat intern salderen opnieuw vergunningsplichtig is en dat dit met terugwerkende kracht geldt tot 1 januari 2020.
Milieu
De Uitvoeringsagenda Milieu 2024-2027 is vastgesteld waarin de aanpakken uit het beleidskader uitgewerkt zijn voor de thema’s zeer zorgwekkende stoffen, externe veiligheid, luchtkwaliteit, geluidhinder, geurhinder, lichtvervuiling, bodemkwaliteit, ondergrond, grond- en afvalstoffen en luchtvaart. Daarnaast zijn acties opgenomen om uitvoering te geven aan de kernwaarden uit de Omgevingsvisie en het verbinden van partijen en beleidsvelden.
Het project Regionale samenwerking en gemeentelijke deelname Schone Lucht Akkoord is in de zomer van 2024 afgerond. In totaal nemen nu 28 Brabantse gemeenten deel aan het Schone Lucht Akkoord.
De grootste drugsafvallozingsput van Europa ligt helaas in Noord-Brabant. De sanering van deze locatie op de Brabantse Wal is een nieuwe fase ingegaan; de grote schoonmaak van het onderliggende sterk met chemische stoffen verontreinigd grondwater is gestart. Een hoeveelheid water ter grootte van de inhoud van ‘twee olympische zwembaden’ moet worden gereinigd.
Programma 5: Economie, kennis en talentontwikkeling
De geopolitieke dynamiek zorgde in 2024 voor veel onzekerheid en is in toenemende mate een bedreiging voor onze economie. De open wereldwijde verbondenheid wordt immers bedreigd door een wedloop om kritieke technologieën en grondstoffen, kwetsbare bevoorradingslijnen, en handelsbarrières. Een handelsoorlog kan de economie van Nederland, maar zeker ook van Brabant, als handelsregio raken. Bovendien zagen we technologie, zoals kunstmatige intelligentie (AI), zich razendsnel ontwikkelen en neemt cyberveiligheid aan belang toe. Hierdoor valt steeds minder goed te voorspellen welke nieuwe technologie zich over tien jaar aandient. Ook in 2024 hebben we daarom als Brabant volop geïnvesteerd, in Europees en nationaal verband, om onze concurrentiepositie en strategische posities op technologische innovaties en waardenketens te versterken. Sleutelfactor daarin zijn de innovatiecoalities: samenwerkingsverbanden tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden om een specifieke technologische of maatschappelijke uitdaging aan te pakken. Een goed voorbeeld is de start van de innovatiecoalitie Waterstof om onze positie als voorloper in duurzame energietechnologie te versterken. Maar ook de lancering in 2024 van ‘Scale Up Plant Brabant’, waar we met onder meer Rewin en de BOM, inzetten op opschaling van plantbases food startups. En tot slot is geïnvesteerd in internationale samenwerking. Zo waren de Brabant Innovation Days (BID) in Japan, gericht om Brabantse innovaties in de schijnwerpers te zetten, een succes en is een ‘Memorandum of understanding’ ondertekend met de Zuid-Koreaanse regio Gyeonggi om de samenwerking te intensiveren tussen bedrijven en kennisinstellingen.
Programma 6: Energie
In 2024 is volop ingezet op het versnellen van de energietransitie met als doel een duurzaam energiesysteem in 2050. Dat betekent dat de acties gericht waren op energiebesparing, de toename van hernieuwbare energiebronnen en het beschikbaar en toegankelijk maken van energie. Het verzwaren en uitbreiden van het elektriciteitsnetwerk, het versnellen van procedures en het efficiënter gebruik maken van de beschikbare capaciteit op het elektriciteitsnet zijn hard nodig om netcongestie, samen met gemeenten, rijk en landelijke en regionale netbeheerders, aan te pakken. We hebben hiervoor in 2024 onder meer ‘Warmtedialogen’ gehouden. Door samen met gemeenten en andere betrokkenen te praten over de verdeling van warmte en een eventueel publiek warmtebedrijf, zijn belangrijke kansen en uitdagingen in beeld gebracht. De uitkomsten zullen in 2025 verder worden vertaald naar meer handelingsperspectief voor onze steden, dorpen en kernen.
Verder is de ontwerptafel Moerdijk opgericht in het belang van het borgen van de leefbaarheid in de regio omdat daar veel grote energie-infrastructurele projecten samenkomen. Ook is de nieuwe concessie laadinfra Brabant/Limburg na Europese aanbesteding gegund. Voor de komende concessieperiode (2024 – 2028) is opnieuw een overeenkomst met een marktpartij afgesloten voor de plaatsing van 22.050 openbare laadpunten binnen Noord-Brabant (ca. 75%) en Limburg (ca. 25%), zoals bij de vorige concessie. Tot slot hebben we plannen gevormd voor het opzetten van energyhubs om het gebruik van het elektriciteitsnet te optimaliseren (aanpak netcongestie). Hierdoor kunnen met name bedrijven vooruit in zowel de uitbreiding van activiteiten als verduurzaming van het productieproces.
Programma 7: Landbouw en Voedsel
We hebben een (nieuwe) Uitvoeringsagenda 2024 – 2027 vastgesteld die in een concept versie aan uw Staten is voorgelegd en daarna uitgewerkt is tot een definitieve versie. Voor wat betreft innovatie hebben we regionaal praktijkonderzoek gesteund dat betrekking heeft op o.a. verminderen van nitraatuitspoeling naar grond- en oppervlaktewater, minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en precisielandbouw. In samenwerking met het rijk, andere provincies en het landbouwbedrijfsleven hebben we gewerkt aan innovaties op het gebied van voer- en managementmaatregelen, schonere stalsystemen en mestbewerking. Verder hebben we veehouders begeleid die hun bedrijfsvoering willen veranderen - naar bijvoorbeeld biologische of natuurinclusieve landbouw – of willen beëindigen. Dit doen we onder meer via het Ondersteuningsnetwerk en Aanpak Piekbelasting.
Programma 8: Basisinfrastructuur mobiliteit
Goede borging van een aantal ‘wettelijke’ basistaken (programma 8) is het fundament voor het laten functioneren én kunnen doorontwikkelen van het huidige Brabantse mobiliteitssysteem (programma 9). Voor het realiseren van de verstedelijkings- en woningbouwopgave is een goed OV-aanbod cruciaal. Juist nu de randvoorwaarde van voldoende personeel bij de vervoerders zich langzaam verbetert, zijn duidelijke keuzes nodig over opschaling via de aanbesteding van nieuwe concessies. In 2024 zijn belangrijke stappen gezet met de start van Bravoflex in West-Brabant, de voorbereidingen voor de start van de nieuwe concessie West medio 2025, het opstarten van aanbesteding voor Oost (2027) en de verlenging van Zuidoost.
Ook adequaat onderhoud van de provinciale infrastructuur is van groot belang. De komende jaren zien we de omvang en de complexiteit van de vervangings- en renovatieopgaven toenemen. Naast de ouderdom en opwaardering van het areaal speelt ook stikstof nog altijd een grote rol. Wegvakken met potentieel achterstallig onderhoud zijn, met het loslaten van het uitgangspunt werk-met-werk, in 2024 met voorrang opgepakt.
Het verder verbeteren van de verkeersveiligheid in Brabant heeft de hoogste prioriteit. Het aantal verkeersdoden in Brabant is immers nog altijd te hoog en we zien een stijgende trend in het aantal verkeersongevallen met letsel. Met het vaststellen van het Brabants Verkeersveiligheidsplan in 2024 samen met de partners hebben we een gezamenlijke uitvoeringsagenda voor de komende jaren.
Programma 9: Mobiliteitsontwikkeling
Onder meer stikstof en beschikbare financiële middelen geven grote onzekerheid over de haalbaarheid van eerdere afspraken over de doorontwikkeling van het mobiliteitssysteem. Dat vraagt om de nodige adaptiviteit in de programmering. Zo is een groot aantal rijksprojecten gepauzeerd. Er zijn afspraken gemaakt over de inzet van de restbudgetten van deze projecten voor pakketten van mitigerende maatregelen. Veel provinciale infrastructurele projecten kunnen, al dan niet met aanpassingen, wel door. Maar door vertraging en aanvullende maatregelen worden deze flink duurder.
Met het convenant Beethoven zijn aanvullend op de eerdere Brainportdeal belangrijke afspraken gemaakt over de bereikbaarheid van de Brainportregio. De mobiliteitstransitie naar actieve en gedeelde vormen van mobiliteit speelt daarin een grote rol. Ook met de vier stedelijke regio's zijn Meerjarige Multimodale Mobiliteitsprogramma's (MMMP's) opgesteld. Op basis van de verstedelijkingsstrategie NOVEX zijn hiervoor samen met de regio in 2024 de eerste contouren van mobiliteitsmaatregelen uitgewerkt aansluitend bij de woningbouwplannen. Dit gaat ook de basis vormen voor zowel de afspraken in de Multimodale Agenda (MMA) tussen Rijk en regio als afspraken over provinciale cofinanciering in de Regionale Mobiliteitsprogramma’s (RMP).
Programma 10: Cultuur, Erfgoed, Sport en Vrijetijd
In 2024 hebben we een vernieuwde Uitvoeringsagenda Levendig Brabant voor de periode 2024-2027 vastgesteld. Verder hebben we in 2024 extra ingezet op het bereiken van onze jongste Brabanders. In aanloop naar de - ook voor Brabantse sporters succesvolle - Olympische spelen in Parijs is een lesmodule ontwikkeld en zijn ruim 2.000 basisschoolleerlingen bereikt waarbij ze gestimuleerd zijn om meer te bewegen. Ook is extra geïnvesteerd in het project museumschatjes waardoor meer basisschoolkinderen een museum kunnen bezoeken. Voorheen konden ongeveer 25.000 leerlingen hier gebruik van maken, nu is dat aantal verdubbeld naar 50.000 leerlingen per jaar.
Verder hebben we in 2024 aan 53 professionele- en 26 amateurinstellingen subsidies toegekend voor de periode 2025-2028. Hiermee is de meerjarige ondersteuning van professionele en amateurkunsten geborgd. Ook is – onder de naam ‘Brabant Herinnert’ - de 80-jarige herdenking van ’40 – ’45 gevierd met een Brabantbreed programma rondom 80 jaar vrijheid 2024-2025.
Digitalisering
Data gedreven werken begint echt een plek te krijgen binnen de organisatie. In 2024 is het accent gelegd op het versterken van randvoorwaarden die hiervoor nodig zijn. Zo is ingezet op het versterken van de sturing op de kwaliteit van onze data (data management), het versterken van onze cyberveiligheid en het op sterkte brengen van het privacy team. Ook is gewerkt aan een toekomstbestendig fundament voor IT infrastructuur door alle applicaties naar de cloud te brengen en netwerkschijven uit te faseren. De eerste applicaties zijn reeds gemigreerd waaronder SAP.
Organisatie en bedrijfsvoering
In 2024 is de visie op de organisatie aangescherpt. Sturingslijnen zijn verhelderd en structuren vereenvoudigd. Hierdoor ontstaat meer flexibiliteit om de complexe vraagstukken in steeds veranderende omstandigheden aan te pakken. Kortom, het versterkt onze uitvoeringskracht. Het ondersteunt de samenwerking tussen beleid en uitvoering en die met onze partners.
Een cruciaal aspect in uitvoeringskracht is het aantrekken en behouden van talent en expertise in de huidige krappe arbeidsmarkt. In 2024 is ingezet op een vernieuwde wervingsstrategie en is onder meer de wervingscampagne ‘Ga het maar doen’ gelanceerd. Zo is het gelukt om in de periode na de april-december – vanaf vaststelling perspectiefnota 2025 - 360 vacatures in te vullen. Belangrijk onderdeel is verder de gezondheid en vitaliteit van onze medewerkers. Er is dan ook stevig ingezet op duurzame inzetbaarheid. Dit heeft geresulteerd in de verlaging van het verzuimcijfer van 7,5% in februari 2024 naar 4,4% in december 2024.
Tot slot is via diverse sporen aandacht besteed aan het optimaliseren van de interne (administratieve) processen en het genereren van sturingsinformatie. Hiermee zorgen we ervoor dat we als organisatie in control zijn en blijven. Ook op het gebied van fiscaliteit zijn in 2024 samen met de belastingdienst stappen gezet in het kader van horizontaal toezicht.