Programma 4 Natuur en milieu

Inleiding

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Inleiding

Natuur  
In de afgelopen tijd is voortvarend doorgewerkt aan de realisatie van het Natuurnetwerk Brabant en het herstel van de N2000-gebieden. 
 
Binnen het Natuurnetwerk Brabant (NNB) zijn de Natuurnetwerk Nederland (NNN) hectares aangewezen. Hiermee ligt de focus op de realisatie van deze hectares en de Natuurpactmiddelen worden daarop ingezet. Het NNB blijft in zijn geheel planologisch beschermd. De NNB hectares die buiten het NNN liggen zijn daarmee tevens beschikbaar om aanvullende doelen te realiseren met andere middelen dan de Natuurpactmiddelen. Vanuit bijvoorbeeld Kaderrichtlijn Water (KRW) en Europese en landelijke ontwikkelingen.   
 
Gebiedsgerichte aanpak 
De uitvoering van het natuurbeleid wordt voor wat betreft de gebiedsgerichte maatregelen meer in samenhang met andere opgaven (water, bodem, stikstof, klimaat, landbouw) opgepakt in de gebiedsgerichte aanpak. In ruim 100 gebieden in Noord-Brabant wordt gewerkt aan de uitvoering van de groene en blauwe opgaven. In en rondom veertien stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden komen veel opgaven samen en is afgelopen jaar gewerkt aan gebiedsvisies en voorbereiding van de verdere uitvoering. Via een Statenmededeling is over de voortgang van de gebiedsgerichte aanpak gerapporteerd.

Aanpak Landelijk Gebied
In maart 2024 heeft provincie Noord-Brabant het voorontwerp BPLG (Brabants Programma Landelijk Gebied) vastgesteld. Hierin is richting gegeven aan hoe de doelen zoals gesteld in het NPLG (Nationaal Programma Landelijk Gebied) kunnen worden behaald in Brabant. Met het Landelijke hoofdlijnenakkoord werd duidelijk dat het NPLG niet werd voortgezet, waardoor GS op 15 oktober besloot te starten met de Aanpak Landelijk Gebied.
Met het plan Aanpak landelijk gebied versterkt de provincie de uitvoeringskracht in de gebiedsgerichte aanpak (GGA). Opgaven in deze gebieden worden geactualiseerd en geconcretiseerd. Door de versnelde uitvoering van de projecten komen de resultaten ook sneller tot stand. Het plan richt zich op:
1.    De uitvoering van opgaven in de 12 GGA-gebieden. Hier is het herstel van de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden het meest noodzakelijk.
2.    De versterking van de uitvoeringskracht. 
3.    Keuzes en prioriteiten. Er worden keuzes gemaakt in de uitvoeringsprojecten op basis van de beschikbare instrumenten, grond en geld.
Het plan geeft richting aan de samenwerking van de provincie en haar gebiedspartners en hoe de uitvoering bekostigd wordt. De provincie wil verschillende financieringen van het Rijk, de provincie en uit Europa combineren maar vraagt ook haar partners om hun budgetten in te zetten. Zo ontstaan er meer mogelijkheden om de doelen te bereiken.

Extra middelen beschikbaar gekomen voor natuur
In 2024 is de beschikking van het Rijk ontvangen (€ 231,2 mln) voor een pakket no-regret maatregelen waar de provincie op korte termijn mee aan de slag wil. Deze aanvraag bestond uit maatregelen voor perspectief voor de landbouw en natuur-, en watermaatregelen. Ook zijn middelen voor de uitvoering beschikbaar gesteld (€ 8,7 mln)
Daarnaast zijn aanvullende rijksmiddelen ontvangen voor natuurherstel vanuit het landelijk Programma Natuur (€ 178,8 mln), in het kader van het landelijk Verbeterprogramma natuurmonitoring (€ 0,15 mln) en in het kader van de Versnelling aanpak natuurinclusief isoleren (€ 15 mln).

Milieu
Als provincie hebben we ambities en beleid geformuleerd in het Beleidskader Milieu. Dit beleidskader vormt ook voor de deze bestuursperiode ons kader. Met de Uitvoeringsagenda Milieu 2024-2027 is afgelopen jaar gewerkt aan een schone, veilige en gezonde leefomgeving aan de hand van tien milieuthema’s. In de uitvoeringsagenda zijn de acties opgenomen voor de periode 2024-2027. De acties m.b.t. beperken geluidhinder (langs provinciale wegen) heeft vertraging opgelopen.
Voor het project Regionale samenwerking en gemeentelijke deelname Schone Lucht Akkoord is de derde fase gestart per 1 maart; inmiddels zijn 26 gemeenten aangesloten bij het Schone Lucht Akkoord. We zijn bezig met een inventarisatie van mogelijke projecten om de luchtkwaliteitsverbeteringen te bevorderen op de industrieterreinen waar het programma Grote Oogst zich op richt.

Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH)
De VTH-opdracht 2024 is door de omgevingsdiensten binnen de afspraken uitgevoerd. 
In 2024 zijn de provinciale uitvoeringsagenda’s van onder andere, natuur, energie, landbouw, water (RWP) en milieu vastgesteld. De omgevingsdiensten hebben een grote rol bij de realisatie van de doelen die hierin zijn vastgesteld. Voorbeelden hiervan zijn:
•    het opstellen en uitvoering geven van het plan van aanpak bij Indirecte lozingen (ten behoeve van het leveren van een bijdrage aan de KRW-doelstellingen),
•    uitvoering geven aan een pilot van middel- naar doelsturing 
•    het vergroten van de inzet op minimalisatieverplichting voor het gebruik van (p)ZZS.
In 2024 is vanuit VTH een slag gemaakt voor een eerste doorvertaling van deze doelen op de VTH-opdracht, ook wordt er meer capaciteit beschikbaar gesteld vanuit de beleidsprogramma’s voor het ontwikkelen van VTH uitvoeringsbeleid op diverse onderdelen. 

Op het gebied van Gebiedsbescherming (stikstof) was 2024 weer een zeer dynamisch jaar. Bijzonderheden waren de effecten van de Porthos uitspraak en de uitspraak van 18 december van de  Raad van State over intern salderen (casus Rendac en de Amercentrale). 

Wat hebben we bereikt?

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Wat hebben we bereikt?

Natuurnetwerk Brabant ingericht, verbonden en beheerd

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Wat hebben we bereikt? - Natuurnetwerk Brabant ingericht, verbonden en beheerd

Indicator:

  • In 2030 is het Natuurnetwerk Brabant ingericht, verbonden en beheerd 

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

In 2024 hebben we de hectares van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) in het NNB aangewezen zodat duidelijk is welke hectares we moeten realiseren naar aanleiding van afspraken met het Rijk. In 2027 hebben we zicht op het beschikbaar hebben van de meeste gronden voor het NNN via verwerving of functieverandering. In het NNN wordt gestaag voortgang geboekt maar de verwachting is reëel dat eind 2027 nog niet alle gronden beschikbaar zijn. Partners geven aan dat het beschikbaar krijgen van NNN-gronden op vrijwillige basis niet overal tot de gewenste resultaten zal leiden. We gaan daarom vanaf 2025, die percelen die noodzakelijk zijn voor de goede staat van instandhouding van N2000 en de KRW voorleggen voor inzet van breder grondinstrumentarium. We merken dat agrariërs wachten op duidelijkheid en mogelijkheden in het kader van het nieuwe rijksbeleid. 

Wat hebben we daarvoor gedaan?

N2000-gebieden hersteld en versterkt

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Wat hebben we bereikt? - N2000-gebieden hersteld en versterkt

Indicator:

  • De kwaliteit en kwantiteit van de habitattypen en soorten uit de VHR mogen nooit achteruit gaan.  
  • In 2030 zijn in de N2000-gebieden de VHR-habitattypen en soorten verbeterd in oppervlakte en/of kwaliteit t.o.v. 2023 daar waar nodig volgens aanwijzingsbesluit. 

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

Uit de natuurdoelanalyses (NDA’s) blijkt dat het huidige maatregelenpakket (stikstofreductie en natuurherstel (o.a. hydrologische maatregelen)) niet voldoende is om voor alle habitats/soorten de instandhoudingsdoelen te behalen. Het behalen van de instandhoudingsdoelen is voor deze habitats/soorten momenteel buiten bereik. Er moeten aanvullende maatregelen worden genomen om de stikstofdepositie verder te reduceren en de natuur verder te versterken. In december 2024 heeft GS daarom aanvullende maatregelen vastgesteld met de BOS 2.0. De pakketten van maatregelen en onderzoeken NDA’s volgen begin 2025.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Bossen aangelegd en gerevitaliseerd

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Wat hebben we bereikt? - Bossen aangelegd en gerevitaliseerd

Indicator:

  • In 2030 is in Brabant 13.000 ha nieuw bos aangelegd t.o.v. 2020. 
  • In 2030 is ca. 20.000 ha bos op de zandgronden omgevormd naar vitaal bos (revitalisering van bestaande bossen) t.o.v. 2020. 

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

De ambitie voor nieuwe en gezonde bossen is fors. Onderdeel van de ambitie is om de benodigde middelen te vinden door o.a. medeondertekenaars van het klimaatakkoord op hun medeverantwoordelijkheid aan te spreken, actief te zoeken naar nationale middelen en Europese fondsen en door de ambitie mee te koppelen met andere opgaven zoals woningbouw, energietransitie en circulaire economie. Met het toekennen van extra middelen via de perspectiefnota voor bos geeft de provincie daarvoor het goede voorbeeld en een goede impuls. Ook zijn eind 2024 rijksmiddelen toegekend voor bosrevitalisering in het kader van de koplopersprojecten No-regret en voor boscompensatie in het kader van de 2e fase Landelijk Programma Natuur.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Biodiversiteit beschermd

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Wat hebben we bereikt? - Biodiversiteit beschermd

Indicator:

  • In 2030 is de stand van de populaties kwetsbare en bedreigde planten en dieren minimaal behouden t.o.v. 2022.

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

De biodiversiteit staat onder druk, ook buiten de N2000-gebieden. Maatregelen zijn erop gericht om kwetsbare soorten te behouden, maar het resultaat daarvan is met name mede afhankelijk van de mate waarin de transities naar een duurzame landbouw en energievoorziening en naar een natuurinclusieve samenleving effect sorteren. 

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Basisvoorwaarden op orde: lucht-, water- en bodemkwaliteit

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Wat hebben we bereikt? - Basisvoorwaarden op orde: lucht-, water- en bodemkwaliteit

Indicator:

  • In 2030 is de emissie en depositie van stikstof in Noord-Brabant afgenomen tot een niveau zoals in het kader van het NPLG tussen rijk en provincie is overeengekomen. 

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

Op 1 oktober 2024 heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu de nieuwe stikstofdepositiecijfers voor Natura 2000-gebieden gepubliceerd. Het betrof een actualisatie van landelijke gegevens van monitoringsjaar 2021 naar monitoringsjaar 2022. Afgelopen najaar kwam geen nieuwe prognose voor Natura 2000-gebieden voor 2030 beschikbaar. De volgende prognose wordt in het najaar van 2025 verwacht. Via de Memo gedeputeerde Actualisatie stikstofcijfers bent u over de actualisatie van de landelijke monitoringscijfers geïnformeerd.
Op basis van de nieuwe stikstofcijfers is het percentage stikstofgevoelige habitats in de 17 Natura 2000-gebieden met een depositie onder de Kritische depositiewaarde gestegen van ongeveer 9% in 2021 naar ongeveer 10% in 2022. Dit betekent dat in 2022 voor ruim 1.200 hectare de stikstofdepositie onder de Kritische depositiewaarde lag, terwijl dit voor ruim 11.000 hectare niet het geval was. De prognose voor 2030 blijft ongewijzigd, met een verwachting dat ongeveer 14% van het stikstofgevoelige oppervlakte onder de Kritische depositiewaarde zal komen, waardoor ongeveer 86% overbelast blijft. Wij verwachten de volgende actualisatie van de landelijke monitoringsgegevens van het RIVM in het najaar van 2025 te kunnen delen.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Natuur meewegen bij ruimtelijke en economische ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Wat hebben we bereikt? - Natuur meewegen bij ruimtelijke en economische ontwikkelingen

Indicator:

  • In 2030 is er een gedeelde basis voor een 'Natuurinclusief Brabant' en zijn de 8 domeinen van natuurinclusieve samenleving uitgewerkt in specifieke plannen voor Brabant. 
  • In 2030 is er een positieve trend voor biodiversiteit in het stedelijk gebied 

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

In 2024 zijn de uitvoeringsagenda's van alle provinciale beleidsvelden geïnventariseerd op bestaande natuurinclusieve initiatieven en nieuwe koppelkansen voor natuurinclusiviteit. Daarnaast is gestart met een eerste inventarisatie met externe partners, waarmee de provincie op verschillende domeinen al actief is. Dit levert in 2025 een eerste versie van een gedeelde basis op voor een natuurinclusief Brabant. Daarnaast worden gemeenten gestimuleerd en gefaciliteerd bij het opstellen van soortenmanagementplannen.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Behoud, herstel en ontwikkeling van landschappen

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Wat hebben we bereikt? - Behoud, herstel en ontwikkeling van landschappen

Indicator:

  • In 2030 bestaat minimaal 10% van het landelijk gebied uit groenblauwe dooradering 

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Met de beschikbare middelen (o.a. provinciaal via de Stimuleringsregeling Landschap en vanuit het Rijk via de no-regret financiering tot en met 2028) kunnen vanaf 2025 hierop noodzakelijke eerste stappen richting 10% worden gezet. Duidelijk is ook dat financiering voor de langere termijn nog ontbreekt. In 2024 zijn veel aanvragen ingediend voor de stimuleringsregeling landschap.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Meer groen in de directe omgeving

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Wat hebben we bereikt? - Meer groen in de directe omgeving

Indicator:

  • In 2030 is het aantal vierkante meters groen per gemeente in de bebouwde kom (met 5%) toegenomen ten opzichte van 2023. 

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

In 2024 is de Community of Practice ‘Samen Brabant Vergroenen’ van start gegaan. Een samenwerking van meer dan 17 netwerkpartijen (en dat aantal kan doorgroeien) die zich nadrukkelijk inzetten voor Natuur voor en door Brabanders en die binnen deze community onderwerpen inbrengen waarop door de samenwerking meer slagkracht kan worden gegenereerd. Deze onderwerpen zijn gericht op onze doelen meer groen in de directe leefomgeving en het versterken van de beweging van vergroening.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Versterken van de beweging van vergroening

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Wat hebben we bereikt? - Versterken van de beweging van vergroening

Indicator:

  • Nog nader te bepalen 

Kwaliteit (indicator)

-

Kwaliteit (toelichting)

Binnen de Community of Practice ‘Samen Brabant Vergroenen’ die in 2024 is gestart, is als onderwerp opgepakt hoe we de beweging van vergroening zowel hard (in aantallen) als zacht (in beleving) invulling kunnen geven om zichtbaarheid en relevantie beter te kunnen duiden.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Milieu. Continue verbetering van de luchtkwaliteit en vermindering van de geluid-, geur- en lichthinder

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Wat hebben we bereikt? - Milieu. Continue verbetering van de luchtkwaliteit en vermindering van de geluid-, geur- en lichthinder

Voor het project Regionale samenwerking en gemeentelijke deelname Schone Lucht Akkoord hebben de SLA-partners begin 2024 hun jaarlijkse plannen ingeleverd waarin staat hoe zij de uitstoot van stikstofoxiden en fijnstof in Nederland gaan verminderen. Het RIVM heeft berekend dat de gezondheidseffecten als gevolg van luchtvervuiling in 2030 met bijna 49 procent afnemen ten opzichte van 2016. Voorwaarde daarvoor is dat deze plannen volledig worden uitgevoerd. Een gezondheidswinst van bijna 49% betekent dat mensen in Nederland gemiddeld per persoon 2,5-3,5 maanden langer leven. Daarnaast kan een verbetering van onze gezondheid leiden tot een stijging van 4-8% van ons bruto nationaal product per inwoner en een hogere arbeidsdeelname

In het Beleidskader Milieu 2030 is de ambitie opgenomen om in 2050 te voldoen aan de WHO-advieswaarden voor fijnstof en stikstofdioxide. Voor 2030 en 2040 zijn hiervoor provinciale streefwaarden in het beleidskader vastgelegd.

De Europese Raad heeft in oktober 2024 de nieuwe Europese richtlijn voor luchtkwaliteit aangenomen. De nieuwe richtlijn scherpt de eisen aan voor fijnstof, stikstofdioxide en benzeen. Eind 2026 moeten de lidstaten waaronder Nederland hun nationale regels in lijn gebracht hebben met de richtlijn. De richtlijn voorziet onder andere in een forse aanscherping van gestelde normen. ?Zo worden bijvoorbeeld de jaarlijkse grenswaarden voor de verontreinigende stoffen fijnstof (PM2,5) en?stikstofdioxide (NO2), respectievelijk verlaagd van 25?µg/m³ tot 10?µg/m³ en van 40?µg/m³ tot 20?µg/m³. De aangescherpte normen moeten in 2030 gehaald zijn.

Indicator:

  • In 2030 is de luchtkwaliteit verbeterd en de geluidsoverlast verminderd

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Met het Schone Lucht Akkoord hebben we afgesproken dat we een passende bijdrage leveren aan de landelijke doelstelling van 50% gezondheidswinst uit binnenlandse bronnen in 2030 ten opzichte van 2016. 

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) leveren een bijdrage aan een gezonde fysieke leefomgeving en daarmee een bijdrage aan een goed werk- en leefklimaat.

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Wat hebben we bereikt? - Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) leveren een bijdrage aan een gezonde fysieke leefomgeving en daarmee een bijdrage aan een goed werk- en leefklimaat.

Indicator:

  • De kwaliteit van de uitvoering van VTH voldoet aan de kaders van landelijke wetgeving;
  • Bij het opstellen van de provinciale beleidskaders en uitvoeringsagenda’s voor o.a. Natuur, Water, Milieu, Energie, Landbouw en Voedsel wordt bewust bezien of en hoe beschikbare VTH-instrumenten ingezet kunnen worden om een bijdrage te leveren aan het bereiken van een beleidsdoel.

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Inzet verbonden partijen

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Inzet verbonden partijen

Voor het realiseren van de doelstellingen uit dit begrotingsprogramma worden onderstaande verbonden partijen ingezet: 
•    Fonds Nazorg Gesloten Stortplaatsen 
•    Groen Ontwikkelfonds Brabant BV 
•    Omgevingsdienst Brabant Noord 
•    Omgevingsdienst Midden-en West-Brabant 
•    Omgevingsdienst Zuidoost Brabant 
Nadere informatie over verbonden partijen staat in de paragraaf Verbonden partijen. 

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Wat heeft het gekost?

Excel-tabel

4. Natuur en milieu
Bedragen x € 1.000 Begroting 2024 Begroting 2024 Jaarrekening 2024 Verschil begr. na wijz.
primitief na wijziging realisatie - realisatie
Lasten
Programmalasten 148.124 N 151.224 N 151.901 N 678 N
Toegerekende organisatiekosten 10.348 N 17.194 N 14.995 N 2.199 V
Totaal Lasten 158.472 N 168.418 N 166.897 N 1.521 V
Baten
Programmabaten 18.043 V 45.560 V 45.624 V 63 V
Bijdrage in toegerekende organisatiekosten 0 0 0 0
Totaal Baten 18.043 V 45.560 V 45.624 V 63 V
Saldo van baten en lasten 140.429 N 122.857 N 121.273 N 1.584 V

Toelichting op de verschillen t.o.v. de begroting

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Toelichting op de verschillen t.o.v. de begroting

Excel-tabel

4. Natuur en milieu
4. Natuur en milieu - Afwijking lasten (bedragen x € 1.000) 1.521 V
Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) 598 V
Het ANLb wordt gedeeltelijk gedekt vanuit Europese co-financiering. De lastneming voor het ANLb vindt ieder jaar plaats op basis van het daadwerkelijke co-financieringspercentage. Doordat het gemiddelde co-financieringspercentage vanuit Europese co-financiering in 2024 hoger uit is gevallen, is de lastneming voor de provincie lager uitgevallen.
Groenblauwe Gebiedsgerichte Aanpak (GGA) 577 V
Ten behoeve van een zo groot mogelijke benutting van de specifieke uitkering voor indirecte uitvoeringskosten, waarvoor verplichtingen vastgelegd dienden te worden in 2024, was voor deze SPUK een relatief hoge raming opgenomen om een eventuele begrotingsonrechtmatigheid te voorkomen. Uiteindelijk is niet het volledige geraamde bedrag benodigd geweest in 2024. Voor € 0,256 mln. aan incidenteel beschikbare provinciale middelen wordt in het Statenvoorstel bij deze Jaarstukken een budgetoverheveling voorgesteld.
Versterking Biodiversiteit 978 V
In 2024 waren voor versterking van de biodiversiteit in Brabant vier subsidieplafonds opengesteld van in totaal € 2 mln. De onderuitputting op deze subsidieplafonds was bijna € 1 mln. Voor € 0,2 mln. is de onderuitputting ontstaan doordat voor dit bedrag geen aanvragen zijn binnengekomen. Voor circa € 0,4 mln. zijn in 2024 subsidies verstrekt waarvan de startdatum in 2025 ligt waardoor de last niet in 2024, maar in 2025 wordt genomen. Daarnaast konden ondanks dat er voldoende aanvragen binnen waren gekomen voor een bedrag van circa € 0,4 mln. subsidies niet verstrekt worden. Dit komt doordat in de regeling is opgenomen dat aanvragen alleen volledig toegekend kunnen worden. Doordat de eerstvolgende subsidie voor twee van de subsidieplafonds het beschikbare bedrag binnen dat plafond overschreden, konden voor die subsidieplafonds geen extra aanvragen verleend worden. Op dit moment wordt onderzocht of deze bepaling kan worden gewijzigd zodat hier in het vervolg geen onderbesteding door kan ontstaan. In 2025 staan deze plafonds wederom open en kunnen de niet gehonoreerde aanvragen alsnog toegekend worden.
Realisatie Natuurnetwerk Grond 3.125 N
De grondposities (aankoop, verkoop en doorlevering) laten zich moeilijk ramen. In de laatste maanden van 2024 heeft nog een aantal grondtransacties plaatsgevonden, welke niet mee waren genomen in de raming voor 2024. Daarnaast zijn waar nodig ruilgronden ten behoeve van de realisatie van het Natuurnetwerk op basis van het 4de kwartaalbericht van het Kadaster over de ontwikkeling van de grondprijzen in Noord-Brabant afgewaardeerd.
Toegerekende organisatiekosten 2.199 V
De toegerekende organisatiekosten komen op basis van de gerealiseerde capaciteitsinzet lager uit.
Overige: saldo van overige lagere en hogere lasten 294 V
4. Natuur en milieu - Afwijking baten (bedragen x € 1.000) 63 V
Baten Legesinkomsten Vergunningverlening, toezicht en handhaving 996 N
Als gevolg van de stikstofproblematiek zijn in 2024 minder vergunningaanvragen met betrekking tot met name de wet natuurbescherming ontvangen dan verwacht. Dit leidde tot minder inkomsten.
Baten Natuurnetwerk Grond 184 V
De grondposities (aankoop, verkoop en doorlevering) laten zich moeilijk ramen. In de laatste maanden van 2024 heeft nog een aantal grondtransacties plaatsgevonden, welke niet mee waren genomen in de raming voor 2024.
Bijdragen Stimuleringsregeling landschap (Stila) 295 V
Ten behoeve van de uitvoering van Stila ontvangt de provincie de bijdrage van de samenwerkingspartners aan de uitvoering van de regeling (50% van de totale inzet). In december is, na vaststelling van de Slotwijziging 2024, de 8ste wijziging van de Subsidieregeling vastgesteld. Diverse partners hebben in deze wijziging hun bijdrage verhoogd. Doordat met deze inkomsten in de Slotwijziging 2024 nog geen rekening was gehouden, zijn de bijdragen voor Stila in 2024 hoger uitgevallen.
Bijdragen natuurcompensatie 248 V
Na vaststelling van de Slotwijziging zijn nog een paar kleinere bijdragen ontvangen in het kader van natuurcompensatie. Deze middelen zijn toegevoegd aan de Voorziening Natuurcompensatie en zullen in 2025 ingezet worden voor het realiseren van natuurcompensatie.
Overige: saldo van overige lagere en hogere baten 332 V