Programma 6 Energie

Inleiding

Terug naar navigatie - Programma 6 Energie - Inleiding

De schaarste op het energienet speelt een steeds grotere rol bij de voortgang van de energietransitie. Allerlei ontwikkelingen om het gebruik van fossiele brandstoffen af te bouwen worden vertraagd door het gebrek aan transportcapaciteit op het elektriciteitsnet. Het oplossen van deze transportcapaciteit heeft dan ook de volle aandacht. Hierbij ligt niet alleen de focus op het verder uitbreiden en versterken van het elektriciteitsnet, maar ook op het slimmer gebruiken van het bestaande net. Een krappe arbeidsmarkt en materiaalschaarste zijn echter zaken die niet snel op te lossen zijn. De hoog blijvende gasprijzen blijven de elektrificatie aanjagen, maar loopt nu ook tegen het gebrek aan transportcapaciteit aan. 

Binnen de Brabantse Taskforce Transportschaarste (onderdeel van de Landelijke Aanpak Netschaarste (LAN)) richten we ons, samen met netbeheerders, gemeenten en het Rijk, op het zo snel mogelijk uitbreiden van het elektriciteitsnet en het optimaliseren van het gebruik van het net. Specifiek aandachtspunt daarbij is het opzetten van energyhubs om het gebruik van het elektriciteitsnet te optimaliseren. Vanuit het rijk zijn eind 2024 financiële middelen beschikbaar gekomen om hiermee als eerste op bedrijventerreinen te beginnen. Met betrekking tot het zo snel mogelijk uitbreiden van het elektriciteitsnet, zijn wij ons, in samenspraak met gemeenten en het rijk, aan het oriënteren op een rol als bevoegd gezag bij ruimtelijke besluitvorming en vergunningverlening van elektriciteitsprojecten. Met name waar het grondgebied van meerdere gemeenten betreft. In 2025 zal de provincie het bevoegd gezag op zich nemen van twee ondergrondse kabeltrajecten in ZO-Brabant

Bovengenoemde ontwikkelingen hebben potentiële gevolgen voor het tempo van realisatie van onze ambities. Met name als het gaat om de realisatie van grootschalige opwek van hernieuwbare energie. De komende jaren zal de realisatie van grootschalige projecten afhankelijk zijn van de mogelijkheden op het elektriciteitsnet. Daarmee kan de realisatie iets vertragen, al lijkt de huidige planning van netuitbreidingen de realisatie van de afspraken met betrekking tot hernieuwbare opwek in 2030 mogelijk te maken. Als die datum niet wordt gehaald, zullen de afspraken iets later alsnog worden behaald. 

De uitrolstrategie van publieke laadpunten binnen regio Zuid (provincie Noord-Brabant en Limburg) verloopt voorspoedig. De doelstelling is ruimschoots behaald met 11.164 publieke laadpunten. Er zijn meer aanvragen door EV-rijders ingediend dan verwacht. Voor de nieuwe concessieperiode (medio 2024 – 2028) is opnieuw een overeenkomst met een marktpartij gesloten om ruim 22.000 publieke laadpunten te plaatsen binnen deelnemende gemeenten (90%), waarvan circa 16.500 beoogd in de provincie Noord-Brabant en circa 5.500 in de provincie Limburg.

De regio Moerdijk speelt nu en in de toekomst een sleutelrol in de (inter)nationale en regionale energieopgave. In de regio Moerdijk komen veel grote energie-infrastructurele projecten samen. Vanwege de grote ruimtevraag in het gebied is de Ontwerptafel Powerport regio Moerdijk opgericht. 

Naast de ontzorgingsloketten voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed is het ontzorgingsloket voor het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) geopend en is de tranche van Klein Maatschappelijk Vastgoed 1 afgerond. 

We stimuleren regionale samenwerking en het opstellen van Soorten Management Plannen (SMP) om een grootschalige aanpak van energiebesparing in de woningvoorraad te versnellen. De warmtedialogen zijn afgerond en de resultaten zijn in het najaar met uw Staten gedeeld. In 2024 is de verkenning naar de mogelijkheden van een regionaal warmtebedrijf gestart. Dit in samenwerking met Energie Beheer Nederland (EBN) en Enexis.

Wat hebben we bereikt?

Terug naar navigatie - Programma 6 Energie - Wat hebben we bereikt?

Verduurzaming gebouwde omgeving

Terug naar navigatie - Programma 6 Energie - Wat hebben we bereikt? - Verduurzaming gebouwde omgeving
  •   Het verstevigen en versnellen van de aanpak van isolatie en energiebesparing in de gebouwde omgeving zodat minder duurzame energie opgewekt hoeft te worden.  
  • Grootschalige verduurzaming van maatschappelijk vastgoed.  
Indicator 2024
Ontzorging maatschappelijk vastgoedeigenaren  
  • Getekende intentieovereenkomsten
60-80
  • Aantal doorlopen adviestrajecten
100-120

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Het doel van tranche 1 van het ontzorgingsloket verduurzaming Klein Maatschappelijk Vastgoed was: 142 eigenaren en/of 210 objecten. Nu bij de afronding van de eerste tranche zijn 73 eigenaren en 225 objecten ontzorgd. Gelet op het succes is in 2023 een tweede tranche gestart met als doel 128 eigenaren en/of 226 objecten. Ten aanzien van de tweede tranche zijn eind 2024 100 eigenaren en 110 objecten ontzorgd. De verwachting is dat we de doelstellingen voor de tweede tranche gaan halen. Eind 2024 heeft het ministerie van VROM aangekondigd dat er nog een derde tranche gaat volgen in 2025, waarmee de looptijd verlengd wordt tot mei 2027. 

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Verduurzaming van de energieopwekking, door de ontwikkeling van energieprojecten, zoals wind- en zonprojecten, geo-en aquathermie en projecten voor conversie en opslag van energie.

Terug naar navigatie - Programma 6 Energie - Wat hebben we bereikt? - Verduurzaming van de energieopwekking, door de ontwikkeling van energieprojecten, zoals wind- en zonprojecten, geo-en aquathermie en projecten voor conversie en opslag van energie.

Indicator:

  • Totale productie van hernieuwbare energie in petajoule (PJ) (BBV- verplichte indicator)
  • Opgave opwek hernieuwbare elektriciteit in de RES’en (6,5 TWh in 2030)

Kwaliteit (indicator)

-

Kwaliteit (toelichting)

Uit door Planbureau voor de Leefomgeving geverifieerde gegevens blijkt dat de Brabantse RES regio's per 1 januari 2024 ruim de helft van de opwekdoelstelling (6,5 TWh in 2030) hebben gerealiseerd. Daarnaast is nog ruim 1 TWh in de fase van voorbereiding (concrete plannen) en liggen er nog voor ruim 2,5 TWh minder concrete plannen. Als deze plannen de komende jaren gerealiseerd worden, is de doelstelling (voor 2030) haalbaar. We zien echter ook dat de uitvoering wordt belemmerd/vertraagd door netcongestie, mogelijke beperkingen die vanuit Defensie  aan het ruimtegebruik worden opgelegd. Het signaal dat we eerder hebben moeten geven, blijft aan de orde. Mocht het oplossen van de netcongestie langzamer gaan dan nu wordt voorzien, kan de verduurzaming van de energieopwekking later gerealiseerd worden dan in het beleid is bepaald (2030). Met betrekking tot overige hernieuwbare energie (met name warmte) is de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) aangenomen en is de Wet collectieve warmte (Wcw) in procedure gebracht.  Met de Wgiw kunnen gemeenten wijkgericht aan de slag en samen met bewoners en gebouweigenaren een afweging maken over wat per wijk het beste warmtealternatief is. De Wcw voorziet in een nieuwe marktordening voor collectieve warmte, waaronder een publiek meerderheidsaandeel bij warmtebedrijven. Naar verwachting zal rond 2030 voldoende ontwikkeling hebben plaatsgevonden om de afgesproken verduurzaming te kunnen realiseren. Gedetailleerde informatie is te vinden in de Monitor energieagenda 2019-2030.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Verminderen emissies broeikasgassen

Terug naar navigatie - Programma 6 Energie - Wat hebben we bereikt? - Verminderen emissies broeikasgassen

Indicatoren*:

  • (BBV-Verplichte indicator) Totale emissie broeikasgassen (uitgedrukt in CO2-equivalenten) in tonnen uitstoot (streefwaarde 2030 10.7 Mton)
  • Emissie gerelateerd aan energie: totale CO2- emissie in tonnen uitstoot (bron Klimaatmonitor) (streefwaarde 2030: 7,6 Mton)
  • Verbruikte energie totaal in PJ (bron: Klimaatmonitor) (streefwaarde 2030: 240 PJ)

* De bestaande indicator CO2 reductie wordt gebruikt om de relatie te leggen met de doelstelling vanuit het Beleidskader Gezondheid; drie gezonde levensjaren erbij voor elke Brabander.  

Kwaliteit (indicator)

-

Kwaliteit (toelichting)

De daling van de emissie van broeikasgassen zet door. In 2022 (de meest recente gegevens) is de hoeveelheid verbruikte energie gedaald tot onder de streefwaarde in 2030, namelijk 238 PJ. Gedetailleerde informatie is te vinden in de Monitor energieagenda 2019-2030.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Bijdrage leveren aan een toekomstbestendige energie-infrastructuur

Terug naar navigatie - Programma 6 Energie - Wat hebben we bereikt? - Bijdrage leveren aan een toekomstbestendige energie-infrastructuur

Indicator:

  • Bijdragen aan de ontwikkeling van oplossingen voor opslag en conversie voor een haalbare en betaalbare energietransitie
  • Bijdragen aan de ontwikkeling van energyhubs in de gebouwde omgeving (zowel bedrijventerreinen als woonlocaties)
  • Waar nodig bevoegd gezag op ons nemen voor projectbesluit en vergunningverlening voor energieinfraprojecten van netbeheerders

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Binnen de Brabantse aanpak netschaarste (onderdeel van de Landelijke Aanpak Netschaarste (LAN)) richten we ons, samen met netbeheerders, gemeenten en het Rijk, op het zo snel mogelijk uitbreiden van het elektriciteitsnet en het optimaliseren van het gebruik van het bestaande net. Specifiek aandachtspunt daarbij is het opzetten van energyhubs om het gebruik van het bestaande elektriciteitsnet te optimaliseren en daarmee, waar mogelijk, extra investeringen in uitbreiding en versterking te voorkomen. Vanuit het rijk zijn hiervoor eind 2024 financiële middelen beschikbaar gesteld Deze middelen kunnen in 2025 en 2026 worden ingezet. Met betrekking tot het zo snel mogelijk uitbreiden van het hoogspanningsnet, zijn wij ons, in samenspraak met TenneT, gemeenten en het rijk, aan het oriënteren op een rol als bevoegd gezag bij ruimtelijke besluitvorming en vergunningverlening van elektriciteitsprojecten. Met name waar het grondgebied van meerdere gemeenten betreft. In 2025 zal de provincie het bevoegd gezag op zich nemen van twee ondergrondse kabeltrajecten in ZO-Brabant

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Inzet verbonden partijen

Terug naar navigatie - Programma 6 Energie - Inzet verbonden partijen

Voor het realiseren van de doelstellingen uit dit begrotingsprogramma worden onderstaande verbonden partijen ingezet:

  • Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij;
  • Energiefonds Brabant;
  • Innovatiefonds Brabant;
  • Enexis NV/ Enpuls.

Nadere informatie over verbonden partijen staat in de paragraaf Verbonden partijen.

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Programma 6 Energie - Wat heeft het gekost?

Excel-tabel

6. Energie
Bedragen x € 1.000 Begroting 2024 Begroting 2024 Jaarrekening 2024 Verschil begr. na wijz.
primitief na wijziging realisatie - realisatie
Lasten
Programmalasten 5.711 N 13.959 N 11.324 N 2.635 V
Toegerekende organisatiekosten 4.180 N 5.235 N 5.226 N 9 V
Totaal Lasten 9.891 N 19.193 N 16.549 N 2.644 V
Baten
Programmabaten 3.111 V 8.048 V 6.266 V 1.782 N
Bijdrage in toegerekende organisatiekosten 0 0 0 0
Totaal Baten 3.111 V 8.048 V 6.266 V 1.782 N
Saldo van baten en lasten 6.780 N 11.145 N 10.283 N 862 V

Toelichting op de verschillen t.o.v. de begroting

Terug naar navigatie - Programma 6 Energie - Toelichting op de verschillen t.o.v. de begroting

Excel-tabel

6. Energie
6. Energie - Afwijking lasten (bedragen x € 1.000) 2.644 V
SPUK's Regionale aanpak laadinfrastructuur 1.361 V
De opdracht (concessie) om laadpalen te plaatsen is in 2024 met enige vertraging voorbereid, maar uitvoering vindt in 2025/26 plaats. Dit is de reden dat de rijksmiddelen later tot besteding zullen komen.
Europese programma's 'Just Transition Fund (JTF) West Noord-Brabant' 792 V
De aangevraagde subsidies voor de regeling 'Just Transition Fund (JTF) West Noord-Brabant' zijn achtergebleven bij de verwachtingen in 2024. Met name Stikstofproblematiek is de oorzaak hiervan.
Energie Brabant 924 V
Uitgaven voor 'Energie Brabant' die in 2024 opgestart is, zijn achtergebleven. 'Energie Brabant' is de communicatieve verbinding van provinciale energieprojecten. Daarnaast verbindt en stimuleert Energie Brabant ambtenaren en energieprofessionals die werken aan de energietransitie in Brabant om zo deze transitie te versnellen en versterken. Daarnaast kon de subsidie aan de BOM voor 'Develop to Invest' nog t.l.v. bestuursakkoordmiddelen uit vorige periode geboekt worden, waardoor bijna € 575.000 onbenut bleef vanuit nieuwe bestuursakkoordmiddelen.
Toegerekende organisatiekosten 9 V
De toegerekende organisatiekosten komen op basis van de gerealiseerde capaciteitsinzet lager uit.
Overige: saldo van overige lagere en hogere lasten 442 N
6. Energie - Afwijking baten (bedragen x € 1.000) 1.782 N
Baten SPUK's Energie 1.782 N
Doordat de lasten voor een aantal specifieke uitkeringen (SPUK's) voor Energie in 2024 lager zijn uitgevallen dan geraamd (het betreft met name de SPUK's voor Regionale aanpak laadinfrastructuur, zie hiervoor de toelichting bij lasten), wordt aan de batenzijde een gelijk bedrag aan lagere baten vanuit de specifieke uitkeringen gerealiseerd.
Overige: saldo van overige lagere en hogere baten 0 V