Treasury

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Treasury omvat de financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. De treasuryfunctie richt zich als zodanig op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. 
Belangrijkste doelstellingen voor de provincie zijn: 

  • Onze beschikbare middelen in het kader van de immunisatieportefeuille, de investeringsagenda en eventuele andere overtollige middelen moeten veilig zijn belegd, dat wil zeggen tegen de laagst mogelijke risico’s;
  • De beleggingen uit de immunisatieportefeuille moeten minimaal het doelrendement van € 106,3 miljoen opleveren in 2022. Vanaf 2023 wordt het doelrendement stapsgewijs afgebouwd naar € 46,3 miljoen vanaf 2030;
  • Er moeten voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn op het juiste moment ten behoeve van – onder andere – de provinciale investeringen.

Ontwikkelingen Treasury

 

Ontwikkelingen Treasury

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen Treasury

Belangrijkste ontwikkelingen
Vanaf september 2021 is de 10–jaarsmarktrente (IRS) aan het stijgen.  In 2022 heeft deze stijging zich doorgezet en op 30 december 2022 was de 10 – jaars IRS 3,20%. Vanwege de stijgende rente in 2022 zijn er twintig leningen verstrekt aan decentrale overheden voor een totaalbedrag van € 344,5 miljoen en een gemiddeld rendement van 1,67%. 

De korte rente (referentie is de driemaands–euribor) is vanaf augustus 2022 gestegen boven 0%. Op 31 december bedroeg deze 2,13%. In februari 2023 is hij zelfs gestegen boven de 3%.
De oorzaak voor de rentestijging is met name gelegen in de hogere inflatie. De ECB heeft via enkele stappen de rente voor de depositofaciliteit in 2022 en in februari 2023 verhoogd naar 2,5%. Als de inflatie zo hoog blijft dan zijn de verwachtingen – van de experts – dat er in 2023 nog een verdere stijging zal plaatsvinden.

Grafiek I: Renteontwikkeling 2022

Om ons doelrendement nu en op de lange termijn te kunnen halen willen we ook meer financieringen en investeringen realiseren met een maatschappelijk rendement. We zijn hiermee in 2015 –mede vanwege de lage rentestand- gestart. In de loop van 2020 zijn we daarom gestart met het aanpassen van de Verordening treasury. Na een gedegen proces, waarin leden van Provinciale Staten zijn meegenomen in de ideeën om de Verordening treasury aan te passen, is op 27 juli 2021 de Verordening Treasury Noord-Brabant 2021 in werking getreden, welke voor het eerst is aangepast op 7 juli 2022. De aanpassing van de Verordening treasury geeft meer mogelijkheden om te investeren en te financieren in het kader van de publieke taak. In totaal zijn nu de volgende leningen verstrekt: 

In totaal zijn nu de volgende leningen verstrekt: 

Begunstigde Initieel bedragen x € 1 mln
Stand ultimo 2022
BNG Bank (2 hybride leningen) 149.8 49.8
NWB Bank (1 hybride lening) 50,0 50,0
Enexis (2 aandeelhoudersleningen) 159,5 159,5
De Efteling 15,0 4,5
Safariresort De Beekse Bergen 41,5 33,2
Safariresort De Beekse Bergen, fase 2 (nog niet volledig betaald) 20,0 18,0
Ministerie van Defensie (F35) 22,0 22,3
Zonnepanelen Zuidoost Brabant 25,8 12,3
Financiering gebouw “Grizzly” op Pivot Park (PS 30/21) (nog niet volledig betaald) 33,9 13,5
Totaal 517,5 363,1
Leenfaciliteit Woningbouwcorporaties gemeente Bergeijk, (PS61/21) 45,0 0,0
Investering in strategische provinciale grondbank (PS 15/22) 42,5 0,0
Eindhoven Airport, realisatie verbeterde terminal (PS 37/22) 55,0 0,0
Stichting Belevenispark Pukkemuk, realisatie van een vakantiepark met voorzieningen (PS 70/22) 10,0 0,0
  670,0 363,1

Alle uitgevoerde transacties zijn gedaan binnen regels van de Verordening treasury 2021 Noord–Brabant, deze regels zijn nader uitgewerkt in het op 2 november 2022 in werking getreden Treasurystatuut Noord-Brabant 2022. In het kader van de uitvoering van de publieke taak zijn er ook nog een aantal projecten onderhanden, zoals de Grondbank en Zorgvastgoedfonds.

De langdurig lage rentestand heeft effect op het doelrendement van € 106,3 miljoen. In 2022 is voor het tweede achtereenvolgende jaar het doelrendement niet gehaald. En ook voor de komende jaren hebben we de dividend– en rentereserve als buffer nodig om onze begrotingsuitgaven te dekken. Via ombuigingen zal vanaf 2025 het doelrendement verlaagd worden naar € 76,3 miljoen en vanaf 2030 naar € 46,3 miljoen.
In 2022 wordt € 8,1 miljoen (2021: € 10,9 miljoen) onttrokken uit de buffer dividend– en rentereserve, zodat ultimo 2022 het saldo van de buffer € 190,0 miljoen bedraagt. Daarnaast bestaat deze reserve uit een egalisatiedeel waarin boekwinsten van verkochte obligaties uitgesmeerd worden over de komende jaren. Ultimo 2022 bedraagt het saldo van dit egalisatiedeel € 29,9 miljoen (ultimo 2021: € 54,2 miljoen). In 2023 wordt nog wel extra € 5,3 miljoen onttrokken uit het egalisatiedeel ten gunste van het jaarrekeningresultaat 2022. Dit in verband met gerealiseerde boekverliezen op aan – en verkopen van obligaties. Het totale effect op deze aan– en verkopen zijn per saldo wel positief door hogere rente-inkomsten gedurende de resterende looptijd. De totale dividend- en rentereserve bedraagt daardoor per einde 2022 € 219,9 miljoen.

In 2022 is onze liquiditeitspositie met € 85 miljoen afgenomen (2021: toename € 146 miljoen). Gepland was in 2022 een daling van € 942 miljoen). Dat leidt tot een verschil van € 857 miljoen ten opzichte van de prognose (in 2021 was het verschil met de prognose € 923 miljoen). Dit werd o.a. veroorzaakt door:
•    Per saldo lagere uitgaven aan infrastructurele projecten van €195 miljoen (2021 -/- € 120 miljoen);
•    Hogere uitkering provinciefonds en Motorrijtuigenbelasting van € 47 miljoen;
•    Lagere uitgaven voor Natuur, PAS en exploitatie € 51 miljoen (2021: -/-€ 24 miljoen);
•    Extra ontvangen specifieke uitkeringen (SPUKS) en decentrale uitkeringen € 155 miljoen (2021: + € 71 miljoen;
•    Lagere aflossing hybride lening BNG € 50 miljoen;
•    Minder leningen aan decentrale overheden € 333,5 miljoen. Gepland was € 678 miljoen, werkelijk verstrekt € 344,5 miljoen (2021:  -/-€ 273 miljoen);
•    Minder overige leningen verstrekt en minder uitgaven voor partijen in rekening courant € 56 miljoen.

In het afgelopen jaar geeft dat het volgende beeld ten opzichte van 2021:

Grafiek 2: maandelijks verloop van het saldo van inkomsten en uitgaven over 2022 en 2021

De trend is zeker niet hetzelfde in 2022 als in 2021. De verstrekte leningen aan decentrale overheden in 2022 van € 344,5 miljoen (2021: € 95 miljoen) hebben een behoorlijk effect op het verloop in 2022. Dat komt met name omdat we vanwege de hogere rentestand in 2022 veel meer leningen hebben verstrekt dan in 2021.
In mei 2022 heeft BNG Bank de eerste tranche van de hybride leningen afgelost. Voor de provincie was dat € 100 miljoen. Dit was een jaar later dan verwacht. De aflossing van de tweede tranche is met een jaar uitgesteld. Daarnaast zijn er in 2022 een aantal investeringen (m.b.t. Natuur en Infrastructurele projecten) niet volledig gerealiseerd en doorgeschoven. 

Overige ontwikkelingen
•    In 2022 is het Treasury Committee vier keer bijeen geweest (in 2021: 4 keer) en zijn er drie bijeenkomsten geweest waar de “onderhanden projecten” zijn besproken;
•    De beleggingsdoelstelling over 2022, minimaal € 106,3 miljoen inkomsten genereren, is niet gehaald. In 2022 is er voor de tweede keer gebruik gemaakt van de “buffer” in de Dividend – en Rentereserve voor een bedrag van € 8,1 miljoen (geraamd was: € 11,1 miljoen). De lagere onttrekking is met name veroorzaakt door de rente op de lopende rekening bij de Schatkist van € 3 miljoen.

Obligatieportefeuilles

Terug naar navigatie - Obligatieportefeuilles

De provincie Noord-Brabant bezit twee obligatieportefeuilles: een immunisatieportefeuille en een investeringsagendaportefeuille. Beide portefeuilles bestaan uit obligaties van Europese banken met een minimale kredietwaardigheid van AA–minus, conform de wet Fido en Ruddo.

Grafiek 3: ratings van de obligaties in 2022 en 2021 in de immunisatieportefeuille

Immunisatieportefeuille
Het doel van de immunisatieportefeuille is een rendement te genereren, door het jaarlijks ontvangen van een vaste rente, ter compensatie van de in 2009 weggevallen dividendstromen van Essent. Het risico van deze portefeuille is laag. Daardoor blijft de waarde in stand, maar zijn ook de rendementen relatief laag. De vrijkomende middelen kunnen momenteel alleen worden herbelegd tegen een zeer laag rendement. Dat zorgt ervoor dat de doelstelling (rendement van € 106,3 miljoen) niet meer houdbaar is. Bij het Bestuursakkoord en de begroting 2021 hebben wij een procesvoorstel gedaan voor de bepaling van de nieuwe doelstelling en de consequenties daarvan voor de lange termijn (koers 2030). Dit houdt in dat er structureel bezuinigd zal worden vanaf 2025 (€ 30 mln.). De rendementsdoelstelling loopt geleidelijk af met dezelfde bedragen naar € 76,3 mln. in 2025. In 2030 vervalt de laatste storting in de reserve “balansverkorting” en wordt de rendementsdoelstelling verder verlaagd naar € 46,3, miljoen. Bij het bepalen van de doelstelling is er rekening gehouden met een verlaging van € 16,2 miljoen aan rentekosten die niet meer in de begroting zijn opgenomen. 

De verdeling van de immunisatieportefeuille naar tegenpartij per 31 december 2022 wordt weergegeven in de grafiek 4. De boekwaarde van de uitzettingen op dat moment was € 2.579 miljoen. Deze beleggingen bestaan uit obligaties (€ 175 miljoen), langjarige deposito’s bij de Nederlandse Staat via Schatkistbankieren voor € 341 miljoen, leningen aan decentrale overheden (€ 1.700 miljoen) en leningen in het kader van de publieke taak (€ 363 miljoen). Daarnaast ontvangen we een dividend voor ons aandeel in Enexis. Een deel van de nominale waarde van de uitzettingen heeft betrekking op de Dividend – en rentereserve.
Het gerealiseerde rendement over 2022 bedraagt € 98,2 miljoen (2021: € 95,4 miljoen) en is als volgt opgebouwd (zie ook “algemeen financieel beleid”):

Begunstigde 2022 bedragen x € 1 mln
2021
Dividend Enexis 30,6 23,2
Rente obligaties 2,0 2,5
Effect verkopen en effect switches *) 24,4 32,2
Rente schatkistbankieren (deposito’s)

8,2

8,2
Rente gemeenteleningen 19,9 17,1
Rente leningen publieke taak (incl. Enexis) 8,6 11,9
Overige rente inkomsten 4,5 0,3
Totaal 98,2 95,4

Tabel II gerealiseerd rendement 2022 en 2021 immunisatieportefeuille

Hierdoor bedraagt het tekort in 2022 € 8,1 miljoen (2021: tekort € 10,9 miljoen) ten opzichte van het doel-rendement van € 106,3 miljoen. 

*) het boekverlies op de verkochte obligaties in 2022 bedraagt € 5,3 miljoen (2021: boekwinst € 0,7 miljoen). In 2022 zijn obligaties met verlies verkocht, maar nieuwe obligaties gekocht met een hogere rente. In de komende jaren wordt het boekverlies gecompenseerd door de hogere rente op de obligaties. Het effect in de jaren 2022 t/m 2027 bedraagt € 1,1 miljoen positief. Administratief wordt het boekverlies onttrokken uit de Dividend– en rentereserve. Dit is het zogenaamde egalisatiedeel. Per ultimo 2022 bedraagt het egalisatiedeel € 29,9 miljoen. Omdat in 2023 het boekverlies van € 5,3 miljoen wordt onttrokken bedraagt het eigenlijke saldo dat nog wordt ingezet de komende jaren € 24,6 miljoen.

Per einde 2022 zijn de beleggingen als volgt verdeeld over de verschillende beleggingsvormen:

Grafiek 4: verdeling beleggingen van de immunisatieportefeuille per ultimo 2022

Investeringsagendaportefeuille
Het doel van de investeringsagendaportefeuille is dat op de gewenste tijdstippen de middelen die nodig zijn voor de realisatie van de investeringsagenda beschikbaar zijn. Het risico van deze portefeuille is laag. De boekwaarde van de obligaties per 31-12-2022 bedraagt € 37,2 miljoen (2021: € 37,8 miljoen). In 2022 zijn er in deze portefeuille enkele obligaties verkocht en aangekocht.
Het verschil tussen de stand van de reserve en de obligatieportefeuille is – zoals wettelijk voorgeschreven – gestald bij de Schatkist. Inmiddels is het doelbedrag van € 1 miljard gerealiseerd en is het overschot van € 5,6 miljoen ultimo 2019  toegevoegd aan de rente – en dividendreserve ten behoeve van de buffer. De toekomstige rentebaten t/m 2026 worden meegenomen bij de dekking van het doelrendement. 

Beleid en beheersing van risico's

Terug naar navigatie - Beleid en beheersing van risico's

Het Treasury statuut geeft de risico’s aan die intern beheerst moeten worden: markt– (waaronder rente– en valutarisico), krediet– en liquiditeitsrisico’s. Voor elk risico geven we aan hoe de provincie hiermee is omgegaan in het afgelopen jaar.

Renterisico’s – Wettelijke verplichtingen
De Wet Fido, die met ingang van 1 januari 2001 in werking is getreden, stelt twee concrete normen aan het financieringsbeleid van de provincie, te weten de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Aan beide normen wordt door de provincie voldaan.

Kasgeldlimiet – kortlopende schulden
De kasgeldlimiet bepaalt het bedrag dat de provincie maximaal als gemiddelde netto–vlottende schuld per kwartaal mag hebben. Dat bedrag is een percentage van de jaarlijkse begroting. Voor de provincies is dat percentage vastgesteld op 7,0%. 
Gedurende 2022 is de gemiddelde netto–vlottende schuld ruim onder de kasgeldlimiet gebleven. In het bijlagenboek (bijlage 9) zijn overzichten opgenomen van de Modelstaat A waarin de liquiditeitspositie per kwartaal is weergegeven. 

Renterisiconorm – langlopende schulden
Aangezien in 2022 geen financiering heeft plaats gevonden en er ook geen sprake is geweest van renteherzieningen op lopende vaste geldleningen is de renterisiconorm niet relevant. 

In het bijlagenboek is de Modelstaat B opgenomen, betreffende de berekening van het renterisico over het jaar 2022.

Valutarisico’s
De valutarisico’s (risico’s die zijn ontstaan door schommelingen in wisselkoersen) worden uitgesloten doordat alleen uitgezet en belegd wordt in euro’s.

Kredietrisico’s
In het kader van beperking van het kredietrisico, het risico op niet (terug)betalen van de hoofdsom en/of de rente, wordt alleen belegd in vastrentende waarden van financiële ondernemingen en/of landen met minimaal een AA–minus rating (door minimaal twee ratingagencies bepaald) of in waardepapier van financiële ondernemingen met een staatsgarantie van een land met een AA–minus rating. De financiële onderneming waarin wordt belegd zonder staatsgarantie moet gevestigd zijn in een land met minimaal een AA–rating. Deze regels zijn strenger dan de regels in de Wet Fido en de Ruddo. In 2022 zijn er geen beleggingen in portefeuille die niet voldoen aan deze eisen, zoals die zijn opgenomen in de Wet Fido en de Ruddo.
Met de wijziging van de Wet Fido op 10 december 2013 mogen de decentrale overheden uitsluitend overtollige middelen beleggen bij de schatkist of uitlenen aan andere decentrale overheden, waar de provincie geen toezichtrelatie mee heeft. Daarnaast is het mogelijk om te beleggen in projecten met een publiek doel. Ook hierbij moet het risico minimaal zijn. In het aangepaste Treasury Statuut hebben Gedeputeerde Staten regels vastgelegd voor de beheersing van die risico’s. 

Liquiditeitsrisico’s
Hiermee wordt bedoeld het risico dat wij niet kunnen voldoen aan onze kortlopende betalingsverplichtingen (facturen, subsidies en dergelijke). Dit is geminimaliseerd door de aanwezige liquide middelen zoveel mogelijk af te stemmen op de prognose van ontvangsten en uitgaven. Dat doen we op dag-, week–, maand– en jaarbasis. Vanaf 2014 zijn onze mogelijkheden om gebruik te maken van flexibele spaarproducten en deposito’s beperkt door “verplicht schatkistbankieren”. Vanaf 2023 zijn we ook gestart met het uitzetten van kortlopende (kas)geldleningen aan decentrale overheden, omdat ook deze rente is gestegen.

Provinciefinanciering

Terug naar navigatie - Provinciefinanciering

Provinciefinanciering betreft het aantrekken en uitzetten van financiering ten behoeve van het uitvoeren van de publieke taken van de provincie en de risicobeheersing daarvan.

Leningenportefeuille
Opgenomen leningen
In 2022 zijn geen nieuwe langlopende leningen opgenomen. De laatste opgenomen lening is in 2013 geheel afgelost.
Bijlage 6 van het bijlagenboek geeft een specificatie van de opgenomen leningen. Hierin staat een bedrag van € 2,6 miljoen als schuldrelatie met ministerie van Economische Zaken. Dit heeft betrekking op een aandelentransactie. Provincie heeft aandelen BOM overgenomen van het ministerie voor hetzelfde bedrag. Er is nog niets betaald. 

Verstrekte leningen voor publieke taak (incl. Leningen aan decentrale overheden)
In 2022 is voor € 406,7 miljoen aan nieuwe leningen verstrekt. Dit is inclusief €344,5 miljoen aan 20 gemeenten buiten de provincie. Na aflossing (€ 168,0 mln.) van de bestaande en de nieuw verstrekte leningen, resteerde er per balansdatum ruim € 2.316,3 miljoen (ultimo 2021: € 2.078,2 miljoen) aan leningen u/g. Dit is exclusief de voorzieningen die zijn getroffen. Daarnaast is € 0,4 miljoen afgeboekt als oninbaar in 2022. Het risico van deze leningen wordt continu gemonitord. Voor een specificatie van deze leningen wordt verwezen naar bijlage 3b van het bijlagenboek.

Derivaten
Deze is per 31 december 2020 geëindigd.

Uitzettingen
De beleggingen in de beide portefeuilles, inclusief de verstrekte leningen aan openbare lichamen en deposito’s bij de schatkist, bedragen in overeenstemming met de balans € 2.948,7 miljoen.

Tabel III

Aansluiting met de balans bedrag
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo agio en disagio 325.596
Leningen aan:  
- openbare lichamen (excl. Moerdijk, Nuenen, Tilburg, Helmond en Geertruidenberg) 1.699.844.418
- deelnemingen (Enexis, BNG en NWB, zie bijlage 3b) 272.766.512
- in het kader van de publieke taak 90.298.840
Uitzettingen met rentetypische looptijd > 1 jaar:  
- in schatkist  340.700.000
- in Nederlands schuldpapier *) 2.500.215
- overige uitzettingen 545.532.814
  2.951.968.395

Het effectieve rendement over de immunisatieportefeuille wordt begroot op circa 3,50% op jaarbasis rekening houdend met de aangescherpte beleggingsrichtlijnen voor de verkoopopbrengsten Essent. Hierbij is het uitgangspunt dat gestreefd wordt naar uitzettingen met een hoge mate van zekerheid. Het daadwerkelijk gerealiseerde couponrendement over 202 voor alle beleggingen in de immunisatieportefeuille bedraagt 2,62% (2021: 2,36%). 

Vorm Bank/Instelling per 1/1-2022 per 31/12/2022
Obligaties Immunisatieportefeuille* Divers 180.018.470 175.252.013
Obligaties Investeringsagendaportefeuille* Divers 37.823.308 37.172.582
Langlopende leningen aan decentrale overheden   1.408.228.419 1.699.844.418
Zerobond obligatie i.c.m. Oiko Credit* NL-Staat 2.500.215 2.500.215
Leningen aan deelnemingen (BNG/NWB/Enexis/Pivot park)*   329.282.955 272.766.512
Overige leningen publieke taak   78.654.096 90.298.840
Lange termijn deposito's bij de schatkist Rijk-min. Financiën 340.700.000 340.700.000
Leningen aan fondsen en inv. In grond Divers 185.448.639 197.547.338
Korte termijn rekening courant bij schatkist Rijk-min. Financiën 368.860.430 135.885.476
    2.961.516.532 2.951.968.394

De specificatie van de beleggingen en de langlopende leningen zijn in de toelichting op de balans opgenomen onder financiële vaste activa en immateriële vaste activa (voor zover er sprake is van (dis)agio). 

Participatie in Oikocredit
In november 2012 is besloten een participatie te nemen in het Oikocredit Nederland Fonds. Door middel van deze participatie geven Gedeputeerde Staten invulling aan de ethisch-sociale aspecten van het treasury beleid. De participatie wordt uitgevoerd in combinatie met een hoofdsomgarantie met een looptijd van 10 jaar. Provinciale Staten zijn hierover op 14 december 2012 geïnformeerd.
Begin 2013 is de participatie genomen in het Oikocredit Nederland Fonds met een nominale waarde van € 426.958. Het risico bij deze uitzetting is erg laag en deze uitzetting past volledig binnen de regels van de wet Fido en de Ruddo.

Rente schema
De commissie BBV adviseert onderstaand renteschema in de paragraaf financiering van de begroting en jaarstukken op te nemen. Hiermee wordt inzicht gegeven in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van toerekening.

Renteschema  
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering   2.645
b. De externe rentebaten -/- 45.725.601
Saldo rentelasten en rentebaten -/- 45.722.956
c1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -/-  
c2. De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend -/-  
c3. De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend -/-  
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente    
d1. Rente over eigen vermogen    
d2. Rente over voorzieingen    
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente    
e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) -/-  
f. Renteresultaat op het taakveld treasury -/- 45.722.956