Programma 5 Economie, Kennis en Talentontwikkeling

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De economie herstelde zich weliswaar snel na de coronacrisis, maar al gauw kregen we met tal van andere opgaven te maken. Toeleveringsketens waren nog altijd verstoord sinds 2020, wat internationale handel en productie bemoeilijkte, met tekorten en inflatie tot gevolg. De inval van Rusland in Oekraïne verstoorde dit nog verder, in het bijzonder op de energiemarkt. Dichter bij huis blijven bedrijven last ondervinden van netcongestie en de stikstofproblematiek en krapte op de arbeidsmarkt. Al deze trends combineren tot een gecompliceerd beeld: Op macroniveau lijkt het goed te gaan met de economie, maar er zijn ook flinke zorgen. De ingrepen van de (Rijks)overheid in de economie hebben een grote positieve rol gespeeld hetgeen niet vergeten mag worden.  
 
Ondanks stijgende rentes en vrees voor een recessie blijft de arbeidsmarkt oververhit. De coronacrisis en de krappe arbeidsmarkt hebben arbeidsmarktbeleid dan ook hoog op de agenda gezet. We blijven hard werken om talent aan te trekken, te behouden, te ontwikkelen en benutten. Onze focus op missiegedreven innovatie resulteerde onder andere in het opstarten van acht innovatiecoalities, waarin overheid, bedrijven en kennisinstellingen samenwerken om met innovaties maatschappelijke opgaven op te lossen. Dit varieert van coalities om met regeneratieve geneeskunde gezonder ouder te worden, tot het stimuleren van het gebruik van data voor mkb. Daarnaast blijven we werken om de financierings- en ondersteuningsketen voor startups en scaleups steeds beter te krijgen. Europese Programma’s zijn hier een belangrijk instrument voor. (Zie paragraaf Europese Programma's.) De Brabantse campussen en clusters zijn brandpunten van innovatie en spelen een belangrijke rol in het ecosysteem. Op de onderdelen wonen en bereikbaarheid is dit jaar de Strategische Agenda Mainportstatus Brainport met het Rijk, de regio en het bedrijfsleven afgesloten. Deze agenda moet de schaalsprong van de Brainportregio begeleiden en ervoor zorgen dat de brainportregio en Brabant de groeimotor van Nederland blijft. Campussen zijn aantrekkelijk voor bedrijven en dit is te zien in hun groei.
 
Het beleidskader Economie 2030 noemt digitalisering en circulariteit als versnellingsopgaven, randvoorwaardelijk voor een toekomstbehendige economie. Hoewel we als Nederland digitaal vooroplopen, is er nog een wereld te winnen. Meer samenhang en samenwerking moet ertoe leiden dat ondernemers en werknemers verdergaande stappen zetten en investeren in hun datacompetentie. We streven in Brabant naar een economie die in 2050 verregaand circulair is. Daarom streven we samen met onze partners naar 50% vermindering van het primaire grondstoffengebruik in 2030 in Brabant. In 2022 werkten we hier onverminderd aan verder, onder andere door goede voorbeelden te etaleren en bedrijventerreinen via het programma Grote Oogst te verduurzamen. 

In 2022 was de geopolitiek erg aanwezig in de economie. De oorlog in Oekraïne, maar ook de coronacrisis en de toenemende spanningen tussen de Verenigde Staten en China laten een schaduwzijde zien van de globalisering en toegenomen afhankelijkheid die zo typerend waren in de afgelopen decennia. Vanuit Europa wordt er dan ook gewerkt aan onze strategische autonomie: minder afhankelijkheid van andere werelddelen voor cruciale onderdelen van onze economie en maatschappij. Sleuteltechnologieën en innovaties die uniek zijn in Nederland en Brabant en cruciaal voor ons toekomstig verdienvermogen liggen onder een vergrootglas. Dit kan kansen opleveren voor Brabant om onze positie als innovatieleider in Europa te versterken en verbreden. Een voorbeeld hiervan is de door de EU aangenomen European Chips Act, die van groot belang is voor onze regio. De focus op strategische autonomie en de restricties buiten Europa in de coronacrisis heeft tot gevolg dat we met name in Europees verband interessante samenwerkingen zijn aangegaan en hebben gecontinueerd. Dit jaar kon er ook weer grotendeels vrij over grenzen gereisd worden en hebben we een inhaalslag moeten slaan in innovatieve markten buiten Europa, zoals Israël, de Verenigde Staten en Japan.

Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Terug naar navigatie - Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Stimuleren van missie-gedreven innovatie door sterke ecosystemen en clusters van bedrijven.

Terug naar navigatie - Stimuleren van missie-gedreven innovatie door sterke ecosystemen en clusters van bedrijven.

Omschrijving (toelichting)

Indicatoren:

  • Brabantse positie op de (RIS) en (RCI) ranglijsten

RIS is de Regional Innovation Scoreboard van de Europese Commissie, een gerenommeerde lijst van de meest innovatieve regio’s in Europa (250 regio’s in totaal). Onze ambitie is in 2030 minimaal bij de beste 15 regio’s te horen. De huidige innovatiepositie (plek 36 in 2021) betekent dat we een uitdaging hebben.

RCI is de Regional Competitiveness Index, eveneens van de Europese Commissie. Deze index meet het concurrentievermogen van alle Europese regio’s, bijvoorbeeld op het gebied van infrastructuur en opleidingen. Brabant scoort hoog op opleidingsniveau en technologisch niveau. Huidige positie: 20 (2019)

  •  Jaarlijks procentuele toename van het bruto regionaal product (BRP).

Het BRP groeit in 2021 (t.o.v. 2020). In de begroting brengen we in beeld welke resultaten we leveren voor de structurele deel van de begroting. Voor meer inzicht in de prestaties uit de uitvoeringsagenda’s verwijzen we naar het programmeringsdocument dat GS eind augustus 2021 aan de Staten heeft aangeboden.

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Stimuleren van missie-gedreven innovatie krijgt vorm in een breed scala aan nieuwe producten van starters en (samenwerkende) MKB’ers op het gebied van Zorg & Gezondheid, Energie & Circulariteit, Landbouw & Voedsel en Veiligheid. Een aantal ontwikkelingen hebben we ondersteund middels Innovatiecoalities. Onze eerdere inzet rond Fotonica en High Tech kreeg in 2022 een enorme versnelling via goedgekeurde Groeifondsvoorstellen voor PhotonDelta en Nxt Generation High Tech Equipment van samen ruim € 900 mln., die voor een belangrijk deel in Brabant landen. Door voortdurende toetsing aan de indicatoren uit de RIS en de RCI waarborgen we dat onze economie in internationaal verband voldoende innovatief en concurrerend blijft. In de eerste helft van 2023 worden nieuwe publicaties van de RIS en RCI verwacht. Naar aanleiding van de lagere score in 2021 zijn in 2022 onder andere versterkende investeringen gedaan in MBO Data Praktijk Teams en hebben we een bijdrage geleverd aan het oplossen van de grote tekorten op de arbeidsmarkt door het inzetten van een specifieke subsidieregeling (ROA) voor innovatieve projecten.    

Het BRP is in 2021 toegenomen met 5,5%. 

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Inzetten op talentontwikkeling voor de kenniseconomie van morgen

Terug naar navigatie - Inzetten op talentontwikkeling voor de kenniseconomie van morgen

Omschrijving (toelichting)

Indicatoren:


• Spanningsindicator Brabantse arbeidsmarkt

De spanningsindicator Brabantse arbeidsmarkt geeft de verhouding aan tussen het aantal vacatures en het aantal kortdurend werklozen. De indicator vergelijkt dus de actuele vraag naar personeel ten opzichte van het actueel beschikbaar aanbod.
In het 1e kwartaal (Q1) 2020 was de gemiddelde spanningsindicator onder de vijf Brabantse arbeidsmarktregio’s 1,51 Arbeidsmarktcijfers Om tot een evenwichtige arbeidsmarkt te komen zou de spanningsindicator voor alle sectoren tenminste lager moeten worden dan deze in Q1 2020 was met als optimale eindwaarde 1,0. In Q4 2021 was de spanningsindicator gestegen naar 4,23.


• % bruto arbeidsparticipatie (werkgelegenheid)

De bruto arbeidsparticipatie wordt gemeten ten opzichte van de totale beroepsbevolking in de leeftijd van 15–75 jaar. In Q1 van 2020 was er een bruto arbeidsparticipatie van 71,3%.( zie opendata.cbs).Omdat de coronacrisis een hevig negatief effect heeft gehad op de bruto arbeidsparticipatie is het streven om deze op het niveau van Q1 2020 te krijgen. In Q1 2022 was de bruto arbeidsparticipatie in Noord-Brabant gestegen naar 74,8 %. 

          • Succes broedplaatsen

Het succes van broedplaatsen wordt gemeten in het aantal broedplaatsen wat versterkt is, door onderwijs en bedrijfsleven beter met elkaar te verbinden en zichtbaar programma’s met elkaar in te richten en talent te ontwikkelen.

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

De arbeidsmarkt staat erg onder druk. Reguliere middelen om de arbeidsmarkt een impuls te geven werken niet meer. Om te voorkomen dat de arbeidsmarkt nog verder krimpt en de regionale economie niet meer verder kan groeien, is het zaak om een lange termijn strategie te volgen waarbij over meerdere jaren (tot tenminste 2030) meerdere maatregelen tegelijk worden ingezet om het gewenste resultaat te bereiken. Dit betekent dat bij de strategieplanvorming ook gekeken moet worden naar acties die langer duren of later in de tijd zullen worden ingezet om de groei vast te houden. 

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Realiseren van sterkere clusters door Europese en internationale samenwerking

Terug naar navigatie - Realiseren van sterkere clusters door Europese en internationale samenwerking

Omschrijving (toelichting)

De ambities uit het bestuursakkoord zijn grensoverschrijdend met een expliciete opdracht voor verbreding op basis van investering in (internationale) innovatie coalities. Dit vraagt om een gefocuste aanpak op inhoud, waarde toevoeging en doelregio en hier wordt in samenwerking met de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) invulling aan gegeven. De instrumenten die we hierbij inzetten zijn via een gerichte lobby beleidsbeïnvloeding, kennisdeling door actief netwerken en het organiseren van fondsen en projecten. 

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Ondanks de impact van de coronacrisis is in 2022 goede voortgang geboekt bij het versterken van de internationale relaties van Brabantse innovatieve clusters. Bestaande samenwerkingsverbanden zijn onderhouden en zelfs versterkt. Daarnaast zijn internationale relaties aangeknoopt in het verlengde van de geïnitieerde innovatie coalities. De georganiseerde handels-, innovatie- en investeringsmissies hebben hieraan significante bijdragen geleverd. 

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Het versterken van de ruimtelijke-economische structuur

Terug naar navigatie - Het versterken van de ruimtelijke-economische structuur

Omschrijving (toelichting)

Indicatoren:

  • Provincie Noord-Brabant scoort gemiddeld op de Brede Welvaartsindicator (BWI in 2021)
  • Groei werkgelegenheid

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Met de verschillen regio’s werken we aan een concrete strategische agenda om innovatiedistricten en campussen te versterken. Meest in het oog springend is de ontwikkeling van de nieuwe strategische agenda Mainport, met het Rijk en de regio Brainport.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Heeft het gekost wat het mocht kosten?

Terug naar navigatie - Heeft het gekost wat het mocht kosten?
5. Economie
Bedragen x € 1.000 Begroting 2022 oorspronkelijk Begroting 2022 na wijziging Jaarrekening 2022 realisatie Verschil begroting - realisatie
Lasten
Programmalasten 39.669 N 56.112 N 45.630 N 10.482 V
Toegerekende organisatiekosten 6.205 N 6.880 N 8.410 N 1.530 N
Totaal Lasten 45.874 N 62.992 N 54.040 N 8.952 V
Baten
Programmabaten 578 V 18.530 V 15.199 V 3.331 N
Bijdrage in toegerekende organisatiekosten 0 0 1.024 V 1.024 V
Totaal Baten 578 V 18.530 V 16.223 V 2.307 N
Saldo van baten en lasten 45.296 N 44.462 N 37.817 N 6.645 V

Verschillenanalyse

Terug naar navigatie - Verschillenanalyse
5. Economie - Afwijking lasten (bedragen x € 1.000) 8.952 V
Economie Algemeen / Werkbudget 2.200 V
Er was voor 2022 reeds (deels) rekening gehouden met de risicoafdekking van de lening voor Knooppunt XL, echter deze lening is pas in 2023 verstrekt. Door PS is reeds besloten dat de onderuitputting bij programma Economie aangewend kan worden voor de risicoafdekking en gestort in risicoreserve Ontwikkelbedrijf.
Specifieke uitkering MIT 3.806 V
Hier is nauwelijks sprake van onderbesteding. Betreft aan de ene kant lagere lasten van provinciale cofinancieringsuitgaven MIT. Dit wordt met name veroorzaakt doordat a) diverse projecten een startdatum m.i.v. 1/1/2023 hebben (op moment van ramen niet bekend), waardoor de lastneming (niet realisatie) doorschuift naar 2023 en b) doordat projecten voordeliger afgewikkeld worden. Aan de andere kant betreft dit uitgaven MIT die door het Rijk gedekt worden. Betreft idem als in 2021 ook rijksuitgaven van prov. Limburg en Zeeland.
Europese programma's 3.430 V
Het betreft met name Efro-bijdrage OP-Zuid € 2,47 mln.. Dit is budgettair neutraal, zowel aan de lasten- als baten-kant. Verder zijn er diverse projecten voordeliger afgewikkeld en ook zijn de werkelijke uitvoeringskosten lager dan verwacht.
Diverse uitvoeringsagenda's 245 V
De realisatie van de diverse uitvoeringsagenda's wijkt enigzins af van de raming, per saldo is er € 0,24 mln. minder gerealiseerd ten opzicht van de raming.
Subsidieregeling haalbaarheidsstudies Noord-Brabant 500 V
De subsidieregeling haalbaarheidsstudies Noord-Brabant is in 2022 afgesloten en hierdoor is een positief afwikkelingsverschil ontstaan van € 0,5 mln. Deze regeling is opgevolgd door de MIT haalbaarheidsprojecten.
Toegerekende organisatiekosten 1.530 N
De toegerekende organisatiekosten komen op basis van de gerealiseerde uren-inzet hoger uit.
Overige: saldo van overige lagere en hogere lasten 301 V
5. Economie - Afwijking baten (bedragen x € 1.000) 2.307 N
Europese programma's 1.135 N
Wordt met name veroorzaakt door lagere Efro-bijdrage OP-Zuid, zie ook afwijking lasten. Verder is er een onttrekking gedekt uit transitoria OP Zuid die niet geraamd was.
Rijksbijdrage Specifieke Uikering MIT 2.200 N
Zie ook onder Specifieke Uitkering MIT batenkant. Lagere MIT-uitgaven aan lasten kant leiden ook tot lagere Rijksbijdragen.
Bijdrage in toegerekende organisatiekosten 1.024 V
De bijdrage in toegerekende organisatiekosten komt hoger uit.
Overige: saldo van overige lagere en hogere baten 4 V