Programma 3 Water en bodem

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De provincie werkt aan schoon, voldoende en veilig water, een schone en vitale bodem en klimaatadaptatie. Dit zijn de vijf centrale beleidsopgaven voor een duurzame klimaatbestendige leefomgeving. 
Het jaar 2022 was het eerste jaar van voortvarende uitvoering van het Regionaal Water en Bodem Programma 2022-2027 (RWP) en waarin ook een start is gemaakt met uitvoering van de Maatwerkovereenkomsten met de waterschappen (MOKs), het Bestuursconvenant Grondwater en de adviezen van de onafhankelijke Adviescommissie Droogte. Daarnaast hebben uw Staten in 2022 besloten tot verhoging van de grondwaterheffing, zodat er meer middelen beschikbaar komen om maatregelen tegen verdroging te treffen. Op het vlak van hoogwaterveiligheid zijn diverse dijkverbeterings- en/of rivierverruimingsprojecten rond de primaire en regionale keringen in voorbereiding (waaronder Meanderende Maas en Cuijk-Ravenstein).  Daarnaast is de provincie samen met de waterschappen gestart met het actualiseren van de overstromingsscenario’s van de Maas. Ten aanzien van Vitale Bodem is het startschot gegeven voor de uitvoering van het project BodemUp 2.0 - integrale aanpak water en bodem op agrarische gronden -  waarvoor aanvullende financiële middelen vanuit het Rijk beschikbaar zijn gesteld. Met het beroepsonderwijs (MBO, HBO) is gewerkt aan onderwijsvernieuwingen om duurzaam bodembeheer een plek te geven in de groene opleidingen. Het project ‘Schoon Water voor Brabant’ gericht op de bescherming van onze kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden is gecontinueerd, en daarnaast is veel aandacht gegeven aan het terugdringen van medicijnresten en de landsgrensoverschrijdende samenwerking om de waterkwaliteit te verbeteren.
De provincie heeft in 2022 veel geïnvesteerd in de samenwerking met gemeenten en waterschappen als belangrijke samenwerkingspartners in het realiseren van een klimaatbestendig en waterrobuust Brabant. In de Zuidwestelijke Delta, Waterpoort en Geopark Schelde Delta en zijn de volgende projecten uitgevoerd: Voorverkenning gebiedsproces Volkerak-Zoommeer, Water tussen Wal en Schelde, Opstellen Bidbook UNESCO Global Delta status voor het Geopark Schelde Delta, heropening en Inlaat Roode Vaart.
Op het gebied van de provinciebrede Klimaatopgave hebben de programma’s Water en Bodem en Milieu en Energie het voortouw genomen om deze hoofdopgave uit de Omgevingsvisie in de andere provinciale programma’s te verankeren.
De aanpak van de spoedeisende bodemsaneringen loopt conform planning. Met extra aandacht en tijd voor de aanpak van drie bodemverontreinigingen die ontstaan zijn door illegale lozingen van drugsafval. De provincie pakt deze bodemverontreinigingen aan vanuit haar ‘vangnet’-bevoegdheden onder de Wet Bodembescherming. Ten aanzien van het onderwerp diffuse loodverontreinigingen is de verwachtingenkaart opgeleverd en worden er, in samenwerking met 5 Brabantse gemeenten, pilots opgestart voor het uitvoeren van bodemonderzoek.   
In 2022 kwam daarnaast aanvullend beleid vanuit het Rijk (NPLG, kamerbrief Water en Bodem sturend). Hierdoor, en door een verdere duiding van de urgentie van de droogte-problematiek door de Adviescommissie Droogte, bleken de opgaven en benodigde maatregelen omvangrijker dan vastgelegd in het RWP. Dit noodzaakt verdere doorwerking van het principe en Rijksbeleid ‘Water en Bodem sturend’ in onder meer het ruimtelijk beleid van provincie, waterschappen en gemeenten en een aanvulling dan wel addendum van het RWP. Tevens bleek in 2022 dat door een combinatie van aanvullende opgaven en uitvoeringsrisico’s de huidige begroting van het RWP geactualiseerd moet gaan worden.

Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Terug naar navigatie - Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Voldoende Water. Niet te weinig diep en ondiep grondwater en oppervlaktewater met optimale zoetwaterbeschikbaarheid en waterverdeling in geval van extreme droogte, en niet te veel oppervlaktewater, om ernstige regionale wateroverlast te voorkomen

Terug naar navigatie - Voldoende Water. Niet te weinig diep en ondiep grondwater en oppervlaktewater met optimale zoetwaterbeschikbaarheid en waterverdeling in geval van extreme droogte, en niet te veel oppervlaktewater, om ernstige regionale wateroverlast te voorkomen

Omschrijving (toelichting)

Indicatoren:
· De grondwatervoorraad is op orde en stabiel op termijn: Grondwaterstand en stijghoogte in de grondwaterlichamen voldoet aan de norm (uiterlijk 2027 moeten beide grondwaterlichamen voldoen, 1 voldoet momenteel niet).
· Voldoende grondwater voor de natuur: Areaal natte natuurparels dat niet langer verdroogd is (uiterlijk 2027 is 12.000 ha NNP niet langer verdroogd).

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

Bovenstaande indicatoren vergen een langetermijnaanpak en medewerking van veel partijen. We moeten meer inzet plegen om bovenstaande indicatoren tijdig te halen. Daarom hebben we in 2021 nadere afspraken gemaakt met onze waterpartners in het Grondwaterconvenant 2022-2027 en de Maatwerkovereenkomsten met de waterschappen (MOKs). Er wordt in afstemming met de Waterschappen en overige uitvoerende partners gewerkt aan een adaptieve programmering en er zijn afspraken gemaakt over het verstevigen van de capaciteit om de inzet op de uitvoering te verstevigen. De eerste aanvragen op basis van de Bijdrageregeling Water en Bodem zijn eind 2022 ontvangen, waarmee middelen naar de waterschappen gaan voor projecten gericht op verdrogingsbestrijding ten behoeve van de natte natuurparels.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Schoon Water. Schoon grond- en oppervlaktewater voor onze volksgezondheid en natuur, conform de normen van de Kaderrichtlijn Water; het voorkomen van verontreiniging en het beschermen van diepe grondwatervoorraden.

Terug naar navigatie - Schoon Water. Schoon grond- en oppervlaktewater voor onze volksgezondheid en natuur, conform de normen van de Kaderrichtlijn Water; het voorkomen van verontreiniging en het beschermen van diepe grondwatervoorraden.

Omschrijving (toelichting)

Indicatoren:
· Basis op orde: alle oppervlaktewateren en het grondwater voldoen aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water in 2027.
•    Alle fysische, biologische en chemische parameters zijn op orde voor zowel de KRW-oppervlaktewateren als de overige oppervlaktewateren.
•    Het grondwaterlichaam verkeert in een goede chemische (grondwater)toestand;
•    Er vindt geen trendmatige achteruitgang van de (grond)- waterkwaliteit plaats
· Verminderde inbreng stoffen:
•    De inbreng van antropogene stoffen en stoffen die expliciet in de KRW genoemd zijn wordt voorkomen en beperkt. Dit geldt voor alle gevaarlijke stoffen, ook als er momenteel nog geen waternormen voor zijn, zoals voor PFAS, bestrijdingsmiddelen, medicijnresten en plastics.
· Grondwater voor menselijke consumptie is blijvend beschermd: 
•    Bronnen openbare drinkwaterwinningen zijn op orde.

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

De waterkwaliteit voldoet niet overal aan de wettelijke eisen. Dit komt mede doordat het in uitvoering krijgen van oppervlaktewaterprojecten meer tijd vergt dan voorzien, en het effect van maatregelen in grondwaterbeschermingsgebieden door de complexiteit van het bodem- en watersysteem pas met enkele jaren vertraging zichtbaar is. 

Als gezondheidsindicator in het kader van ‘drie gezonde levensjaren erbij voor iedere Brabander’ hanteren we de indicator Schoon Water “Aantal van de 8 met nitraat meest vervuilde grondwaterbeschermingsgebieden dat voldoet aan de norm (van 50 milligram nitraat/liter) in 2025”: schoon drinkwater vormt een essentiële basis voor een gezond leven.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Veilig Water. Veiligheid tegen hoogwater in het hoofdwatersysteem en het regionaal watersysteem.

Terug naar navigatie - Veilig Water. Veiligheid tegen hoogwater in het hoofdwatersysteem en het regionaal watersysteem.

Omschrijving (toelichting)

Indicatoren:
•    Brabant is beschermd tegen overstromingen en biedt Ruimte voor de rivier;
•    Het percentage rivierenlandschap waar sprake is van sterke dijken in combinatie met een uitbreiding van de afvoercapaciteit;
•    De regionale keringen zijn veilig (100% voldoet aan de norm).

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

De rivierverruimingsprojecten en de verbetering van de primaire waterkeringen gebeurt door de gezamenlijk partners via een gebiedsgerichte aanpak. De projecten lopen mogelijk enige vertraging op als gevolg van de algemene prijsstijgingen en de stikstof problematiek. We verwachten dat dit in de totaalplanning tot en met 2050 niet tot problemen leidt.
De verbetering van de regionale keringen verloopt volgens planning. 
In 2022 zijn we gestart met een analyse van de impact van de Kamerbrief over 'Water en Bodem sturend'  en het nieuwe programma Integraal Riviermanagement (IRM) ten aanzien van reservering van zonodig extra ruimte binnen- en buitendijks voor toekomstige rivierverruiming en dijkverbeteringen en mogelijke nieuwe projecten.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Vitale Bodem. Vergroten van de vitaliteit, sponswerking, resistentie tegen ziekten en natuurlijk productievermogen van de bodem voor duurzame landbouw en biodiversiteit.

Terug naar navigatie - Vitale Bodem. Vergroten van de vitaliteit, sponswerking, resistentie tegen ziekten en natuurlijk productievermogen van de bodem voor duurzame landbouw en biodiversiteit.

Omschrijving (toelichting)

Indicator:
• In de agrarische beïnvloedingsgebieden rondom de prioritaire N2000 gebieden en natte natuurparels, in de voedingsgebieden voor strategische grondwatervoorraden, grondwaterbeschermingsgebieden en gebieden met verhoogd risico op uitspoeling van nitraat en afspoeling van fosfaat is de bodem vitaal en worden de normen voor de Kaderrichtlijn Water en Nitraatrichtlijn gehaald;
•    De sponswerking voor water en voedingsstoffen is op orde: verliezen van voedingsstoffen naar het grond- en oppervlakte- water zijn minimaal en er is geen sprake meer van verdichting, zodat regenwater kan infiltreren;
•    het gehalte aan organische stof is op zodanig niveau dat een gevarieerd bodemleven mogelijk is en meststoffen en water worden gebonden; 
Streven: 100% van de landbouwbodems in 2050 vitaal, gekoppeld aan klimaat adaptieve inrichting en gebruik;
•    Ecologische principes nemen een centrale plaats in de agrarische bedrijfsvoering in: 
 ·    het aantal praktiserende boeren neemt toe. 

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

Een vitale landbouwbodem verhoogt het natuurlijke productievermogen van de grond en vergroot de weerbaarheid van de gewassen tegen gewasziekten. Een vitale bodem gaat efficiënt om met mineralen en beperkt zo het uitspoelen van nutriënten naar het grond- en oppervlaktewater. Verder bevordert een vitale bodem de biodiversiteit. Hoe meer en soortenrijker het leven onder de grond, hoe meer en gevarieerder het leven boven de grond.
De klimaatverandering, met wisselende weersomstandigheden als gevolg, versterkt de urgentie voor een vitale bodem. Hoe vitaler de bodem is, hoe beter de effecten van klimaatverandering (zoals lange perioden van droogte en extreme regenbuien) opgevangen kunnen worden.
Het besef dat een vitale bodem een oplossing biedt voor de vele opgaven waarvoor we aan de lat staat groeit. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de Kamerbrief 'Water en Bodem sturend', waarmee het kabinet water en bodem sturend wil laten zijn bij de ruimtelijke inrichting van ons land. Dit groeiende besef, draagt bij aan het bereiken van onze doelen ten aanzien van een klimaatbestendige vitale bodem. Herstel van de vitaliteit van de bodem vergt meerjarige inzet en effecten zijn pas na enkele jaren merkbaar. Daarom staat deze indicator op oranje.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Klimaatadaptatie. Aanpassen aan klimaatverandering in alle domeinen van het provinciale waterbeleid.

Terug naar navigatie - Klimaatadaptatie. Aanpassen aan klimaatverandering in alle domeinen van het provinciale waterbeleid.

Omschrijving (toelichting)

Indicator:
Brabant heeft in 2050 een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting: Brabant wordt klimaatbestendig en waterrobuust ingericht op basis van de leidende principes uit dit RWP. (100% in 2050)

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

Een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting van Brabant vereist een transitie in het stedelijk en landelijk gebied. Waar Brabant nog volledig is ingericht op het zo snel mogelijk afvoeren van water, moeten we de omslag maken naar het vasthouden en koesteren van water. We staan nog aan het begin van deze transitie. 

De komende jaren zullen ondermeer de ontwikkelingen in het kader van het Brabants Programma Landelijk Gebied en het leggen van de ruimtelijke puzzel met de regionale uitwerking van de Kamerbrief ‘Water en Bodem sturend’ sterk bepalend zijn voor de voortgang op een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting van Brabant. De gewenste transitie in de omgang met water in het licht van een veranderend klimaat vereist ook een omslag in denken en handelen én samenwerking door alle partijen in Brabant, van burger tot bedrijfsleven. In 2023 verschijnen de nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI.  Onduidelijk is of onze inspanningen voldoende blijken met het oog op de snelheid van klimaatverandering. Daarom is deze indicator op ‘oranje’ gezet.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Inzet verbonden partijen

Terug naar navigatie - Inzet verbonden partijen

Voor het realiseren van de doelstellingen uit dit begrotingsprogramma worden onderstaande verbonden partijen ingezet:
•    GOB BV
•    Brabant Water
•    Nederlandse Waterschapsbank NV
Nadere informatie over verbonden partijen staat in de paragraaf Verbonden partijen.

Heeft het gekost wat het mocht kosten?

Terug naar navigatie - Heeft het gekost wat het mocht kosten?
3. Water en Bodem
Bedragen x € 1.000 Begroting 2022 oorspronkelijk Begroting 2022 na wijziging Jaarrekening 2022 realisatie Verschil begroting - realisatie
Lasten
Programmalasten 35.854 N 32.182 N 27.197 N 4.985 V
Toegerekende organisatiekosten 4.509 N 5.831 N 5.604 N 227 V
Totaal Lasten 40.364 N 38.014 N 32.801 N 5.212 V
Baten
Programmabaten 5.922 V 10.241 V 9.350 V 891 N
Bijdrage in toegerekende organisatiekosten 0 0 843 V 843 V
Totaal Baten 5.922 V 10.241 V 10.193 V 48 N
Saldo van baten en lasten 34.442 N 27.773 N 22.608 N 5.164 V

Verschillenanalyse

Terug naar navigatie - Verschillenanalyse
3. Water en Bodem - Afwijking lasten (bedragen x € 1.000) 5.212 V
Basisopgave Water en Bodem 1.540 V
De onderbesteding wordt met name veroorzaakt doordat de afhandeling van één van de drie subsidieaanvragen met betrekking tot klimaatbestendig robuust watersysteem (POP3) langer duurt dan verwacht, waardoor de subsidie in 2023 kan worden verleend in plaats van in 2022.
Klimaatadaptatie 718 V
Van de afhandeling van de voor € 2,7 mln binnengekomen subsidieaanvragen uit de bijdrageregeling Klimaatadaptatie projecten Noord-Brabant hadden wij een deel in 2022 verwacht. Deze worden nu in 2023 gerealiseerd.
Schoon en voldoende water 302 V
De projecten in het kader van de maatwerkovereenkomsten met de waterschappen vergen veel afstemming waardoor de planningen niet altijd gehaald worden. Zo worden de aanvragen op de bijdrageregeling Water en Bodem begin 2023 beschikt in plaats van eind 2022. Daarentegen zijn voor het Deltaprogramma Hoge Zandgronden in 2022 meer subsidies verstrekt dan oorspronkelijk verwacht.
Veilig water 765 V
Eind 2022 heeft de provincie de rijksbijdragen voor de Meanderende Maas via een specifieke uitkering ontvangen. De inkomsten en uitgaven van de SPUK Meanderende Maas lopen niet via de reserve Regionaal Water en Bodemprogramma.
Vitale Bodem 947 V
De definitieve gunning van de Europese aanbesteding voor BodemUp heeft vertraging opgelopen door een langere doorlooptijd van de totstandkoming van het plan van aanpak. De gunning heeft in januari 2023 plaatsgevonden.
Venherstel 694 V
Voor de subsidieregeling Natuur, onderdeel Venherstel, zijn minder aanvragen ontvangen dan verwacht. Het restantbudget wordt ingezet bij de openstelling van de regeling in 2023.
Toegerekende organisatiekosten 227 V
De toegerekende organisatiekosten komen op basis van de gerealiseerde uren-inzet lager uit.
Overige: saldo van overige lagere en hogere lasten 19 V
3. Water en Bodem - Afwijking baten (bedragen x € 1.000) 48 N
Veilig water 765 N
Eind 2022 heeft de provincie de rijksbijdragen voor de Meanderende Maas via een specifieke uitkering ontvangen. De inkomsten en uitgaven van de SPUK Meanderende Maas lopen niet via de reserve Regionaal Water en Bodemprogramma.
Bijdrage in toegerekende organisatiekosten 843 V
De bijdrage in toegerekende organisatiekosten komt hoger uit.
Overige: saldo van overige lagere en hogere baten 126 N