Europese programma’s

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Mede door inzet van de Europese programma’s gaan we onze provinciale doelstellingen realiseren. De Europese subsidies zijn, met haar multipliereffect, zeer belangrijke impulsgelden voor de provincie Noord-Brabant en een katalysator bij het stimuleren van vooral het bedrijfsleven en Triple Helix partners om te innoveren en innovatiekracht te verbinden met de huidige actuele maatschappelijke opgaven waar we voor staan. 

In 2021 is het nieuwe Meerjarig Financiële Kader (2021-2027) gestart van de Europese Unie, met een nieuwe verdeling voor Europese fondsen zoals het: 

•    EFRO-programma 2021-2027 voor Zuid-Nederland – OPZuid  

•    Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid met de Nederlandse invulling het Nationaal     Strategisch Plan - GLB/NSP 

•    Europese subsidieregeling voor grensoverschrijdende ruimtelijke en regionale ontwikkeling –     Interreg 

•    Recovery Assistance for Cohesion and the Territories of Europe - REACT-EU 

•    Just Transition Fund - JTF 

•    Recovery and Resilience Facility- RRF 

Naast de programma's waar we deelnemen in de governance kijken we ook kritisch naar andere Europese programma's die aansluiten bij de provinciale doelstellingen. Als provincie hebben wij de verantwoordelijkheid van beheerautoriteit (voorheen: managementautoriteit) op ons genomen in de afspraken met het ministerie van Economische Zaken in het kader van de partnerschapsovereenkomst. 

Om maximaal te profiteren van deze fondsen is het noodzakelijk de benodigde cofinancieringsmiddelen tijdig beschikbaar te hebben en de uitvoeringskosten op ons te nemen voor de komende programmaperiode. In 2020 is door GS besloten dat de cofinancieringsmiddelen gevonden moet worden binnen de bestaande programmabudgetten. 

De motivatie is dat de EU middelen bijdragen aan onze eigen doelstellingen en door inzet van onze cofinancieringsmiddelen er extra middelen voor de doelstellingen beschikbaar komen. 

In de begroting 2022 is tot en met 2023 voorzien in de cofinanciering voor Europese fondsen van in totaal € 24.6 mln. Vanaf 2024 tot en met 2027 (het einde van de huidige programmaperiode) zal nog cofinanciering moeten worden georganiseerd door het nieuwe college.   

Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Terug naar navigatie - Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Uitgangspunt is om optimaal en op een strategische manier gebruik te maken van de kansen die Europa ons biedt bij de realisatie van onze provinciale doelstellingen en daar de juiste randvoorwaarden voor te scheppen en de benodigde cofinanciering voor te organiseren. Dit geldt voor zowel de huidige als de nieuwe Europese programmaperiode. 

Voor wat betreft de vorige programmaperiode 2014-2020 ligt de focus nu op het adequaat afronden van de programma's waarin we als provincie deelnemen. Gelijktijdig zetten we sterk in op de nieuwe kansen die Europa ons biedt en vervullen we een proactieve rol bij de voorbereidingen, vormgeving en uitvoering van de net gestarte Europese programmaperiode 2021-2027. 

  1. Inzet op extra middelen uit de Europese Unie inzake: 
 • Corona herstel - React EU 
 • Green Deal - Just Transition Fonds (JTF) 
 • Green Deal - Recovery and Resilience Facility (RRF) (nationaal georganiseerd) 

  2. Europese programma’s 2021-2027: 
 • Majeure Europese programma’s: OPZuid, GLB/NSP, InterregVI A 
 • Provinciale cofinanciering Europese programma’s 2021-2027 

  3. Afronden Europese programma’s 2014-2020: 
 • Majeure programma’s: OPZuid, POP3, Interreg V 
 • Bancaire instrumenten 
 • Beleidsinstrumenten 

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan?
  • 1. Inzet op extra middelen uit de Europese Unie inzake: 

  

Corona herstel - React EU 

Voor de periode 2020 heeft de Europese Commissie destijds een substantieel bedrag beschikbaar gesteld middels het ReactEU programma. Het programma was gericht op crisisherstel en een groen, digitaal en veerkrachtig herstel en behoeft geen cofinancierings-verplichting (100 % EU). Het ReactEU-geld dient uiterlijk ultimo 2023 te zijn besteed en is een extra prioriteit in het OPZuid programma van 2014-2020. 

De drie zuidelijke provincies kregen in totaal € 49,5 mln. EU-middelen aangevuld met € 6,7 mln. aan rijks cofinanciering uit het ReactEU toebedeeld. Deze middelen moeten eind 2023 zijn weggezet. In 2020 zijn hierop 2 openstellingen ReactEU geweest.  
Provincie Noord-Brabant zet de Europese herstelmiddelen vanuit ReactEU, gebaseerd op de Actie- en investeringsagenda, in voor de digitalisering in de zorg, slimme steden (BrabantRing), versterking van de arbeidsmarkt (Brabant Leert), verduurzaming vastgoed en innovatieclusters. 
  
Bij de openstelling ReactEU zijn 22 projecten met een Brabantse penvoerder positief beoordeeld door de adviescommissie en is beschikt voor in totaal € 30 mln. vanuit het Europese subsidiefonds (EFRO).  

Op dit moment is 25% gerealiseerd binnen de Brabantse projecten, verwachting is dat eind 2023 90% realisatie is behaald. Dit is wel afhankelijk van de voortgang van deze projecten. Stimulus houdt als uitvoeringsorganisatie de voortgang van deze projecten in de gaten en staat in nauw contact met de penvoerders van de projecten. 

  

Green Deal - Just Transition Fonds (JTF)  

De Europese commissie heeft ook extra miljarden ter beschikking gesteld via het Just Transition Fund (JTF) dat onderdeel uitmaakt van het Just Transition Mechanism binnen de Europese Green Deal. 

Zo is voor de provincie Noord-Brabant het COROP - gebied Moerdijk aangewezen en is een bedrag van € 58,5 mln. toegewezen aan dit gebied. 

Voor Brabant is de focus op de thema’s energie, circulaire & biobased economie en eiwittransitie voor verduurzaming van de industrie in brede zin. Er staan binnen JTF in West-Brabant 3 programmatische sporen centraal, te weten product- en proces innovatie (spoor 1), energie infrastructuur en energie- systemen (spoor 2) en arbeidsmarkt (om- en bijscholen, spoor 3). 

In 2022 heeft het voorbereidende werk plaatsgevonden voor de governance van JTF, waarbij het Rijk als Beheerautoriteit optreedt en de provincie Noord-Brabant is aangewezen als Intermediate Instanties die het mandaat heeft gekregen om regionaal de uitvoering voor hun COROP-gebied te verzorgen. Stimulus programmamanagement zal namens de Zuid-Nederlandse provincies Limburg, Brabant en Zeeland het JTF in uitvoering brengen. 

  

 

 • Green Deal - Recovery and Resilience Facility (RRF)  

Het grootste onderdeel van het EU –herstelinstrument in reactie op de COVID-19 crisis (Next Generation EU) betreft de faciliteit voor herstel en veerkracht (Recovery and Resilience Facility, RRF). 
Doel van het RRF is het bevorderen van de economische, sociale en territoriale cohesie in de Europese Unie door het verbeteren van weerbaarheid en het aanpassingsvermogen van de lidstaten, het aanpakken van de sociale en economische impact van de crisis, en het steunen van de groene en digitale transities. 
De omvang van de faciliteit behelst voor Nederland ongeveer € 4,7 miljard.  (excl. de benodigde cofinanciering). De Raad van ministers heeft het definitieve Nederlandse plan op 4 oktober 2022 goedgekeurd. Hierin zijn hoofdzakelijk reeds gedekte investeringen en hervormingen opgenomen, gebaseerd op het coalitieakkoord 2021-2025. Ruimte voor eventuele additionele investeringsmogelijkheden voor de regio’s, bleek er niet te zijn.  

          

2. Europese Programma’s 2021-2027 

  

Majeure Europese programma’s: OPZuid, GLB/NSP, Interreg VI  

Bij de vormgeving van het nieuwe OPZuid, GLB-NSP en Interreg programma’s 2021-2027 is de geactualiseerde Zuid-Nederlandse Regionale Innovatie Strategie (RIS3) als kader gebruikt bij de vormgeving van de verschillende Europese programma's 

Bij de verschillende programma's die in nauwe samenwerking met de programmapartners zijn opgesteld en afgestemd met de externe stakeholders ligt het accent op een slimmer en groener Europa. Hiermee sluit het perfect aan bij onze provinciale doelstellingen en kunnen we door slimme programmering Europese middelen genereren die bijdragen aan het realiseren van onze doelstellingen. 

  

OPZuid

Op 29 juni 2022 heeft de Europese Commissie het OPZuid 2021-2027 goedgekeurd. Daarmee stelt de Europese Commissie in totaal € 109 mln. beschikbaar voor de regio Zuid-Nederland gedurende de programmaperiode 2021-2027. Het Ministerie van EZK heeft op 5 juli 2022 Brabant aangewezen als Beheerautoriteit (BA) waardoor de bevoegdheid is ontstaan om het OPZuid uit te voeren. Vervolgens hebben GS Brabant (in hoedanigheid van BA) de OPZuid subsidieregeling goedgekeurd.  

  

De eerste openstelling van het OPZuid vond plaats van 12 september tot en met 4 november 2022. Tijdens de eerste openstelling zijn er in totaal 48 projectaanvragen ingediend. 31 van de 48 projectaanvragen hebben Brabantse cofinanciering aangevraagd. In totaal is hiermee bijna 30 miljoen euro aan EFRO-subsidie en Brabantse cofinanciering aangevraagd. De projectaanvragen zijn in januari 2023 beoordeeld door een onafhankelijke deskundigencommissie. Vervolgens voert uitvoeringsorganisatie Stimulus de laatste financiële toetsen uit en daarna worden de eerste OPZuid 2021-2027 projecten beschikt (Q1 2023). 

  

De voorbereidingen voor de twee openstellingen in 2023 (voor- en najaar) zijn in volle gang. In 2023 valt er € 30 mln. aan EFRO-subsidie te verdelen en er is voor Brabant een cofinancieringsbedrag van € 6,5 mln. gereserveerd. Het te verdelen EFRO-bedrag van de openstelling in het najaar zal hoogstwaarschijnlijk worden uitgebreid met cofinanciering vanuit het Rijk (± € 7,5 mln.).  

   

 

GLB/NSP

Nederland heeft als laatste lidstaat in december 2022 van de Europese Commissie groen licht gekregen voor het nieuwe GLB waarvoor een Nationaal Strategisch Plan moest worden ingediend. Lidstaten hebben meer vrijheid gekregen om naar behoeften en mogelijkheden te kijken om de landbouw te verduurzamen. Het budget voor de hectarepremie is gedaald en door deelname aan de ecoregeling kunnen boeren het verlies aan inkomenssteun gedeeltelijk opvangen. Een substantieel gedeelte is overgeheveld naar het ELFPO om meer ANLb mogelijk te maken en juist de verduurzaming en innovaties met projectsubsidies te stimuleren. Zo wil het nieuwe GLB toekomstbestendig boeren stimuleren. Brabant krijgt rond de € 66 mln. aan Europese subsidie beschikbaar met een cofinancieringsopgave van rond de € 35 mln. Het ANLb rekent met € 29 mln. Europese middelen en € 15 mln. cofinanciering. 

  

Interreg VI

De Interreg programma's zetten in op grensvervaging en bevordering van samenwerking tussen regionale gebieden in verschillende landen. Interreg A is gericht op grensoverschrijdende samenwerking. De nadruk in de huidige programmaperiode 2021-2027 ligt hierbij op de thema’s innovatie, duurzaamheid en grensoverschrijdend arbeidsmarktbeleid. Ook in deze Europese programmaperiode maakt Brabant weer onderdeel uit van de volgende Interreg VI-A programma’s: Interreg Deutschland –Nederland, Interreg Vlaanderen-Nederland en Interreg Maas-Rijn. 

  

Mijlpaal 2022 

  • De beschikbare EFRO-middelen uit de vorige Europese programmaperiode (Interreg V) zijn in alle drie de Interreg A - programma's nagenoeg beschikt.  
  • Op dit moment vindt een adequate afwikkeling plaats van de vastgestelde projecten binnen de 3 programma’s. 

  

Interreg Deutschland –Nederland  

  • Het OP Interreg VI-A Deutschland Nederland is op 22 juli 2022 goedgekeurd door de Europese Commissie. 
  • De Europese Commissie heeft € 240 mln. Europese middelen beschikbaar gesteld voor dit programmagebied in de periode 2021-2027. 
  • De lancering van de doorlopende openstelling was op 20 april 2022, omdat gewerkt wordt met een doorlopende openstelling is het volledige EFRO bedrag van € 240 mln. beschikbaar gesteld. 
  • In totaal zijn er 14 projecten ingediend, de stuurgroep heeft 5 projecten hiervan goedgekeurd. In 2 van de 5 projecten zitten een of meerdere Brabantse partners. 
  • In 2022 hebben nog geen van de projecten een cofinancieringsaanvraag ingediend. 

  

Interreg Vlaanderen-Nederland  

  • Het OP Interreg VI-A Vlaanderen-Nederland is op 20 september 2022 goedgekeurd door de Europese Commissie. 
  • De Europese Commissie heeft € 205 mln. Europese middelen beschikbaar gesteld voor dit programmagebied in de periode 2021-2027. 
  • De lancering van de eerste Call voor project ideeën was op 11 februari 2022, voor deze Call is een totaal bedrag van € 71 mln. EFRO beschikbaar gesteld. 
  • In totaal zijn er 103 projectideeën ingediend, het Comité van Toezicht heeft besloten dat 29 project ideeën zich mochten opwerken tot een definitieve aanvraag. In 24 van de 29 aanvragen zitten 1 of meerdere Brabantse partners. 
  • In 2022 hebben nog geen van de projecten een cofinancieringsaanvraag ingediend.  

 

Interreg Maas-Rijn 

  • Het OP Interreg VI-A Maas – Rijn is op 14 november 2022 goedgekeurd door de Europese Commissie. 
  • De Europese Commissie heeft € 110 mln. Europese middelen beschikbaar gesteld voor dit programmagebied in de periode 2021 –2027. 
  • De lancering van de eerste Call voor project ideeën wordt verwacht in het voorjaar van 2023. 

  

Provinciale cofinanciering Europese programma’s 2021-2027 

Voor het huidige programma is gekozen om de cofinanciering te dekken uit de beschikbaar gestelde middelen per programma. De motivatie is dat de EU middelen bijdragen aan onze eigen doelstellingen en door inzet van onze cofinancieringsmiddelen er extra middelen voor de doelstellingen beschikbaar komen. Omdat deze stelselwijziging procedureel een klein risico in zich heeft dat benodigde cofinancieringsmiddelen niet tijdig beschikbaar zijn, is er in 2022 een risicobuffer aangelegd om te voorkomen dat potententiele EU middelen verloren gaan als gevolg van deze risico’s. Hiermee zal dit risico opgevangen worden zodat er, indien noodzakelijk, bijsturing kan plaatsvinden. 
Een bijdrage voor de uitvoering van de programma’s (Stimulus, Interreg-secretariaten, RVO) is naar schatting jaarlijks € 2,5 mln. De uitvoeringskosten van de Europese programma’s zullen de komende zeven jaar door de provincie gedragen moeten worden. De eerste 2 jaar (2022 en 2023) zal dit vanuit de restant middelen reserve Cofinanciering Europese programma’s gedekt worden en daarna uit de structurele dekking. 

  

3. Afronden Europese programma’s 2014-2020 

  

Majeure programma’s: OPZuid, POP3, Interreg V 

Binnen deze programmaperiode is onder de naam POP3+ het Plattelandsontwikkelingsprogramma verlengd met twee jaren.  

In verband met vertraging in de Brusselse besluitvorming heeft er een transitieperiode van 2 jaar plaatsgevonden om de nieuwe maatregelen die in het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid terugkomen te borgen en hierop alvast op voor te sorteren. Een kleine € 19 mln. was beschikbaar aan Europese middelen voor 2021-2022. Voor de transitieperiode zijn de volgende focus doelen genoemd: klimaatdoelen, kringlooplandbouw en biodiversiteitsherstel. Zowel de landbouw transitie als de opgaven voor natuur, bodem en water zijn aan de orde. 

 Voor zowel voor POP3 als voor OPZuid en de Interreg V programma’s ligt de focus nu op het adequaat afronden van de gesubsidieerde projecten. 

  

Bancaire instrumenten 

Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI)/InvestEU 

De provincie heeft in augustus 2018 de mkb-plusfaciliteit opgezet om snelgroeiende en innovatieve mkb- en midcap ondernemingen in Brabant te kunnen voorzien van durfkapitaal, wanneer ze daarvoor onvoldoende terecht kunnen bij private partijen. Het beschikbare bedrag aan publieke middelen voor participaties (equity) kan oplopen tot een totaal van € 120 mln., waarvan  
€ 30 mln. aan provinciale middelen, € 30 mln. aan rijksmiddelen en € 60 mln. aan middelen uit het Europees Fonds voor Strategische Investeringen. Voor de leningenkant van de mkb-plusfaciliteit stellen de provincie en Invest-NL sinds januari 2020 ieder €30 mln. beschikbaar.  

De aandelen- en leningenkant van de mkb-plusfaciliteit hebben in principe een looptijd van respectievelijk 20 en 17 jaar. In 2020 heeft de provincie de eerste twee co-investeringen gerealiseerd en in 2022 de derde.  In totaal gaat het om circa € 11,75 mln. aan provinciale middelen.  

  

Beleidsinstrumenten 

 Vanguard Initiative 
 Het Vanguard initiatief is een initiatief waarin ruim 39 Europese regio’s samenwerken. Brabant participeert actief in dit Europese Samenwerkingsproject, gezien het grote belang van de Industrie-agenda in onze regio. In 2022 hebben we, naast de bestaande activiteiten, deelgenomen aan activiteiten op het gebied van AI en Smart Health. Verder is 2022 een I-3 (Interregional Innovation Investments) voorstel gehonoreerd op het gebied van 3D Printen en Printed Electronics. Vanguard is gericht op de Europese maakindustrie (Smart Industries), met een focus in 2023 op de ontwikkeling en toepassing van Artificial Intelligence.  Het is de bedoeling om in 2023 op Smart Health een voorstel in te dienen met de collega’s van LSH in het nieuwe fundinginstrument I-3 (Interregional Innovation Investments). 

  

Monitoring Europese programma’s  

Twee keer per jaar monitort Stimulus Programmamanagement van de provincie Noord-Brabant - in samenwerking met ERAC - de verlening van Europese subsidies aan projecten met begunstigden die zijn gevestigd in Zuid-Nederland. Deze gegevens worden ieder half jaar geactualiseerd en laten zien aan hoeveel Brabantse projecten vanaf het begin van de huidige programmaperiode 2014-2020 tot heden Europese subsidie is toegekend. Voor de rapportage klik hier 

  

Leergang Europa: Europe Academy 

In 2022 heeft het Team Europese Programma’s de bekendheid binnen de organisatie over de mogelijkheden van de Europese Programma’s vergroot door de organisatie van de Leergang Europa. Met deze leergang wordt kennis gedeeld over Europa, Europese Unie, maar vooral ook de Europese subsidieprogramma’s. De leergang Europa is onderverdeeld in drie thematische sessies:  

1) Algemene introductie op Europa en haar subsidieprogramma’s;  

2) Het Europese financieringslandschap en de kansen voor Brabant;  

3) Europese projectontwikkeling voor Brabantse projecten.  

Sessie 1 betrof een algemene introductiesessie, deze werd drukbezocht door circa 60 collega’s. Themasessie 2 zoomt in op de subsidiekansen voor Brabant en is eenmalig in 2022 georganiseerd en wordt in 2023 herhaald. Themasessie 3 wordt in 2023 voor de eerste keer gegeven en legt uit hoe een succesvolle aanvraag tot stand komt. De Europa Leergang is een samenwerking tussen ERAC en collega’s uit het team Europese Programma’s.  

  

 




 

 

 

Heeft het gekost wat het mocht kosten?

Terug naar navigatie - Heeft het gekost wat het mocht kosten?

Europese programma’s 2021-2027 

 Door de beleidsprogramma’s is vooralsnog cofinanciering toegezegd voor de openstellingen in de huidige bestuursperiode. In 2022 zijn er voor de programma’s OPZuid en Interreg openstellingen geweest. De realisatie van deze openstellingen zal volgens planning pas in 2023 plaatsvinden. 

Beleidsprogramma

Totaal benodigde en toegevoegde

cofinanciering 2022 en 2023

Energie €  6.500.000
EKT € 8.917.500
Landbouw en voedsel € 4.000.000
Water en Bodem

€ 2.850.000

Natuur € 2.365.000
  € 24.632.500

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In 2022 is er € 24.282.500 toegevoegd aan de reserve. Dit is inclusief € 4.700.000 voor de uitvoeringskosten afkomstig uit de reserve EP 2014-2020. Voor de uitvoeringskosten voor het Europese programma 2021-2027 is in 2022 € 666.449 onttrokken aan de reserve.  

Per 31 december 2022 is de stand van de reserve EP 2021-2027 € 23.616.051. 

  De benodigde cofinanciering na 2023 tot het einde van programmaperiode zal naar verwachting een bedrag van € 42.7 mln. zijn. Voor het beleidsprogramma Energie is er vanuit de vrije begrotingsruimte reeds een bedrag van € 4,8 mln. als dekking overeengekomen. Daarmee komt de verwachte benodigde cofinanciering op € 37.9 mln.  

Binnen de beleidsprogramma’s zal in 2023 de dekking van de cofinanciering voor de programmajaren 2024 tot en met 2027 moeten worden gevonden. 

Europese programma’s 2014-2020 

POP3 

Voor het POP3+ programma zijn er in 2021 en 2022 nog vijf wijzigingsregelingen voor Plattelandsontwikkelingsprogramma opengegaan. In 2022 is hiervan €4,5 mln. tot realisatie gekomen. Van deze openstellingen staat nog voor €3,2 mln. aan subsidieaanvragen open voor 2023. 

Uitvoeringskosten 

Conform afspraak zullen de uitvoeringskosten 2022 en 2023 voor zowel de Europese programmaperiode 2014-2020 als 2021-2027 uit deze reserve EP 2014-2020 worden gedekt. Derhalve is € 4,7 mln. voor de uitvoering EP 2021-2027 overgeboekt naar deze reserve. 

Voor de uitvoering 2014-2020 moet naar verwachting nog € 2.1 mln. worden gereserveerd. 

Reserve Europese programma's 2014-2020 inclusief transitieperiode

Programma's 

(in € mln.)

Toevoeging 

t/m 2022

Onttrekkingen

t/m 2022

Saldo reserve

31-12-2022

 

Verwachte stand reserve

einde programmaperiode

OP Zuid 29.541.475 31.973.395 -2.431.920  -2.431.920
POP3 50.653.938 40.902.299 9.751.639   6.509.890
Intereg 25.282.196 20.742.108 4.540.088   4.540.088
Uitvoering 16.131.854 23.797.999 -7.666.145 -9.803.468
Risicobuffer (2022) 10.000.000   10.000.000 10.000.000
Totaal 121.609.463 117.415.801 14.193.661  8.814.590