Programma 6 Energie

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het begrotingsprogramma Energie gaat over de energietransitie als onderdeel van de opgave om verdere klimaatverandering te voorkomen door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen (mitigatie).    

Op basis van de Energieagenda 2019-203 en Uitvoeringsagenda Energie 2022-2023  ‘Urgent en Kansrijk’ werkten we in 2022 verder aan de transitie naar een duurzame en energiezuinige samenleving om onze provincie leefbaar, aantrekkelijk en concurrerend te houden.  De energiecrisis die in 2022 ontstond als gevolg van de Russische inval in Oekraïne, benadrukt het belang en de urgentie van energiebesparing en het vinden van alternatieven voor aardgas.  

Onze aanpak is in lijn met de nationale insteek, al zijn de provinciale beleidsambities nog niet aangepast naar het (inter)nationaal verhoogde ambitieniveau voor broeikasgasreductie: de nationale beleidsinzet voor 2030 ligt op 60% (wettelijk wordt 55% verankerd) en voor 2050 op 100%.   

De energietransitie vraagt om het optimaal benutten en uitbreiden van het brede energiesysteem voor elektriciteit, gassen en warmte. Op de langere termijn zal er een nieuw energiesysteem ontstaan met meer flexibiliteit door opslag en conversie van energie, gevoed door bronnen die in de meeste gevallen tijdelijker en lokaler van aard zijn.  

Intussen loopt de transitie tegen de grenzen van het huidige systeem aan. In 2022 ontstond naast transportschaarste lokaal ook afnameschaarste voor bedrijven. Brabant heeft actief bijgedragen aan het Landelijk Actieprogramma Netschaarste en is via de Taskforce Transportschaarste de samenwerking met netbeheerders en gemeenten gestart voor het vinden van lokale oplossingen en het versnellen van procedures.  

Een grens waar we in 2022 ook mee te maken hadden is het gebrek aan arbeidskrachten; op het gebied van beleidsvorming en technologieontwikkeling en in de uitvoering.   

Des te belangrijker was (en is) onze samenwerking als overheden via de RES’en en tussen overheden en industrie via de CES’en, de BEL-groep en de Industrietafel Midden en West-Brabant. De provincie heeft samen met de BOM en TNO (partner in solliance) een samenwerkingsovereenkomst getekend om in de komende 3 jaar een nieuwe innovatieve productielijn te ontwikkelen van een nieuwe generatie flexibele dunne film zonnetechnologie waarmee producten op maat en in massaproductie kunnen worden gemaakt. 

In de samenwerking met maatschappelijke partners speelden Brabant Geeft Energie (BGE) en het programma  Sociale Innovatie Energietransitie (SIE) de hoofdrol.  

Verder zijn de fondsvoorwaarden van het Energiefonds aangepast n.a.v. de evaluatie uit 2021, zodat ook investeringen in pilotprojecten mogelijk worden, zoals energieopslag en slimme netwerken In 2022 is ook de website geo-informatie ontwikkeld van het energiesysteem van Noord-Brabant waarin data (van RES-en) bijeen is gebracht en de Energiemonitor in opgenomen is. 

Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Terug naar navigatie - Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Verduurzaming van de energieopwekking

Terug naar navigatie - Verduurzaming van de energieopwekking

Omschrijving (toelichting)

Indicator*:

  • Totale productie van hernieuwbare energie in petajoule (PJ) (verplichte indicator, bron Klimaatmonitor)
  • Opgave opwek hernieuwbare elektriciteit in de RES’en (6,5 TWh in 2030)

*zie programmeerdocument Energie voor inzicht in meerjarige ontwikkelingen

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Een deel van de opgave hernieuwbare elektriciteit is gerealiseerd en groot deel zit in de pijplijn en gaat de komende jaren gerealiseerd worden. Echter, inspanning om geplande projecten te realiseren en nieuwe projecten te concretiseren blijft nodig. Gedetailleerde informatie is te vinden in de Monitor energieagenda 2019-2030

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Verminderen emissies broeikasgassen

Terug naar navigatie - Verminderen emissies broeikasgassen

Omschrijving (toelichting)

Indicatoren*:

  • (Verplicht) Totale emissie broeikasgassen (uitgedrukt in CO2-equivalenten) in tonnen uitstoot (bron Klimaatmonitor) (streefwaarde 2030 10.7 Mton)
  • Emissie gerelateerd aan energie: totale CO2- emissie in tonnen uitstoot (bron Klimaatmonitor) (streefwaarde 2030: 7,6 Mton)
  • Verbruikte energie totaal in PJ (bron: Klimaatmonitor) (streefwaarde 2030: 240 PJ)

*zie programmeerdocument Energie voor inzicht in meerjarige ontwikkelingen

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Bij minder verbruik van fossiele brandstoffen voor de energievoorziening, door energie besparing of opwek van hernieuwbare energie, neemt de uitstoot van CO2 af. Er lijkt een dalende trend te zijn ingezet in CO2 uitstoot sinds 2017. Een deel hiervan is het effect van verminderde activiteit in de coronaperiode. Gedetailleerde informatie is te vinden in de Monitor energieagenda 2019-2030

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Bijdrage leveren aan een toekomstbestendige energie-infrastructuur

Terug naar navigatie - Bijdrage leveren aan een toekomstbestendige energie-infrastructuur

Omschrijving (toelichting)

Indicator:

  • Bijdragen aan de ontwikkeling van oplossingen voor opslag en conversie voor een haalbare en betaalbare energietransitie

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Een memo aan Provinciale Staten van gedeputeerde Spierings is op 20 juni 2022 aangeboden met een stand van zaken en overzicht van de energieopslagtechnologieën

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Inzet verbonden partijen

Terug naar navigatie - Inzet verbonden partijen

Voor het realiseren van de doelstellingen uit dit begrotingsprogramma worden onderstaande verbonden partijen ingezet: 

  • Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij; 
  • Energiefonds Brabant; 
  • Innovatiefonds Brabant; 
  • Enexis NV/ Enpuls. 

Nadere informatie over verbonden partijen staat in de paragraaf Verbonden partijen. 

Heeft het gekost wat het mocht kosten?

Terug naar navigatie - Heeft het gekost wat het mocht kosten?
6. Energie
Bedragen x € 1.000 Begroting 2022 oorspronkelijk Begroting 2022 na wijziging Jaarrekening 2022 realisatie Verschil begroting - realisatie
Lasten
Programmalasten 7.777 N 6.570 N 5.037 N 1.534 V
Toegerekende organisatiekosten 5.119 N 3.611 N 3.475 N 137 V
Totaal Lasten 12.896 N 10.181 N 8.511 N 1.670 V
Baten
Programmabaten 181 V 1.315 V 1.065 V 250 N
Bijdrage in toegerekende organisatiekosten 0 0 0 0
Totaal Baten 181 V 1.315 V 1.065 V 250 N
Saldo van baten en lasten 12.715 N 8.866 N 7.446 N 1.420 V

Verschillenanalyse

Terug naar navigatie - Verschillenanalyse
6. Energie - Afwijking lasten (bedragen x € 1.000) 1.670 V
Ontwikkeling Energieprojecten 1.243 V
De uitgaven m.b.t (grote, innovatieve) energieprojecten zijn soms lastig in een bepaald jaar te plannen. Bijvoorbeeld de subsidie voor Sociale Innovatie, deze wordt niet meer n 2022 verleend maar schuift door naar 2023 ( € 1,2 mln.). Een bedrag ad € 690.000 wordt gedekt uit BA-middelen en wordt daarom voorgesteld om over te hevelen.
SPUK ontzorgingsloket 284 V
Geplande uitgaven m.b.t. SPUK ontzorgingsloket ad € 284.000 zijn niet in 2022 gerealiseerd maar schuiven door naar 2023. Dit bedrag is budgetneutraal, ook aan de batenkant ontstaat een lagere realisatie.
Toegerekende organisatiekosten 137 V
De toegerekende organisatiekosten komen op basis van de gerealiseerde uren-inzet lager uit. De capaciteit m.b.t. transportschaarste was geraamd op 3 fte, maar hiervan is maar 0,8 fte benut kunnen worden. Bij jaarrekening 2022 zal daarom worden voorgesteld om 2,2 fte over te hevelen ( t.l.v. rekeningresultaat 2022.).
Overige: saldo van overige lagere en hogere lasten 7 V
6. Energie - Afwijking baten (bedragen x € 1.000) 250 N
SPUK ontzorgingsloket 284 N
Zie toelichting lasten
Overige: saldo van overige lagere en hogere baten 34 V