Indicator 2023 2024 2025 2026 

De vergunningverlening voldoet aan de gestelde generieke kwaliteitsdoelstellingen van rechtmatigheid en kwaliteit  

       

Aantal vergunningverleningsprocedures waarin gebruik wordt gemaakt van de Wet dwangsom  

<1% <1% <1% <1%

 Beschikkingen zijn binnen de wettelijke termijn afgehandeld – norm 90% 

90% 90% 90% 90%

Toezicht en handhaving voldoen aan de gestelde generieke kwaliteitseisen  

       

Handhavingsbeschikkingen blijven in stand na gerechtelijke toetsing 

90% 90% 90% 90%

Mate van spontane naleving (na eerste controles)* 

60% 60% 60% 60%

Effectief toezicht met als doel om de overtredingen zo veel mogelijk op te heffen 

       

Het % overtredingen dat bij hercontroles is opgelost 

>55% >55% >55% >55%

* We hanteren een % van 60% omdat sprake is van Risicogericht toezicht. Het continueren van dit niveau vraagt reeds een stevige inspanning. Indien dit goed plaatsvindt wordt dit % hoger omdat meer overtredingen worden geconstateerd. Dit staat echter haaks op het streven dat bedrijven zo goed mogelijk naleven. Dit wordt ook wel de nalevingsparadox genoemd. 

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Bij de verantwoording van de VTH Opdracht 2023, via een Statenmededeling in het voorjaar 2024, zullen we nader ingaan op de realisaties en bovenstaande VTH-indicatoren. Dit in verband met de timing van de aanlevering van de termijnrapportages van de Omgevingsdiensten. Over het algemeen ziet het ernaar uit dat we in 2023 hebben voldaan aan de streefwaarden uit de Begroting 2023. Bij Burap-II is al aangegeven dat we achterstanden rondom soortenbescherming hebben weggewerkt. Aan de andere kant zijn de achterstanden rondom Wnb gebiedsbescherming juist toegenomen als gevolg van de vergunningenstop en de ontwikkelingen rondom stikstof en natuur (onzekerheid Rav-factoren, uitkomsten Natuurdoelanalyses). Wij komen hier nader op terug bij de verantwoording over de VTH Opdracht 2023.