Programma 2 Ruimte en wonen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Inleiding
Het programma heeft in 2023 tal van ontwikkelingen gekend. Zo is samen met een netwerk van partners intensief en succesvol gewerkt aan de opdracht van het Rijk tot het opstellen van het Ruimtelijk voorstel, wat eind 2023 is vastgesteld. Het voorstel geeft richting aan en antwoorden op hoe Brabant richting 2050 de grote maatschappelijke opgaven wil oppakken binnen de schaars beschikbare ruimte (zie verder Statenmededeling).
Ook zijn de voorbereidingen afgerond voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024. Hierdoor kan iedereen op één plek kennisnemen van de regels van gemeenten, waterschappen, provincies en Rijk (zie verder Statenmededeling).
Eind oktober 2023 hebben de samenwerkende overheden ingestemd met het Ontwikkelperspectief NOVEX Stedelijk Brabant (zie Statenmededeling). Op basis hiervan pakken we de uitvoering op in gezamenlijke uitvoeringsagenda’s van provincie, Rijk, waterschappen en stedelijke regio’s. Zo wordt samen met partners uitvoering gegeven aan concrete gebiedsopgaves zoals Eindhoven XL en (zie Statenmededeling) ’t Zoet in Breda (zie Statenmededeling), maar ook aan de ontwikkeling van gebieden in andere gemeenten. In een aantal middelgrote gemeenten hebben we de werkzaamheden zoals opgenomen in de intentieovereenkomsten afgerond en wordt nu gewerkt aan het vervolg van de samenwerking.
De woningbouwopgave is onverminderd groot. Tot en met 2023 liggen we nagenoeg op koers ten opzichte van het benodigde gemiddelde aantal van 13.500 per jaar tot 2035 (zie bevolkings- en woningbouwprognose). Op Flevoland na kende Brabant naar verhouding de hoogste voorraadgroei in 2023 vergeleken met andere provincies. Voor 2024 voorzien we echter stevige druk op het bereiken van deze doelstelling. We zullen echter ook komende jaar maximale inzet plegen om het verschil ten opzichte van onze doelstelling zo klein mogelijk te houden. Dit doen we via tal van activiteiten zoals onder andere de voortzetting van de Versnellingstafels en de regeling Flexpool Wonen
Ten aanzien van Werklocaties wordt via het programma Grote Oogst gewerkt aan het versneld verduurzamen van 12+1 (Moerdijk) bedrijventerreinen. In 2023 zijn daarvoor de plannen van aanpak opgesteld met een diversiteit aan verduurzamingsmaatregelen. Op basis van het Bestuursakkoord 2023–2027 zetten we in 2024 in op het doorzetten en thematisch verbreden van de aanpak (zie verder memo gedeputeerde). Ook is ter ondersteuning van het selectieve clusteringsbeleid grootschalige logistiek, op basis van eerdere afspraken hierover met de regio's, in 2023 de Interim Omgevingsverordening gewijzigd, zie Statenvoorstel PS 27/23.  
Tot slot is op 27 oktober 2023 door PS het beleidskader Leefomgeving vastgesteld (PS 77/22). Ook is het beleidskader Wonen en Werken vastgesteld door GS en wordt voorgelegd aan PS. 
De uitvoering van de Brabantse Ontwikkelaanpak Stikstof 1.0 (BOS) is onverminderd verdergegaan. Daarbij hebben we steeds ingespeeld op de onzekerheden die verbonden zijn aan de landelijke beleidsontwikkelingen. Vanuit het huidige stikstofbeleid hebben we ook actief bijgedragen aan de beleidsontwikkeling n.a.v. de natuurdoelanalyses, die aantonen dat de huidige beleidsinzet niet voldoende is. Hierbij gaat het juist om daadwerkelijke depositieverlaging, waarbij we in aansluiting op landelijk beleid en landelijke verantwoordelijkheden ook gezocht hebben naar een eigen Brabants handelingsperspectief. Het ontwikkelde beleid wordt (mede) verankerd in het Brabants Programma Landelijk Gebied (BPLG) en in de aangekondigde Herijking van de BOS, waarbij we ook het structurele overleg met onze stakeholders via het Brabants Platform Stikstof en de Brabantbrede Tafel Stikstof hebben benut.
Begin 2024 is er een tussenuitspraak Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL) door RvS gedaan. Een stap in de goede richting, maar nog geen definitief ‘go’. Extra onderbouwing over extern salderen is nodig.

Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Terug naar navigatie - Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Verbeteren van omgevingskwaliteit

Terug naar navigatie - Verbeteren van omgevingskwaliteit

Omschrijving (toelichting)

Indicatoren:

  • Werkend stelsel om wettelijke taken, zoals beoordeling van ruimtelijke plannen, onder de Omgevingswet uit te kunnen voeren.

Kwaliteit (indicator)

G

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Realiseren van voldoende woningen, die aansluiten op de vraag

Terug naar navigatie - Realiseren van voldoende woningen, die aansluiten op de vraag

Omschrijving (toelichting)

Indicatoren: 

  • Toename woningvoorraad: in de periode 2022 t/m 2030 worden – in lijn met de Nationale Woon- en Bouwagenda (NWBA) -119.500 woningen (ca. 13.250 per jaar) aan de voorraad toegevoegd, waarvan: 
    • 36.000 sociale huurwoningen (ca. 4.000 per jaar)
    • 43.750 middeldure huur- (< € 1.000,-) en betaalbare koopwoningen, onder de NHG-grens van ≤ € 355.000 (ca. 4.850 per jaar). 
  • Zorgvuldige inpassing van nieuwe woonruimte: gemiddeld genomen wordt ca. 70% van de jaarlijkse woningbouw (toevoeging aan de woningvoorraad) op binnenstedelijke locaties gerealiseerd. 

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Tot en met 2023 liggen we met gemiddeld 13.200 voorraadgroei per jaar nagenoeg op koers ten opzichte van de doelstelling van 13.500 per jaar tot 2035. Op Flevoland na (+1,8%) kende Brabant (+1,1%) naar verhouding de hoogste voorraadgroei in 2023 vergeleken met andere provincies. Voor 2024 verwachten we echter een terugloop van de voorraadgroei (huidige prognose 10.500). De oorzaak voor de teruglopende groei hangt samen met vele factoren, waaronder bouw- en energieprijzen, renteontwikkelingen, juridische procedures, etc. We blijven ons met tal van activiteiten zoals de Versnellingstafels en de regeling Flexpool Wonen inspannen om het bouwtempo weer op het benodigde niveau te krijgen. 

Gegevens over de prijsverdeling van de woningbouw in 2023 komen in de loop van 2024 beschikbaar. Het planaanbod voor woningbouw voor de korte termijn geeft hiertoe al wel een indicatie. Van die plancapaciteit bestaat 26% uit sociale huurwoningen en in totaal 68% uit woningen in het betaalbare segment. 

Uit onze jaarlijkse monitoring van het planaanbod voor woningbouw in Brabant blijkt, dat in de komende vijf jaar van alle onherroepelijke plannen 69% is voorzien op een binnenstedelijke locatie. In de loop van dit jaar komen de feitelijke gegevens beschikbaar.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Verbeteren van vitaliteit en toekomstbestendigheid van werklocaties

Terug naar navigatie - Verbeteren van vitaliteit en toekomstbestendigheid van werklocaties

Omschrijving (toelichting)

Indicatoren: 

  • Ontwikkeling van werklocaties 

Per regio/Regionaal Ruimtelijk Overleg (RRO) komen we tot een afsprakenkader om de vraag naar en aanbod van werklocaties/bedrijventerreinen in evenwicht te brengen en te houden. Vraaggericht ontwikkelen maakt daarvan deel uit. 

  • Verduurzamen van werklocaties 

13 bedrijventerreinen, waar maatregelen worden genomen betreffende de energietransitie, circulariteit en klimaatadaptatie (grote “oogst”) 

  • Versterken campussen 

Positie van campus in ecosystemen te versterken en daarmee toename van bedrijvigheid en aantal werknemers: 

    • Aantal bedrijven: 2023 > 2022
    • Aantal werknemers: 2023 > 2022 

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

V.w.b. de voortgang op het bereiken van de doelstellingen lopen we op koers. Vooral m.b.t. XXL-logistiek, Grote Oogst en komen tot regionale afspraken zijn stappen gezet. 

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Inzet verbonden partijen

Terug naar navigatie - Inzet verbonden partijen

Voor het realiseren van de doelstellingen uit dit begrotingsprogramma worden onderstaande verbonden partijen ingezet:
•    Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte (ORR)
•    Brabantse Ontwikkelmaatschappij (BOM)
Nadere informatie over verbonden partijen staat in de paragraaf Verbonden partijen.

Heeft het gekost wat het mocht kosten?

Terug naar navigatie - Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Bedragen x € 1.000 Begroting 2023 Begroting 2023 Jaarrekening 2023 Verschil begroting -
oorspronkelijk na wijziging realisatie realisatie
Lasten
Programmalasten 23.699 N 27.692 N 25.350 N 2.341 V
Toegerekende organisatiekosten 7.983 N 11.717 N 10.789 N 928 V
Totaal Lasten 31.681 N 39.409 N 36.140 N 3.269 V
Baten
Programmabaten 790 V 20.045 V 16.281 V 3.764 N
Bijdrage in toegerekende organisatiekosten 0 0 242 V 242 V
Totaal Baten 790 V 20.045 V 16.522 V 3.523 N
Saldo van baten en lasten 30.891 N 19.364 N 19.618 N 254 N

Toelichting verschil begroting – realisatie

Terug naar navigatie - Toelichting verschil begroting – realisatie
2. Ruimte en wonen - Afwijking lasten (bedragen x € 1.000) 3.269 V
Opkoopregeling piekbelasters 3.712 V
Twee aktes van levering zijn uitgesteld omdat nog niet voldaan werd aan de richtlijnen van de Piekbelastersregeling. Deze aktes worden naar verwachting begin 2024 gepasseerd.
Flexpool Wonen 294 N
Er zijn in het kader van de subsidieregeling Flexpool Wonen meer subsidies verstrekt dan eerder was geprognotiseerd.
Ontwikkelbedrijf 46 V
Betreft lagere uitgaven dan geraamd voor out of pocketkosten ontwikkelbedrijf, waaronder tbv kadastrale gegevens.
Saldo van overige onder-/overschrijdingen Wonen, Werken, Leefomgeving 82 V
Toegerekende organisatiekosten 216 N
De toegerekende organisatiekosten komen op basis van de gerealiseerde uren-inzet hoger uit.
Overige: saldo van overige lagere en hogere lasten 61 N
2. Ruimte en wonen - Afwijking baten (bedragen x € 1.000) 3.523 N
Opkoopregeling piekbelasters 3.712 N
Twee aktes van levering zijn uitgesteld omdat nog niet voldaan werd aan de richtlijnen van de Piekbelastersregeling. Daardoor zijn er minder kosten ten laste gebracht van de SPUK Opkoopregeling piekbelasters van het rijk. Deze aktes worden naar verwachting begin 2024 gepasseerd.
Flexpool Wonen 294 V
Vanwege hogere uitgaven dan geraamd tevens hogere onttrekking bijdrage Rijk.
Bijdrage in toegerekende organisatiekosten 242 V
De bijdrage in toegerekende organisatiekosten komt hoger uit.
Overige: saldo van overige lagere en hogere baten 346 N