De urgentie en ambitie rond de energietransitie wordt steeds groter. In 2023 speelde schaarste op het energienet een grote rol. Tevens wordt mede door de oorlog in de Oekraïne het gebruik van Russisch aardgas versneld afgebouwd, waardoor onder andere de energieprijzen fors zijn gestegen. Tegelijkertijd is het nadrukkelijk ook een opgave waarvan de realisatie wordt belemmerd door zaken als de krappe arbeidsmarkt en de energie-infrastructuur.
Onze samenwerking in de Brabantse Taskforce Transportschaarste als onderdeel van de Landelijke Aanpak Netschaarste (LAN) is gericht op het verminderen van de schaarste op het elektriciteitsnet. Met netbeheerders, gemeenten en het Rijk wordt gewerkt aan het zo snel mogelijk uitbreiden van het elektriciteitsnet en het optimaliseren van het gebruik van het net. De provincie zet zich in om met behulp van energyhubs aansluitingen mogelijk te maken.
In de regio Moerdijk komen veel grote energie-infrastructurele projecten samen. Om het belang van de leefbaarheid in de regio te borgen, is er een ontwerptafel regio Moerdijk opgericht. De provincie heeft een ontzorgingsloket ingericht voor de verduurzaming van klein maatschappelijk vastgoed en er is gestart met de verkenning naar de oprichting van een publiek warmtebedrijf.
In 2023 is het PMIEK, het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat, opgesteld. Het PMIEK is een instrument dat samenhangt met de nieuwe regierol van provincies op het gebied van de regionale energie-infrastructuur en waarin de relatie wordt gelegd tussen 1) verduurzaming van sectoren als industrie, mobiliteit en gebouwde omgeving, 2) ruimtelijke ontwikkelingen vanuit wonen, werken, mobiliteit en 3) de tijdige en daarop afgestemde ontwikkeling van een toekomstbestendig energiesysteem.
De gemeenten zijn na vaststelling van de RE(K)S 1.0 voortvarend aan de slag gegaan met de realisatie van de RES’en en hebben in de voortgangsrapportages aangegeven dat de ambities in 2030 nog steeds realiseerbaar zijn. Daarbij wordt wel aangetekend dat diverse belemmeringen realisatie bemoeilijken. Denk aan de impact van de defensieradar, en aanvullende eisen met betrekking tot milieunormen bij de plaatsing van windturbines. In het najaar van 2023 is daar nog een aanscherping van de zonneladder bijgekomen. Deze belemmeringen komen bovenop de netcongestie, waarmee Brabant sinds medio 2022 wordt geconfronteerd. Projecten die niet over een aansluiting op het net beschikken, komen op dit moment niet van de grond, maar worden uitgesteld tot het moment dat er wel sprake is van een aansluiting. De verwachting is dan ook dat er richting 2030 sprake zal zijn van een inhaalslag.
De Lokale Energie Coöperaties (LEC’s) hebben medio 2023 BODE (Brabants Ontwikkelfonds Duurzame Energie) opgericht. Met BODE beschikken de energiecoöperaties over mogelijkheden om individuele energiecoöperaties te ondersteunen bij concrete projectontwikkelingen. Hiermee zijn de energiecoöperaties in staat om daadwerkelijk handen en voeten te geven aan lokaal eigendom. In 2023 hebben wij BODE gesteund met een startsubsidie, waarmee de stichting goed uit de startblokken kan komen en na deze eerste fase financieel zelfstandig kan opereren. Daarnaast is vervolg gegeven aan het programma Sociale Innovatie Energietransitie (SIE). In 10 gemeenten wordt ondersteuning geboden bij het opstellen van een wijkgerichte aanpak, waarbij bewoners/gebruikers betrokken worden.
Omschrijving (toelichting)
Indicator*:
- Totale productie van hernieuwbare energie in petajoule (PJ) (BBV- verplichte indicator)
- Opgave opwek hernieuwbare elektriciteit in de RES’en (6,5 TWh in 2030)
Een deel van de opgave hernieuwbare elektriciteit is gerealiseerd en een groot deel zit in de pijplijn en kan de komende jaren gerealiseerd worden. Of dit ook daadwerkelijk gerealiseerd kan worden is onder andere afhankelijk van het oplossen van netcongestie en de mogelijke beperkingen die vanuit Defensie aan het ruimtegebruik worden opgelegd. Mocht het oplossen van de netcongestie langzamer gaan dan nu wordt voorzien, kan de verduurzaming van de energieopwekking later gerealiseerd worden dan in het beleid is bepaald (2030). De huidige vooruitzichten geven echter voldoende aanleiding om uit te gaan van tijdige realisatie.
Met betrekking tot overige hernieuwbare energie (met name warmte) is het wettelijk instrumentarium met vertraging beschikbaar gekomen. Op korte termijn zal de Wet Collectieve Warmte in werking treden, waardoor er duidelijkheid komt rondom collectieve warmtesystemen. Dit opent de weg naar een grootschaliger uitrol van dergelijke systemen. Naar verwachting zal rond 2030 voldoende ontwikkeling hebben plaatsgevonden om de afgesproken verduurzaming te kunnen realiseren.
Gedetailleerde informatie is te vinden in de Monitor energieagenda 2019-2030.