Treasury

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De treasuryfunctie richt zich als zodanig op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Treasury omvat de financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn.
Belangrijkste doelstellingen voor de provincie zijn: 
•    Onze beschikbare middelen in het kader van de immunisatieportefeuille, de investeringsagenda en eventuele andere               overtollige middelen moeten veilig zijn belegd, dat wil zeggen tegen acceptabele (lage) risico’s;
•    De beleggingen uit de immunisatieportefeuille moeten minimaal het doelrendement van € 99,3 miljoen opleveren in 2023.         Vanaf 2023 wordt het doelrendement stapsgewijs afgebouwd naar € 46,3 miljoen vanaf 2030;
•    Er moeten voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn op het juiste moment ten behoeve van – onder andere – de provinciale investeringen.

Ontwikkelingen Treasury

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen Treasury

Belangrijkste ontwikkelingen

De ingezette stijging in 2021 van de 10 – jaarsrente heeft in 2022 en 2023 doorgezet, maar in het laatste kwartaal van 2023 is deze rente gedaald naar ongeveer 2,5%. Vanwege de hogere rente in 2023 zijn er negen leningen verstrekt aan decentrale overheden voor een totaalbedrag van € 203,5 miljoen en een gemiddeld rendement van 3,03%.
De korte rente (referentie is de driemaands–euribor) is vanaf augustus 2022 gestegen boven 0%. Sinds 20 september 2023 bedraagt deze ongeveer 3,9%.
De oorzaak voor de rentestijging is gelegen in de hoge inflatie. De ECB heeft via enkele stappen de rente voor de depositofaciliteit in 2022 en 2023 verhoogd naar 4,0%. Inmiddels is de inflatie aan het dalen, maar vindt de ECB het nog te vroeg om de rente te verlagen. De verwachting van experts is dat de ECB ergens rond de zomer van 2024 de rente zal verlagen. 

Om ons doelrendement nu en op de lange termijn te kunnen halen willen we meer financieringen en investeringen realiseren met een maatschappelijk en financieel rendement. We zijn hiermee in 2015 – mede vanwege de lage rentestand – gestart. In de loop van 2020 zijn we vervolgens gestart met het aanpassen van de Verordening treasury om meer investeringen en financieringen (was gemaximeerd op 25% van de portefeuille) mogelijk te maken. Na een gedegen proces, waarin leden van Provinciale Staten zijn meegenomen in de ideeën om de Verordening treasury aan te passen, is op 27 juli 2021 de Verordening Treasury Noord-Brabant 2021 in werking getreden, welke voor het eerst is aangepast op 7 juli 2022. De aanpassing van de Verordening treasury geeft meer mogelijkheden om te investeren en te financieren in het kader van de publieke taak. Bij elk van deze leningen hebben Provinciale Staten de gelegenheid gehad om wensen en bedenkingen te uiten. In totaal zijn nu de volgende leningen verstrekt in het kader van de publieke taak: 

 

Begunstigde

 

Initieel

Bedragen x € 1 mln.

Stand ultimo 2023

BNG bank (2 hybride leningen) 149,8 49,8

NWB Bank (1 hybride lening)

50,0 50,0
Enexis 159,5 159,5
De Efteling 15,0 3,0
Safariresort De Beekse Bergen 41,5 31,1
Safariresort De Beekse Bergen, fase 2 20,0 20,0
Ministerie van Defensie (F35) 22,0 19,6
Zonnepanelen Zuidoost Brabant 25,8 10,5
Financiering gebouw "Grizzly"op Pivot Park (PS 30/21)(nog niet volledig betaald) 33,9 32,2
Totaal                  517,5 375,7

 

Besluit in 2021 en 2022, maar nog niet (volledig) verstrekt:

   

Leenfaciliteit Woningcorporaties gemeente Bergeijk, (PS 61/21)

45,0 5,0

Investering in strategische provinciale grondbank (PS 15/22)

42,5 0,4

Eindhoven Airport, realisatie verbeterde terminal (PS 37/22)

55,0 0,0

 

660,0 381,1

Alle uitgevoerde transacties zijn gedaan binnen regels van de Verordening treasury 2021 Noord–Brabant, deze regels zijn nader uitgewerkt in het op 2 november 2022 in werking getreden Treasurystatuut Noord-Brabant 2022. In het kader van de uitvoering van de publieke taak zijn er ook nog een aantal projecten onderhanden, zoals Zorgvastgoedfonds, Nationaal Restauratiefonds (NRF), Businesspark Aviolanda (BPA) en Knoop XL/ Fellenoord.

Door de langdurig lage rentestand in de periode oktober 2015 tot en met 2021 is het doelrendement van € 106,3 miljoen in 2021 en 2022 niet gehaald. In 2023 is het doelrendement, met name door het eenmalige extra dividend van Enexis, ruim gehaald. Het gerealiseerde surplus van € 43,0 miljoen wordt toegevoegd aan de dividend– en rentereserve. Voor 2024 voorzien we een tekort. Vanwege eerdere ombuigingen zal vanaf 2025 het doelrendement verlaagd worden naar € 76,3 miljoen en vanaf 2030 naar € 46,3 miljoen. Vanaf 2025 zullen we – op basis van de huidige inzichten – het doelrendement halen.
In 2023 is € 43,0 miljoen (2022: € 8,1 miljoen onttrokken) toegevoegd aan de buffer dividend– en rentereserve, zodat ultimo 2023 het saldo van de buffer € 270,8 miljoen bedraagt. Dit is inclusief € 37,8 miljoen compensatie Motorrijtuigenbelasting (MRB), die in 2023 via het Provinciefonds is ontvangen. Daarnaast bestaat deze reserve uit een egalisatiedeel waarin boekwinsten (en boekverliezen) van verkochte obligaties uitgesmeerd worden over de komende jaren. Ultimo 2023 bedraagt het saldo van dit egalisatiedeel € 16,6 miljoen (ultimo 2022: € 29,9 miljoen). De totale dividend- en rentereserve zou daardoor per einde 2023 € 287,4 miljoen (eind 2022: € 219,9 miljoen) bedragen. Hiervan moet € 6,2 miljoen nog gestort worden vanuit het Jaarrekeningresultaat 2023, zodat per balansdatum de stand van de reserve € 281,1 miljoen bedraagt. Bij de perspectiefnota 2025 is € 106,7 miljoen onttrokken ten behoeve van de uitwerking van het Bestuursakkoord. De “buffer" is dan nog immer voldoende voor het opvangen van toekomstige tegenvallers.

Liquiditeitspositie

Jaar 2023 2022
Geraamde verandering liquiditeitspositie -570 -942
Gerealiseerde verandering liquiditeitspositie -295 -85
Verschil +275 +857

In 2023 is onze liquiditeitspositie met € 295 miljoen afgenomen (2022: afname € 85 miljoen). Gepland was in 2023 een daling van € 570 miljoen volgens jaarplan 2023. Dat leidt tot een verschil van € 275 miljoen ten opzichte van de prognose (in 2022 was het verschil met de prognose € 857 miljoen). Het verschil met de raming in 2023 werd o.a. veroorzaakt door:
•    Per saldo lagere uitgaven aan infrastructurele projecten van € 80 miljoen (2022 -/- € 195 miljoen);
•    Hogere uitkering provinciefonds en Motorrijtuigenbelasting van € 24 miljoen (2022: + € 47 miljoen);
•    Extra ontvangen specifieke uitkeringen (SPUKS) en decentrale uitkeringen € 123 miljoen (2022: + € 155 miljoen);

In het afgelopen jaar geeft dat het volgende beeld ten opzichte van 2022:

De trend in 2023 is vergelijkbaar met het verloop in 2022. Naast de afgesloten deposito’s bij de schatkist in januari 2023 ter hoogte van € 205 miljoen hebben ook de verstrekte leningen aan decentrale overheden in 2023 van € 203,5 miljoen (2022: € 344,5 miljoen) een behoorlijk effect op het verloop in 2023. De aflossingen in 2023 van leningen aan decentrale overheden bedroeg € 32,1 miljoen, zodat deze positie per saldo met € 171,4 miljoen toenam. 
In mei 2023 heeft BNG Bank de tweede tranche van de hybride lening niet afgelost. De aflossing van de tweede tranche is voor de tweede keer met een jaar uitgesteld. Daarnaast zijn er in 2023 een aantal investeringen (m.b.t. Natuur en Infrastructurele projecten) niet volledig gerealiseerd en doorgeschoven, terwijl er in 2023 wel extra inkomsten zijn geweest vanwege Specifieke Uitkeringen (SPUK) in het kader van natuurontwikkeling. 

Overige ontwikkelingen
•    In 2023 is het Treasury Committee vier keer bijeen geweest (in 2022: 4 keer) en zijn er drie bijeenkomsten geweest waar de “onderhanden projecten” zijn besproken;
•    In 2023 is de Adviescommissie Kredietverstrekkingen en Investeringen ingesteld en is de voorzitter en zijn er twee leden benoemd door GS. De Adviescommissie zal GS onafhankelijk adviseren over de  structuur en technische aspecten van een voorstel vanuit de immunisatieportefeuille, voordat het aan de Treasury Committee en GS wordt voorgelegd. GS besluit om het wel of niet te agenderen voor Provinciale Staten;
•    De beleggingsdoelstelling over 2023, minimaal € 99,3 miljoen inkomsten genereren, is ruimschoots gehaald. In 2023 is er daarom geen gebruik gemaakt van de “buffer” in de Dividend – en Rentereserve (in 2022 was er een bedrag van € 8,1 miljoen onttrokken). Uiteindelijk is een rendement gerealiseerd van € 142,3 miljoen, vanwege een incidenteel hoog dividend van Enexis. Wat leidt tot een surplus van € 43,0 miljoen die wordt toegevoegd aan de “buffer”.

Obligatieportefeuilles

Terug naar navigatie - Obligatieportefeuilles

De provincie Noord-Brabant bezit twee obligatieportefeuilles: een immunisatieportefeuille en een investeringsagendaportefeuille. Beide portefeuilles bestaan uit obligaties van Europese banken met een minimale kredietwaardigheid van AA–minus, conform de wet Fido en Ruddo.

Immunisatieportefeuille
Het doel van de immunisatieportefeuille is een rendement te genereren, door het jaarlijks ontvangen van een vaste rente, ter compensatie van de in 2009 weggevallen dividendstromen van Essent. Het risico van deze portefeuille is laag. Daardoor blijft de waarde in stand, maar zijn ook de rendementen relatief laag. De vrijkomende middelen konden tot en met 2021 alleen worden herbelegd tegen een zeer laag rendement. Dat zorgde ervoor dat de doelstelling (rendement van € 106,3 miljoen) niet meer houdbaar was. Bij het Bestuursakkoord en de begroting 2021 hebben wij een procesvoorstel gedaan voor de bepaling van de nieuwe doelstelling en de consequenties daarvan voor de lange termijn (koers 2030). Dit hield in dat er structureel bezuinigd moest worden vanaf 2025 (€ 30 mln.). De rendementsdoelstelling loopt geleidelijk af naar € 76,3 mln. in 2025. In 2030 vervalt de laatste storting in de reserve “balansverkorting” en wordt de rendementsdoelstelling verder verlaagd naar € 46,3, miljoen. Bij het bepalen van de doelstelling was er ook rekening gehouden met een verlaging van € 16,2 miljoen aan rentekosten die niet meer in de begroting zijn opgenomen (technisch administratieve aanpassing). 

De verdeling van de immunisatieportefeuille naar soort tegenpartij per 31 december 2023 wordt weergegeven in grafiek 4. De boekwaarde van de uitzettingen op dat moment was € 2.973 miljoen. Deze beleggingen bestaan uit obligaties (€ 175 miljoen), langjarige deposito’s bij de Nederlandse Staat via Schatkistbankieren voor € 546 miljoen, leningen aan decentrale overheden (€ 1.871 miljoen) en leningen/investeringen in het kader van de publieke taak (€ 381 miljoen). Daarnaast ontvangen we dividend voor ons aandeel in Enexis. In 2023 was dit eenmalig erg hoog. Een deel van de nominale waarde van de uitzettingen heeft betrekking op de Dividend– en rentereserve.
Het gerealiseerde rendement over 2023 bedraagt € 142,3 miljoen (2022: € 98,2 miljoen) en is als volgt opgebouwd (zie ook “algemeen financieel beleid”):

 

 

jr 2023

bedragen x € 1 mln.

jr 2022

Dividend Enexis 59,6 30,6
Rente gemeenteleningen 27,6 19,9
Rente kasgeldleningen en rek. crt. 20,8 3,0
Rente schatkistbankieren (deposito’s) 12,9 8,2
Rente leningen publieke taak (incl. Enexis) 10,3 8,6
Effect verkopen en effect switches 8,0 24,4
Rente obligaties 3,1 2,0
Overige rente inkomsten 0,1 1,5
Totaal 142,3 98,2

tabel II gerealiseerd rendement 2023 en 2022 immunisatieportefeuille

 

Hierdoor bedraagt het overschot in 2023 € 43,0 miljoen (2022: tekort € 8,1 miljoen) ten opzichte van het doel-rendement van € 99,3 miljoen. 

Per ultimo 2023 bedraagt het egalisatiedeel € 16,6 miljoen. Dit saldo wordt tot en met 2027 ingezet als rendement op de immunisatieportefeuille. Het wordt verdeeld op basis van de looptijden van de verkochte obligaties.

Per einde 2023 zijn de beleggingen als volgt verdeeld over de verschillende beleggingsvormen:

Investeringsagendaportefeuille
Het doel van de investeringsagendaportefeuille is dat op de gewenste tijdstippen de middelen die nodig zijn voor de realisatie van de investeringsagenda beschikbaar zijn. Het risico van deze portefeuille is laag. De boekwaarde van de obligaties per 31-12-2023 bedraagt € 37,0 miljoen (2022: € 37,2 miljoen). In 2022 hebben er geen mutaties plaatsgevonden in deze portefeuille. 
Inmiddels is het doelbedrag van € 1 miljard gerealiseerd en is het overschot van € 5,6 miljoen ultimo 2019 toegevoegd aan de rente – en dividendreserve ten behoeve van de buffer. De toekomstige rentebaten t/m 2026 worden meegenomen bij de dekking van het doelrendement van de immunisatieportefeuille. 

Beleid en beheersing van risico's

Terug naar navigatie - Beleid en beheersing van risico's

Het Treasury statuut geeft de risico’s aan die intern beheerst moeten worden: markt– (waaronder rente– en valutarisico), krediet– en liquiditeitsrisico’s. Voor elk risico geven we aan hoe de provincie hiermee is omgegaan in het afgelopen jaar.

Renterisico’s – Wettelijke verplichtingen
De Wet Fido, die met ingang van 1 januari 2001 in werking is getreden, stelt twee concrete normen aan het financieringsbeleid van de provincie, te weten de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Aan beide normen wordt door de provincie voldaan.

Kasgeldlimiet – kortlopende schulden
De kasgeldlimiet bepaalt het bedrag dat de provincie maximaal als gemiddelde netto–vlottende schuld per kwartaal mag hebben. Dat bedrag is een percentage van de jaarlijkse begroting. Voor de provincies is dat percentage vastgesteld op 7,0%. 
Gedurende 2023 is de gemiddelde netto–vlottende schuld ruim onder de kasgeldlimiet gebleven. In het bijlagenboek (bijlage 9) zijn overzichten opgenomen van de Modelstaat A waarin de liquiditeitspositie per kwartaal is weergegeven. 

Renterisiconorm – langlopende schulden
Aangezien in 2023 geen financiering (de provincie sluit al lang geen leningen meer voor zichzelf af) heeft plaats gevonden en er ook geen sprake is geweest van renteherzieningen op lopende vaste geldleningen is de renterisiconorm niet relevant. 

In het bijlagenboek is de Modelstaat B opgenomen, betreffende de berekening van het renterisico over het jaar 2023.

Valutarisico’s
De valutarisico’s (risico’s die zijn ontstaan door schommelingen in wisselkoersen) worden uitgesloten doordat alleen uitgezet en belegd wordt in euro’s.

Kredietrisico’s
In het kader van beperking van het kredietrisico, het risico op niet (terug)betalen van de hoofdsom en/of de rente, wordt alleen belegd in vastrentende waarden van financiële ondernemingen en/of landen met minimaal een AA–minus rating (door minimaal twee ratingagencies bepaald) of in waardepapier van financiële ondernemingen met een staatsgarantie van een land met ten minste een AA–minus rating. De financiële onderneming waarin wordt belegd zonder staatsgarantie moet gevestigd zijn in een land met minimaal een AA–rating. In 2023 zijn er geen beleggingen in portefeuille die niet voldoen aan deze eisen, zoals die zijn opgenomen in de Wet Fido en de Ruddo.
Met de wijziging van de Wet Fido op 10 december 2013 mogen decentrale overheden uitsluitend overtollige middelen beleggen bij de schatkist of uitlenen aan andere decentrale overheden, waar de provincie geen toezichtrelatie mee heeft. Daarnaast is het mogelijk om te beleggen in projecten met een publiek doel. Conform de Provinciewet bepalen Provinciale Staten het publiek doel. Voorstellen vanuit Gedeputeerde Staten worden altijd voor “wensen en bedenkingen” aan Provinciale Staten voorgelegd. Ook hierbij moet het risico minimaal zijn. In het aangepaste Treasury Statuut hebben Gedeputeerde Staten regels vastgelegd voor de beheersing van die risico’s. 

Liquiditeitsrisico’s
Hiermee wordt het risico bedoeld dat wij niet kunnen voldoen aan onze kortlopende betalingsverplichtingen (facturen, subsidies en dergelijke). Dit is geminimaliseerd door de aanwezige liquide middelen zoveel mogelijk af te stemmen op de prognose van ontvangsten en uitgaven. Dat doen we op dag-, week–, maand– en jaarbasis. Vanaf 2014 zijn onze mogelijkheden om gebruik te maken van flexibele spaarproducten en deposito’s beperkt door “verplicht schatkistbankieren”. Vanaf 2023 zijn we ook gestart met het uitzetten van kortlopende (kas)geldleningen aan decentrale overheden, omdat ook deze rente is gestegen.

 

Provinciefinanciering

Terug naar navigatie - Provinciefinanciering

Provinciefinanciering betreft het aantrekken en uitzetten van financiering ten behoeve van het uitvoeren van de publieke taken van de provincie en de risicobeheersing daarvan.

Leningenportefeuille
Opgenomen leningen
In 2023 zijn geen nieuwe langlopende leningen opgenomen. De laatste opgenomen lening is in 2013 geheel afgelost.
Bijlage 6 van het bijlagenboek geeft een specificatie van de opgenomen leningen. Hierin staat een bedrag van € 2,6 miljoen als schuldrelatie met ministerie van Economische Zaken. Dit heeft betrekking op een aandelentransactie. Provincie heeft aandelen BOM overgenomen van het ministerie voor hetzelfde bedrag. Er is – naar verwachting – nog niets betaald. 

Verstrekte leningen
In 2023 is voor € 261,8 miljoen aan nieuwe leningen verstrekt. Dit is inclusief €203,5 miljoen aan 9 gemeenten buiten de provincie. Na aflossing (€ 53,8 mln.) van de bestaande en de nieuw verstrekte leningen, resteerde er per balansdatum ruim € 2.516,0 miljoen (ultimo 2022: € 2.315,1 miljoen) aan leningen u/g. Dit is exclusief de voorzieningen van € 17 miljoen die zijn getroffen. Het risico van deze leningen wordt continu gemonitord. Daarnaast is € 7,1miljoen afgeboekt als oninbaar in 2023. Dit laatste wordt met name veroorzaakt doordat Invest–NL in 2023 de lening aan LightYear heeft omgezet (herfinanciering) in aandelen. Wij hebben de waarde van de aandelen als vordering op Invest–NL opgenomen. Het restant van de lening, zijnde € 6,7 miljoen is als oninbaar afgeboekt. Indien de aandelen meer waard worden, dan zullen we dat opnemen tot maximaal het bedrag dat initieel is verstrekt (€ 7,5 miljoen). Voor een specificatie van alle leningen wordt verwezen naar bijlage 3b van het bijlagenboek.

Derivaten
Deze is per 31 december 2020 geëindigd.

Uitzettingen
De beleggingen in de beide portefeuilles, inclusief de verstrekte leningen aan openbare lichamen en deposito’s bij de schatkist, bedragen in overeenstemming met de balans € 3.326,1 miljoen.

Tabel III

 

Aansluiting met de balans bedrag

kosten verbinden aan het sluiten van geldleningen en het

saldo agio en disagio

 

167.438

Leningen aan:

-openbare lichamen (excl. Moerdijk, Nuenen, Tilburg, 

Helmond en Geertruidenberg)

-deelnemingen (Enexis, BNG en NWB, zie bijlage 3b)

-in het kader van de publieke taak

 

 

1.871.242.700

291.447.880

89.224.314

Uitzettingen met rentetypische looptijd > 1 jaar:

- in schatkist

- overige uitzettingen

 

545.700.000

528.379.570

 

3.326.161.902

Het effectieve rendement over de immunisatieportefeuille wordt begroot op circa 3,50% op jaarbasis rekening houdend met de aangescherpte beleggingsrichtlijnen voor de verkoopopbrengsten Essent. Hierbij is het uitgangspunt dat gestreefd wordt naar uitzettingen met een hoge mate van zekerheid. Het daadwerkelijk gerealiseerde couponrendement over 2023 voor alle beleggingen in de immunisatieportefeuille bedraagt 2,75% (2022: 2,62%). 

Per 31 december 2023 zijn de middelen als volgt uitgezet:                                                                                                                                      Tabel IV

Vorm Bank/Instelling per 1/1/2023 per 31/12/2023
Obligaties Immunisatieportefeuille* Divers

175.252.013

175.229.594
Obligaties Investeringsagendaportefeuille* Divers 37.173.582 37.037.844
Langlopende leningen aan decentrale overheden   1.699.844.418 1.871.242.700
Zerobond obligatie i.c.m. Oiko Credit* NL-Staat 2.500.215 -
Leningen aan deelnemingen (BNG/NWB/Enexis/Pivot park)*   272.766.512 291.447.880
Overige leningen publieke taak   90.298.840 89.224.314
Strategische grondbank   - 374.969
Lange termijn deposito's bij de schatkist Rijk-min.Financiën 340.700.000 545.700.000
Leningen aan fondsen en investeringen in grond Divers 197.547.338 186.166.002
Korte termijn rekening courant bij schatkist Rijk-min.Financiën 135.885.476 129.738.599
*nominale waarde+(dis)agio=boekwaarde   2.951.968.394 3.326.161.902

De specificatie van de beleggingen en de langlopende leningen zijn in de toelichting op de balans opgenomen onder 
financiële vaste activa en immateriële vaste activa (voor zover er sprake is van (dis)agio. 

Participatie in Oikocredit
In november 2012 is besloten een participatie te nemen in het Oikocredit Nederland Fonds. Door middel van deze participatie geven Gedeputeerde Staten invulling aan de ethisch-sociale aspecten van het treasury beleid. De participatie wordt uitgevoerd in combinatie met een hoofdsomgarantie met een looptijd van 10 jaar. Provinciale Staten zijn hierover op 14 december 2012 geïnformeerd.
Begin 2013 is de participatie genomen in het Oikocredit Nederland Fonds met een nominale waarde van € 426.958. Het risico bij deze uitzetting is erg laag en deze uitzetting past volledig binnen de regels van de wet Fido en de Ruddo. Per ultimo 2023 bedraagt de waarde € 423.554.

Rente schema
De commissie BBV adviseert onderstaand renteschema in de paragraaf financiering van de begroting en jaarstukken op te nemen. Hiermee wordt inzicht gegeven in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van toerekening.

 

Renteschema
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering 74.927
b. De externe rentebaten -/- € 76.738.732
Saldo rentelasten en rentebaten -/- € 76.663.806
c1 De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -/- € 0
c2 De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend -/- € 0
c3 De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend -/- € 0
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente -/- € 0
d1. Rente over eigen vermogen 0
d2. Rente over voorzieningen 0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 0
e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) -/- € 0
f. Renteresultaat op het taakveld treasury -/- € 76.663.806