Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Om kapitaalvernietiging en/of onveilige situaties te voorkomen, moeten kapitaalgoederen worden onderhouden.
PS stellen voor de kapitaalgoederen die de provincie in eigendom heeft, het te handhaven kwaliteitsniveau en de bijbehorende budgetten, vast. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen beschrijven we de uitwerking van het vastgesteld beleid.

Onderhoud wegen

Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Terug naar navigatie - Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

We streven naar een goed functionerend provinciaal wegennet vanuit de kernwaarden verkeersveiligheid, bereikbaarheid, leefbaarheid en duurzaamheid. 
De provincie voert beheer en onderhoud uit conform het prijs- / kwaliteitsniveau dat is vastgesteld in de beleidsnota Kwaliteit (Onderhoud) Provinciale Infrastructuur (KOPI, 2022). Het oorspronkelijke beleid is vastgesteld in 2018; in 2022 heeft herijking van dit beleid plaatsgevonden. 

Bij de herijking van KOPI is het uitgangspunt ‘werk-met-werk’ losgelaten. Doordat een aantal reconstructieprojecten vertraagd is vanwege o.a. stikstof, zijn ook verschillende gecombineerde onderhoudswerkzaamheden uitgesteld. Het gevolg was dat niet langer gegarandeerd kon worden dat er geen sprake was van achterstallig onderhoud. Er is een inventarisatie uitgevoerd op welke wegvakken van de provinciale infrastructuur dit risico mogelijk kon spelen. Deze wegvakken worden nu met prioriteit opgepakt in de meerjarige onderhoudsplanning. Daarnaast wordt intensief gemonitord of tussentijds aanvullende incidentele onderhoudsmaatregelen nodig zijn.  

Voor de vervanging en renovatie opgave is in het kader van stikstofdepositie de handreiking vanuit het Rijk blijvend gehanteerd om verkeersonveilige situaties én kapitaalvernietiging te voorkomen. 
Daarnaast hebben we via kleinschalige verkeerskundige maatregelen de verkeersveiligheid op de provinciale wegen verder verbeterd. 

Door uitbreiding en opwaardering van het areaal in de afgelopen decennia en de toegenomen ouderdom zal de onderhoudsopgave de komende jaren alleen maar verder toenemen. Daarnaast drukten in 2023 de leveringsproblemen en de prijsstijgingen voor infrastructurele projecten o.a. als gevolg van de situatie in Oekraïne zwaar op de budgetten. Dat effect zal ook nog in de komende jaren merkbaar zijn. Aan de Staten is het bezuinigingsscenario geschetst hoe het financiële evenwicht terug hersteld kan worden.  

We streven daarnaast naar een slim en duurzaam mobiliteitssysteem en hebben daarom bij beheer en onderhoud stappen gezet in  verduurzaming, innovatie en datagedreven onderhoud.

Hebben we daarvoor gedaan wat we wilden doen?

Terug naar navigatie - Hebben we daarvoor gedaan wat we wilden doen?

De provincie is verantwoordelijk voor de regionale bereikbaarheid en daarom houdt de provincie een provinciaal wegennet in stand door:

  • Het onderhouden en beheren van provinciale wegen en fietspaden (inclusief alle bijbehorende objecten als bomen, faunavoorzieningen, openbare verlichting en verkeerregelinstallaties);
  • Het verbeteren van de verkeersveiligheid op provinciale wegen en fietspaden;
  • Het oplossen van kleine knelpunten in het provinciale wegennet;
  • Het op orde hebben en houden van mobiliteits- en verkeersdata.

Het provinciale (fiets-)wegennet bestaat uit:

Areaal Hoeveelheid
Hoofdrijbaan 550 km, waarvan circa 40 km 2x2
Fietspaden 510 km
Berm 1.100 hectare
Bomen 52.500
Kunstwerken (o.a. bruggen, viaducten en ecopassages) 798 stuks
Verkeersregelinstallaties 80 stuks
Lichtmasten en bewegwijzeringsmasten 9.700 stuks

 

Voor de uitvoering van het dagelijks beheer, incidentmanagement en gladheidsbestrijding beschikt de provincie over een vijftal steunpunten.

In 2023 is op basis van een meerjarige onderhoudsplanning groot onderhoud en vervanging uitgevoerd, zoals op de N640 Oudenbosch – Etten Leur. In dit project is ook de verbetering van de verkeersveilige inrichting en de leefbaarheid meegenomen. 
Grootschalige reconstructies zijn vanwege stikstof nog altijd lastig. De onderhoudswerkzaamheden worden losgetrokken en is de meerjarige onderhoudsplanning terug leidend. Hierdoor is o.a. het onderhoudsproject N284 Reusel – Bergeijk opgestart. Een actueel overzicht van de provinciale wegenprojecten is hier te vinden.
De verbetering van de verkeerveilige inrichting van het provinciale wegennet doen we vooral via kleinschalige aanpassingen vanwege de termijn van realiseren in verband met stikstof. In 2023 zijn o.a. de volgende maatregelen uitgevoerd: veiliger inrichten koude oversteken op de N277 (bij Elsendorp, berm- en middengeleiding op de N269 Hilvarenbeek, N283 Dussen en Hank en N321 bij Gassel en verbetering van de veiligheid fietsers op diverse plaatsen.

In 2023 is vaker incidenteel onderhoud nodig geweest om de kwaliteit op het gewenste niveau te houden, omdat met reconstructies gecombineerde onderhoudswerkzaamheden vertraagd zijn. Dit is relatief duur en hierdoor zijn de kosten van de onderhoudsbegroting opgelopen. Het uitgangspunt van ‘werk-met-werk’ is daarom losgelaten bij de herijking van KOPI. De meerjarige onderhoudsplanning is weer leidend.

Het onderhoud wordt ook afhankelijk gesteld van de toestand buiten. Door data en digitalisering binnen de onderhoudstaak beschikken we over meer gegevens en kunnen we het onderhoud efficiënter en effectiever uitvoeren.  

Daarnaast hebben we uitvoering gegeven aan het dagelijks onderhoud inclusief incidentmanagement en gladheidsbestrijding. Na de verduurzaming van de steunpunten Helmond en Oud-Gastel  in 2022 zou het volgende steunpunt worden verduurzaamd. Dit is on-hold gezet. Er loopt nu een strategische heroriëntatie op het aantal en de geschikte locaties van steunpunten. 

Duurzaamheid en Innovatie:

  • Bij de totale onderhoudstaak blijven we inzetten op duurzaamheid en innovatie. Daarbij maken we nog steeds gebruik van de beschikbare kennis en expertise in de markt via de wijze van aanbesteden van infraprojecten en hiervoor gecreëerde ruimte in de infra- en onderhoudscontracten. De provincie is hiermee voor de 5e keer op rij uitgeroepen tot meest duurzame publieke opdrachtgever. De aanpak waarbij, via een door het management vastgesteld uitvoeringskader, duurzaamheid en innovatie structureel in alle infraprojecten wordt toegepast, is daarbij een belangrijke succesfactor. In 2023 hebben we het uitvoeringskader uit 2019 herzien op basis van evaluaties en ontwikkelingen om ons heen. Zie hiervoor: Handreiking Innovaties en Duurzaamheid in Infrastructurele Projecten - Uitvoeringskader IDI 2.0. Ook is een generiek ambitieweb opgesteld om een duidelijke en gemeenschappelijke basis te leggen in de projecten. Zie hiervoor: Ambitieweb Duurzaamheid
  • Als provincie worden we gezien als een koploper en regelmatig gevraagd als spreker bij externe bijeenkomsten. Ook door onze rol binnen INDUSA. Voor 2024 willen we vooral inzetten op het intern verbreden van de opgehaalde kennis en het borgen van procesafspraken. Dat zorgt dat we een goede gesprekspartner blijven voor marktpartijen met ideeën en dat we transparant en voorspelbaar acteren. Het kernteam en de community DIAM (Duurzaam en Innovatief Assetmanagement) gaan hier invulling aan geven. 
  • Ten aanzien van innovaties is inmiddels duidelijker met welke innovaties de grootste stappen te bereiken zijn om onze doelen en ambities te bereiken. Mede geïnspireerd door de roadmaps uit de landelijke strategie Klimaatneutrale en Circulaire Infra denken we eraan om met een innovatieagenda te gaan werken. Dit geeft duidelijkheid aan de markt waar onze behoeften aan innovaties vooral liggen.
  • In diverse projecten is, deels noodgedwongen door stikstof, ervaring opgedaan met inzet van emissiearm en -loos materieel. Ook dit is een onderwerp waar we landelijk goed zijn aangehaakt. Voor 2024 zijn er kansen om gebruik te maken van een nieuwe subsidieregeling van het ministerie. Mede door onze deelname in de overleggen is een regeling in de maak die tot beperkte extra administratie leidt.
  • Het verwerken van asfalt op lagere temperaturen en met hergebruik van materiaal met een lagere CO2-emissie tot gevolg is inmiddels de standaard aanpak. De resultaten worden steeds beter zichtbaar in de dashboards waar aan werken. Deze dashboards geven ook weer richting voor volgende stappen en zijn een voorbeeld voor de aanpak met andere materialen.
  • De pilots en experimenten uit 2022 zijn, doordat een aantal projecten tijdelijk hebben stilgelegen en er minder mogelijkheden zijn voor ontwikkeling van het areaal, op een wat lager tempo voortgezet:
    • De analyse van de pilot om betonnen fietspaden op verschillende duurzamere manieren te verbreden zal in 2024 plaatsvinden.
    • Ten aanzien van energieopwekking hebben we pas op de plaats gemaakt. We willen eerst monitoren wat het effect van het hebben van energie opwekkers is op de beheer en onderhoud. Het zonnefietspad (met lengte van 500 meter) op de N285 nabij Wagenberg (na eerder pilots op N324 en N395) is wel geopend. De 5 jaar durende monitoringsfase wordt begin 2024 opgestart in afstemming met de provincie Noord-Holland (gezamenlijke aanbesteding). 
    • De pilot voor de bestrijding van de Japanse Duizendknoop wordt verlengd om ook op langere termijn het effect te monitoren. Vanaf medio 2023 heeft de aanbesteding voor het nieuwe onderhoudspartner contract gelopen. We verwachten met de combinatie Eschdoorn ook nu weer vervolg te kunnen geven aan dit soort innovaties. 

Heeft het gekost wat het mocht kosten?

Terug naar navigatie - Heeft het gekost wat het mocht kosten?

Voor het dagelijks beheer en onderhoud van de provinciale wegen is € 1,6 mln. (9,5%) meer uitgegeven dan begroot (€ 17,1 mln.). De belangrijkste oorzaak is het extra incidentele onderhoud vanwege de vertraging in de geplande onderhoudsprojecten waar de uitvoering gekoppeld was aan reconstructieprojecten (€ 0,8 mln.). De uitvoering hiervan is sterkt beïnvloed door de dynamiek rondom stikstofdepositie. Daarnaast zijn de electriciteitskosten hoger dan geraamd (€ 0,9 mln.), omdat het project van het verledden van de openbare verlichting op en langs provinciale wegen is vertraagd. Ten slotte is er € 0,2 mln. extra uitgegeven aan herstelkosten a.g.v. incidenten en calamiteiten. De bestrijding van ziekten en plagen is lager uitgevallen (€ 0,2 mln.).

Onderhoud wegen
Bedragen x € 1.000 Begr.oorspr a.Begr.na.wijz. b.Realisatie Verschil a-b
2023 2023 2023
Budget onderhoud wegen 12.326 17.131 18.763 -1.632
12.326 17.131 18.763 -1.632

Heeft het gekost wat het mocht kosten? - Investeringen

Terug naar navigatie - Heeft het gekost wat het mocht kosten? - Investeringen

Het structurele investeringskrediet voor groot onderhoud en vervanging is gecorrigeerd voor het feit dat er in de jaren daarvoor nooit is geïndexeerd en bedroeg toen € 29,4 mln. per jaar. Vanaf 2022 wordt dit investeringskrediet gedekt via een specifiek daarvoor ingestelde egalisatiereserve. Via een jaarlijkse structurele toevoeging aan de reserve worden de afschrijvingslasten van de investeringen in groot onderhoud en vervanging op de meerjarige begroting geborgd. Conform het bestaande provinciale indexatiebeleid wordt de structurele toevoeging aan de reserve geïndexeerd. De indexatie van het investeringskrediet volgt daarmee uit deze financieringssystematiek en wordt via de reguliere Sturings- en Verantwoordingscyclus separaat met het vaststellen van het investeringsschema aan de Staten voorgelegd. 
Investeringen betreffen meerjarige uitvoeringskaders. Voor het groot onderhoud en vervanging was in de (bijgestelde) begroting totaal € 41,0 mln. geraamd (€ 42,4 gerealiseerd). De overige wegeninvesteringen betreffen reconstructies en worden gedekt door reserves. Vanwege de vertraging door stikstof zijn de ramingen in de begroting naar beneden bijgesteld. 
De realisatie op de investeringen mobiliteit waren € 2,0 mln. (3,6 %) hoger dan het geraamde investeringsvolume voor 2023. Voor de ontwikkeling van de busremise in Breda verloopt voorspoedig en is er in 2023 € 5,3 mln. meer gerealiseerd. Vanwege de vertraging in het project LED verlichting provinciale wegen (o.a. vanwege de aanbesteding) is € 2,5 mln. minder gerealiseerd.  

Investeringen Begroting 2023 Begroting 2023 Jaarrekening 2023 Verschil begroting -
Bedragen x € 1.000 oorspronkelijk na wijziging realisatie realisatie
N-261 0 985 N 0 985 V
Wegeninvesteringen 49.268 N 40.995 N 42.449 N 1.455 N
Steunpunten en districtskantoren 1.400 N 92 N 2 V 95 V
Materieel provinciale wegen 0 58 N 356 N 298 N
LED verlichting Wegeninvestering 3.000 N 3.000 N 452 N 2.548 V
Wegeninvesteringen 47.075 N 3.691 N 4.341 N 650 N
Wegeninvesteringen 5.572 N 626 N 252 N 374 V
Wegeninvesteringen 83.173 N 2.845 N 1.259 N 1.586 V
Wegeninvesteringen Busremise Breda (perceel) 0 0 0 0
Wegeninvesteringen Busremise Breda (Ontwikkeling) 13.000 N 3.643 N 8.902 N 5.259 N
Totaal 202.488 N 55.935 N 58.009 N 2.074 N

Onderhoud provinciale gebouwen en installaties

Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Terug naar navigatie - Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

We streven naar een schone, open en transparante werkplek met een flexibele invulling. Het onderhoud van de provinciale gebouwen en installaties is erop gericht de bestaande voorzieningen op een doelmatige en veilige manier in stand te houden. Deze activiteiten gelden ook voor de ruimten die aan derden verhuurd worden. De uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden vindt plaats op basis van meerjarenplanningen, de zogenaamde onderhoudsboeken.

Hebben we daarvoor gedaan wat we wilden doen?

Terug naar navigatie - Hebben we daarvoor gedaan wat we wilden doen?

Onderhoudsboek hoofdgebouw en onderhoudsboek nieuwbouw
In 2021 zijn de onderhoudsboeken geactualiseerd. Voor het opstellen van het onderhoudsplan is uitgegaan van conditiescore 3 op basis van NEN2767.
In het onderhoudsplan zijn zowel het jaarlijkse- als meerjarige onderhoud opgenomen. Het onderhoud bestaat voor een belangrijk deel uit het jaarlijks onderhoud, zoals het periodiek onderhoud aan de liften, het beveiligingssysteem en de klimaatinstallaties. Dat is nodig om de bedrijfszekerheid en het comfort van de gebouwen in stand te houden. De kosten voor dit onderhoud worden in de jaarlijkse exploitatie opgenomen.
Het meerjarig onderhoud heeft betrekking op het niet-reguliere en groot onderhoud aan gebouwen, installaties, apparatuur en inrichting. Voor de uitvoering van het meerjarig onderhoud vindt een jaarlijkse dotatie van ca € 1,25 mln. aan de voorziening onderhoud provinciehuis plaats.
In 2023 heeft de renovatie van de nieuwbouw bij het provinciehuis plaatsgevonden. In combinatie met de renovatie zijn ook verduurzamingsmaatregelen doorgevoerd waardoor het energielabel van dit gebouw van C naar A+++ is gegaan. Tevens is de renovatie van de bronnen voor de Warmte Koude Opslag afgerond, waarbij de ondergrondse componenten na 25 jaar zijn vervangen.


Onderhoud museum
Het Noordbrabants Museum aan de Verwerstraat te ’s-Hertogenbosch is provinciaal eigendom. De provincie verhuurt ruimten in het complex aan de Stichting Beheer Museumkwartier, die deze ruimten weer onderverhuurt aan o.a. de Stichting Het Noordbrabants Museum en Stichting Erfgoed Brabant. Het provinciaal Depot Bodemvondsten is ook gevestigd op deze locatie. De beheersstichting coördineert tevens het groot onderhoud en de vervangingsinvesteringen op basis van een meerjaren-onderhoudsplan. De onderhoudskosten worden gedekt vanuit de onderhoudsvoorziening Museumkwartier. Voeding van deze voorziening geschiedt op basis van de meerjarenraming.

Onderhoud vaarwegen

Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

Terug naar navigatie - Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?

De uitvoering van de (beheer) maatregelen aan provinciale vaarwegen zoals de Mark, de Dintel, de Roosendaalsche en Steenbergsche Vliet, de Roode Vaart en het Mark Vlietkanaal is in medebewind opgedragen aan het Waterschap Brabantse Delta. De onderhoudstoestand van deze vaarwegen behoeft de komende jaren aandacht om de basis op orde te houden.  

Hebben we daarvoor gedaan wat we wilden doen?

Terug naar navigatie - Hebben we daarvoor gedaan wat we wilden doen?

De provincie voert zelf geen beleidsprestaties i.c. werkzaamheden uit aan de vaarwegen. De uitvoering van het vaarwegbeheer door Waterschap Brabantse Delta is gebaseerd op een financiële overeenkomst tussen provincie Noord-Brabant en waterschap Brabantse Delta waarin een kostenverdeelsleutel is opgenomen. In 2023 zijn de werkzaamheden voor de inhaalslag van de baggerwerkzaamheden gestart. Deze zullen duren tot en met 2026. De provincie voert intensief overleg met Waterschap Brabantse Delta over de voortgang van de werkzaamheden.