Provinciale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Eén van de inkomstenbronnen van de provincie betreft de provinciale heffingen. Deze bestaan uit:

  • de heffing opcenten op de motorrijtuigenbelasting;
  • de Grondwaterheffing;
  • de Nazorgheffing in het kader van de Leemtewet;
  • diverse leges.

De provincie kent geen kwijtscheldingsbeleid voor provinciale heffingen.

Heffing opcenten motorrijtuigenbelasting

Terug naar navigatie - Heffing opcenten motorrijtuigenbelasting

Op grond van artikel 222 van de Provinciewet worden provinciale opcenten geheven. Door het Rijk wordt elk jaar het maximumniveau van de opcentenheffing vastgesteld. De datum waarop provincies hun opcenten kunnen wijzigen is met ingang van 1 januari van enig jaar. Op basis van de belastingcapaciteit per 1-1-2023 (omvang wagenpark in aantallen en gewicht) wordt in 2024 rekening gehouden met een opbrengst van € 289,2 mln. 

Provinciale lastendruk m.b.t. opcenten motorrijtuigenbelasting

Terug naar navigatie - Provinciale lastendruk m.b.t. opcenten motorrijtuigenbelasting

Het door het Rijk vastgestelde maximale opcententarief is per 1 januari 2024 wettelijk bepaald op 138,3 opcenten. In de heffingsverordening opcenten MRB is voor 2024 het tarief vastgesteld op 82,8 opcenten (PS 32/23) opcenten. In onderstaande tabel is een vergelijking opgenomen van de vastgestelde en voorgenomen opcententarieven van alle provincies.

Onbenutte belastingcapaciteit
In de rangorde van opcentenheffing van hoog naar laag komt de provincie Noord-Brabant uit op een negende plaats. In 2023 blijft de lastendruk m.b.t. de opcenten op de motorrijtuigenbelasting in relatieve zin onder het landelijk gemiddelde. Naar verwachting geldt dit ook voor 2024. De onbenutte belastingcapaciteit voor Noord-Brabant is gebaseerd op de ruimte onder het wettelijk maximum voor het jaar 2024, zijnde 55,5 punten (138,3 -/- 82,8). Eén punt verhoging komt in 2024 overeen met € 3,53 mln. extra opbrengsten. De onbenutte belastingcapaciteit 2024 komt daarmee uit op ca. € 195,9 mln. (55,5 x € 3,53 mln.). N.B. De berekening van de onbenutte capaciteit is gebaseerd op het voorgenomen tarief voor 2024.

Er is een relatie tussen de opcentenheffing (omvang wagenpark in aantallen en gewicht) en de algemene uitkering uit het Provinciefonds. In het verdeelmodel van het fonds telt de belastingcapaciteit (tegen een algemeen rekentarief) mee als een (negatieve) inkomstenmaatstaf. Anders gezegd: een relatief grotere belastingcapaciteit (zoals in Noord-Brabant) leidt tot een naar verhouding lagere provinciefondsuitkering.

Voorgenomen tarief per 1 jan 2024 Vastgesteld tarief per 1 jan 2023 stijging t.o.v. 2023 Percentage onbenutte belastingscapaciteit
Zuid Holland 98,7 95,7 3,1% 28,6%
Gelderland 97,9 93,0 5,3% 29,6%
Groningen 95,7 95,7 0,0% 30,8%
Drenthe 92,0 92,0 0,0% 33,5%
Fryslân 89,6 87,0 3,0% 35,2%
Zeeland 84,4 82,3 2,6% 39,0%
Limburg 83,1 80,7 3,0% 39,9%
Flevoland 83,0 82,2 1,0% 40,0%
Noord Brabant 82,8 80,8 2,5% 40,1%
Overijssel 82,2 79,9 2,9% 40,6%
Utrecht 81,9 79,4 3,1% 40,8%
Noord Holland 77,4 67,9 14,0% 44,0%
gemiddeld tarief 87,4 84,7 3,2%
Maximaal tarief 138,3 125,8 9,9%

Grondwaterheffing

Terug naar navigatie - Grondwaterheffing

De grondwaterheffing wordt geheven over de hoeveelheid onttrokken grondwater. De bestedingsmogelijkheden van de heffing zijn limitatief in de Grondwaterwet opgenomen, namelijk kosten van onderzoek, metingen en schadevergoedingen in verband met de onttrekking van grondwater. De financiële verantwoording verloopt via de voorziening grondwaterheffing. Voor 2023 zijn de inkomsten grondwaterheffing geraamd op € 3,8 mln. De heffing vindt plaats op grond van de Verordening Grondwaterheffing die voor het laatst is gewijzigd op 24 juni 2022 (PS 33/22). De baten uit de grondwaterheffing zijn in de begroting 2023 opgenomen bij programma Water en bodem. 

Nazorgheffing

Terug naar navigatie - Nazorgheffing

Nazorgheffing in het kader van de Nazorgregeling Wet Milieubeheer   

Op grond van de Wet milieubeheer is de provincie verantwoordelijk voor de nazorg van alle stortplaatsen waar na de peildatum 1 september 1996 nog afval is/wordt gestort. Om het eeuwigdurend milieu hygiënisch beheer door de Provincie van deze stortplaatsen te verzekeren is, conform de wettelijke regeling, een Nazorgfonds (een aparte rechtspersoon) ingesteld.  

De exploitant van een stortplaats die onder deze wettelijke regeling valt, moet een nazorgplan opstellen en dat voorleggen aan de provincie. Op basis van het nazorgplan wordt een doelvermogen bepaald. Om het doelvermogen op te bouwen wordt aan de stortplaatsbeheerder een heffing opgelegd die in het fonds wordt gestort. Hiermee is in april 2000 een start gemaakt.  

De heffing vindt plaats op grond van de vastgestelde verordening Nazorgheffing Noord-Brabant die door Provinciale Staten voor het laatst is gewijzigd op 25 februari 2011 (Statenvoorstel 86/11).  

Op grond van de Wet milieubeheer is de opbrengst van de nazorgheffing uitsluitend bestemd voor de uitvoering van de nazorg van gesloten stortplaatsen.  

De provincie fungeert als ontvanger voor het Nazorgfonds. De gelden worden belegd in externe fondsen, conform het door het Algemeen bestuur van het Nazorgfonds vastgestelde beleggingsstatuut. De beleggingsresultaten worden tot aan het moment van feitelijke sluiting van de stortplaats verrekend met de door de exploitanten te betalen heffingen. Het Nazorgfonds heeft een eigen begroting en jaarrekening die door het Algemeen bestuur van het fonds worden vastgesteld.  

Op dit moment zijn er in Brabant negen stortplaatsen, waarvan één baggerspeciedepot, waarop de wettelijke regeling van toepassing is:  

1. De Kragge, Bergen op Zoom  

2. Gulbergen, Nuenen  

3. Spinder, Tilburg  

4. Meerendonk, ‘s-Hertogenbosch  

5. Zevenbergen  

6. Haps  

7. Vlagheide, Schijndel  

8. Nyrstar, Budel  

9. Baggerdepot Dintelsas  

In 2014 is een definitieve afrekening gemaakt voor de stortplaatsen Nyrstar en Dintelsas. Deze zijn toen gesloten. De provincie voert daar de nazorg uit en draagt ook het financieel risico. Voor wat betreft de overige, nog niet gesloten, stortplaatsen zijn de nazorgheffingen gestort in het Nazorgfonds en is er voldoende zekerstelling aanwezig. Bij sluiting zal op basis van een definitief nazorgplan een definitieve afrekening worden opgemaakt.  

Provinciale Staten zijn op 11 juni 2019 geïnformeerd over de uitvoering van de Asset Liability Management (ALM) studie Nazorgfonds voor de stortplaatsen in de Provincie Noord-Brabant. Omdat er mogelijke kansrijke opties zijn die de kosten van de nazorg in de toekomst zouden kunnen beperken, hebben de provincie en de vergunninghouders een overeenkomst gesloten om hier gedurende vier jaren, in aanloop naar de nieuwe ALM studie in 2023, diepgaand onderzoek naar te doen. Onderdeel van deze overeenkomst is dat, zo lang het onderzoek loopt, de vergunninghouders de stortplaatsen nog niet voor de eeuwigdurende nazorg overdragen aan de provincie en dus zelf risicodragend blijven. Tegelijkertijd legt de provincie geen nieuwe aanslag op, zolang de vergunninghouders deel blijven nemen aan het onderzoek. Dit uitstel geeft exploitanten de tijd om samen met de provincie te kijken naar ontwikkelingen die mogelijk kunnen bijdragen aan een verlaging van het benodigde doelvermogen. Ook kan onderzocht worden of op de stortplaatsen nieuwe inkomsten te genereren zijn middels hergebruik. Bijvoorbeeld door het vestigen van een zonnepark.   

Na het sluiten van de hierboven bedoelde overeenkomst hebben wij meermalen overleg gevoerd met de vergunninghouders. Hieruit is gebleken dat het onderbouwen van aanwezige haalbare alternatieven nog niet de gewenste resultaten opleveren. Provinciale Staten zijn hierover laatstelijk geïnformeerd op 14 december 2021.  

Als vervolg op de ALM-studie van 2019 en het uitblijven van onderzoeksresultaten hebben partijen gezamenlijk een onafhankelijke Proces Manager aangesteld. De onafhankelijke Proces Manager heeft een door partijen gedragen plan van aanpak opgeleverd. Het plan van aanpak gaat uit van werkgroepen die aan de slag gaan met verschillende onderwerpen (techniek, financieel, juridisch en lobby), een ambtelijke stuurgroep en het Bestuurlijke Overleg. Zo wordt o.a. onder begeleiding van een onafhankelijke jurist in de juridische werkgroep verkend of verlenging van de huidige overeenkomst, met een looptijd tot juni 2024, noodzakelijk is.  

Tot op heden zijn er geen resultaten opgeleverd die leiden tot verlaging van de doelvermogens, zoals beoogd met het vervolg ALM-studie 2019.  

De provincie is, zoals afgesproken, in maart 2023 gestart met de eerder aangekondigde ALM-studie 2023. De uitkomsten hiervan worden eind 2023 verwacht. De uitkomsten zullen door Gedeputeerde Staten worden vastgesteld. Deze uitkomsten zijn medebepalend voor besluitvorming van Gedeputeerde Staten over het verdere verloop van het proces. 

Omgevingswet

Terug naar navigatie - Omgevingswet

Op basis van de huidige besluitvorming gaat de Omgevingswet van start per 1 januari 2023 Vanaf dat moment is ook een nieuwe legesverordening aan de orde. Veel zal hetzelfde zijn, maar er zijn ook verschillen. De grootste wijziging is de invoering van legesheffing op milieubelastende activiteiten (milieuleges). Bij de Wabo komen er enkele categorieën van de vergunningen bij. 

Waar de Omgevingswet op de onderstaande wetten een effect heeft op de legestarieven, wordt dit per onderstaande wet aangegeven onder de subkop ‘Omgevingswet’.  

De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de indexering die de omgevingsdiensten doorvoeren in hun uurtarieven. Zij voeren de vergunningtaken voor de provincie uit. De indexering verschilt per omgevingsdienst enigszins, waardoor de indexatie ook enigszins kan verschillen. 

Waar sprake is van opvallende, grotere afwijkingen ten opzichte van 2022 worden deze beknopt toegelicht.  

Artikelnummers kunnen mogelijk nog wijzigen. Via het aanbieden van de legesverordening en legestabel 2023 zullen de artikelen ook juridisch correct worden omschreven. 

Kostendekkende tarieven

Terug naar navigatie - Kostendekkende tarieven

Het beleid van Provinciale Staten zijn kostendekkende tarieven; de aanvrager betaalt dus de directe kosten van de vergunning via leges.
De legestarieven worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de indexering die de omgevingsdiensten doorvoeren in hun uurtarieven. Zij voeren de vergunning taken voor de provincie uit. 
De indexering
(loon- en prijsstijging) verschilt per omgevingsdienst enigszins, waardoor de indexatie ook enigszins kan verschillen. 
De uurtarieven die omgevingsdiensten ons doorrekenen zijn aanzienlijk gestegen ten opzichte van 2023. De kosten van omgevingsdiensten stegen zo snel dat hun uurtarieven reeds in 2023 hebben geleid tot herziene begrotingen met hogere uurtarieven. Dat is zeer ongebruikelijk maar onontkoombaar gezien de loon- en prijsontwikkelingen die zich voordeden. Provinciale Staten hebben op deze begrotingen hun zienswijzen mogen geven. De legestarieven in 2023 zijn hierop niet tussentijds aangepast.
Daarnaast hebben omgevingsdiensten hun uurtarieven in 2024 ook geïndexeerd. In de tariefstijging van de provinciale leges zit dus een dubbel tariefeffect: van de herziene begrotingen 2023 én van de begrotingen 2024 van omgevingsdiensten. 
Tenslotte kan de op basis van ervaringsgegevens de tijdsbesteding worden geactualiseerd, wat ook effect heeft op het tarief.
Waar sprake is van opvallende, grotere afwijkingen ten opzichte van 2023 worden deze beknopt
toegelicht.

Artikelnummers kunnen mogelijk nog wijzigen. Via het aanbieden van de legesverordening en legestabel 2023 zullen de artikelen ook juridisch correct worden omschreven.

Omgevingswet, water

Terug naar navigatie - Omgevingswet, water

De stijging in de legestarieven komt uitsluitend voort uit de stijgingen van het uurtarief die de Omgevingsdienst Zuidoost Brabant ons doorrekent. Deze omgevingsdienst voert deze taken voor de provincie Noord-Brabant uit.

Onderdeel Aantal begroot 2024 Tarief 2023 Tarief 2024 Mutatie % Opbrengst begroot 2024
Open bodemenergiesystemen
2.4.2.1 t/m 200.000 m3 13 € 5.638 € 6.629 17,6% € 86.172
2.4.2.1a 200.001 t/m 500.000 m3 10 € 7.380 € 8.677 17,6% € 86.774
2.4.2.1b meer dan 500.000 m3 2 € 9.225 € 10.847 17,6% € 21.694
Drinkwater & industriële toepassingen
2.4.1a t/m 500.000 m3 0 € 4.305 € 5.062 17,6% € 0
2.4.1b1 500.001 t/m 1.000.000 m3 1 € 8.610 € 10.124 17,6% € 10.124
2.4.1b2 meer dan 1.000.000 m3 1 € 28.700 € 33.746 17,6% € 33.746
Totaal leges Omgevingswet, onderdeel Water 27 € 238.509
Begroting '24
a. Netto kosten taakveld € 238.509
b. Overhead & BTW N.v.t.
Overhead is onderdeel van het ingekochte uurtarief
Opbrengst heffingen € 238.509
Dekking (opbrengst heffing / kosten) 100%

Omgevingswet, ontgrondingen

Terug naar navigatie - Omgevingswet, ontgrondingen

De stijging in de legestarieven komt uitsluitend voort uit de stijgingen van het uurtarief die de Omgevingsdienst Zuidoost Brabant ons doorrekent. Deze omgevingsdienst voert deze taken voor de provincie Noord-Brabant uit.

Onderdeel Aantal begroot 2024 Tarief 2023 Tarief 2024 Mutatie % Opbrengst begroot 2024
2.5.1.1a t/m 10.000 m3 13 € 4.278 € 5.031 17,6% € 65.397
2.5.1.1b 10.001 m3 t/m 25.000 m3 5 € 6.738 € 7.923 17,6% € 39.615
2.5.1.1c 25.001 m3 t/m 50.000 m3 4 € 13.477 € 15.846 17,6% € 63.385
2.5.1.1d 50.001 m3 t/m 100.000 m3 3 € 26.954 € 31.692 17,6% € 95.077
2.5.1.1e 100.001 m3 t/m 500.000 m3 1 € 40.538 € 47.664 17,6% € 47.664
2.5.1.1f meer dan 500.000 m3 2 € 65.245 € 76.715 17,6% € 153.431
2.5.1.2 Wijzigen of verlengen vergunning 0 € 4.278 € 5.031 17,6% € 0
2.5.1.3 Wijzigen vergunning met extra hoeveelheid specie 0 € 0 € 0 0,0% € 0
2.5.1.4 Intrekken vergunning 1 € 4.171 € 4.905 17,6% € 4.905
2.5.1.5 Cultuurtechnische verbetering zonder specieafvoer 1 € 4.171 € 4.905 17,6% € 4.905
2.5.1.6 Natuurprojecten zonder specieafvoer 0 € 4.171 € 4.905 17,6% € 0
Totaal leges Omgevingswet, onderdeel ontgrondingen 30 € 474.378
Begroting '24
a. Netto kosten taakveld € 474.378
b. Overhead & BTW N.v.t.
Opbrengst heffingen € 474.378
Dekking (opbrengst heffing / kosten) 100%

Omgevingswet, voorheen Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Terug naar navigatie - Omgevingswet, voorheen Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

De stijging in de legestarieven komt uitsluitend voort uit de stijgingen van het uurtarief die de omgevingsdiensten ons doorrekenen. Alle Brabantse omgevingsdiensten voeren deze taken uit. De onderdelen die betrekking hebben op natuur worden uitgevoerd door de Omgevingsdienst Brabant-Noord.

Omgevingswet
De Omgevingswet heeft geen effect op de bovenstaande tarieven. Wel komen er enkele categorieën bij vanaf het in werking treden van de Omgevingswet. Deze zijn schuin gedrukt in onderstaande tabel.

Onderdeel Aantal begroot 2024 Tarief 2023 Tarief 2024 Mutatie % Opbrengst begroot 2024
2.2.1 Een verzoek om beoordeling van een omgevingsplanactiviteit die alleen betrekking heeft op een bouwactiviteit: 0 € 671 € 754 12,3% € 0
2.2.2.1a Bouwkosten lager dan € 20.000 32 € 2.155 € 2.420 12,3% € 77.428
2.2.2.1b Bouwkosten tussen €20.000 en € 50.000 21 € 2.743 € 3.080 12,3% € 68.135
2.2.2.1c Bouwkosten tussen €50.000 en € 100.000 24 € 3.330 € 3.739 12,3% € 104.264
2.2.2.1d Bouwkosten tussen €100.000 en € 400.000 15 € 5.485 € 6.159 12,3% € 113.421
2.2.2.1e Bouwkosten tussen €400.000 en € 1.000.000 9 € 10.480 € 11.768 12,3% € 132.640
2.2.2.1f Bouwkosten tussen € 1 mln. en € 5 mln. 6 € 21.059 € 23.646 12,3% € 172.399
2.2.2.1g Bouwkosten tussen € 5 mln. en € 25 mln. 4 € 39.179 € 43.993 12,3% € 206.769
2.2.2.1h Bouwkosten meer dan € 25 mln. 0 € 66.604 € 74.789 12,3% € 0
2.2.2.2 Beoordelen bodemrapport 10 € 196 € 220 12,3% € 2.200
2.2.2.3 Beoordelen advies agrarische adviescommissie 0 € 608 € 682 12,3% € 0
2.2.2.4 Toetsing ontheffing i.h.k.v. exploitatieplan 0 € 392 € 440 12,3% € 0
2.2.3 en 2.2.4 a t/m d Binnenplanse ontheffing grond & bouw 17 € 588 € 660 12,3% € 11.218
2.2.5 a/c Slopen / wijzigen beschermd monument 0 € 3.063 € 3.440 12,3% € 0
2.2.5 b/d Slopen beschermd stads & dorpsgezicht 0 € 1.567 € 1.760 12,3% € 0
2.2.6 Slopen 0 € 1.567 € 1.760 12,3% € 0
2.2.7 Kappen 11 € 490 € 550 12,3% € 6.049
2.2.8 a/b Handelsreclame 0 € 588 € 660 12,3% € 0
2.8.1 Andere activiteiten 0 € 686 € 770 12,3% € 0
2.2.12 Gelijkwaardige maatregel bouwactiviteiten 0 € 1.790 € 2.010 12,3% € 0
2.2.13 Verlengen tijdelijke vergunning bouwactiviteit 0 € 895 € 1.005 12,3% € 0
Subtotaal leges Omgevingswet (voorheen Wabo) 149 € 894.524
Onderdeel Aantal begroot 2024 Tarief 2023 Tarief 2024 Mutatie % Opbrengst begroot 2024
2.2.9 Vergunningverlening aanhaken Omgevingsvergunning aanhaken Wnb, N2000 (PNB bevoegd gezag) 9 € 2.725 € 2.929 7,5% € 26.365
2.2.10 Omgevingsvergunning aanhaken OW (Wnb), FF-activiteiten (PNB bevoegd gezag) 10 € 5.459 € 5.861 7,4% € 58.613
Subtotaal Adviezen met Instemming 19 € 84.977
Totaal leges Omgevingswet (voorheen Wabo, incl. Ami) 168 € 979.501
Begroting '24
a. Netto kosten taakveld € 979.501
b. Overhead & BTW N.v.t.
Overhead is onderdeel van ingekochte uurtarief
Opbrengst heffingen € 979.501
Dekking (opbrengst heffing / kosten) 100%

Omgevingswet, Natuur

Terug naar navigatie - Omgevingswet, Natuur

De belangrijkste oorzaak van de stijging in de meeste legestarieven betreft de hogere uurtarieven die de Omgevingsdienst Brabant-Noord ons doorrekent. Daarnaast wordt ook de ureninzet herijkt en dat heeft op een enkele plek beperkte invloed.

Door de stikstofproblematiek ligt de vergunningverlening bij gebiedsbescherming (2.6.1.1 t/m 2.6.1.3) goeddeels stil en dus ook de leges. Dit leidt tot taakverschuivingen. Het financiële effect is dat er geen legesinkomsten staan tegenover deze taken. Daarom zijn de inkomsten voor deze categorieën voorzichtigheidshalve afgeraamd met 70%. 

Omgevingswet (voormalig Wet Natuurbescherming)
Onderdeel Aantal begroot 2024 Tarief 2023 Tarief 2024 Mutatie % Opbrengst begroot 2024
2.6.1.1 Vergunningverlening gebiedsbescherming uitgebreide procedure 227 € 5.629 € 6.051 7,5% € 1.373.631
2.6.1.2 Vergunningverlening gebiedsbescherming (gedeeltelijke) intrekking 80 € 2.168 € 2.451 13,1% € 196.052
2.6.1.3 Omzetten PAS-melding naar vergunning 300 € 1.600 € 1.600 0,0% € 480.000
2.6.2.1 Ontheffingverlening schadebestrijding, overlastbestrijding en populatiebeheer art 3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 20 € 3.041 € 3.105 2,1% € 62.106
2.6.2.2 Ontheffingverlening soortenbescherming t.b.v. onderzoek en onderwijs, opvang beschermde dieren art 3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 11 € 152 € 168 10,4% € 1.853
2.6.2.3 Ontheffingverlening soortenbescherming t.b.v. infrastructurele werken, windmolenparken, GAN, ruimtelijke ontw. > 50 woningen art 3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 111 € 7.902 € 8.789 11,2% € 975.551
2.6.2.4 Ontheffingverlening soortenbescherming overige aanvragen art 3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 140 € 5.459 € 6.116 12,0% € 856.268
2.6.2.5 Ontheffingverlening soortenbescherming betrekking hebbend op belang één particuliere aanvrager art 3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 7 € 2.220 € 2.351 5,9% € 16.458
2.6.3.1 Ontheffingverlening compensatie herplantplicht art 4.5: 10 € 1.490 € 1.656 11,2% € 16.565
2.6.3.2 Ontheffingverlening herplantplicht art 4.5: 10 € 1.594 € 1.771 11,1% € 17.707
2.6.3.3 Ontheffing herplanttermijn art 4.5: 8 € 1.093 € 1.217 11,3% € 9.735
2.6.3.4 Ontheffing bedoeld in art. 6.12, derde lid, Interim Omgevingsverordening Noord-Brabat (ontheffing wachttermijn) 8 € 781 € 863 10,5% € 6.906
Subtotaal leges Omgevingswet, onderdeel Natuur 932 € 4.012.832
Aframing Vergunningverlening gebiedsbescherming ivm onzekerheden (70%) € -1.229.810
Leges Omgevingswet, onderdeel Natuur (provincie bevoegd) € 2.783.022
Onderdeel Aantal begroot 2024 Tarief 2023 Tarief 2024 Mutatie % Opbrengst begroot 2024
6.1.1 Advies met instemming (Ami) 36 € 5.124 € 5.538 8,1% € 184.478 *
2.6.2.3 Ontheffingverlening soortenbescherming t.b.v. infrastructurele werken, windmolenparken, GAN, ruimtelijke ontw. > 50 woningen art 3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 3 € 7.902 € 7.868 -0,4% € 23.706
2.6.2.4 Ontheffingverlening soortenbescherming overige aanvragen art 3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 11 € 5.459 € 6.116 12,0% € 54.587
2.6.2.5 Ontheffingverlening soortenbescherming betrekking hebbend op belang één particuliere aanvrager art 3.3/3.4/3.8/3.9/3.10 2 € 2.220 € 2.351 5,9% € 4.440
Subtotaal Adviezen met Instemming, onderdeel natuur (gemeenten bevoegd) 52 € 267.211
Aframing Vergunningverlening gebiedsbescherming ivm onzekerheden (70%) € -110.687
Totaal Omgevingswet, onderdeel natuur (gemeenten bevoegd) € 156.524
Totaal Wet Natuurbescherming Leges & Ami 984 € 2.939.546
begroting 2024
a. Netto kosten taakveld € 2.939.546
b. Overhead & BTW N.v.t.
Overhead is onderdeel van het ingekochte uurtarief
Opbrengst heffingen € 2.939.546
Dekking (opbrengst heffing / kosten) 100%

Leges milieuvergunningen

Terug naar navigatie - Leges milieuvergunningen

Met de komst van de Omgevingswet stelt het Rijk de bevoegde gezagen in staat om leges te heffen op Milieuvergunningen. Dit is aan de orde als initiatiefnemers milieubelastende activiteiten gaan ondernemen. Initiatiefnemers zijn hoofdzakelijk grote industriële bedrijven, grootschalige mestverwerkers, - energie opwekkers, verbranders van afvalstoffen, etcetera. Met het heffen van milieuleges wordt aangehaakt op een landelijke lijn om hiertoe over te gaan. De VNG-modelverordening heeft hiervoor als basis gediend. Meer informatie staat in de Statenmededeling ‘Heffen milieuleges’.

Uitgangspunt voor de leges zijn kostendekkende tarieven. De tarieven zijn gebaseerd op een conservatieve inschatting van het aantal uren vermenigvuldigd met het gemiddelde functionele uurtarief die omgevingsdiensten ons doorrekenen. De stijging van de tarieven vloeit voort uit de indexering van de uurtarieven door de Omgevingsdiensten. Het tarief in 2023 was gelijk gehouden met het tarief in 2022. Voor 2024 is aangesloten op de realistische indexering van de omgevingsdiensten.

Over de feitelijke urenbesteding van deze vergunningen moeten ervaringsgegevens verzameld worden. De tarieven zullen, net zoals bij de andere tarieven gebeurt, jaarlijks worden geactualiseerd en herijkt wanneer nodig. De aanname is dat de kosten en opbrengsten nog niet op 2024 drukken maar dat deze vanaf 2025 plaatsvinden. Dit hangt samen met de overgang van het nieuwe regime, onduidelijkheid over de aantallen en de doorlooptijden voordat de beschikking en facturen worden verstuurd.

Onderdeel Tarief 2023 Tarief 2024 Mutatie %
Complexe milieubelastende activiteiten
2.3.1a Bedrijfstakoverstijgend 1 mba € 3.300 € 3.769 14,2%
2.3.1b Bedrijfstakoverstijgend 2-5 mba's € 2.600 € 2.969 14,2%
2.3.1c Bedrijfstakoverstijgend > 5 mba's € 2.200 € 2.512 14,2%
2.3.2 Seveso basistarief € 22.000 € 25.124 14,2%
2.3.2a Seveso hoge drempel € 5.500 € 6.281 14,2%
2.3.2b Seveso lage drempel € 5.500 € 6.281 14,2%
2.3.3a Grootschalige energie opwekking <300MW € 16.500 € 18.843 14,2%
2.3.3b Grootschalige energie opwekking >300MW € 38.500 € 43.966 14,2%
2.3.4a Raffinaderij capaciteit < 2 mln ton/jr € 27.500 € 31.405 14,2%
2.3.4b Raffinaderij capaciteit > 2 mln ton/jr € 33.000 € 37.686 14,2%
2.3.5 Cokes € 27.500 € 31.405 14,2%
2.3.6a Vergassen/vloeibaar maken steenkool € 33.000 € 37.686 14,2%
2.3.6b Vergassen/vloeibaar maken niet-steenkool € 27.500 € 31.405 14,2%
2.3.6c Briketteren/walsen steenkool/bruinkool € 22.000 € 25.124 14,2%
2.3.6d Maken steenkoolprodcuten / rookvrije brandstoftoffen steenkool € 22.000 € 25.124 14,2%
2.3.7a Basismetaal; roosteren/sinteren ertsen cat 2.1 € 38.500 € 43.966 14,2%
2.3.7b Basismetaal; maken ijzer/staal cat 2.2 € 38.500 € 43.966 14,2%
2.3.7c Basismetaal; exploitatie IPPC anders dan ijzer/staal € 27.500 € 31.405 14,2%
2.3.7d Basismetaal; verwerken ferrometalen cat 2.3 € 27.500 € 31.405 14,2%
2.3.7e Basismetaal; verwerken ferrometalen cat. 2.4 € 27.500 € 31.405 14,2%
2.3.7f Basismetaal; exploiteren anders dan ferrometalen € 22.000 € 25.124 14,2%
2.3.7g Basismetalen; winnen non-ferrometalen cat. 2.5 € 27.500 € 31.405 14,2%
2.3.8a Complexe minerale industrie cement, kalk cat. 3.1 € 33.000 € 37.686 14,2%
2.3.8b Complexe minerale industrie anders dan cat 3.1 € 27.500 € 31.405 14,2%
2.3.8c Complexe minerale indsustrie asbest, cat 3.2 € 33.000 € 37.686 14,2%
2.3.8d Complexe minerale indsustrie glas, cat 3.3, IPPC € 33.000 € 37.686 14,2%
2.3.8e Complexe minerale indsustrie glas, andere mba € 27.500 € 31.405 14,2%
2.3.8f Complexe minerale indsustrie smelten, cat 3.4, IPPC € 33.000 € 37.686 14,2%
2.3.8g Complexe minerale industrie smelten, andere mba € 27.500 € 31.405 14,2%
2.3.8h Complexe minderale industrie; koostof/elektrografiet cat. 6.8 € 33.000 € 37.686 14,2%
2.3.9a Basischemie cat. 4.1 € 33.000 € 37.686 14,2%
2.3.9b Basischemie cat. 4.2 € 33.000 € 37.686 14,2%
2.3.9c Basischemie cat. 4.3 € 33.000 € 37.686 14,2%
2.3.9d Basischemie cat. 4.4 € 33.000 € 37.686 14,2%
2.3.9e Basischemie cat. 4.5 € 33.000 € 37.686 14,2%
2.3.9f Basischemie cat. 4.6 € 33.000 € 37.686 14,2%
2.3.10a Complexe papier/hout/textielindustrie cat 6.1 € 27.500 € 31.405 14,2%
2.3.10b Complexe papier/hout/textielindustrie cat 6.2 € 38.500 € 43.966 14,2%
2.3.11a Afvalbeheer cat 5.1 € 33.000 € 37.686 14,2%
2.3.11b Afvalbeheer cat 5.3 € 27.500 € 31.405 14,2%
2.3.11c1 Afvalbeheer cat 5.5 € 27.500 € 31.405 14,2%
2.3.11c2 Afvalbeheer paragraaf 3.5.6 € 16.500 € 18.843 14,2%
2.3.11d Afvalbeheer ondergronds afval cat. 5.6 € 27.500 € 31.405 14,2%
2.3.12 Kadavers/dierlijk afval art 6.5 € 27.500 € 31.405 14,2%
2.3.13a Stortplaats art 5.4 IPPC € 22.000 € 25.124 14,2%
2.3.13b Stortplaats andere milieubelastende installatie/stortplaats € 16.500 € 18.843 14,2%
2.3.13c Stortplaats andere milieubelastende installatie/winningsafvalvoorz. € 16.500 € 18.843 14,2%
2.3.14 Verbranden afvalstoffen IPPC € 38.500 € 43.966 14,2%
2.3.15 Grootschalige mestverwerking € 22.000 € 25.124 14,2%
Nutssector en industrie
2.3.16a Omg.verg. mba 1 stuks € 3.300 € 3.769 14,2%
2.3.16b Omg.verg. mba 2-5 stuks € 2.600 € 2.969 14,2%
2.3.16c Omg.verg. mba > 5 stuks € 2.200 € 2.512 14,2%
Afvalbeheer
2.3.17a Omg.verg. mba 1 stuks € 3.300 € 3.769 14,2%
2.3.17b Omg.verg. mba 2-5 stuks € 2.600 € 2.969 14,2%
2.3.17c Omg.verg. mba > 5 stuks € 2.200 € 2.512 14,2%
Agrarische sector
2.3.18a Omg.verg. mba 1 stuks € 3.300 € 3.769 14,2%
2.3.18b Omg.verg. mba 2-5 stuks € 2.600 € 2.969 14,2%
2.3.18c Omg.verg. mba > 5 stuks € 2.200 € 2.512 14,2%
Dienstverlening, onderwijs en zorg
2.3.19 Omg.verg. mba € 3.300 € 3.769 14,2%
Transport & logistiek
2.3.20a Omg.verg. mba 1 stuks € 3.300 € 3.769 14,2%
2.3.20b Omg.verg. mba 2-5 stuks € 2.600 € 2.969 14,2%
2.3.20c Omg.verg. mba > 5 stuks € 2.200 € 2.512 14,2%
Omgevingsplanactiviteit; milieubelastende activiteiten
2.3.21 Omg.verg. mba € 2.200 € 2.512 14,2%
Maatwerkvoorschriften mba
2.3.22.1a Maatwerk/vergunningvoorschrift 1 stuks € 2.200 € 2.512 14,2%
2.3.22.1b Maatwerk/vergunningvoorschrift per extra € 1.100 € 1.256 14,2%
2.3.23 Wijzigen maatwerkvoroschriften € 2.200 € 2.512 14,2%
Gelijkwaardige maatregel bij milieubelastende activiteiten
2.3.24.1 Toestemming maatregel art. 4.7 OW € 2.200 € 2.512 14,2%
Meerdere complexe milieubelastende activiteiten
2.3.25 Meerdere mba's Opslagmethodiek
Uitgebreide voorbereidingsprocedure
2.3.26 Mba afd. 3.2 en 3.4-3.8 BAL € 2.750 € 3.140 14,2%
Wijzigingen omgevingsvergunningen
2.3.27-28 div. soorten mba's Opslagmethodiek
2.3.30 Wijziging voorschriften omgevingsvergunning € 2.200 € 2.512 14,2%
2.3.31 Beoordeling onderzoeksrapporten € 8.800 € 10.049 14,2%

Leges Vergunningen/ontheffingen Legesverordening 2022, paragraaf 3.1 t/m 3.3

Terug naar navigatie - Leges Vergunningen/ontheffingen Legesverordening 2022, paragraaf 3.1 t/m 3.3

De tarieven van de leges, die in rekening worden gebracht voor het behandelen van aanvragen van vergunningen en ontheffingen zijn op grond van Omgevingswet en de Wegenverkeerswet. De Legesverordening Noord-Brabant 2022 (paragraaf 3.1 t/m 3.3) is aangepast op de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024. De tarieven blijven ongewijzigd. 

De verwachte aantallen aanvragen voor het komende jaar zijn gelijk aan de geraamde aantallen in de begroting 2023 (3.528 gerealiseerd in 2022 vooral door meer ontheffingen voor exceptioneel vervoer via RDW), omdat een precies aantal voor 2024 moeilijk is te voorspellen. De gehanteerde tarieven zijn gebaseerd op de inzet die het ambtelijk personeel gemiddeld moet besteden om een aanvraag te behandelen en zijn maximaal kostendekkend. 

De exceptionele transporten worden beoordeeld door de Dienst Wegverkeer (RDW). De leges die door de RDW wordt geïnd bij de ontheffinghouders worden jaarlijks voor een deel afgedragen. Het tarief voor behandeling van ontheffing aanvragen voor exceptionele transporten wordt jaarlijks vastgesteld door de RDW. De afdracht vindt een jaar na realisatie plaats. 

De totaal geraamde opbrengst aan leges Verkeer & Vervoer is € 186.199,-.

 

Onderdeel (in aantallen)

Geraamd

Ontheffing wedstrijd voertuigen meer gemeenten art. 148/10 WVW 1994

15

Verklaring geen bezwaar wedstrijd in één gemeente art. 148/10 WVW 1994

15

Ontheffing voertuig of -combinatie art. 9.1 RV, m.u.v. H5, afd. 7, 8, 10 en 11 RV (exceptionele transporten)

2.800

Ontheffing voertuig of -combinatie art. 9.1, H5, afd. 7, 8, 10 en 11

0

Ontheffing art. 87 RVV 1990

20

Vergunning art. 4, eerste lid, Verordening wegen

 

-  werk andere wegbeheerders

20

- verkeersmaatregelen op de weg voor werken of activiteiten buiten de weg

100

-  kabels of leidingen

225

-  borden (bewegwijzering, stroken-borden, reclame, objecten, terreinen)

5

-  kunstobject

0

Vergunning art. 5, eerste en tweede lid, Verordening wegen:

 

-  evenement (niet optocht)

15

-  evenement

10

-  voorwerpen i.v.m. particuliere bouw- of onderhoudswerken buiten de weg

0

-  overige activiteiten (wedstrijden zonder voertuigen, voorwerpen, stoffen)

5

Aanvraag niet nadrukkelijk benoemd

0

Totaal Vergunningen/ontheffingen

3.230

 

geraamd
Ontheffing wedstrijd voertuigen meer gemeenten art. 148/10 WVW 1994 15
Verklaring geen bezwaar wedstrijd in één gemeente art. 148/10 WVW 1994 15
Ontheffing voertuig of –combinatie art. 9.1 RV, m.u.v. H5, afd. 7, 8, 10 en 11 RV (exceptionele transporten) 2.800
Ontheffing voertuig of -combinatie art. 9.1, H5, afd. 7, 8, 10 en 11 -
Ontheffing art. 87 RVV 1990 20
Vergunning art. 4, eerste lid, Verordening wegen:
- Werk andere wegbeheerders 20
- Verkeersmaatregelen op de weg voor werken of activiteiten buiten de weg 100
- Kabels of leidingen 225
- Borden (bewegwijzering, stroken-borden, reclame, objecten, terreinen) 5
- Kunstobject -
Vergunning art. 5, eerste en tweede lid, Verordening wegen:
- Evenement (niet optocht) 15
- Evenement 10
- Voorwerpen i.v.m. particuliere bouw- of onderhoudswerken buiten de weg -
- Overige activiteiten (wedstrijden zonder voertuigen, voorwerpen, stoffen) 5
Aanvraag niet nadrukkelijk benoemd -
Totaal 3.230