We gaan voor een veilig, samenhangend, robuust, betrouwbaar, schoon, stil en gezond mobiliteitssysteem dat bijdraagt aan een concurrerende en duurzame economie en mensen in staat stelt mee te doen aan de samenleving en zo bijdraagt aan de brede welvaart van Brabant.
De vraag naar mobiliteit zal naar verwachting, mede door de bevolkingsgroei die Brabant doormaakt, de komende jaren alleen nog maar verder toenemen en investeringen in het mobiliteitssysteem zijn nodig om Brabant nu én in toekomst bereikbaar te houden. En dat terwijl de realisatie van de mobiliteitsopgaven en –projecten er niet gemakkelijker op wordt. Door de stikstofproblematiek en het tijdelijk pauzeren van de NB-vergunningverlening in Brabant lopen (infrastructurele) projecten verdere vertraging op of worden helemaal stopgezet. Projecten die wel door kunnen zien de uitvoeringskosten fors oplopen door de vertraging, prijsstijgingen én meerkosten door de inzet van elektrisch materieel en aanpassingen in de fasering vanwege stikstof. Desondanks kiezen we ervoor om Brabant zo veel als mogelijk open te houden.
We ontwikkelen het mobiliteitssysteem door vanuit een viertal robuuste en betrouwbare netwerken (OV-netwerk, wegennet, (snel-)fietsnetwerk en goederencorridor) die we goed met elkaar verbinden tot een samenhangend systeem. De ambities voor de verschillende netwerken zijn vastgelegd in het beleidskader Mobiliteit: Koers 2030.
In het Toekomstbeeld OV 2040 (TBOV 2040) en het Brabants Toekomstbeeld Fiets (BTF) is dit beeld vertaald naar het OV-netwerk (inclusief spoor) en het fietsnetwerk (fietsroutes, fietsparkeren én fietsstimulering) voor Zuid-Nederland. Dit zijn belangrijke onderdelen van de transitie naar meer actieve en gedeelde vormen van mobiliteit die nodig zijn om de verdichting door de verstedelijking en de woningbouwopgave mogelijk te maken. Om daarnaast de impact van het tijdelijke aanhouden van een aantal (rijks)wegenprojecten op te vangen is extra inzet op het versnellen van deze mobiliteitstransitie nodig.
Daarover zijn op basis van afspraken bij BO-MIRT 2022 over de Brainportdeal en de uitwerking van multimodale mobiliteitspakketten voor de stedelijke regio’s Tilburg – Breda, ’s-Hertogenbosch, Bergen op Zoom – Roosendaal en Metropoolregio Eindhoven (MRE) in 2023 vervolgafspraken inclusief bijbehorende financiering gemaakt. Via de realisatie van het Korte Termijn Pakket A2/N2 worden de eerste stappen gezet in de realisatie van de Brainportdeal. De andere mobiliteitspakketten worden vertaald naar uitvoeringsafspraken voor de komende jaren in de Regionale Mobiliteitsprogramma’s (RMP’s). Het Rijk draagt hieraan bij uit de totaal € 7,5 mld. die beschikbaar is voor de versnelling van de woningbouwopgave.
De contouren van het mobiliteitsbeleid in Brabant ligt meerjarig vast en een uitgebreid inzicht in de uitvoering hiervan wordt gegeven via de programmering mobiliteit 2024-2043. De nieuwe (financiële en milieutechnische) werkelijkheid voor het beleidsveld mobiliteit vraagt om ingrijpende keuzes. Een aantal besluiten moet worden genomen over het tekort van de programmering, het stopzetten van projecten en/of een andere invulling geven aan specifieke opgaven. Naar aanleiding van de vorige programmering is hiervoor een bestuursopdracht opgehaald om handvatten te geven voor een prioriteringssystematiek. Het nieuwe college zal dit oppakken, waarbij het nieuwe bestuursakkoord wordt betrokken.