Programma 9 Mobiliteitsontwikkeling

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

We gaan voor een veilig, samenhangend, robuust, betrouwbaar, schoon, stil en gezond mobiliteitssysteem dat bijdraagt aan een concurrerende en duurzame economie en mensen in staat stelt mee te doen aan de samenleving en zo bijdraagt aan de brede welvaart van Brabant.  

De vraag naar mobiliteit zal naar verwachting, mede door de bevolkingsgroei die Brabant doormaakt, de komende jaren alleen nog maar verder toenemen en investeringen in het mobiliteitssysteem zijn nodig om Brabant nu én in toekomst bereikbaar te houden. En dat terwijl de realisatie van de mobiliteitsopgaven en –projecten er niet gemakkelijker op wordt. Door de stikstofproblematiek en het tijdelijk pauzeren van de NB-vergunningverlening in Brabant lopen (infrastructurele) projecten verdere vertraging op of worden helemaal stopgezet. Projecten die wel door kunnen zien de uitvoeringskosten fors oplopen door de vertraging, prijsstijgingen én meerkosten door de inzet van elektrisch materieel en aanpassingen in de fasering vanwege stikstof. Desondanks kiezen we ervoor om Brabant zo veel als mogelijk open te houden. 

We ontwikkelen het mobiliteitssysteem door vanuit een viertal robuuste en betrouwbare netwerken (OV-netwerk, wegennet, (snel-)fietsnetwerk en goederencorridor) die we goed met elkaar verbinden tot een samenhangend systeem. De ambities voor de verschillende netwerken zijn vastgelegd in het beleidskader Mobiliteit: Koers 2030.  

In het Toekomstbeeld OV 2040 (TBOV 2040) en het Brabants Toekomstbeeld Fiets (BTF) is dit beeld vertaald naar het OV-netwerk (inclusief spoor) en het fietsnetwerk (fietsroutes, fietsparkeren én fietsstimulering) voor Zuid-Nederland. Dit zijn belangrijke onderdelen van de transitie naar meer actieve en gedeelde vormen van mobiliteit die nodig zijn om de verdichting door de verstedelijking en de woningbouwopgave mogelijk te maken. Om daarnaast de impact van het tijdelijke aanhouden van een aantal (rijks)wegenprojecten op te vangen is extra inzet op het versnellen van deze mobiliteitstransitie nodig.  

Daarover zijn op basis van afspraken bij BO-MIRT 2022 over de Brainportdeal en de uitwerking van multimodale mobiliteitspakketten voor de stedelijke regio’s Tilburg – Breda, ’s-Hertogenbosch, Bergen op Zoom – Roosendaal en Metropoolregio Eindhoven (MRE) in 2023 vervolgafspraken inclusief bijbehorende financiering gemaakt. Via de realisatie van het Korte Termijn Pakket A2/N2 worden de eerste stappen gezet in de realisatie van de Brainportdeal. De andere mobiliteitspakketten worden vertaald naar uitvoeringsafspraken voor de komende jaren in de Regionale Mobiliteitsprogramma’s (RMP’s). Het Rijk draagt hieraan bij uit de totaal € 7,5 mld. die beschikbaar is voor de versnelling van de woningbouwopgave. 

De contouren van het mobiliteitsbeleid in Brabant ligt meerjarig vast en een uitgebreid inzicht in de uitvoering hiervan wordt gegeven via de programmering mobiliteit 2024-2043. De nieuwe (financiële en milieutechnische) werkelijkheid voor het beleidsveld mobiliteit vraagt om ingrijpende keuzes. Een aantal besluiten moet worden genomen over het tekort van de programmering, het stopzetten van projecten en/of een andere invulling geven aan specifieke opgaven. Naar aanleiding van de vorige programmering is hiervoor een bestuursopdracht opgehaald om handvatten te geven voor een prioriteringssystematiek. Het nieuwe college zal dit oppakken, waarbij het nieuwe bestuursakkoord wordt betrokken. 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

We gaan voor een robuust en betrouwbaar mobiliteitssysteem.

Terug naar navigatie - We gaan voor een robuust en betrouwbaar mobiliteitssysteem.

De (multimodale) reistijd is in 2030 in 95% van de gevallen conform de voorspelling + of – 5 minuten. 

  • De ontwikkeling van de werkelijke gerealiseerde reistijd per auto ten opzichte van de freeflow reistijd (Noord-Brabant & provinciale wegen, naar typen wegen): < vorig jaar.  

*Freeflow = reistijd buiten de spits zonder vertraging. 

Wat gaan we daarvoor doen?

We gaan voor een samenhangend mobiliteitssysteem.

Terug naar navigatie - We gaan voor een samenhangend mobiliteitssysteem.

Reizigers kiezen in toenemende mate een aanbod van mobiliteit dat past bij hun dynamische manier van leven. De combinatie tussen verschillende modaliteiten zoals (elektrische) fiets, (deel-)auto en OV wordt steeds aantrekkelijker. We zorgen voor een goede aansluiting tussen de verschillende modaliteiten met het realiseren van mobiliteitshubs en spoorknooppunten in nauwe samenhang met de ruimtelijke ontwikkelingen van bijvoorbeeld woningbouw. 

Ook werken we aan het verbeteren van de aansluiting van de modaliteiten voor goederenvervoer.  

Het aantal multimodale ketenverplaatsingen* in personen- en goederenvervoer in Brabant is in 2030 verdubbeld ten opzichte van 2019. 

  • Ontwikkeling modal split in het personenvervoer van weg naar openbaar vervoer en fiets (absolute aantallen, Noord-Brabant): > vorig jaar 
  • Ontwikkeling modal split in het goederenvervoer van weg naar spoor en water (absolute aantallen, Noord-Brabant): > vorig jaar 

*Bij multimodale ketenverplaatsing is er sprake van een combinatie van meerdere (duurzame) vervoerwijzen voor één verplaatsing. Modal split houdt de verdeling in tussen modaliteiten.

Wat gaan we daarvoor doen?

We gaan voor mobiliteit voor iedereen.

Terug naar navigatie - We gaan voor mobiliteit voor iedereen.

Onderwijs-, zorg-, werk-, recreatie-, natuur- en dagelijkse voorzieningen en sociale contacten zijn in 2030 goed bereikbaar voor iedereen. 

  • Ontwikkeling van de nabijheid van voorzieningen in verschillende type regio’s en voor verschillende type modaliteiten. 

Wat gaan we daarvoor doen?

We gaan voor schone, stille en gezonde mobiliteit

Terug naar navigatie - We gaan voor schone, stille en gezonde mobiliteit

We zorgen in Noord-Brabant dat de overlast van verkeer geminimaliseerd wordt door in te zetten op stille voertuigen en infrastructuur. 

  • Ontwikkeling aantal objectief geluidgehinderden waar de wettelijke geluidnormen worden overschreden (provinciale wegen): aantal < vorig jaar.

Wat gaan we daarvoor doen?

Ontwikkelingen en onzekerheden

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen en onzekerheden
  • Het on-hold zetten van een aantal projecten op rijksinfrastructuur en de herprioritering van het mobiliteitsfonds heeft invloed op het mobiliteitsnetwerk in Brabant. 
  • Ontwikkelingen in wet- en regelgeving rondom stikstof en vergunningverlening kunnen de realisatie en de kosten van (infrastructurele) projecten beïnvloeden.
  • Onzekerheid en vertraging in de doorlooptijden bij behandeling door de Raad van State heeft invloed op de haalbaarheid en zekerheid van de planningen van projecten.
  • De mate van cofinanciering en het ter discussie stellen van toegezegde cofinanciering door Rijk en regio kan de haalbaarheid van opgaven en projecten beïnvloeden.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?

Toelichting op de verschillen tussen begroting 2024 en begroting 2023 

Lasten 

De meerjarige begroting voor het begrotingsprogramma 09 Ontwikkelagenda Mobiliteit is opgebouwd op basis van gemaakte afspraken met partners en is sterk afhankelijk van de planningen. De middelen zijn beschikbaar in reserves en worden op basis van het verwachte uitgavenpatroon op de meerjarige begroting geraamd. Via een structurele toevoeging aan reserve Verkeer en Vervoer van circa € 35 mln. en van circa € 68 mln. t/m 2030 aan de reserve Spaar- en Investeringsfonds (SIF) worden de uitgaven gedekt. De toevoegingen aan de reserves worden verantwoord onder programma 31 Algemeen financieel beleid. 

In 2024 is totaal € 212,3 mln. aan programmalasten op de begroting geraamd (€ 114,3 mln. meer dan in de bijgestelde begroting 2023). De geraamde bedragen zijn bestemd voor o.a. meerjarige uitgaven voor verschillende projecten als Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) Vught (€ 18,7 mln.), bijdrage aan Maaslijn (€ 10 mln.), snelfietsroutes (€ 7,0 mln.), programma SmartwayZ.NL (€ 30,2 mln.) en de financiering van verschillende afspraken van de Regionale Mobiliteitsprogramma’s (€ 12,3 mln.) en MIRT-afspraken met de minister (€ 23,3 mln.). De geplande uitgaven voor de reconstructie van de N65 (€ 86,3 mln.) staan vooralsnog op de begroting geraamd in afwachting van een definitief besluit over het vervolg. 

Tenslotte worden er uitgaven gedaan voor een aantal reconstructieprojecten op de provinciale wegen. In 2024 totaal ongeveer € 70 mln. Zo zijn er bedragen voor de N284 Reusel – A67 (€ 17 mln.), N264 Uden-Gennep (€ 6 mln.) en N285 Noordelijke randweg (€ 25 mln.) geraamd. Na het pauzeren vanwege het tijdelijk stopzetten van de vergunningverlening in Brabant zal bij een aantal projecten moeten blijken of en wanneer exact de projecten uitgevoerd kunnen worden. Ook is er een investeringskrediet voor de realisatie van de busremise in Breda (€ 16 mln.) geraamd. De uitgaven moeten op basis van wet- en regelgeving worden geactiveerd en afgeschreven (investeringen) en zijn via kapitaallasten op de meerjarige begroting geraamd. De dekking van de kapitaallasten is afkomstig uit de reserve. De financiële toelichting op de investeringskredieten wegen is opgenomen in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen.   

Voor een uitgebreide specificatie van de projecten wordt verwezen naar de Programmering Mobiliteit 2024-2043

Baten 

De inkomsten, totaal € 57,7 mln. in 2024, bestaan met name uit bijdragen van partners in projecten. Deze bijdragen moeten als inkomsten gematched worden met de bijbehorende uitgaven zoals bijvoorbeeld voor de ombouw N65 (€ 50,1 mln. en programma SmartwayZ.NL € 4,0 mln.). 

9. Mobiliteitsontwikkeling
Bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting 2023 Begroting Begroting Begroting Begroting
2022 na wijz. 2024 2025 2026 2027
Lasten
Programmalasten 41.030 N 97.966 N 212.288 N 204.872 N 125.977 N 36.204 N
Toerekening organisatiekosten 8.087 N 8.612 N 5.875 N 5.875 N 5.408 N 5.361 N
Totaal Lasten 49.117 N 106.578 N 218.162 N 210.747 N 131.384 N 41.565 N
Baten
Programmabaten 25.945 V 108.124 V 57.728 V 2.271 V 72 V 72 V
Baten toerekening organisatiekosten 1.970 V 0 0 0 0 0
Totaal Baten 27.915 V 108.124 V 57.728 V 2.271 V 72 V 72 V
Saldo van baten en lasten 21.202 N 1.547 V 160.435 N 208.476 N 131.312 N 41.493 N
Onttrekking aan reserves 28.133 V 48.292 V 177.381 V 226.555 V 160.636 V 82.654 V
Bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting 2023 Begroting Begroting Begroting Begroting
2022 na wijz. 2024 2025 2026 2027
Onttrekking aan reserve 28.133 V 48.292 V 177.381 V 226.555 V 160.636 V 82.654 V
Reserve DU; Verkeer en Vervoer / SIF 28.133 V 48.292 V 177.381 V 226.555 V 160.636 V 82.654 V
saldo per saldo per saldo per saldo per saldo per saldo per
(bedragen x € 1.000) 01-01-2023 31-12-2023 31-12-2024 31-12-2025 31-12-2026 31-12-2027
9. Mobiliteitsontwikkeling
Reserve DU; Verkeer en Vervoer / SIF 678.992 728.723 667.554 550.042 495.380 524.019