Programma 6 Energie

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Werken aan de energietransitie is een hoofdopgave van de Brabantse Omgevingsvisie. Het doel is 100% duurzame energie in 2050, grotendeels afkomstig uit Noord-Brabant. In 2030 is het aandeel duurzame energie ten minste 50% én is er een CO2-reductie van ten minste 50% van broeikasgassen ten opzichte van de uitstoot in 1990. Met dit laatste is de hoofdopgave tevens een klimaatopgave omdat het verdere klimaatverandering (mitigatie) wil voorkomen. 

Het programma Energie zet in 2024 concrete stappen die bijdragen aan een duurzaam en rechtvaardig energiesysteem nu en in de toekomst. Dat is noodzakelijk om de Brabantse economie draaiende te houden en de Brabander een gezonde en veilige woon- werk- en leefomgeving te kunnen bieden. Immers, het energiesysteem is een van de basisvoorzieningen om dit mogelijk te maken. Daarvoor zullen we het beleid verder aanscherpen in de Uitvoeringsagenda 2024-2027 in samenhang met andere (integrale) thema’s waaronder Gezondheid en komen met een visie op de Energietransitie. 

Toelichting op figuur: Het programma Energie kijkt vanuit elektriciteit, stoffen en warmte naar het energiesysteem en naar alle facetten van opwek, distributie, conversie en gebruik. Het programma werkt nauw samen met het rijk, gemeenten, netbeheerders, waterschappen en grootverbruikers. 

Het beleidsterrein Energie werkt reeds in verschillende programma’s, projecten en verbanden aan het huidige en toekomstige energiesysteem: 

  

Brabantse Aanpak Ruimtelijk voorstel 

Brabant staat voor forse opgaven voor verstedelijking en mobiliteit, energie en klimaat, en landelijk gebied en werkt aan de Brabantse Aanpak Ruimtelijk voorstel. Het beleidsterrein Energie is daarbij nauw betrokken en levert haar inbreng vanuit de afzonderlijke (beleids)onderwerpen en vanuit de samenhang waarbij de vraag is of energie een sturend of volgend principe is redenerend vanuit ruimtegebruik.  

  

Warmtetransitie 

De komende jaren zal de productie van duurzame warmte gestaag blijven toenemen door de verdere ontwikkeling van technieken als aquathermie, geothermie en zonthermie. Naast duurzame energiebronnen zullen ook innovaties op het gebied van alternatieve energiedragers en opslagmedia nodig zijn, bijvoorbeeld warmte halen uit ijzerpoeder. Het potentieel van groen gas ter vervanging van aardgas in de gebouwde omgeving is momenteel nog lastig in te schatten, maar de ambities van de Rijksoverheid zijn groot. Er is een nieuwe wet Collectieve Warmtevoorziening in voorbereiding die een grotere rol voor provincies impliceert. We ondersteunen gemeenten bij de uitvoering van hun warmte uitvoeringsplannen, voor zowel de collectieve systemen als de individuele oplossing (all-electric en groen gas).  

  

Brabantse Taskforce Netschaarste (BTN) 

Het huidige elektriciteitsnetwerk kan de toenemende vraag naar en aanbod van (duurzame) energie niet aan. Het net dient ingrijpend aangepast te worden. Vanwege de grote gevolgen hiervan voor de economie, mobiliteit en ruimtelijke ontwikkeling is BTN opgericht. De Taskforce neemt acties om de huidige netcongestie op te lossen waarbij het maatregelenpakket voortkomt uit het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN). BTN richt zich op het sneller bouwen en realiseren van elektriciteitsinfrastructuren, het beter benutten van het net en vergroten van de flexibele capaciteit van het net door inzet van slimme oplossingen. 

 

Regionale Energie Strategieën (RES).  

Samenwerking tussen gemeenten, waterschappen en provincie waar op basis van strategie en doelen en een per regio bestuurlijk vastgestelde afsprakenkader (RES 1.0) gewerkt wordt aan de uitvoering van de energieopgave in Brabant. In Brabant hebben we 4 RES-regio’s: West-Brabant, Hart van Brabant, Noord-Oost-Brabant en metropoolregio Eindhoven. Zij werken aan het opwekken van duurzame energie op land, energiebesparing en de transitie naar duurzame warmtebronnen. De RES’en zijn nauw verbonden met het Nationale programma Regionale Energiestrategie. De provincie is partner in de 4 Brabantse RES’en en zorgt voor onderlinge afstemming. Hiervoor is een overkoepelende stuurgroep. Bovendien bewaakt de provincie of de plannen passen in haar ruimtelijke beleid.  

 

Provinciale Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (PMIEK) 

De provincie Noord-Brabant heeft het PMIEK opgesteld van 7 energie-infrastructuurprojecten met de hoogste maatschappelijke prioriteit. Deze prioritering vormt belangrijke inbreng voor de netbeheerders, die het PMIEK meenemen in het opstellen van hun investeringsplannen. 

Verduurzaming Industrie 

Bij de verduurzaming van de industrie in Brabant faciliteert de provincie in netwerkvorming, kennisdeling en het coördineren van strategische vraagstukken zoals de benodigde toekomstige energie-infrastructuur voor de industrie. We doen dat onder meer door de samenwerking met de industrie te organiseren middels de industrietafel Midden- en West-Brabant en de BEL-groep (Brabantse Energy Leaders) en de belangen van Brabant te borgen in de Cluster Energie Strategieën, dit zijn CES-en Rotterdam-Moerdijk, de CES en het Cluster 6 (vijf industriesectoren verspreid over Nederland).  

 

Verduurzaming gebouwde Omgeving 

In totaal gaat 35% van het totale Brabantse energieverbruik naar Brabantse woningen en gebouwen. De provincie wil hier verandering in brengen. Haar uiteindelijke doel is 100% energieneutrale Brabantse woon- en werkomgeving in 2050. Om dat einddoel te halen, zet de provincie in op projecten die duurzame energie en energiebesparing in de gebouwde omgeving bevorderen.  

  

Strategisch netwerk van (semi-)publieke laadpunten 

In samenwerking tussen de provincie Noord-Brabant; Limburg en 78 gemeenten wordt uitvoering gegeven aan de Regionale Aanpak Laadinfrastructuur (RAL) Zuid. Hoofdopgave vanuit de Nationale Agenda laadinfrastructuur (NAL) is dat de beschikbaarheid van (semi-)publieke laadpunten geen belemmering mag vormen voor de uitrol en groei van elektrische personenvoertuigen.  

 

 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Verduurzaming gebouwde omgeving

Terug naar navigatie - Verduurzaming gebouwde omgeving
  •   Het verstevigen en versnellen van de aanpak van isolatie en energiebesparing in de gebouwde omgeving zodat minder duurzame energie opgewekt hoeft te worden.  
  • Grootschalige verduurzaming van maatschappelijk vastgoed.  
Indicator 2024
Ontzorging maatschappelijk vastgoedeigenaren  
  • Getekende intentieovereenkomsten
60-80
  • Aantal doorlopen adviestrajecten
100-120

Wat gaan we daarvoor doen?

Verduurzaming van de energieopwekking, door de ontwikkeling van energieprojecten, zoals wind- en zonprojecten, geo-en aquathermie en projecten voor conversie en opslag van energie.

Terug naar navigatie - Verduurzaming van de energieopwekking, door de ontwikkeling van energieprojecten, zoals wind- en zonprojecten, geo-en aquathermie en projecten voor conversie en opslag van energie.

Indicator*:

  • Totale productie van hernieuwbare energie in petajoule (PJ) (BBV- verplichte indicator)
  • Opgave opwek hernieuwbare elektriciteit in de RES’en (6,5 TWh in 2030)

 

Wat gaan we daarvoor doen?

Verminderen emissies broeikasgassen

Terug naar navigatie - Verminderen emissies broeikasgassen

Fossiele brandstoffen leveren door CO2-uitstoot de belangrijkste bijdrage aan de totale uitstoot van broeikasgassen. We zetten volop in op besparing en verduurzaming, want brandstoffen die je niet verbruikt leveren geen uitstoot op en duurzame energie evenmin. 

Indicatoren*:

  • (BBV-Verplichte indicator) Totale emissie broeikasgassen (uitgedrukt in CO2-equivalenten) in tonnen uitstoot (streefwaarde 2030 10.7 Mton)
  • Emissie gerelateerd aan energie: totale CO2- emissie in tonnen uitstoot (bron Klimaatmonitor) (streefwaarde 2030: 7,6 Mton)
  • Verbruikte energie totaal in PJ (bron: Klimaatmonitor) (streefwaarde 2030: 240 PJ)

* De bestaande indicator CO2 reductie wordt gebruikt om de relatie te leggen met de doelstelling vanuit het Beleidskader Gezondheid; drie gezonde levensjaren erbij voor elke Brabander.  

Wat gaan we daarvoor doen?

Bijdrage leveren aan een toekomstbestendige energie-infrastructuur

Terug naar navigatie - Bijdrage leveren aan een toekomstbestendige energie-infrastructuur

We gaan van een centraal gestuurd, fossiel energiesysteem (voor elektriciteit, warmte en voorstuwingskracht) naar een flexibel, duurzaam energiesysteem. Een systeem met bronnen die in de meeste gevallen meer tijdelijk en lokaal van aard zijn, zon- en windenergie bijvoorbeeld zijn variabel. Energieconversie en -opslag zullen daarom van cruciaal belang worden om altijd voldoende energie te kunnen leveren. 

Indicator:

  • Bijdragen aan de ontwikkeling van oplossingen voor opslag en conversie voor een haalbare en betaalbare energietransitie

Wat gaan we daarvoor doen?

Beleidskaders en uitvoeringsagenda's

Terug naar navigatie - Beleidskaders en uitvoeringsagenda's

Beleidskaders 

  • De Brabantse Omgevingsvisie ‘De kwaliteit van Brabant’; 
  • Energieagenda 2019-2030 (PS 14 december 2018, 86/18); 
  • Nationaal klimaatakkoord (28 juni 2019); 
  • Concept Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) (april 2023) 
  • Ontwerp Programma Energiehoofdstructuur (PEH)(juli 2023) 

 

Uitvoeringsagenda’s; 

 

Inzet verbonden partijen

Terug naar navigatie - Inzet verbonden partijen

Voor het realiseren van de doelstellingen uit dit begrotingsprogramma worden onderstaande verbonden partijen ingezet: 

  • Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij; 
  • Energiefonds Brabant; 
  • Innovatiefonds Brabant; 
  • Enexis NV/ Enpuls. 

Nadere informatie over verbonden partijen staat in de paragraaf Verbonden partijen. 

Ontwikkelingen en onzekerheden

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen en onzekerheden

Schakelen tussen systemen en flexibele verhoudingen 

De energietransitie biedt grote kansen, maar is tevens een complexe opgave, waarin op vele terreinen gelijktijdig verandering noodzakelijk is en waarvoor vele spelers nodig zijn.  

 De vijf transitiepaden vragen allemaal, op zichzelf én in onderlinge samenhang, verandering van overheden, maatschappelijke instituties, bedrijven en inwoners. We zullen moeten onderzoeken in hoeverre datagedreven werken ook voor het programma Energie vorm kan krijgen.  

De provincie is slechts één van de vele noodzakelijke spelers en bovendien een speler met beperkte sturende mogelijkheden. Daarmee is onze invloed beperkt en is focus op samenwerking en rolneming belangrijk. We zullen nieuwe samenwerkingsvormen eigen moeten vanuit het gezamenlijk werken aan een opgave.  

We hebben weinig wettelijke taken op het gebied van de energietransitie. Wel is wet- en regelgeving in ontwikkeling, zo ook de Wet Collectieve Warmtevoorziening en hebben we te maken met ingang van 2024 met de inwerkingtreding van de Omgevingswet dat accenten zal aanbrengen in ons werk. Zo staat het werken als één overheid centraal waarbij van ons verwacht wordt dat we gebiedsgericht, integraal en participatief werken. 

Het grootste gedeelte van de opgave dient gerealiseerd te worden in samenwerking met andere partijen dan de provincie. Als provincie zijn we slechts één van de spelers die aan deze opgave werken. Samen met Europa, het Rijk, provincies, gemeentes, kennisinstellingen en het bedrijfsleven (MKB) leveren we een bijdrage aan het genoemde resultaat. Om dit succesvol te laten zijn is ook samenwerking in en tussen de verschillende provinciale programma's noodzaak waarbij aandacht is voor beleid én uitvoering. Nadere informatie over financiële risico’s en risicomanagement staat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. 

Beleidsterrein Energie zal het thema klimaat verder omarmen en daarop ook mensen werven en activiteiten op ondernemen. Deze ontwikkeling komt voort uit het Klimaatakkoord. Wel zullen hieruit beleid- en organisatievraagstukken naar voren komen die we zullen moeten aanpakken. 

Landelijk volgt een bestuurslasten onderzoek. Wij gaan ervan uit dat indien er extra taken naar de provincie komen daarvoor ook extra middelen vanuit het rijk meekomen. 

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
6. Energie
Bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting 2023 Begroting Begroting Begroting Begroting
2022 na wijz. 2024 2025 2026 2027
Lasten
Programmalasten 5.037 N 11.406 N 5.711 N 3.308 N 3.308 N 3.308 N
Toerekening organisatiekosten 3.475 N 4.248 N 4.180 N 3.760 N 3.620 N 3.620 N
Totaal Lasten 8.511 N 15.654 N 9.891 N 7.068 N 6.928 N 6.928 N
Baten
Programmabaten 1.065 V 1.136 V 3.111 V 0 0 0
Baten toerekening organisatiekosten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 1.065 V 1.136 V 3.111 V 0 0 0
Saldo van baten en lasten 7.446 N 14.518 N 6.780 N 7.068 N 6.928 N 6.928 N
Onttrekking aan reserves 3.681 V 3.329 V 906 V 0 0 0
Bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting 2023 Begroting Begroting Begroting Begroting
2022 na wijz. 2024 2025 2026 2027
Onttrekking aan reserve 3.681 V 3.329 V 906 V - - -
Res. Essent Investeringsagenda 3.681 V 3.329 V 906 V - - -
saldo per saldo per saldo per saldo per saldo per saldo per
(bedragen x € 1.000) 01-01-2023 31-12-2023 31-12-2024 31-12-2025 31-12-2026 31-12-2027
6. Energie
Res. Essent Investeringsagenda 89.892 86.601 85.695 85.695 85.695 85.695