Het begrotingsprogramma Energie gaat over energietransitie als onderdeel van de opgave om de uitstoot van broeikasgassen op korte termijn drastisch te verminderen.
Investeren in een duurzame en energiezuinige samenleving is investeren in toekomstbestendigheid: een leefbare, aantrekkelijke en concurrerende provincie richting 2030 en 2050. Duurzame energievoorziening is hiervoor een randvoorwaarde, denk bijvoorbeeld aan toekomstbestendige verstedelijking (transformatie en nieuwbouw) en aan de vergroening van het Brabantse bedrijfsleven (naar fossielvrij).
Om de energievoorziening te kúnnen verduurzamen is fors besparen nodig, duurzame opwek van de benodigde energie enen voldoende (slimme) energie-infrastructuur nodig. Aan die randvoorwaarden wordt op dit moment niet voldaan. Medio 2022 is door de netbeheerders voor heel Brabant en Limburg zelfs transportschaarste op het elektriciteitsnet afgekondigd in het kader van de betrouwbaarheid van het energiesysteem. Deze situatie heeft een grote negatieve impact op de ontwikkeling naar een toekomstbestendig Brabant en is niet op te lossen zonder stevige acties.
In 2023 zal de inzet van de provincie er in belangrijke mate op gericht zijn om deze transportschaarste te verminderen door samen met het Rijk, gemeenten, netbeheerders en grootverbruikers het gebruik van het elektriciteitsnetwerk te optimaliseren. De inzet is gericht op het realiseren van lokale oplossingen en op het versneld uitbreiden van het elektriciteitsnet, onder andere door procedures beter te stroomlijnen en te versnellen.
De energietransitie verandert álle sectoren, van mobiliteit (elektrisch rijden) tot wonen (over op nieuwe warmtesystemen) en industrie (nieuwe energiedragers en nieuwe processen). De inzet van burgers, bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties is nodig om deze systeemverandering te laten slagen.
Onze provinciale rol in deze transitie geven we invulling op basis van de Energieagenda 2019-2030.
In 2023 zetten we in op de uitvoering van de activiteiten in de Uitvoeringsagenda Energie 2022-2023 ‘Urgent en kansrijk’ (GS april 2022).Uitvoeringsagenda Energie 2022-2023 ‘Urgent en kansrijk’ (GS april 2022). Naast vermindering van transportschaarste zijn prioriteiten in 2023 het borgen van ruimte voor de energietransitie, het vergroten van onze realisatiekracht en het ondersteunen van partners, met name gemeenten, in de energietransitie. Speerpunt daarbij is ook de bestrijding van energiearmoede. Want hoewel gemeenten als eerste aan zet zijn, willen we vanuit onze rol in de energietransitie bijdragen aan het terugdringen van energielasten door het terugdringen van energieverbruik en stimuleren duurzame opwek met lokale betrokkenheid. Dit alles tegen de achtergrond van de sterk verhoogde urgentie en doelen vanuit de klimaatopgave. Hoe de nationale ambitieverhoging - van 49% naar 60% broeikasgasreductie in 2030 - zich vertaalt in provinciale verantwoordelijkheden zal blijken in 2023.
Bijdrage vanuit programma Energie aan beleidskader Gezondheid
De bestaande indicator CO² reductie wordt gebruikt om de relatie te leggen met de doelstelling vanuit het Beleidskader Gezondheid; drie gezonde levensjaren erbij voor elke Brabander. Klimaatverandering wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie gezien als de grootste bedreiging voor de menselijke gezondheid, zowel vanuit milieu- als sociale factoren. Reductie van broeikasgasuitstoot door de transitie naar een fossielvrije energievoorziening – één van de hoofddoelen van het energiebeleid – is gericht op het voorkomen van verdere klimaatverandering en een toekomstbestendige energievoorziening.
Het begrotingsprogramma Energie draagt bij aan minder gezondheidsschade als gevolg van klimaatverandering – denk bv. aan hittestress - en aan minder gezondheidsschade als gevolg van verbranding van fossiele brandstoffen. Dit laatste draagt nu al bij aan een feitelijk schonere lucht.