Programma 5 Economie, Kennis en Talentontwikkeling

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Inleiding
Met het beleidskader 2030 bouwen we verder aan een economie die antwoorden biedt voor de maatschappelijke uitdagingen van vandaag en morgen. In 2022 is verder vormgegeven aan de uitvoering van het beleidskader Economie 2030 via de verschillende uitvoeringsagenda’s welke zich bezighouden met talentontwikkeling, innovatieclusters, campusontwikkeling, Europese programma’s en circulaire economie. Met partners in Noord-Brabant hebben we intussen intensief gesproken over de ambities, de opgaven en de activiteiten waarmee we de beoogde doelstellingen uit het beleidskader willen realiseren. Het platform Toekomstbehendig Brabant is opgestart en middels dit platform delen we informatie met bedrijven, onderwijs en kennispartners in Brabant om ze zo te kunnen inspireren.

 

Prioriteiten 2023
In deze begroting schetsen we de inzet voor het jaar 2023. Na zware coronajaren is de economie veerkrachtig gebleken en trekt deze aan. In vele sectoren worden weer overuren gedraaid en stijgt de omzet, met name in Brabantse maakindustrie, de logistiek, in de voedselindustrie en in het life science cluster. Desalniettemin zijn de uitdagingen tegelijkertijd groot. De krapte op de arbeidsmarkt stijgt naar een record en blijkt de achilleshiel van de economie.  De daarbij stijgende inflatie, rentestijgingen en verwachtte lastenverzwaring voor het bedrijfsleven maakt de uitdaging nog groter om te werken aan de maatschappelijke opgaven waar Brabant voor staat.
 Daarom gaan we in 2023 systematisch op zoek naar mogelijkheden om talent te binden aan Brabant, wordt er ingezet op challenges en zal de pilot mkb-traineeship  volop in uitvoering zijn. Ook zullen, middels de subsidieregeling Regeling Oplossen Arbeidsmarktinfarct (ROA), projecten uitgevoerd worden om de arbeidsmarkttekorten in cruciale sectoren te verhelpen. Middels het Kennispact Hoger onderwijs stimuleren we het ondernemerschap en het Brabants scholingsfonds biedt meer Brabanders de mogelijkheid om zich te laten om- en bijscholen voor de energietransitie, voedseltransitie, zorgtechnologie en andere bewegingen op de arbeidsmarkt
Om de innovatie in de breedte te versterken en zodoende de Brabantse economie van morgen vorm te geven, hebben we in 2021 en 2022 met het bedrijfsleven en kennisinstellingen Brabantse innovatiecoalities ontwikkeld. In deze coalities zijn stakeholders verenigd, optimaliseren we de inzet van instrumenten en zorgen we dat nationale (Groeibrief) en regionale groei-initiatieven (regiodeals) hun doorvertaling krijgen. In 2023 zetten we in op de uitvoering van de innovatiecoalities die in voorgaande jaren zijn opgestart. Middels de KPI’s in elke innovatiecoalitie dragen we er zorg voor dat deze bijdragen aan de bredere welvaart voor de Brabander. Tegelijkertijd werken we met de verschillende regio’s aan een concrete strategische agenda om innovatiedistricten en campussen te versterken. Meest in het oog springend is de ontwikkeling van de nieuwe strategische agenda Mainport, welke we samen met het Rijk en de regio Brainport afspreken. 
 Het ontwikkelen en opzetten van innovatiecoalities is slechts een van de manieren waarop we bij willen dragen aan de maatschappelijke transities en uitdagingen van morgen. Zo helpen we ook bedrijven bij investeringen in digitalisering en in dataeconomie. Speciale aandacht gaat hierbij naar het MKB om voorop te laten lopen in datagebruik en -benutting, wat op zijn beurt weer zal bijdragen aan een hogere arbeidsproductiviteit. Ook blijven we ons in 2023 inzetten om duurzaam materiaal- en grondstoffengebruik te stimuleren om de Brabantse economie van morgen zo circulair mogelijk vorm te geven. Verder zijn er ook een aantal Europese programma’s gestart. Een aantal daarvan hebben we samen met de provincies Zeeland en Limburg zelf in uitvoering, zoals Interreg, EFRO, POP/NSP. Samen met regio’s in het buitenland versterken we de ketens van het Brabantse bedrijfsleven en gaan we op zoek naar nieuwe vormen van samenwerking rondom de verschillende innovatiecoalities.

 

Uitdagingen 2023
Ondertussen begeven we ons in een turbulente wereld met maatschappelijke en economische uitdagingen. Zowel op regionaal, nationaal als internationaal niveau. De huidige geopolitieke situatie, de inflatie, rentestijgingen, de verwachtte lastenverzwaring van het bedrijfsleven en de krapte op de arbeidsmarkt stellen ons voor grote uitdagingen. 
Op nationaal niveau vertaalt dit zich door, aangevuld met de stikstofproblematiek en tekorten op de woning- en arbeidsmarkt en aan grondstoffen en materialen. Concreet betekent dit voor de Brabantse economie dat de essentiële en randvoorwaardelijke innovatieve groeikansen en schaalsprong op meerdere fronten worden belemmerd, wat zich uiteindelijk weer vertaald naar druk op de algehele leefbaarheid. Hierdoor is het wel van belang om nu een extra tand bij te zetten.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Stimuleren van missie-gedreven innovatie door sterke ecosystemen en clusters van bedrijven.

Terug naar navigatie - Stimuleren van missie-gedreven innovatie door sterke ecosystemen en clusters van bedrijven.

Omschrijving (toelichting)

Belangrijke schakel in sterke kennis- en innovatiesystemen is de beschikbaarheid van sleuteltechnologieën en de toepassing daarvan in concrete producten en diensten. We zijn hier als Brabant sterk in, maar stellen ook vast dat er nog leemtes zijn. Ecosystemen zijn nog niet overal compleet. De samenhang en samenwerking tussen de verschillende clusters moet Brabantbreed worden versterkt en uitgebouwd, ook rond bestaande en nieuwe sleuteltechnologieën. In 2022 zijn we gesprekken opgestart met het bedrijfsleven, overheden en onze samenwerkingspartners om deze leemtes op te vullen en crossovers aan te gaan. Dit doen we zowel binnen systemen (bijvoorbeeld High Tech Systemen en Materialen (HTSM), Life sciences, Maintenance) als tussen systemen (bijvoorbeeld tussen HTSM en Agrofood). In 2023 borduren we voort op de stappen die we in 2022 hebben gezet en werken we verder aan het ontwikkelen van ecosystemen. Op deze manier borgen we het verdienvermogen van morgen en zorgen we voor maximale ondersteuning van het stuwende deel van de economie.

 

Indicatoren:


   Brabantse positie op de (RIS) en (RCI) ranglijsten
RIS is de Regional Innovation Scoreboard van de Europese Commissie, een gerenommeerde lijst van de meest innovatieve regio’s in Europa (250 regio’s in totaal). Onze ambitie is in 2030 minimaal bij de beste 15 regio’s te horen. De huidige innovatiepositie (plek 36 in 2021) betekent dat we een uitdaging hebben.


RCI is de Regional Competitiveness Index, eveneens van de Europese Commissie. Deze index meet het concurrentievermogen van alle Europese regio’s, bijvoorbeeld op het gebied van infrastructuur en opleidingen. Brabant scoort hoog op opleidingsniveau en technologisch niveau. Huidige positie: 20 (2019)


•     % toename van het bruto regionaal product (BRP) ten opzichte van het voorgaande jaar 
Het BRP groeit in 2022 (t.o.v. 2021). 
 
In de begroting brengen we in beeld welke resultaten we leveren voor de structurele deel van de begroting. Voor meer inzicht in de prestaties uit de uitvoeringsagenda’s verwijzen we naar het programmeringsdocument EKT dat GS eind augustus 2022 aan de Staten heeft aangeboden.

 

Wat gaan we daarvoor doen?

Inzetten op talentontwikkeling voor de kenniseconomie van morgen

Terug naar navigatie - Inzetten op talentontwikkeling voor de kenniseconomie van morgen

Omschrijving (toelichting)

Het arbeidsmarktbeleid draagt bij aan de doelen van het beleidskader Economie 2030: brede welvaart, een goede concurrentiepositie en innovatiekracht. Dat alles vraagt om mensen op de arbeidsmarkt die kunnen voldoen aan de eisen die een hoogontwikkelde economie stelt. Daarvoor is het nodig dat mensen zich continu blijven ontwikkelen én dat Brabant nationaal en internationaal voldoende goede arbeidskrachten aantrekt en behoudt. De personeelstekorten zijn de afgelopen maanden sterk toegenomen, waardoor we extra inzet plegen op om- en bijscholing van werkenden en werkzoekenden en het ontwikkelen van arbeidsmarktprojecten ter vermindering van de personeelstekorten. We zoeken systematisch naar mogelijkheden om talent aan te trekken voor de regio door o.a. extra investeren in het aantrekken van buitenlands talent. Ook is er extra aandacht voor het behouden van internationaal talent voor Brabant door daarvoor de diensten van het Expatcenter het komende jaar Brabant-breed uitrollen. We zetten extra in op het stimuleren van kennisinfrastructuurversterking, ondernemerschap en leven lang ontwikkelen via het onlangs gesloten Kennispact Hoger Onderwijs. In 2023 starten we met het Brabants Scholingsfonds om meer Brabanders te stimuleren zich te laten om- en bijscholen voor de energietransitie, voedseltransitie, zorgtechnologie en andere bewegingen op de arbeidsmarkt. Op Brabantleert is daarvoor in 2023 op alle niveaus (mbo, hbo, wo en particulier) extra aanbod beschikbaar.

 

Indicatoren:


•    Spanningsindicator Brabantse arbeidsmarkt:
De spanningsindicator Brabantse arbeidsmarkt geeft de verhouding aan tussen het aantal vacatures en het aantal kortdurend werklozen. De indicator vergelijkt dus de actuele vraag naar personeel ten opzichte van het actueel beschikbaar aanbod. In het 1e kwartaal (Q1) 2020 was de gemiddelde spanningsindicator onder de vijf Brabantse arbeidsmarktregio’s 1,51. Om tot een evenwichtige arbeidsmarkt te komen zou de spanningsindicator voor alle sectoren tenminste lager moeten worden dan deze in Q1 2020 was met als optimale eindwaarde 1,0. 
•    % bruto arbeidsparticipatie (werkgelegenheid) 
De bruto arbeidsparticipatie wordt gemeten ten opzichte van de totale beroepsbevolking in de leeftijd van 15– 75 jaar. In Q1 van 2020 was er een bruto arbeidsparticipatie van 71,3%.( zie opendata.cbs).Omdat de coronacrisis een hevig negatief effect heeft gehad op de bruto arbeidsparticipatie is het streven om deze op het niveau van Q1 2020 te krijgen. 
•    Succes broedplaatsen Provincie Noord-Brabant   
Het succes van broedplaatsen wordt gemeten in het aantal broedplaatsen dat versterkt is, door onderwijs en bedrijfsleven beter met elkaar te verbinden en zichtbaar programma’s met elkaar in te richten en talent te ontwikkelen.

 

 

 

Wat gaan we daarvoor doen?

Realiseren van sterkere clusters door Europese en internationale samenwerking

Terug naar navigatie - Realiseren van sterkere clusters door Europese en internationale samenwerking

Omschrijving (toelichting)

In 2023 werken we met de BOM samen met NFIA en Invest in Holland partners aan de nieuwe strategie ‘van volume to value’. Deze strategie richt zich op het realiseren van meerwaarde in het aantrekken en behouden van buitenlandse bedrijven voor het innovatieve ecosysteem van de Brabantse topsectoren. Er wordt hierbij ook gekeken op welke manier bestaande en mogelijke nieuwe indicatoren deze waarde duiden.

Indicatoren:


•    Aantal gelande projecten (35 p/jaar)
•    Aantal handelsmissies (12 p/jaar)

Wat gaan we daarvoor doen?

Beleidskaders en uitvoeringsagenda's

Terug naar navigatie - Beleidskaders en uitvoeringsagenda's

Ontwikkelingen en onzekerheden

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen en onzekerheden

We bevinden ons in een turbulente wereld met maatschappelijke en economische uitdagingen. Zowel op regionaal, nationaal als internationaal niveau. De huidige geopolitieke en economische ontwikkelingen vormen een grote uitdaging. Op internationaal niveau hebben we te maken met de oorlog in Oekraïne en daaruit volgende tekorten, de coronaconjunctuur, rentestijgingen en inflatie. Op nationaal niveau vertaalt dit zich door, aangevuld met de stikstofproblematiek en tekorten op de woning- en arbeidsmarkt en aan grondstoffen en materialen. De huidige sociaal-maatschappelijke en economische context is dus allesbehalve rustig te noemen. Concreet betekent dit voor de Brabantse economie dat de essentiële en randvoorwaardelijke innovatieve groeikansen en schaalsprong op meerdere fronten worden belemmerd, wat zich uiteindelijk weer vertaald naar druk op de algehele leefbaarheid.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?

 

 

Financiële toelichting op de verschillen tussen begroting 2023 en 2022


Lasten
De verschillen in de raming van de lasten in 2023 ten opzichte van 2022 (ruim € 11 mln.), worden met name veroorzaakt doordat voor MIT en Efro-bijdragen er in 2023 nog geen bedragen geraamd zijn terwijl in 2022 hiervoor een bedrag is opgenomen van € 22,6 mln. (en dus in 2023 lager). Zie ook verschil baten.
Werkbudget in 2023 € 3,6 mln. hoger ten opzichte van 2022, omdat in 2022 middelen zijn ingezet (afgeraamd) t.b.v. MIT en impuls breder MKB.
MKB Ondernemerschap in 2023 € 1,2 mln. hoger dan in 2022, o.a. omdat er in 2022 middelen zijn ingezet (en gestort in risicoreserve) t.b.v risicoafdekking Brabant StartUp Fonds.
Voor de uitvoering van de uitvoeringsagenda’s Campussen, toekomstbestendige clusters en triple helix, DataEconomie, Arbeidsmarktbeleid en Circulaire Economie zijn er o.b.v. realistisch ramen (verwachte) bedragen in begroting 2023 opgenomen. Deze uitgaven zijn/worden niet gelijkmatig over de jaren verspreid. Voor deze 5 UA's tesamen is in 2023 € 1 mln. meer in begroting opgenomen dan in 2022. (zie voor meer informatie programmeringsdocument EKT 2022))  

Impuls beleidskader in 2023 € 5,8 mln. hoger dan in begroting 2022, omdat er in 2022 weliswaar veel gecomitteerd is maar niet tot uitgaven heeft geleid.

Baten
De verschillen in de raming van de baten in 2023 ten opzichte van 2022 (bijna € 18 mln.), worden met name veroorzaakt doordat de Efro-bijdragen m.b.t. Europese programma’s  ( 2022: € 10 mln.) en Rijksbijdragen MIT in 2023 (2022: € 8 mln.) nog niet in de raming zijn opgenomen. (Hiervoor zijn nog geen beschikkingen ontvangen.)

5. Economie, kennis en talentontwikkeling
Bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting 2022 Begroting Begroting Begroting Begroting
2021 na wijz. 2023 2024 2025 2026
Lasten
Programmalasten 68.366 N 63.062 N 51.892 N 22.304 N 19.488 N 19.488 N
Toerekening organisatiekosten 7.632 N 6.880 N 6.407 N 5.260 N 5.260 N 5.260 N
Totaal Lasten 75.998 N 69.942 N 58.299 N 27.564 N 24.748 N 24.748 N
Baten
Programmabaten 43.854 V 18.530 V 545 V 0 0 0
Baten toerekening organisatiekosten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 43.854 V 18.530 V 545 V 0 0 0
Saldo van baten en lasten 32.144 N 51.412 N 57.754 N 27.564 N 24.748 N 24.748 N
Onttrekking aan reserves 9.518 V 54.164 V 35.586 V 377 V 0 0
Bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting 2022 Begroting Begroting Begroting Begroting
2021 na wijz. 2023 2024 2025 2026
Onttrekking aan reserve 9.518 V 54.164 V 35.586 V 377 V - -
Investeringsagenda 1.778 V 3.495 V 25 V - - -
Reserve Beleidskader Economie 2030 4.263 V 23.972 V 26.621 V - - -
Res.Co-financiering Europese programma's 3.476 V 24.667 V 3.725 V 377 V - -
Reserve Europese Programma's 2022-2027 - 2.030 V 5.215 V - - -

Reserves

Terug naar navigatie - Reserves

Stand reserves 
De lasten van programma 5 Economie, Kennis en Talentontwikkeling worden deels gedekt vanuit onderstaande reserves. Het verloop van de stand van die reserves is onderstaand weergegeven.

  1. Betreft Investeringsagenda Economische Structuurversterking 3e tranche (€30,5 mln.)  + Innovatiefonds 2e tranche (€.142 mln.). Binnen de IA Econ. Structuurverst. 3e tr. is ruim € 17 mln. gelabeld t.b.v. risico-afdekking van verstrekte leningen. Wat betreft Innovatiefonds 2e tr., dit fonds is ondergebracht bij de BOM in 2014 (met looptijd van 24 jaar). De middelen zijn volledig gecommitteerd in de vorm van leningen en daarmee gealloceerd.
  2. Betreft middelen UA Clusters/triple helix (€ 7,3 mln.) en Impuls beleidskader Economie 2030 (€ 6,8 mln.). Zoals toegelicht in het programmeerdocument EKT 2022 zijn er ten aanzien van deze middelen harde afspraken gemaakt met onze partner en zijn dus ook niet meer vrij beschikbaar. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld de innovatiecoalities Batterij van de toekomst, Medtech. Next level Logistics en Cybersecurity. Omdat we werken vanuit realistisch ramen zal de hiermee gepaard gaande middelenbesteding pas worden geraamd zodra er meer duidelijkheid is wanneer de betreffende beschikkingen ook daadwerkelijk zullen uitgaan.
  3. betreft periode 2014-2020; Saldo is gereserveerd voor uitvoeringskosten 2022/2023 + benodigde risicobuffer.
  4. Voor periode 2022 + 2023 zijn middelen vanuit begrotingsprogramma's in deze reserve gestort, bedoeld voor cofinanciering van Europese projecten. De benodigde cofinancieringsbijdragen voor 2023 zijn nog niet geraamd, dit zal middels burap in 2023 plaatsvinden.
saldo per saldo per saldo per saldo per saldo per saldo per
(bedragen x € 1.000) 01-01-2022 31-12-2022 31-12-2023 31-12-2024 31-12-2025 31-12-2026
5. Economie
Investeringsagenda 176.047 172.552 172.527 172.527 172.527 172.527
Reserve Beleidskader Economie 2030 64.737 40.766 14.145 14.145 14.145 14.145
Res.Co-financiering Europese programma's 19.412 10.195 6.470 6.093 6.093 6.093
Reserve Europese Programma's 2022-2027 22.253 18.588 18.588 18.588 18.588