We werken aan een natuur-, landschaps- en milieubeleid dat bijdraagt aan een veilige en gezonde leefomgeving, aan herstel van de biodiversiteit en aan prachtige Brabantse natuurgebieden en landschappen voor mens, plant en dier.
Natuur en landschap
Onze natuur verdient een goede bescherming tegen de druk van activiteiten die haar verstoren, verarmen en vervuilen. Een vitale natuur en waardevolle landschappen zijn voorwaarden voor het welzijn van mensen en voor de ontwikkeling van Brabant als belangrijke kennis- en innovatieregio. In een aantrekkelijke groene provincie is het immers beter wonen, werken en leven.
We zorgen voor een goede en voortvarende uitvoering van nationale en internationale afspraken die zijn gemaakt over biodiversiteit. Hiermee moeten alle bedreigde planten en dieren in Brabant, zoals weide- en akkervogels, weer een geschikte leefomgeving krijgen. Hiervoor investeren we in een verbonden en samenhangend natuurnetwerk en in versnelling en intensivering van het natuurherstel. Ook nemen we maatregelen om de externe druk op de natuur te verminderen. Zo verminderen we de uitstoot van ammoniak rondom natuurgebieden. En pakken we de verdroging van natuurgebieden aan. Daarnaast versterken we de kwaliteit van het Brabantse landschap en verankeren we de natuur en het landschap in de samenleving.
Het herstel van de biodiversiteit is in belangrijke mate afhankelijk van onze gezamenlijke prestaties in de water-, en bodem- en stikstofopgave en de transitie van de landbouw en hun ruimtelijke samenhang. Tegelijkertijd biedt de natuuropgave ook kansen voor (agrarische) ondernemers. De natuur-, water-, bodem-, stikstof- en landbouwopgaven worden zoveel mogelijk in samenhang en gebiedsgericht aangepakt met de zogenaamde GebiedsGerichte Aanpak groen blauw (natuur, water, landbouw). Vanaf 2020 is hiermee gestart en in 2023 wordt hier verder op ingezet. Er is een regie-organisatie GGA opgezet.
In het Beleidskader Natuur wordt het beleid voor de periode 2023 tot en met 2030 geactualiseerd en daarna verder uitgewerkt in een uitvoeringsagenda.
Milieu
We willen dat Brabant een fijne, veilige en gezonde provincie is om in te wonen en te ondernemen. Een schone lucht en bodem en geen hinder van onder meer geluid en geur zijn hiervoor basisvoorwaarden. In lijn met de Omgevingsvisie streven we daarom naar een continue verbetering van onze leefomgeving. Met de uitvoeringsagenda Schone Lucht Akkoord dragen we bij aan het landelijk doel om 50% gezondheidswinst te behalen. Met het actieplan Geluid 2018-2023 verminderen we het aantal mensen dat wordt gehinderd door het geluid van provinciale wegen. Daarnaast wordt ook Brabant in toenemende mate geconfronteerd met urgente sector- en thema-overstijgende vraagstukken, zoals de noodzaak van een transitie naar een duurzame samenleving. In het beleidskader Milieu (dat het provinciaal Milieu- en Waterplan eind 2022 opvolgt) zullen wij ons milieubeleid voor de periode tot 2030 actualiseren en waar nodig aanvullen, en uitwerken in een uitvoeringsagenda. In dit beleidskader zullen we onder meer streefwaarden opnemen voor luchtkwaliteit en geluid.
Gezondheid
In het beleidskader milieu wordt de relatie tussen gezondheidssituaties en milieuhinder gelegd. Voor de thema’s Licht, Lucht en Geluid worden indicatoren opgesteld en in een uitvoeringsagenda nader uitgewerkt. Vanuit de doelstelling “Steeds Beter” is de focus gericht op 3 gezonde levensjaren erbij voor alle Brabanders. Natuurgebieden zijn van groot belang voor de gezondheid van inwoners. Vanuit Natuur wordt door realisatie en beheer van het Natuurnetwerk Brabant bijgedragen aan de gezondheid van Brabanders.
Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH)
De schaarste in en de druk op de fysieke leefomgeving en de vraagstukken die dit oplevert hebben ook hun weerslag op de uitvoering van VTH. Voor 2023 komt dit tot uiting in de inwerkingtreding van de Omgevingswet en dynamiek rondom de stikstofopgave, evenals de water-, bodem-, klimaat- en energieopgave. Tevens zal de transitie veehouderij (emissiearme stalsystemen, maatregelen in Uitvoeringsagenda Mest) zijn beslag leggen op de uitvoeringscapaciteit van VTH. We bereiden ons, samen met de Omgevingsdiensten, zo goed mogelijk voor op deze ontwikkelingen. Het risicogericht inzetten van het toezicht en de rol van informatiegestuurd werken worden daarbij steeds belangrijker.