Programma 7 Landbouw en voedsel

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze begroting is voor wat betreft de activiteiten en set van indicatoren afgestemd op de huidig beschikbare middelen. Na behandeling van de Uitvoeringsagenda Landbouw & Voedsel 2024-2027 zullen de beschikbare middelen en prestaties hierop worden aangepast. Dit zal worden aangepast bij Burap-I 2025.

De uitdagingen voor de agrarische sector zijn nog onverminderd groot. Emissies van ammoniak, methaan, geur en fijn stof vanuit stallen en de uitspoeling van nitraat naar grond- en oppervlaktewater en schadelijke gevolgen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen vanuit het grondgebruik. En daarbij vormen de wisselende weersinvloeden een grotere uitdaging.

De verwachting is dat na een lange periode in 2025 –met behulp van met name luchtwassers- in de sectoren met hokdieren weer daadwerkelijk investeringen in stalaanpassingen worden gerealiseerd, gericht op het verminderen van emissies. In 2025 zullen we blijven inzetten –samen met andere partijen- op innovatie om brongerichte stalsystemen te ontwikkelen, om nieuwe vormen van mestbewerking te ontwikkelen, om real time meten en monitoren verder te ontwikkelen en zullen we bijdragen aan het onderzoeken van de mogelijkheden van voer- en managementmaatregelen.
We verwachten in 2025 veel belangstelling voor het (mono-)vergisten van mest en voor de productie van groen gas. We zullen waar nodig die ontwikkeling ondersteunen, ook met het oog op de bijmengverplichting van groen gas.

In 2025 zullen we ook blijven inzetten op het ondersteunen van veehouders die willen beëindigen. Behalve dat er op het niveau van individuele ondernemers veel belangstelling voor is, worden door het beëindigen van veehouderijbedrijven bijgedragen aan het verminderen van de genoemde emissies en wordt er ruimte geboden voor de ontwikkeling van de ‘blijvende’ bedrijven.

Tot slot: naast diverse andere activiteiten, zal het verminderen van de schadelijke gevolgen van het gebruik van synthetische gewasbeschermingsmiddelen onze aandacht hebben. 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Het meest duurzaam en circulair in Europa

Terug naar navigatie - Het meest duurzaam en circulair in Europa

We willen bereiken dat in Brabant de meest duurzame landbouw- en voedselproductie plaatsvindt in Europa, mede doordat er sprake is van gesloten mineralenkringlopen (in plantaardige en dierlijke ketens), zoveel mogelijk emissieloze landbouw naar water, bodem en lucht en de klimaatdoelstellingen worden gerealiseerd. De voedselketens produceren gezond voedsel en landbouwbedrijven dragen bij aan een gezonde leefomgeving. 
Hiermee dragen de landbouw- en voedselketens bij aan het Brabants Beleidskader Gezondheid met drie gezonde levensjaren erbij voor elke Brabander in 2030. Dit houdt verband met de hoofddoelstellingen van de uitvoeringsagenda landbouw en voedsel met name op het gebied van meest duurzame circulaire landbouw- en voedselproductie in Europa. Hierbij zijn indicatoren als een dalende trend in fijnstof emissie vanuit de veehouderij opgenomen in relatie tot de gezonde leefomgeving en het verminderen van emissies uit de landbouw. Maar ook het stimuleren van continue monitoring van emissies en de maatregelen vanuit het Schone lucht akkoord dragen bij aan de gezonde levensjaren van de Brabander. In 2025 ronden we het project “beter benutten biologische combiluchtwassers in de varkenshouderij” af.

Indicatoren

•    Stikstof- en fijnstof emissie veehouderij in Brabant 

Streefwaarden nulmeting 2022 2023 2025
Kton fijnstof per jaar 1,7 kton (2021) 1,6 kton 1,4 kton dalend
Kton fijnstof per jaar 15,3 kton (2019) 14,6 kton 13,7 kton dalend

 

Wat gaan we daarvoor doen?

Economisch toonaangevend zijn binnen Europa

Terug naar navigatie - Economisch toonaangevend zijn binnen Europa

Het Brabantse landbouw- en voedselsysteem is in 2030 een vooraanstaande Europese speler: zeer innovatief en met een sterke concurrentiepositie. De sector rendeert door (nieuwe) economische en maatschappelijke verdienmodellen in grote internationale en kleine regionale ketens. Bovendien zijn nieuwe (biobased) bedrijfstakken tot ontwikkeling gekomen op het snijvlak van landbouw en voedsel en respectievelijk hightech, biobased bouwen, ICT, chemie en gezondheid. Brabant blijft exporteur van geavanceerde voedselproductiesystemen.
We willen het innovatieve ecosysteem van landbouw- en voedselsector in Brabant blijven ondersteunen. 

Indicatoren: 

  • Ontwikkeling van bedrijvigheid in nieuwe eiwitten in aantallen bedrijven en werknemers (5% groei per jaar) 
Streefwaarden nulmeting 2025
Groei per jaar 45 (2022) 5%

 

Wat gaan we daarvoor doen?

Natuur- en landschapsinclusief zijn in 2030

Terug naar navigatie - Natuur- en landschapsinclusief zijn in 2030

De Brabantse landbouw is in 2030 landschaps- en gemeenschapsinclusief en vervult daarmee een vitale rol in natuur- en landschapsontwikkeling en het beheer daarvan. Er is een herkenbare verbinding tussen stad en platteland, tussen producent en consument (voedsel, leefbaarheid dorpen) en met de Brabantse samenleving als geheel (zorg, groene energie, landschap en natuur, recreatie).

Wat gaan we daarvoor doen?

Versterken gemeenschapsinclusief

Terug naar navigatie - Versterken gemeenschapsinclusief

We willen de verbinding tussen de diverse ketens en de burger versterken. Het resultaat is dat de Brabanders (weer) trots zijn op de landbouw- en voedselsector. De sector is dichter bij de burger gekomen en meer verbonden door onder andere meer kennis van de rol en herkomst van voedsel en van het belang van het buitengebied. Er vindt een verschuiving plaats naar meer voedsel van dichtbij en de landbouw levert een bijdrage aan maatschappelijke en ecosysteemdiensten. Brabanders waarderen het voedsel, het buitengebied, het groen in de stad en de makers, ontwikkelaars en beheerders ervan. De landbouw- en voedselketens worden beleefd als belangrijk onderdeel van de brede welvaart in Brabant.
Steeds meer maatschappelijke opgaven komen samen op één en dezelfde bedrijven binnen de gehele sector en keten. Zo willen we méér dierenwelzijn, minder emissies die schadelijk zijn voor de mens en natuur en een betere bodem- en waterkwaliteit. Deze vraagstukken vragen om een vernieuwingsslag in de veehouderij. Die vernieuwing brengt onzekerheden met zich mee: kan dit financieel uit? Hoe valt een nieuwe koers binnen ons gezin? Vraagstukken die jonge boeren bezighouden en medebepalend zijn óf en hoe zij het bedrijf voort gaan zetten. De provincie wil in 2025 verder bijdragen aan het toekomstperspectief voor jonge boeren. De komende tijd gaan we verder samen met jonge boeren bekijken wat er nodig is om dat toekomstperspectief in te vullen door verdere uitvoering te geven aan het Plan van Aanpak Jonge Boeren.

Indicatoren: 

  • Gemiddelde waardering burgers voor de agrifoodsector in Brabant (op niveau of verbetering van waardering)
Streefwaarden nulmeting
(landelijk niveau)
2023 2025
Gemiddelde waardering schaal van 1-7 5,01
(2020)
5,04 Op niveau of verbetering

 

Wat gaan we daarvoor doen?

Inzet verbonden partijen

Terug naar navigatie - Inzet verbonden partijen

Voor het realiseren van de doelstellingen uit dit begrotingsprogramma wordt vooral op het gebied van innovatie nauw samengewerkt met de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij en de regionale ontwikkelingsmaatschappijen AgriFood Capital, Rewin en Brainport Development. 
Nadere informatie over verbonden partijen staat in de paragraaf Verbonden partijen.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?

Toelichting op de verschillen tussen begroting 2025 en begroting 2024
Lasten 
Voor 2025 zijn er nu nog zeer beperkte middelen beschikbaar (€ 0,5 mln.). Dit aangezien de middelen voor 2025 (en verder) beschikbaar komen via de Uitvoeringsagenda Landbouw en Voedsel 2024-2027, waarvan de begrotingswijzigingen bij de slotwijziging 2024 worden verwerkt (en daarmee nu niet zichtbaar zijn in de Begroting 2025). De lasten in 2024 van € 20,7 mln. betreffen voor € 7,6 mln. eigen middelen en voor € 13,1 mln. Rijksbijdrages (met name Versnellingsmiddelen NPLG). Inmiddels is het verlengingsverzoek door het Rijk gehonoreerd en kan de resterende, nog niet geraamde middelen ad € 32,7 mln. worden ingezet in 2025 en verder. De begroting zal hier bij het eerstvolgende S&V moment op worden aangepast.

Baten 
Het verschil in baten van € 13,8 mln. betreft met name de Rijksbijdrage Versnellingsmiddelen (€ 11,4 mln. in 2024,  € 0 mln. in 2025). Het bij de lasten aangehaalde door het Rijk gehonoreerde verlengingsverzoek zal ook leiden tot een wijziging van de baten voor 2025 en verder voor een bedrag van € 32,7 mln.

7. Landbouw en voedsel
Bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting 2024 Begroting 2024 Begroting Begroting Begroting Begroting
2023 oorspronkelijk na wijz. 2025 2026 2027 2028
Lasten
Programmalasten 8.534 N 40.939 N 20.699 N 487 N 242 N 227 N 37 N
Toerekening organisatiekosten 4.896 N 2.647 N 5.730 N 7.280 N 6.067 N 6.067 N 2.647 N
Totaal Lasten 13.430 N 43.586 N 26.428 N 7.767 N 6.309 N 6.294 N 2.684 N
Baten
Programmabaten 3.300 V 37.830 V 15.618 V 1.806 V 80 V 100 V 0
Baten toerekening organisatiekosten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 3.300 V 37.830 V 15.618 V 1.806 V 80 V 100 V 0
Saldo van baten en lasten 10.130 N 5.755 N 10.810 N 5.961 N 6.229 N 6.194 N 2.684 N
Reservemutaties
Storting in reserves 2.230 N 40 N 2.375 N 60 N 80 N 100 N 0
Onttrekking aan reserves 831 V 205 V 4.123 V 205 V 205 V 190 V 0
Resultaat incl. reservemutaties 11.529 N 5.590 N 9.062 N 5.816 N 6.104 N 6.104 N 2.684 N
(bedragen x € 1.000) Realisatie jaarrekening 2023 Begr. 2024, na wijziging Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Storting in reserve 2.230 N 2.375 N 60 N 80 N 100 N -
Reserve Landbouw 2.230 N 2.375 N 60 N 80 N 100 N -
Onttrekking aan reserve 831 V 4.123 V 205 V 205 V 190 V -
Res. Essent Investeringsagenda 626 V - - - - -
Reserve Landbouw 205 V 4.123 V 205 V 205 V 190 V -
Eindtotaal 1.399 N 1.749 V 145 V 125 V 90 V -