Programma 4 Natuur en milieu

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Natuur en landschap 
We werken aan een natuur-, landschaps- en milieubeleid dat bijdraagt aan een veilige en gezonde leefomgeving, aan herstel van de biodiversiteit en aan prachtige Brabantse natuurgebieden en landschappen voor mens, plant en dier. 

Onze natuur verdient een goede bescherming tegen de druk van activiteiten die haar verstoren, verarmen en vervuilen. Een vitale natuur en waardevolle landschappen zijn voorwaarden voor het welzijn van mensen en voorde ontwikkeling van Brabant als belangrijke kennis- en innovatieregio. In een aantrekkelijke groene provincie is het immers beter wonen, werken en leven. 

We zorgen voor een goede en voortvarende uitvoering van nationale en internationale afspraken die zijn gemaakt over biodiversiteit. Hiermee moeten alle bedreigde planten en dieren in Brabant, zoals weide- en akkervogels, weer een geschikte leefomgeving krijgen. Hiervoor investeren we in een verbonden en samenhangend natuurnetwerk en in versnelling en intensivering van het natuurherstel. Ook nemen we maatregelen om de externe druk op de natuur te verminderen. Zo verminderen we de uitstoot van ammoniak rondom natuurgebieden. En pakken we de verdroging van natuurgebieden aan. Daarnaast versterken we de kwaliteit van het Brabantse landschap en verankeren we de natuur en het landschap in de samenleving. 

Het herstel van de biodiversiteit is in belangrijke mate afhankelijk van onze gezamenlijke prestaties in de natuur, water-, bodem-, klimaat- en stikstofopgaven en de bijbehorende transitie van de landbouw en hun ruimtelijke samenhang. Tegelijkertijd biedt de natuuropgave ook kansen voor (agrarische) ondernemers. De natuur-, water-, bodem-, klimaat-, stikstof- en landbouwopgaven worden zoveel mogelijk in samenhang en gebiedsgericht aangepakt met de zogenaamde Groenblauwe Gebiedsgerichte Aanpak (GGA)

In het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) had het Rijk aan de provincies gevraagd om aan de slag te gaan met de uitwerking van de richtinggevende doelen op het gebied van natuur, water en klimaat en een provinciaal gebiedsprogramma op te stellen.

In maart 2024 heeft provincie Noord-Brabant het voorontwerp BPLG (Brabants Programma Landelijk Gebied) vastgesteld. Hierin is richting gegeven aan hoe de doelen zoals gesteld in het NPLG (Nationaal Programma Landelijk Gebied) kunnen worden behaald in Brabant. Ook de input van het bestuursakkoord is hierin verwerkt. Daarnaast is in 2023 een aanvraag bij het Rijk gedaan voor een pakket no-regret maatregelen waar de provincie op korte termijn mee aan de slag wil. Deze aanvraag bestond uit maatregelen voor perspectief voor de landbouw en natuur-, en watermaatregelen, in totaal € 252 mln. Hiervan is € 231,2 mln. toegekend. De uitvoering van deze maatregelen wordt in 2025 verder opgestart en voortgezet.   

Milieu
We willen dat Brabant een fijne, veilige en gezonde provincie is om in te wonen en te ondernemen. Een schone lucht en bodem en geen hinder van onder meer geluid en geur zijn hiervoor basisvoorwaarden. In lijn met de Omgevingsvisie streven we daarom naar een continue verbetering van onze leefomgeving. Met de uitvoeringsagenda Schone Lucht Akkoord dragen we bij aan het landelijk doel om 50% gezondheidswinst te behalen. Met het actieplan Geluid 2024-2029 verminderen we het aantal mensen dat wordt gehinderd door het geluid van provinciale wegen. Daarnaast wordt ook Brabant in toenemende mate geconfronteerd met urgente sector- en thema-overstijgende vraagstukken, zoals de noodzaak van een transitie naar een duurzame samenleving. In het beleidskader Milieu 2023-2030 dat in 2022 vastgesteld is, zijn onder meer streefwaarden opgenomen voor luchtkwaliteit en geluid. Na vaststelling van de nieuwe uitvoeringsagenda Milieu 2024 -2027 zal actualisatie/aanpassing van de indicatoren plaatsvinden. 

Gezondheid
In het beleidskader milieu wordt de relatie tussen gezondheidssituaties en milieuhinder gelegd. Voor de thema’s Licht, Lucht en Geluid zijn indicatoren opgesteld en in een uitvoeringsagenda nader uitgewerkt. Vanuit de doelstelling “Steeds Beter” is de focus gericht op 3 gezonde levensjaren erbij voor alle Brabanders.


Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH)
In 2025 worden de vastgestelde Uitvoeringsagenda's vertaald in de VTH-opdracht. Ook zal de impact van de Omgevingswet duidelijker worden, omdat we dan meer ervaring hebben opgedaan met nieuwe aanvragen en toezicht en handhaving onder de wet. We gaan met de omgevingsdiensten werken aan de implementatie van de producten uit het landelijke Interbestuurlijk Programma versterking VTH-stelsel. Daarnaast zal ook vanuit het vraagstuk Stikstof de nodige inzet gevergd worden, zoals het uitvoering geven aan de Brabantse Ontwikkelaanpak Stikstof 2.0, het intrekkingsbeleid, de eisen uit de Omgevingsverordening, jurisprudentie en andere ontwikkelingen, zoals de mogelijke gevolgen van het nieuwe coalitieakkoord. Tot slot zal de schaarste van en de druk op de fysieke leefomgeving ons voor nieuwe uitdagingen stellen, binnen de grenzen die we met het VTH-instrumentarium kunnen bieden, zoals in het geval van de zeer zorgwekkende stoffen en het bevorderen van de gezondheid van onze inwoners.  

Pijler Robuuste Natuur

Terug naar navigatie - Pijler Robuuste Natuur

De Brabantse natuur is adequaat beschermd tegen ongewenste ruimtelijke ingrepen. Ze is vitaal en van voldoende omvang om bestand te zijn tegen schommelende omgevingsinvloeden zoals weersextremen. De Brabantse natuurgebieden vormen een onderling aangesloten netwerk waardoor uitwisseling kan plaatsvinden. 

Pijler Brabant Natuurinclusief

Terug naar navigatie - Pijler Brabant Natuurinclusief

Natuur levert een bijdrage aan de welvaart en het welzijn van Brabant en de Brabanders. Andersom is natuur als vanzelfsprekend onderdeel van andere maatschappelijke, ruimtelijke en economische opgaven en verweven in alle maatschappelijke sectoren. 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Natuurnetwerk Brabant ingericht, verbonden en beheerd

Terug naar navigatie - Natuurnetwerk Brabant ingericht, verbonden en beheerd

Het Natuurnetwerk Brabant is compleet of onderhanden. De meest cruciale gebieden zijn omgevormd naar natuur. Het Natuurnetwerk Brabant moet ongeveer 129.000 hectare gaan omvatten. In 2027 hebben we zicht op de verwerving, in 2030 zicht op de inrichting en in 2035 op de realisatie van de EVZ's en het beheer van het totale Natuurnetwerk Brabant.  

Indicator:

  • In 2030 is het Natuurnetwerk Brabant ingericht, verbonden en beheerd 

Wat gaan we daarvoor doen?

N2000-gebieden hersteld en versterkt

Terug naar navigatie - N2000-gebieden hersteld en versterkt

De achteruitgang is gestopt en de versterking en verbetering van de natuur in en rondom de 21 Brabantse Natura 2000-gebieden is uitgevoerd of in gang gezet. Omstandigheden voor natte natuur (natte natuurparels, vennen) zijn in en rondom de natuurgebieden op orde. 

Indicator:

  • De kwaliteit en kwantiteit van de habitattypen en soorten uit de VHR mogen nooit achteruit gaan.  
  • In 2030 zijn in de N2000-gebieden de VHR-habitattypen en soorten verbeterd in oppervlakte en/of kwaliteit t.o.v. 2023 daar waar nodig volgens aanwijzingsbesluit. 

Wat gaan we daarvoor doen?

Bossen aangelegd en gerevitaliseerd

Terug naar navigatie - Bossen aangelegd en gerevitaliseerd

Omschrijving (toelichting)

Er is in 2030 13.000 hectare nieuw bos gerealiseerd en 20.000 hectare bos gerevitaliseerd, waarmee CO2 wordt vastgelegd, verdroging wordt tegengegaan en de biodiversiteit wordt verbeterd.  
Van het nieuw te realiseren bos is ongeveer 3.000 hectare een bestaande opgave binnen het nog te realiseren Natuurnetwerk Brabant. Van de overige 10.000 hectare wordt 5.000 hectare in het al bestaande Natuurnetwerk Brabant en 5.000 hectare daarbuiten aangelegd. 

Indicator:

  • In 2030 is in Brabant 13.000 ha nieuw bos aangelegd t.o.v. 2020. 
  • In 2030 is ca. 20.000 ha bos op de zandgronden omgevormd naar vitaal bos (revitalisering van bestaande bossen) t.o.v. 2020. 

Wat gaan we daarvoor doen?

Biodiversiteit beschermd

Terug naar navigatie - Biodiversiteit beschermd

Maatregelen zijn uitgevoerd voor het behoud en in gang zetten van herstel van de biodiversiteit.  
Instandhouding van de zeldzame soorten en leefgebieden, gevolgd door de prioritaire en rode lijstsoorten van Noord-Brabant. De wettelijke taken met betrekking tot gebieds- en soortenbescherming dragen bij aan het bereiken van doelen. 

Indicator:

  • In 2030 is de stand van de populaties kwetsbare en bedreigde planten en dieren minimaal behouden t.o.v. 2022.

Wat gaan we daarvoor doen?

Basisvoorwaarden op orde: lucht-, water- en bodemkwaliteit

Terug naar navigatie - Basisvoorwaarden op orde: lucht-, water- en bodemkwaliteit

Het water-, bodem- en luchtsysteem in en buiten natuurgebieden draagt bij aan natuurherstel en -ontwikkeling. Vanuit andere programma’s, zoals het Regionaal Water en Bodem Programma, het Beleidskader Milieu, Beleidskader Leefomgeving, Beleidskader Verstedelijking en het Beleidskader Landbouw en Voedsel wordt mede invulling gegeven aan deze opgave. 

Indicator:

  • In 2030 is de emissie en depositie van stikstof in Noord-Brabant afgenomen tot een niveau zoals in het kader van het NPLG tussen rijk en provincie is overeengekomen. 

Wat gaan we daarvoor doen?

Natuur meewegen bij ruimtelijke en economische ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Natuur meewegen bij ruimtelijke en economische ontwikkelingen

Biodiversiteit en natuur zijn verweven in alle maatschappelijke doelen, in ons denken en doen als samenleving. Bij nieuwbouw en herontwikkelingen wordt een natuurvriendelijkere inrichting van onze woonomgeving als vanzelfsprekend ervaren. Bedrijven en organisaties zijn zich bewust geworden van de rol die natuur speelt voor hun activiteiten. In economische en ruimtelijke afwegingen nemen we het belang mee van natuur en landschap als belangrijk aspect. Daardoor borgen we dat natuur niet verder versnipperd raakt en dat de basisvoorwaarden niet achteruitgaan. 

Indicator:

  • In 2030 is er een gedeelde basis voor een 'Natuurinclusief Brabant' en zijn de 8 domeinen van natuurinclusieve samenleving uitgewerkt in specifieke plannen voor Brabant. 
  • In 2030 is er een positieve trend voor biodiversiteit in het stedelijk gebied 

Wat gaan we daarvoor doen?

Behoud, herstel en ontwikkeling van landschappen

Terug naar navigatie - Behoud, herstel en ontwikkeling van landschappen

We werken actief aan het behoud, herstel en de ontwikkeling van Brabantse landschappen, waar dat bijdraagt aan het herstel en verbetering van de biodiversiteit.  
In het landelijk gebied willen we een goede balans tussen de verschillende functies zoals natuur, water, landbouw, wonen, energie en bedrijventerreinen. We zoeken actief kansen om functies te combineren om maatschappelijke opgaven op te lossen. 

Indicator:

  • In 2030 bestaat minimaal 10% van het landelijk gebied uit groenblauwe dooradering 

Wat gaan we daarvoor doen?

Meer groen in de directe omgeving

Terug naar navigatie - Meer groen in de directe omgeving

Meer inwoners, maatschappelijke organisaties, ondernemers, gemeenten en waterschappen doen mee om meer groen in de woon- en werkomgeving te creëren.  
De Brabanders zijn zich bewust van dingen die ze zelf kunnen doen om hun omgeving groener te maken en meer natuur te creëren. 

Indicator:

  • In 2030 is het aantal vierkante meters groen per gemeente in de bebouwde kom (met 5%) toegenomen ten opzichte van 2023. 

Wat gaan we daarvoor doen?

Versterken van de beweging van vergroening

Terug naar navigatie - Versterken van de beweging van vergroening

De rol van vrijwilligers, intermediaire organisaties, jeugd, en onderwijs is toegenomen, en een factor van belang. Bedrijven en ondernemers zijn, ook financieel, meer en op innovatieve manieren betrokken bij het natuurbeleid. We stimuleren initiatieven waarbij burgers (georganiseerd) natuur en landschap ontwikkelen, beschermen of beheren. Brabanders zijn meer natuurbewust.  

Indicator:

  • Nog nader te bepalen 

Wat gaan we daarvoor doen?

Milieu. Continue verbetering van de luchtkwaliteit en vermindering van de geluid-, geur- en lichthinder

Terug naar navigatie - Milieu. Continue verbetering van de luchtkwaliteit en vermindering van de geluid-, geur- en lichthinder

We werken eraan dat luchtkwaliteit, geluid-, en geur- en lichthinder geen overlast veroorzaken bij mens, flora en fauna. Een ongezond buitenmilieu veroorzaakt 3,5% van alle ziektelast in Nederland. De wettelijke milieunormen zorgen voor een bepaalde basiskwaliteit. We voldoen ten minste aan de wettelijke milieunormen maar dat betekent niet dat er geen gezondheidsschade of hinder is. Daarnaast is onze ambitie om de ernst en cumulatie van milieubelasting terug te dringen. Hiermee dragen we bij aan de ambities van de provincie om gezondheid, kwaliteit van leven en welzijn te beschermen en te bevorderen.  
Met het Schone Lucht Akkoord hebben we afgesproken dat we een passende bijdrage leveren aan de landelijke doelstelling van 50% gezondheidswinst uit binnenlandse bronnen in 2030 ten opzichte van 2016. 

Indicator:

  • In 2030 is de luchtkwaliteit verbeterd en de geluidsoverlast verminderd

Wat gaan we daarvoor doen?

Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) leveren een bijdrage aan een gezonde fysieke leefomgeving en daarmee een bijdrage aan een goed werk- en leefklimaat.

Terug naar navigatie - Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) leveren een bijdrage aan een gezonde fysieke leefomgeving en daarmee een bijdrage aan een goed werk- en leefklimaat.

Indicator:

  • De kwaliteit van de uitvoering van VTH voldoet aan de kaders van landelijke wetgeving;
  • Bij het opstellen van de provinciale beleidskaders en uitvoeringsagenda’s voor o.a. Natuur, Water, Milieu, Energie, Landbouw en Voedsel wordt bewust bezien of en hoe beschikbare VTH-instrumenten ingezet kunnen worden om een bijdrage te leveren aan het bereiken van een beleidsdoel.

Wij gaan aan de slag met de verdere doorvertaling van Brabantse beleidskaders en uitvoeringsagenda's naar de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving. We bouwen hierbij voort op de keuzes die zijn gemaakt bij de vorming van de uitvoeringsagenda’s. Dit doen we in samenspraak met de Brabantse omgevingsdiensten. De afspraken leggen we vast in de VTH Opdracht inclusief de randvoorwaarden. Als voornaamste voorbeelden zien we de doorvertaling van Beleidskaders/uitvoeringsagenda’s rondom Natuur, Energie, Milieu, Landbouw en Voedsel, Water en Bodem, Circulaire Economie. 
 
In de concept BOS 2.0 hebben we het voornemen aangekondigd de latente ruimte in natuurtoestemmingen in te willen trekken. De definitieve besluitvorming hierover is voorzien voor het najaar van 2024.

Rondom ZZS (zeer zorgwekkende stoffen) en omgevingsveiligheid dragen we vanuit VTH komend jaar bij door de zorgplicht en het voorzorgbeginsel uit te werken via de instelling van de minimalisatieverplichting door Vermijdings- en reductieplannen. Dit in lijn met de bestuurlijke agenda IPO (extra inzet op Vermijdings- en Reductieplannen afvalverwerkende bedrijven, vergroten kennis en goede ondersteunende regelgeving). In verband met Omgevingsveiligheid zetten we in op de uitvoering van de wettelijke taken en ondersteunen de niet wettelijke taken Omgevingsveiligheid conform het beleidskader en uitvoeringsagenda Milieu e het Rijksprogramma Versterking Omgevingsveiligheid.  

Met de omgevingsdiensten en andere Brabantse partners bekijken we hoe we het werken onder de Omgevingswet verder kunnen verbeteren. We kijken hierbij naar het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), de processen, en naar de voorlichting aan de voorkant met het oog op betere informatie voor aanvragende partijen, zodat zij betere en completere aanvragen kunnen indienen.  
 
Het Interbestuurlijke Programma versterking VTH-stelsel (IBP) wordt eind 2024 afgerond. Alle producten en afspraken zullen dan door de omgevingsdiensten, gemeenten en onszelf geïmplementeerd moeten worden. We zullen deze implementatie samen met de omgevingsdiensten, gemeenten en rijkspartners nader vormgeven in 2025. Dan gaat het om afspraken over robuustheidscriteria, maar ook over onderlinge visitaties, verbeteringen in de samenwerking bestuurs- en strafrecht etc. Enkele onderwerpen lopen ook de komende jaren nog door, zoals het opzetten van een landelijkkenniscentrum bij OmgevingsdienstNL (de koepel van omgevingsdiensten) en alle verdere stappen die gezet worden, om te komen tot een landelijk en regionaal goed functionerend digitaal VTH-stelsel. We denken hierbij samen met de onze omgevingsdiensten actief mee en geven invulling aan de verschillende stappen.  

Wat gaan we daarvoor doen?

Ontwikkelingen en onzekerheden

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen en onzekerheden

Natuur

  • Voor verschillende onderdelen van het programma Natuur zijn de beschikbare middelen onvoldoende om de doelstellingen te kunnen halen. Dit speelt onder andere binnen de realisatie van het Natuurnetwerk Brabant, faunazaken, Natura 2000-herstelmaatregelen en voor de realisatie van extra bos en bosrevitalisatie.
  • Een toenemend aandachtspunt is de uitvoeringskracht van partners. Door toenemende urgentie op natuur gerelateerde opgaven aan de ene kant en een verder toegenomen druk op beschikbare capaciteit (door onder andere de spanning op de arbeidsmarkt) staat de uitvoeringskracht bij partners onder druk. Hiermee is het risico op vertraging in de uitvoering toegenomen.

 

Milieu

  • Beperken geluidsoverlast. De aanschrijvingen voor sanering van woningen waren gekoppeld aan groot onderhoud van provinciale wegen. De realisatieplanning was daarmee afhankelijk van de onderhoudsplanning rondom provinciale wegen. Bij de laatste aanpassing van de subsidieregeling is deze koppeling losgelaten om zodoende voortgang op de projecten te houden.
    De omvang van de pre-saneringsopgave is mede afhankelijk van de keuze van gemeenten om de bevoegdheid voor geluidssaneringen voor woningen langs provinciale wegen al vooruitlopend op de omgevingswet over te dragen naar de provincie.
  • Uitkomst van ruimtelijke claim/uitbreiding van defensie op ruimtebeslag en gevolgen voor milieu aspecten (m.n. geluid, regionale luchtvaart).

 

Vergunningverlening, toezicht en handhaving

  • De invoering van de Omgevingswet vraagt zorgvuldige monitoring. We moeten nog veel ervaring opdoen. En we zien nu al verschillende verbeterpunten m.b.t. zowel systeem, processen en informatievoorziening.
  • Het juridisch speelveld rondom stikstof is in bepaalde gevallen onduidelijk. Hierdoor lopen we bij handhavings- en intrekkingsverzoeken grotere financiële risico's. 
  • De exacte gevolgen en de doorwerking van de doorvertaling van de beleidskaders en uitvoeringsagenda’s zijn nog onzeker. Een risico is de beschikbare capaciteit en expertise bij de omgevingsdiensten.
  • Bij het bestuursakkoord zijn tot en met 2027 middelen toegekend ten behoeve van de dekking van het gat tussen de benodigde middelen voor de VTH-opdracht aan de omgevingsdiensten en de jaarlijks toegekende middelen. Voor de periode na 2028 is het dekkingsprobleem nog niet opgelost.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?

Toelichting op de verschillen tussen begroting 2025 en begroting 2024
Lasten 
Natuur
Natuur algemeen (2.881 V)
Voor de Gebiedsgerichte Aanpak (GGA) zijn momenteel in 2025 nog geen middelen geraamd (2.807 V). Na ontvangst van Rijksmiddelen voor deze taak wordt een nieuwe raming voor 2025 opgenomen. 

Robuuste Natuur (10.491 V)
Het verschil tussen de raming voor 2025 en 2024 voor de pijler Robuuste Natuur wordt met name verklaard door de volgende aspecten. 

Aan de ene zijde worden de lasten in 2025 voor de specifieke uitkering (SPUK) Landelijk Programma Natuur fase 1 lager geraamd (11.275 V), doordat het grootste gedeelte van de lasten voor deze SPUK in de periode 2022-2024 valt. In 2025 vindt met name nog een deel van de lastneming voor subsidies groter dan € 2,5 mln. plaats.  raming voor Landelijk Programma Natuur fase 2 voor 2025 kan pas na ontvangst van de beschikking worden opgenomen.
Daarnaast zijn er in vergelijking met 2024 minder lasten geraamd voor Gebiedsimpuls N69 (1.779 V), aangezien de huidige subsidieregeling dit jaar afloopt. Ten slotte zijn voor de co-financieringsbijdrage aan Europese programma’s vanuit Natuur minder lasten geraamd in 2025 dan in 2024 (571 V). Op het moment dat er meer duidelijkheid is over de benutting van de subsidieregelingen voor 2025 wordt de raming opgenomen.

Aan de andere zijde is de raming van de lasten voor Natura 2000 in 2025 hoger dan in 2024 (3.050 N), doordat de raming in 2024 relatief laag is en in 2025 een aantal grote onderzoeken ter onderbouwing van de verlenging van de Natura 2000-beheerplannen plaatsvindt.

Natuurnetwerk Brabant (4.975 N)
Voor de realisatie van het Natuurnetwerk Brabant (NNB) wordt in 2025 circa € 4 mln. meer geraamd dan in 2024. Daarnaast wordt de raming van de lasten voor SNL-beheer jaarlijks met circa € 1 mln. verhoogd ten behoeve van het verstrekken van beheersubsidies voor nieuw gerealiseerde natuur.

Milieu
De lasten m.b.t. uitvoeringsagenda Milieu zijn voor 2025 nog niet in begroting opgenomen (dit gebeurt bij slotwijziging 2024). In 2024 waren deze voor € 0,5 mln. in de begroting opgenomen.

Baten 
Natuur
Natuur algemeen (2.655 N)
Een groot gedeelte van de middelen voor GGA in 2024 wordt gedekt door inkomsten vanuit de SPUK Provinciale versnellingsvoorstellen. Doordat de SPUK in 2024 waarschijnlijk wordt uitgeput, worden in 2025 geen inkomsten meer vanuit deze SPUK geraamd (2.521 N).

Robuuste Natuur (11.087 N)
Samenhangend met de hiervoor genoemde lagere geraamde lasten voor SPUK LPN fase 1 in 2025 wordt voor een gelijk bedrag aan lagere inkomsten vanuit de SPUK geraamd (11.275 N).

Brabant Natuurinclusief (1.368 N)
Vanwege de verlenging van de Stimuleringsregeling landschap (Stila) ontvangt de provincie in 2024 en 2025 de bijdragen van gemeenten aan Stila voor de nieuwe periode. De meeste gemeenten maken hun bijdrage in één keer in 2024 over, waardoor de inkomsten voor Stila in 2025 lager zijn dan in 2024 (1.368 N).

4. Natuur en milieu
Bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting 2024 Begroting 2024 Begroting Begroting Begroting Begroting
2023 oorspronkelijk na wijz. 2025 2026 2027 2028
Lasten
Programmalasten 167.232 N 148.124 N 151.349 N 140.745 N 131.615 N 125.969 N 89.879 N
Toerekening organisatiekosten 13.852 N 10.348 N 15.777 N 11.525 N 11.493 N 11.461 N 10.443 N
Totaal Lasten 181.084 N 158.472 N 167.125 N 152.270 N 143.108 N 137.430 N 100.322 N
Baten
Programmabaten 51.982 V 18.043 V 33.375 V 18.167 V 5.821 V 5.821 V 5.414 V
Baten toerekening organisatiekosten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 51.982 V 18.043 V 33.375 V 18.167 V 5.821 V 5.821 V 5.414 V
Saldo van baten en lasten 129.102 N 140.429 N 133.750 N 134.103 N 137.287 N 131.609 N 94.908 N
Reservemutaties
Storting in reserves 141.514 N 93.833 N 134.612 N 123.662 N 123.712 N 123.973 N 88.013 N
Onttrekking aan reserves 115.813 V 127.986 V 125.056 V 127.547 V 130.468 V 124.950 V 79.093 V
Resultaat incl. reservemutaties 154.803 N 106.276 N 143.306 N 130.219 N 130.530 N 130.632 N 103.828 N
(bedragen x € 1.000) Realisatie jaarrekening 2023 Begr. 2024, na wijziging Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Storting in reserve 141.514 N 134.612 N 123.662 N 123.712 N 123.973 N 88.013 N
Reserve PMWP - - - - - -
Reserve VTH Omgevingsdiensten 28.026 N 33.966 N 33.254 N 33.254 N 33.254 N 26.433 N
Reserve Natuur en Landschapsbeleid 13.297 N 6.890 N 5.878 N 5.878 N 5.878 N 3.568 N
Reserve Natuurbeheer en Ontwikkeling 100.191 N 82.971 N 79.103 N 79.103 N 79.313 N 56.431 N
Reserve dekking gesloten stortplaatsen - 10.786 N 5.428 N 5.477 N 5.528 N 1.581 N
Onttrekking aan reserve 115.813 V 125.056 V 127.547 V 130.468 V 124.950 V 79.093 V
Reserve PMWP 1.210 V 200 V - - - -
Reserve VTH Omgevingsdiensten 26.899 V 31.268 V 31.268 V 31.268 V 31.268 V 31.268 V
Reserve Natuur en Landschapsbeleid 6.521 V 11.202 V 8.974 V 10.133 V 4.596 V 767 V
Reserve Natuurbeheer en Ontwikkeling 71.596 V 61.870 V 73.930 V 75.692 V 75.712 V 44.408 V
Res. Essent Investeringsagenda 9.587 V 20.516 V 13.375 V 13.375 V 13.375 V 2.650 V
Reserve dekking gesloten stortplaatsen - - - - - -
Eindtotaal 25.701 N 9.556 N 3.885 V 6.757 V 977 V 8.920 N