Brabant is de afgelopen jaren doorontwikkeld tot dé innovatie- en groeimotor van Nederland. We leveren een grote bijdrage aan de landelijke en zelfs wereldwijde economie. Uit de Voorjaarsraming 2024 van De Nederlandsche Bank blijkt dat de Nederlandse economie in 2025 met 1,3% zal groeien, ten opzichte van een bescheiden groei in 2024 van 0,5%. De investeringen van bedrijven nemen in 2025 weer toe met 1,4%. Daarnaast daalt de inflatie de komende jaren verder tot onder de 2%. Volgens het UWV komt de arbeidsmarkt in 2025 in rustiger vaarwater na een turbulente periode tijdens de coronapandemie en het snelle herstel daarna. Dat blijkt uit diens landelijke arbeidsmarktprognose. Het UWV verwacht komend jaar een kleine groei van het aantal banen (+0,7%) die zich voor zal doen in vrijwel alle regio’s in Nederland, maar vooral in onder andere Zuidoost-Brabant. Weliswaar kunnen niet alle vacatures worden vervuld vanwege de aanhoudende zoektocht naar personeel. Ondanks een licht oplopende werkloosheid (4,1% in 2025) blijft deze in historisch en internationaal perspectief laag.
De plannen uit het Hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB hebben volgens doorrekeningen van het Centraal Planbureau (CPB) vooralsnog een beperkte impact op de economische vooruitzichten, met naar verwachting 0,1% extra BBP-groei in 2025. Op de middellange tot lange termijn ziet het CPB juist een risico op grotere arbeidskrapte en verschraling van het economisch groeipotentieel. Enerzijds legt het akkoord extra nadruk op een gezonde economie en het verbeteren van het vestigingsklimaat. Zo komt er een extra investering in InvestNL en een lastenverlichting voor een deel van het bedrijfsleven. Anderzijds bevat het plannen om het resterende deel van het Nationaal Groeifonds (€6,8 mld.) en het Fonds Wetenschap & Onderzoek (€1,1 mld.) af te schaffen en te bezuinigen op onderwijssubsidies. Deze investeringen in onderwijs en innovatie zijn echter wel van belang om de Nederlandse productiviteit op langere termijn te waarborgen en de daling van arbeidsproductiviteit te keren. Uit een berekening van RaboResearch blijkt bovendien dat innovatie-investeringen via een Groeifonds een zeer hoog maatschappelijk rendement hebben: iedere geïnvesteerde euro levert tot 2040 5,80 euro aan BBP-rendement op.
De Brabantse economie draait nog steeds op volle toeren, maar de uitdagingen waar we voor staan blijven actueel. De arbeidsmarkt is krap, er zijn te weinig betaalbare woningen, het is druk op het elektriciteitsnetwerk, grondstoffen en materialen zijn schaars, stikstof levert beperkingen op en uit recente publicatie van CBS m.b.t. arbeidsproductiviteit blijkt dat groei stagneert. Verder is er ruimte nodig voor de natuur en voor water. Uitdagingen en schaarste-vraagstukken – die steeds meer de directe leefomgeving en welvaart van de Brabander raken – maken dat we echt in (moeten) blijven zetten op de randvoorwaarden van ons vestigingsklimaat en het fundament van de Brabantse economie. We hebben als provincie immers de verantwoordelijkheid om Brabant toekomstbestendig te ontwikkelen. De bespreekversie van de nieuwe Uitvoeringsagenda Economie, Kennis & Talentontwikkeling ‘Onderweg naar een toekomstbehendige economie’ voor de periode 2024-2027 is naar PS gestuurd en na vaststelling van de definitieve versie zullen zowel de financiële (bij slotwijziging 2024) als de inhoudelijke (bij Burap I 2025) consequenties verwerkt worden.
We zorgen zodoende in 2025 voor het ontwikkelen, benutten en behouden talent en het vergroten van de arbeidsproductiviteit. Daarnaast zetten we onze middelen en capaciteit in op innovaties, initiatieven en projecten die aan de ene kant bijdragen aan oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen (missiegedreven) en die aan de andere kant het verdienvermogen van de toekomst veiligstellen. In een veranderend geopolitiek speelveld – waarin Europa minder afhankelijk wil zijn van andere handelspartners en werelddelen – investeren we mee om onze strategische posities op technologische innovaties, waardenketens, (digitale) infrastructuur en grondstoffen te versterken. In de keuzes die we maken sturen we op toegevoegde waarde met regionale meerwaarde in plaats van louter op volume. Dat betekent dat we ons richten op het aantrekken en behouden van hoogwaardige bedrijvigheid die de grootst mogelijke toegevoegde waarde bieden voor de Brabantse opgaven en ecosystemen. Daarnaast zetten we in op digitalisering en circulariteit, waarbij we focussen op (her)gebruik en alternatieven voor (fossiele) grondstoffen, reductie van zogenaamde primaire grondstoffen, het vergroten van datamaturiteit binnen het mkb, verbeteren van de digitale infrastructuur en verhogen van onze cyberweerbaarheid.