Programma 3 Water en bodem

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

We werken aan schoon, voldoende en veilig water een schone en vitale bodem en klimaatadaptatie. Dit zijn bouwstenen voor een duurzame leefomgeving en een robuust water- en bodemsysteem. Water raakt de kern van ons bestaan, denk aan  gezondheid, biodiversiteit, identiteit, beleving en economie. Als provincie hebben we  verantwoordelijkheid voor de beschikbaarheid en de kwaliteit van water. De kwaliteit van het water voldoet nergens helemaal aan de afspraken die daarover zijn gemaakt. Veel natuurgebieden in Brabant zijn daarnaast structureel verdroogd. De laatste jaren is Brabant geconfronteerd met weersextremen zoals forse wateroverlast en droogte. De noodzaak en urgentie om ons aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering wordt, ook gezien de klimaatscenario’s van het KNMI (2023), steeds groter. Dit vertaalt zich onder andere in het principe van water en bodem sturend voor de ruimtelijke inrichting. In het addendum op ons Regionaal programma Water en Bodem (RWP) welke eind 2024 oordeelsvormend met uw Staten is besproken, geven we aan hoe we aanvullend op het RWP invulling geven aan water en bodem sturend.

 

In 2025 ligt de focus van de provincie op de volgende zaken:

  • Inrichtingsmaatregelen Kaderrichtlijn Water en KRW-impuls Brabant: maximale inspanning samen met onze partners om de Kaderrichtlijn Water doelen in 2027 te halen. In 2025 en daarna realiseren we bijvoorbeeld projecten de Run, Hoge Raam, Wijboschbroek, de Schijndelse Loop-Molenheide Loop en Markdal Zuid.
  • Programmering, samen onze uitvoeringspartners, van de watergerelateerde maatregelen uit het BPLG no-regretmaatregelenpakket, onder voorbehoud van de toekenning van de aangevraagde Rijksmiddelen.
  • Droogteagenda, inclusief drinkwatervoorziening: uitvoering van de Brabantse Droogteagenda (Grondwaterconvenant en droogteadvies ‘Zonder water geen later) en uitvoering te geven aan de acties die voortkomen uit de behandeling in PS van het Statenvoorstel 48/24 Rapport Zuidelijke Rekenkamer ‘Drinkwater in gedrang’. Afspraken maken met vergunninghouders over waterbesparing en circulair watergebruik en waar mogelijk het beperken van de latente ruimte in vergunningen. Actualiseren en verfijnen van de grondwatermonitoring en het breder ontsluiten en koppelen van bestaande datasets.
  • Verbreding grondwaterheffing: Om invulling te geven aan het principe ‘de gebruiker betaalt’ werkt de provincie de verbreding van de grondwaterheffing uit. Dit is in lijn met het voornemen uit het bestuursakkoord. De provincie streeft naar een verlaging per 1 januari 2026 van de heffingsvrije voet van 150.000 m3/jaar naar 50.000 m3/jaar. In 2025 treffen de waterschappen en de omgevingsdienst voorbereidingen om de verbrede grondwaterheffing te kunnen uitvoeren, inclusief handhaving. De provincie financiert kosten voor de uitvoering vanuit de heffing. Ook neemt de provincie noodzakelijke aanpassingen op in de omgevingsverordening en de verordening grondwaterheffing.
  • Betreffende hoogwaterveiligheid voor de Brabantse burgers, beoordelen we de impact van de strategische beleidskeuzes van het Rijk over rivierbodemligging en afvoercapaciteit in het kader van het Programma Integraal riviermanagement (IRM), de Beleidslijn Grote Rivieren, het al dan niet aanhouden en/of aanvullend aanwijzen van reserveringsgebieden waterveiligheid en tot slot de wettelijke waterveiligheidsnormering.
  • Uitvoering geven aan BodemUp Brabant. Via BodemUP Brabant worden boeren begeleid bij het nemen van maatregelen voor een duurzamer bodem- en waterbeheer. In 2025 wordt dit project verder opgeschaald.
  • Uitvoering van de tussenevaluatie Regionaal Water en Bodemprogramma (2022-2027) in voorbereiding op de volgende, wettelijke vastgelegde planperiode t/m 2033.
  • Daarnaast blijven we ons ten aanzien van bodemverontreinigingen vol inzetten op de sanering van de bodemverontreiniging ontstaan door de directe lozing van aan drugsproductie gerelateerde stoffen.  De aanpak van diffuus lood wordt, na afronding van de pilot, verder uitgerold over heel Brabant, in samenwerking met de gemeenten. Met het afronden van de onderzoeksfase bij de PFAS-bronlocaties zal inzicht verkregen worden in de omvang van de saneringsopgave. Ook werken we verder aan het opzetten van het kennisnetwerk Bodem en Ondergrond Brabant (BOB). We blijven participeren in trajecten om de opbouw van onze Brabantse Ondergrond en de potentie voor Geothermie (beter) in beeld te krijgen.  We updaten ons ondergrondbeleid om te komen tot een goede balans van beschermen en benutten.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Voldoende Water

Terug naar navigatie - Voldoende Water

Indicatoren:

  • De grondwatervoorraad is op orde en stabiel op termijn: Grondwaterstand en stijghoogte in de grondwaterlichamen voldoet aan de norm (uiterlijk 2027 moeten beide grondwaterlichamen voldoen, 1 voldoet momenteel niet).
  • Voldoende grondwater voor de natuur: Areaal natte natuurparels dat niet langer verdroogd is (uiterlijk 2027 is 12.000 ha NNP niet langer verdroogd).

Wat gaan we daarvoor doen?

Schoon Water

Terug naar navigatie - Schoon Water

Indicatoren:

Basis op orde: alle oppervlaktewateren en het grondwater voldoen aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water in 2027. (bevat verplichte indicator BBV: % van de waterlichamen met een goede ecologische kwaliteit) 

  • Alle fysische, biologische en chemische parameters zijn op orde voor zowel de KRW-oppervlaktewateren als de overige oppervlaktewateren. 
  • Het grondwaterlichaam verkeert in een goede chemische (grondwater)toestand; 
  • Er vindt geen trendmatige achteruitgang van de (grond)- waterkwaliteit plaats 

Verminderde inbreng stoffen: 

  • De inbreng van antropogene stoffen en stoffen die expliciet in de KRW genoemd zijn wordt voorkomen en beperkt. Dit geldt voor alle gevaarlijke stoffen, ook als er momenteel nog geen waternormen voor zijn, zoals voor PFAS, bestrijdingsmiddelen, medicijnresten en plastics. 

Grondwater voor menselijke consumptie is blijvend beschermd:

  • Bronnen openbare drinkwaterwinningen zijn op orde. 

Deze indicatoren dragen bij aan de provinciale doelstelling om ‘3 gezonde levensjaren erbij voor iedere Brabander’. 

Wat gaan we daarvoor doen?

Veilig Water

Terug naar navigatie - Veilig Water

Indicatoren: 

Brabant is beschermd tegen overstromingen en biedt Ruimte voor de rivier: 

  • Het percentage rivierenlandschap waar sprake is van sterke dijken in combinatie met een uitbreiding van de afvoercapaciteit. 
  • De regionale keringen zijn veilig. (100% voldoet aan de norm). 

Wat gaan we daarvoor doen?

Vitale Bodem

Terug naar navigatie - Vitale Bodem

Indicatoren: 

In de agrarische beïnvloedingsgebieden rondom de prioritaire N2000 gebieden en natte natuurparels, in de voedingsgebieden voor strategische grondwatervoorraden, grondwaterbeschermingsgebieden en gebieden met verhoogd risico op uitspoeling van nitraat en afspoeling van fosfaat is de bodem vitaal en worden de normen voor de Kaderrichtlijn Water en Nitraatrichtlijn gehaald: 

  • de sponswerking voor water en voedingsstoffen is op orde: verliezen van voedingsstoffen naar het grond- en oppervlakte- water zijn minimaal en er is geen sprake meer van verdichting, zodat regenwater kan infiltreren;
  • het gehalte aan organische stof is op zodanig niveau dat een gevarieerd bodemleven mogelijk is en meststoffen en water worden gebonden;
    Streven: 100% van de landbouwbodems in 2050 vitaal, gekoppeld aan klimaat adaptieve inrichting en gebruik. 

Ecologische principes nemen een centrale plaats in de agrarische bedrijfsvoering in:

  • het aantal praktiserende boeren neemt toe. 

Deze indicatoren dragen via een verbeterde (grond)waterkwaliteit bij aan de provinciale doelstelling van ‘3 gezonde levensjaren erbij voor iedere Brabander’. 

Wat gaan we daarvoor doen?

Klimaatadaptatie

Terug naar navigatie - Klimaatadaptatie

Indicator:

  • Brabant heeft in 2050 een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting: Brabant wordt klimaatbestendig en waterrobuust ingericht op basis van de leidende principes uit dit RWP. (100% in 2050)

Wat gaan we daarvoor doen?

Inzet verbonden partijen

Terug naar navigatie - Inzet verbonden partijen

Voor het realiseren van de doelstellingen uit dit begrotingsprogramma worden onderstaande
verbonden partijen ingezet:
•    GOB BV
•    Brabant Water
•    Nederlandse Waterschapsbank NV

Nadere informatie over verbonden partijen staat in de paragraaf Verbonden partijen.

Ontwikkelingen en onzekerheden

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen en onzekerheden

•    In 2025 gaat Brabant met de KRW-impuls Brabant maximaal inzetten op het behalen van de KRW-doelen. Desondanks blijft het ongewis in welke mate we de KRW-doelstellingen in het jaar 2027 gaan halen.
•    Landelijke ontwikkelingen rond het NPLG en BPLG leiden tot grote onzekerheden. Onder andere over de financiële doorwerking van deze ontwikkelingen.
•    De provincie zal uitvoering geven aan de acties die voortkomen uit de behandeling in PS van het Statenvoorstel 48/24 Rapport Zuidelijke Rekenkamer ‘Drinkwater in gedrang’. In hoeverre of in welke mate dit beleids- of financiële consequenties heeft is nog onzeker.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?

Financiële toelichting

Lasten 

Voldoende Water (16.586 N)

Voor de doelstelling Voldoende Water zijn in 2025 met name meer middelen geraamd ten behoeve van Deltaprogramma Hoge zandgronden (3 mln)  Zuidwestelijke Delta (1,5 mln), de verdrogingsaanpak Natte Natuurparels (6,5 mln) en de gemeenschappelijk landbouwbeleid- Nationaal Strategisch Plan (3,1 mln).

 

Schoon Water (1.779 N)

Voor de doelstelling Schoon Water is in 2025 meer geraamd voor uitvoering van de maatwerkovereenkomsten met de waterschappen in relatie tot waterkwaliteit.

 

Veilig Water (2.231 N)

Voor de doelstelling Veilig Water is in 2025 met name voor Rivierverruimingsprojecten meer geraamd dan in 2024.

 

Vitale Bodem (838 N)

Voor de doelstelling Vitale Bodem is in 2025 met name voor BodemUp 2.0 meer uitgaven geraamd dan in 2024.

 

Klimaatadaptatie (2.921 N)

Voor de doelstelling m.b.t. Klimaatadaptatie staat er in 2025 met name meer geraamd dan in 2024 omdat de verwachting is dat er in 2025 een nieuwe bijdrageregeling voor gemeenten zal worden opengesteld.

 

Venherstel (415 V)

Voor Venherstel is de raming in 2025 € 0,4 mln. lager dan in 2024 omdat de meerjarig beschikbare gestelde middelen voor Venherstel, die via de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant worden ingezet, in 2025 volledig worden uitgenut. In 2025 wordt het laatste deel van de middelen voor Venherstel ingezet.

 

Baten 

 SPUK 2e fase Deltaprogramma Zoetwater (2.313 V)

In 2025 wordt verwacht €2,3 mln meer weg te zetten t.b.v. het deltaprogramma zoetwater via de subsidieregeling- en bijdrageregeling Water en Bodemregeling Noord-Brabant.

 

SPUK provinciale versnellingsvoorstellen Bodem UP + BBWP (865 N)

De provincie heeft een specifieke uitkering ontvangen van het Rijk voor Bodem UP en het BedrijfsBodem WaterPlan (BBWP). In 2024 worden de beschikbaar gestelde rijksmiddelen bijna volledig ingezet. Het restant wordt in 2025 ingezet en gedeclareerd bij het Rijk. Vandaar de lagere inkomstenraming in 2025.

 

SPUK Rivierverruimingsproject Oeffelt (252 N)

De provincie heeft een specifieke uitkering ontvangen van het Rijk voor de planuitwerkingsfase van het rivierverruimingsproject. Deze fase is in 2024 afgerond.

3. Water en Bodem
Bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting 2024 Begroting 2024 Begroting Begroting Begroting Begroting
2023 oorspronkelijk na wijz. 2025 2026 2027 2028
Lasten
Programmalasten 41.679 N 55.995 N 48.420 N 65.974 N 74.937 N 47.318 N 13.409 N
Toerekening organisatiekosten 5.587 N 4.615 N 6.447 N 5.716 N 5.634 N 5.680 N 4.055 N
Totaal Lasten 47.266 N 60.610 N 54.867 N 71.689 N 80.571 N 52.998 N 17.464 N
Baten
Programmabaten 13.153 V 15.465 V 21.403 V 16.706 V 18.115 V 14.662 V 8.100 V
Baten toerekening organisatiekosten 922 V 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 14.075 V 15.465 V 21.403 V 16.706 V 18.115 V 14.662 V 8.100 V
Saldo van baten en lasten 33.191 N 45.145 N 33.464 N 54.983 N 62.456 N 38.336 N 9.364 N
Reservemutaties
Storting in reserves 17.632 N 6.320 N 13.742 N 14.249 N 10.941 N 20.454 N 3.000 N
Onttrekking aan reserves 25.704 V 36.086 V 25.534 V 42.118 V 49.285 V 31.051 V 0
Resultaat incl. reservemutaties 25.118 N 15.379 N 21.672 N 27.114 N 24.111 N 27.739 N 12.364 N
(bedragen x € 1.000) Realisatie jaarrekening 2023 Begr. 2024, na wijziging Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Storting in reserve 17.632 N 13.742 N 14.249 N 10.941 N 20.454 N 3.000 N
Reserve Bodem; DU Bodem 374 N 70 N - - - -
Reserve Regionaal Waterprogramma 17.258 N 13.672 N 14.249 N 10.941 N 20.454 N 3.000 N
Onttrekking aan reserve 25.704 V 25.534 V 42.118 V 49.285 V 31.051 V -
Reserve Bodem; DU Bodem 1.871 V 3.507 V 874 V 8.562 V 414 V -
Reserve Regionaal Waterprogramma 23.833 V 22.027 V 41.244 V 40.723 V 30.637 V -
Eindtotaal 8.072 V 11.791 V 27.869 V 38.344 V 10.597 V 3.000 N