Portefeuille Ontwikkelbedrijf
De resterende ruimte in het investeringskrediet van het Ontwikkelbedrijf bedraagt ultimo 2019 € 139 mln. Bij de inschatting van de resterende ruimte is rekening gehouden met de geraamde toekomstige inkomsten en uitgaven van alle projecten en zijn de afgegeven garantstellingen volledig meegenomen.
De risico's in de projecten worden afgedekt door de Risicoreserve van het ontwikkelbedrijf. De omvang van de risicoreserve bedraagt ultimo 2019
€ 70,7 mln. Dit is onderverdeeld in reserveringen voor bestaande projecten € 56,9 mln en een vrije ruimte van € 13,8 mln ( zie voor een nadere uitwerking paragraaf risicomanagement). Op dit moment is de vrije ruimte beperkt. De verwachting is dat de risicoreservering voor LPM in 2019 vrij valt, waardoor de vrije ruimte evenredig wordt vergroot. Hierdoor ontstaat meer ruimte om risico’s af te dekken voor nieuwe projecten. De in het verleden gedane afwaarderingen van posities zijn ten laste gebracht van de risicoreserve (verlaging) en daarnaast worden bijvoorbeeld renteopbrengsten van een aantal leningen jaarlijks toegevoegd aan de risicoreserve (verhoging).
Uitbreiding doelstelling en inzet Ontwikkelbedrijf
Op 23-feb 2018 is door PS een geactualiseerd beheerstatuut van het ontwikkelbedrijf vastgesteld. Van uitvoering van vastgoedprojecten naar provinciale partner in gebiedsontwikkelingen en ruimtelijk fysieke projecten is de beweging die bij het ontwikkelbedrijf zichtbaar is. Het nieuwe beheerstatuut biedt de mogelijkheid deze rol verder in te vullen.
Het Ontwikkelbedrijf heeft de laatste jaren meer kennis en ervaring opgedaan met lagere overheden en vooral ook met marktpartijen wanneer het gaat om projecten in het ruimtelijke fysieke domein. Zij weet waar de kennis en toegevoegde waarde van de (markt)partijen zit. Waar de beleidsinzet ligt en op welke wijze deze kan worden verbonden. Maar ook hoe een samenwerking tot stand kan worden gebracht om tot succesvolle invulling te komen van het project en bijbehorende ambitie. Met andere woorden procesmanagement dat leidt tot dealmaking.
De verkenningen waar het ontwikkelbedrijf in betrokken is, worden per definitie integraal aangevlogen. Belangrijke thema’s waarin het ontwikkelbedrijf actief is zijn: campussen en werklocaties, erfgoed, energie, ondermijning en binnenstedelijke transformatie. Het ontwikkelbedrijf is inzetbaar ten behoeve nieuwe thema’s, die voortkomen uit het nieuwe bestuursakkoord 2019.
Grondbeleid overige beleidsvelden
Natuurnetwerk Brabant
Conform de doelstellingen zoals opgenomen in Brabant Uitnodigend Groen wordt t/m 2027 in totaal circa 15.000 ha natuurnetwerk en 1.775 ha (700 km) Ecologische Verbindingszones gerealiseerd. Hiertoe worden in 2019 NNB gronden verworven en/of ingericht en verkocht. In de Westelijke Langstraat, De Peelvenen, Kempenland-West, Groote Heide-Leenderbos door de provincie, daarbuiten door het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB), in samenspraak met de Manifestpartners.
Infrastructuur
In o.a. het meerjaren investeringsprogramma Kwaliteit (Onderhoud) Provinciale Infrastructuur wordt aangegeven welke infrastructurele projecten er zullen worden uitgevoerd. Ten behoeve van deze doelstelling worden gronden gekocht. Deze aankopen zullen worden gefinancierd uit de algemene provinciale- en rijksmiddelen.
Beheer gronden
Naast het kopen en verkopen van gronden en gebouwen wordt zo’n 4.200 ha beheerd. Dit betreft gronden die gekocht zijn in het kader van met name infra, natuur, ruimte voor ruimte, erfgoed en mobilisatiecomplexen.
Verdere toelichting
Meer uitgebreide toelichting over bovenstaande onderwerpen is verder te vinden in:
- Meerjarenperspectief ontwikkelbedrijf (bijlage bij begroting)
- Bijlage deelnemingen (O.a. OLSP, TOM, ORR, BPA, LPM, GOB)
- Betreffende begrotingshoofdstukken:
- 02.01Ruimtelijke ontwikkeling (RvR) en 02.02 Agrofood (glastuinbouw)
- 03.04 GOB (Groen Ontwikkelfonds Brabant)
- 04.02 Economisch programma (bedrijventerreinen/campussen)
- 05.03 Infrastructuur/Provinciale wegen
- 06.01 Cultuur en samenleving (erfgoed)
BBV en risicomanagement grondportefeuille Ontwikkelbedrijf
Als gevolg van aanpassingen in het Besluit begroting en verantwoording (BBV) dient er een methodiek te worden vastgesteld voor de te hanteren rente- en disconteringsvoet in exploitatieplannen, als volgt:
- de te hanteren rente- en disconteringsvoet wordt gebaseerd op marktconforme rente voor de financiering van het betreffende plan (project-financiering);
- de marktconformiteit wordt vervolgens bepaald op basis van (fictieve) offertestelling bij een voor de overheid gangbare externe financier.
Jaarlijks worden alle grondexploitaties geactualiseerd. Hierbij wordt conform richtlijnen prudent te werk gegaan, wat betekent dat verliezen worden genomen zodra ze worden voorzien en winst pas wordt genomen als deze daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Daarnaast wordt op basis van risicoanalyse een risicoreservering/voorziening opgenomen of bijgesteld.
Kortheidshalve wordt voor de opbouw van de boekwaarde verwezen naar het meerjarenperspectief van het Ontwikkelbedrijf.
Stand van de reserve en voorziening
Woningbouwstimuleringsmaatregelen
Een specifieke taak voor het ontwikkelbedrijf is het uitvoering geven aan de stimuleringsmaatregelen woningbouw die 2009 zijn vastgesteld. Van de resterende lopende maatregelen is de Brabantse Verkoop Garantie in 2018 afgerond. Startersleningen en de Investeringsfondsen zullen in 2019 verder worden afgebouwd. Een meer gedetailleerd inzicht in de voortgang van de afbouw van het totale pakket aan maatregelen is opgenomen in het eerder genoemde Meerjarenperspectief van het Ontwikkelbedrijf.
Financiën
Voor de uitvoering van de maatregelen is in 2009 door Provinciale Staten een revolverend investeringskrediet vastgesteld van € 250 mln met een reserve van € 45 mln voor afdekking van de risico’s. Alle regelingen zijn gesloten, waardoor er geen nieuwe investeringen worden gedaan.
Investeringskrediet en risicoreserve woningbouwstimulering
De hoogte van het uitstaande investeringskrediet bedraagt ultimo 2019 € 11,6 mln.
In 2019 zullen de investeringsfondsen naar verwachting geheel zijn afgebouwd en bestaat het resterende krediet alleen uit het saldo van de uitstaande Startersleningen.
In onderstaande tabel is een specificatie opgenomen van de storting en onttrekking van de risicoreserve. In 2019 zal voor de beheersvergoeding van de startersleningen € 0,08 mln en voor de investeringsfondsen € 0,1 mln worden onttrokken aan de reserve en is de stand van de reserve per ultimo 2019 € 3,3 miljoen.
Meerjarenperspectief Ontwikkelbedrijf
Voor een meer gedetailleerd inzicht in de activiteiten en resultaten van het ontwikkelbedrijf zie hiervoor de separate bijlage bij de begroting ‘Meerjarenperspectief Ontwikkelbedrijf’.