Programma 5 Economie, Kennis en Talentontwikkeling
Inleiding
Terug naar navigatie - Programma 5 Economie, Kennis en Talentontwikkeling - InleidingBrabant heeft zich de afgelopen jaren verder ontwikkeld tot dé innovatie- en groeimotor van Nederland. Onze regio levert een substantiële bijdrage aan de nationale en internationale economie. De vooruitzichten voor 2026 zijn gematigd positief, maar worden beïnvloed door geopolitieke spanningen, structurele arbeidsmarktvraagstukken en druk op de energie- en grondstoffeninfrastructuur. Volgens de Voorjaarsraming 2025 van De Nederlandsche Bank groeit de Nederlandse economie met 1,1% in 2025 en in 2026 met 1,0%. De inflatie daalt geleidelijk van 3,2% in 2024 naar 3,0% in 2025 en 2,6% in 2026, mede dankzij lagere energieprijzen en een afnemende loongroei. De arbeidsmarkt komt na een turbulente periode in rustiger vaarwater, maar de structurele krapte blijft voelbaar. Met de Brabantse Human Capital Agenda, het MKB Traineeship en het Kennispact Hoger Onderwijs versterken we de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en borgen we dat talent voor Brabant behouden blijft in een tijd van structurele krapte.
Uit de UWV Arbeidsmarktprognose 2025-2027 blijkt dat er landelijk nauwelijks sprake van banengroei: tot 2027 groeit het aantal banen jaarlijks met maximaal 45.000 nieuwe banen per jaar. Dit is een scherp contrast met de 250.000 banen per jaar in de periode 2022–2024. Over het algemeen nemen in Brabant het aantal werknemersbanen toe en het aantal zelfstandigen en uitzendkrachten af. In tegenstelling tot sommige andere grensregio’s verwacht UWV dat het aantal banen in geheel Brabant groeit tussen 2025 en 2027. Zuidoost-Brabant behoort tot de regio’s met de grootste groei van meer dan 2%. Volgens het UWV is er in Brabant een groot aantal beroepen waar veel vraag naar is (gebaseerd op de combinatie van veel vacatures en weinig geschikte werkzoekenden), met name in de zorg, techniek, zakelijke dienstverlening, ICT en bouw. Wel blijft naar verwachting de gemiddelde arbeidsparticipatie op peil, ondanks de vergrijzing. Dat heeft vooral te maken met de sterke stijging van de participatie onder de 60-plussers.
De economische onzekerheid blijft groot. Volgens de Risicorapportage Financiële Markten 2025 van het CPB kan geopolitieke spanning leiden tot beursschommelingen, stijgende risicopremies, hogere wanbetalingen en beperktere toegang tot bedrijfsfinanciering, wat de economische groei wereldwijd onder druk zet.
In aanloop naar de nieuwe kabinetsverkiezingen in oktober 2025, publiceert het CPB opnieuw de doorrekening van verkiezingsprogramma’s. Deze doorrekening, die op 10 oktober 2025 verschijnt, biedt inzicht in de budgettaire en economische gevolgen van beleidskeuzes van politieke partijen. Daarbij wordt nadrukkelijk gekeken naar structurele effecten op het investeringsklimaat, onderwijs, zorg, wonen en duurzaamheid. De uitkomsten zullen richtinggevend zijn voor de politieke en economische koers voor de komende jaren.
De Nationale Technologie Strategie (NTS) ontwikkelt zich tot een steeds belangrijker instrument voor het versterken van het innovatievermogen en het economisch verdienpotentieel van Nederland. De strategie geeft richting aan de ontwikkeling van internationaal onderscheidende waardeketens en sleuteltechnologieën die bijdragen aan maatschappelijke transities en strategische autonomie. In 2026 zorgt de verdere uitwerking van de NTS voor een beter afgestemde inzet van middelen, kennis en infrastructuur, waarbij samenwerking tussen rijk, regio en Europa essentieel is.
Brabant is goed gepositioneerd om hierin een actieve rol te vervullen en ziet de NTS als een strategisch kader om innovatiekracht en economische impact duurzaam te versterken. Dit biedt kansen om regionale ecosystemen te verbinden met nationale en Europese agenda’s. Om die kansen te verzilveren zetten we in op ruimtelijke en economische afstemming, versterken we clusters en campussen zoals Business Park Aviolanda (BPA) en Pivot Park, en bouwen we verder aan sterke waardeketens, onder meer in semicon, medische technologie en batterijen. Daarmee geven we in Brabant concreet invulling aan de Nationale Technologie Strategie en verbinden we onze regionale ecosystemen met Europese en mondiale ketens, wat bijdraagt aan strategische autonomie en een sterker verdienvermogen van Nederland. Ook investeren we in digitale infrastructuur en cyberweerbaarheid met High Performance Computing en het Brabant House of Cyber.
Met de Uitvoeringsagenda Economie, Kennis & Talentontwikkeling 2024–2027 ‘Onderweg naar een toekomstbehendige economie’ vertalen we deze ambities naar concrete acties. Daarmee versterken we talentontwikkeling, arbeidsproductiviteit en innovatiekracht en zorgen we dat Brabantse sleutelgebieden maximaal bijdragen aan de economische en maatschappelijke transities van morgen. Door Brabantse partijen actief te vertegenwoordigen in internationale handelsmissies, vergroten we bovendien onze zichtbaarheid en impact op het nationale en Europese toneel.
Wat willen we bereiken?
Terug naar navigatie - Programma 5 Economie, Kennis en Talentontwikkeling - Wat willen we bereiken?Brabant is een vooraanstaande speler in het Europese innovatiesysteem
Terug naar navigatie - Programma 5 Economie, Kennis en Talentontwikkeling - Wat willen we bereiken? - Brabant is een vooraanstaande speler in het Europese innovatiesysteemNoord-Brabant behoort structureel tot de groep Innovation Leaders en staat in de Europese top-25 van meest innovatieve regio’s. Met een sterke hightech-industrie, toonaangevende kennisinstellingen en een cultuur van samenwerking, is Brabant internationaal zichtbaar als innovatiemotor. Op die basis bouwen we in 2026 verder: onze ambitie is om in 2030 door te groeien naar de top-15 meest innovatieve regio’s van Europa.
Indicatoren:
• We streven naar een structurele top-15 notering in de Regional Innovation Scoreboard van de Europese Commissie in 2030
Brabant heeft internationaal een uitstekende economische concurrentiepositie.
Terug naar navigatie - Programma 5 Economie, Kennis en Talentontwikkeling - Wat willen we bereiken? - Brabant heeft internationaal een uitstekende economische concurrentiepositie.Brabant versterkt zijn internationaal concurrerende economische positie, door te investeren in innovatie, samenwerking en agglomeratiekracht. We streven naar structurele groei van het bruto regionaal product en een positie in de top-15 van de Europese Regional Competitiveness Index in 2030. Dit doen we o.a. met behulp van innovatiecoalities door gericht te investeren in sleuteltechnologieën en clusters die bijdragen aan de economische en maatschappelijke opgaven. We zetten in op het versterken van de regionale arbeidsmarkt met focus op leven lang ontwikkelen, hybride leerconcepten en aansluiting onderwijs-bedrijfsleven. Ook bouwen we internationale relaties op met de nadruk op gelijkwaardige Europese regio's en het versterken van Brabantse bedrijvenclusters via internationale connecties.
Indicatoren:
- We streven naar een top-15 notering in de Regional Competitiveness Index van de Europese Commissie in 2030.
- % toename van het bruto regionaal product (BRP) ten opzichte van het voorgaande jaar (BBV-verplichte indicator)
In de Brabantse samenleving plukt iedereen de vruchten van economisch succes.
Terug naar navigatie - Programma 5 Economie, Kennis en Talentontwikkeling - Wat willen we bereiken? - In de Brabantse samenleving plukt iedereen de vruchten van economisch succes.In de Brabantse economie draait het vooral om mensen, dat inwoners kansen krijgen om mee te doen, zekerheid ervaren in werk en inkomen en profiteren van de vooruitgang die we samen realiseren. Groei heeft pas waarde als zij bijdraagt aan gezondheid, welzijn en een leefbare omgeving, nu én in de toekomst. Daarom investeren we verder in onderwijs, innovatie en een inclusieve arbeidsmarkt. Zo bouwen we aan een Brabant waar in 2030 iedereen de vruchten plukt van duurzame groei en economische kracht.
Indicatoren:
- We streven ernaar om in 2030 op de CBS-indicatoren voor brede welvaart ‘bbp per hoofd bevolking’ en ‘Opleidingsniveau’ beter dan wel gelijk te scoren ten opzichte van 2020 (startdatum Beleidskader)
- % bruto arbeidsparticipatie (werkgelegenheid) (BBV-verplichte indicator).
De Brabantse economie is verregaand circulair.
Terug naar navigatie - Programma 5 Economie, Kennis en Talentontwikkeling - Wat willen we bereiken? - De Brabantse economie is verregaand circulair.Voor de transitie naar een circulaire economie zetten we in op (her)gebruik en alternatieven voor fossiele grondstoffen, reductie van zogenaamde primaire grondstoffen binnen onder andere de maakindustrie (waar de IC Semicon onder valt) en de bouw (waar we inzetten op secundaire grondstoffen en op biotische grondstoffen: de IC vezelstrategie).
Indicatoren:
• Het gebruik van niet-vernieuwbare grondstoffen is volgens de landelijke afspraken met 50% verminderd in 2030.
Beleidskaders en uitvoeringsagenda's
Terug naar navigatie - Programma 5 Economie, Kennis en Talentontwikkeling - Beleidskaders en uitvoeringsagenda'sInzet verbonden partijen
Terug naar navigatie - Programma 5 Economie, Kennis en Talentontwikkeling - Inzet verbonden partijen- BOM Holding BV
- Businesspark Aviolanda (BPA)
- Pivot Park holding
- Green Chemistry Campus BV
- Havenbedrijf Moerdijk
- Brabant Startupfonds
- BrabantRing
Nadere informatie over verbonden partijen staat in de paragraaf Verbonden partijen.
Ontwikkelingen en onzekerheden
Terug naar navigatie - Programma 5 Economie, Kennis en Talentontwikkeling - Ontwikkelingen en onzekerhedenMet name de geopolitieke ontwikkelingen zorgen voor grote onzekerheid.
Verder zullen met name de schaarste-vraagstukken zoals; krapte op de arbeidsmarkt, te weinig betaalbare woningen, het is druk op het elektriciteitsnetwerk, grondstoffen en materialen zijn schaars, schaarste van de ruimte (nodig voor wonen, werken, natuur, water enz.) maar ook andere uitdagingen zoals beperkingen a.g.v. stikstof en stagnerende arbeidsproductiviteit (zoals blijkt uit recente publicatie van CBS) hun invloed hebben op de innovatie- en groeikansen van de Brabantse economie.
Wat mag het kosten?
Terug naar navigatie - Programma 5 Economie, Kennis en Talentontwikkeling - Wat mag het kosten?5. Economie |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000 |
Realisatie |
Begroting 2025 |
Begroting |
Begroting |
Begroting |
Begroting |
|
2024 |
na wijz. |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
||
Lasten |
|||||||
Programmalasten |
83.853 N |
83.731 N |
63.545 N |
44.007 N |
24.667 N |
23.521 N |
|
Toerekening organisatiekosten |
9.885 N |
10.238 N |
8.672 N |
8.672 N |
7.103 N |
7.103 N |
|
Totaal Lasten |
93.738 N |
93.970 N |
72.217 N |
52.679 N |
31.770 N |
30.624 N |
|
Baten |
|||||||
Programmabaten |
42.168 V |
37.315 V |
14.208 V |
212 V |
101 V |
0 |
|
Bijdrage in toerekening org. kosten |
1.916 V |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal Baten |
44.084 V |
37.315 V |
14.208 V |
212 V |
101 V |
0 |
|
Saldo van baten en lasten |
49.654 N |
56.655 N |
58.009 N |
52.467 N |
31.669 N |
30.624 N |
|
Reservemutaties |
|||||||
Storting in reserves |
48.327 N |
27.883 N |
17.915 N |
17.074 N |
3.426 N |
3.325 N |
|
Onttrekking aan reserves |
42.840 V |
51.586 V |
45.103 V |
24.897 V |
3.197 V |
2.051 V |
|
Resultaat incl. reservemutaties |
55.142 N |
32.952 N |
30.821 N |
44.644 N |
31.898 N |
31.898 N |
Financiële toelichting
Lasten
De verschillen in de raming van de lasten in 2026 ten opzichte van 2025 (ruim € 20 mln.(V)), worden met name veroorzaakt doordat er voor MIT (rijksmiddelen € 7,1 mln.(V), en Europese programma’s (€ 18,5 mln.(V) voor cofinanciering + Efro-bijdragen) in 2026 (nog) geen/lagere bedragen voor uitvoering zijn geraamd (omdat beschikkingen nog niet zijn ontvangen).
Verder zijn voor de uitvoeringsagenda’s 2019-2023 in 2025 nog € 2.9 mln.(V) in de begroting opgenomen terwijl hier in begroting 2026 (nog) geen bedragen voor zijn geraamd. (De uitvoering van de diverse (oude) uitvoeringsagenda’s lopen nog door en hebben betrekking op Campussen, toekomstbestendige clusters en triple helix, DataEconomie, impuls beleidskader.)
Voor Green Chemistry Campus is in 2026 € 1 mln. (N) geraamd terwijl hiervoor in 2025 niets is geraamd.
Vanuit Algemeen Economisch Budget is in 2025 € 2,1 mln. (N) afgeraamd t.b.v. storting in voorziening m.b.t. MKB+.
Verder zijn er voor de uitvoeringsagenda 2024-2027 in 2026 meer uitgaven geraamd voor bv. Innovatie, economische structuurversterking en arbeidsmarktbeleid, omdat de uitvoering in 2026 nog meer op gang komt en daardoor naar verwachting € 5 mln. (N) hoger zal zijn.
Baten
De verschillen in de raming van de baten in 2026 ten opzichte van 2025 (ruim €23 mln. lager), worden veroorzaakt doordat de Efro-bijdragen m.b.t. Europese programma’s in 2026 naar verwachting € 16 mln. lager zijn dan in 2025 (€ 14 mln. in 2026 geraamd t.o.v. € 30 mln. in 2025) en Rijksbijdragen MIT (2025: € 7 mln.) in 2025 nog niet in de raming zijn opgenomen. (Hiervoor zijn nog geen beschikkingen ontvangen.).