Programma 3 Water en bodem

Inleiding

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Inleiding

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken?

Voldoende Water

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken? - Voldoende Water

Indicatoren:

  • De grondwatervoorraad is op orde en stabiel op termijn: Grondwaterstand en stijghoogte in de grondwaterlichamen voldoet aan de norm (uiterlijk 2027 moeten beide grondwaterlichamen voldoen, 1 voldoet momenteel niet).
  • Voldoende grondwater voor de natuur: Areaal natte natuurparels dat niet langer verdroogd is (uiterlijk 2027 is 12.000 ha NNP niet langer verdroogd).

Schoon Water

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken? - Schoon Water

Indicatoren:

Basis op orde: alle oppervlaktewateren en het grondwater voldoen aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water in 2027. (bevat verplichte indicator BBV: % van de waterlichamen met een goede ecologische kwaliteit) 

  • Alle fysische, biologische en chemische parameters zijn op orde voor zowel de KRW-oppervlaktewateren als de overige oppervlaktewateren. 
  • Het grondwaterlichaam verkeert in een goede chemische (grondwater)toestand; 
  • Er vindt geen trendmatige achteruitgang van de (grond)- waterkwaliteit plaats 

Verminderde inbreng stoffen: 

  • De inbreng van antropogene stoffen en stoffen die expliciet in de KRW genoemd zijn wordt voorkomen en beperkt. Dit geldt voor alle gevaarlijke stoffen, ook als er momenteel nog geen waternormen voor zijn, zoals voor PFAS, bestrijdingsmiddelen, medicijnresten en plastics. 

Grondwater voor menselijke consumptie is blijvend beschermd:

  • Bronnen openbare drinkwaterwinningen zijn op orde. 

Deze indicatoren dragen bij aan de provinciale doelstelling om ‘3 gezonde levensjaren erbij voor iedere Brabander’. 

Veilig Water

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken? - Veilig Water

Indicatoren:

Brabant is beschermd tegen overstromingen en biedt Ruimte voor de rivier: 

  • Het percentage rivierenlandschap waar sprake is van sterke dijken in combinatie met een uitbreiding van de afvoercapaciteit. 
  • De regionale keringen zijn veilig. (100% voldoet aan de norm). 

Vitale Bodem

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken? - Vitale Bodem

Indicatoren: 

In de agrarische beïnvloedingsgebieden rondom de prioritaire N2000 gebieden en natte natuurparels, in de voedingsgebieden voor strategische grondwatervoorraden, grondwaterbeschermingsgebieden en gebieden met verhoogd risico op uitspoeling van nitraat en afspoeling van fosfaat is de bodem vitaal en worden de normen voor de Kaderrichtlijn Water en Nitraatrichtlijn gehaald: 

  • de sponswerking voor water en voedingsstoffen is op orde: verliezen van voedingsstoffen naar het grond- en oppervlakte- water zijn minimaal en er is geen sprake meer van verdichting, zodat regenwater kan infiltreren;
  • het gehalte aan organische stof is op zodanig niveau dat een gevarieerd bodemleven mogelijk is en meststoffen en water worden gebonden;
    Streven: 100% van de landbouwbodems in 2050 vitaal, gekoppeld aan klimaat adaptieve inrichting en gebruik. 

Ecologische principes nemen een centrale plaats in de agrarische bedrijfsvoering in:

  • het aantal praktiserende boeren neemt toe. 

Deze indicatoren dragen via een verbeterde (grond)waterkwaliteit bij aan de provinciale doelstelling van ‘3 gezonde levensjaren erbij voor iedere Brabander’. 

Klimaatadaptatie

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken? - Klimaatadaptatie

Indicator:

  • Brabant heeft in 2050 een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting: Brabant wordt klimaatbestendig en waterrobuust ingericht op basis van de leidende principes uit dit RWP. (100% in 2050)

Beleidskaders en uitvoeringsagenda's

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Beleidskaders en uitvoeringsagenda's

Inzet verbonden partijen

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Inzet verbonden partijen

Ontwikkelingen en onzekerheden

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Ontwikkelingen en onzekerheden

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat mag het kosten?
3. Water en Bodem
Bedragen x € 1.000
Realisatie
Begroting 2025
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2024
na wijz.
2026
2027
2028
2029
Lasten
Programmalasten
45.671 N
47.676 N
57.117 N
93.379 N
17.719 N
14.639 N
Toerekening organisatiekosten
7.199 N
7.308 N
5.634 N
5.680 N
4.245 N
4.245 N
Totaal Lasten
52.870 N
54.984 N
62.751 N
99.059 N
21.964 N
18.884 N
Baten
Programmabaten
21.904 V
20.595 V
21.528 V
13.375 V
8.581 V
8.581 V
Bijdrage in toerekening org. kosten
1.126 V
0
0
0
0
0
Totaal Baten
23.030 V
20.595 V
21.528 V
13.375 V
8.581 V
8.581 V
Saldo van baten en lasten
29.840 N
34.390 N
41.223 N
85.684 N
13.383 N
10.303 N
Reservemutaties
Storting in reserves
14.534 N
15.799 N
11.316 N
20.828 N
3.374 N
3.374 N
Onttrekking aan reserves
22.718 V
22.612 V
25.447 V
78.269 V
3.667 V
588 V
Resultaat incl. reservemutaties
21.655 N
27.576 N
27.092 N
28.243 N
13.090 N
13.090 N

Financiële toelichting

Lasten 

Voldoende Water (5.700 N)

De aanvragen voor zoetwaterbeschikbaarheid door de waterschappen in het kader van de 2e fase Deltaprogramma Zoetwater nemen toe zoals afgestemd in de adaptieve programmering van de maatwerkovereenkomsten, waardoor de uitgaven in 2026 € 5,4 mln. hoger liggen.

De afhandeling van de uitspraak in de Arbitragezaak Roode Vaart vindt waarschijnlijk in 2026 plaats in plaats van zoals eerder ingeschat in 2025. Hierdoor is de raming €1,3 mln. hoger in 2026.

Schoon Water (693 N)

In lijn met de adaptieve programmering met de waterschappen ten aanzien van de KRW-inrichtingsmaatregelen verwachten we meer aanvragen dan in 2025. De uitvoering in 2026 en 2027 wordt door de waterschappen geïntensiveerd om zoveel mogelijk projecten eind 2027 gereed te krijgen.

Klimaatadaptatie (650 N)

In 2025 is een regeling opengesteld voor Gemeenten om maatregelen te treffen op het gebied van hitte. Het grootste deel van de beschikkingen verwachten we nu in 2026 te verlenen. Daarom zijn de ramingen aangepast.

Venherstel (1.418 V)

In 2025 is de inzet op Venherstel met middelen vanuit programma 03 – Water en Bodem afgerond.

Bodem (4.031 N)

Bodemsaneringen worden door Rijksmiddelen gedekt (met name SPUK's), zowel voor interne (begeleidings)capaciteit als projectuitvoering. Het verloop van deze projecten is zeer afhankelijk van aangetroffen vervuiling en mogelijke saneringsmethode o.b.v. nader onderzoek. Ervaring leert dat we gemiddeld circa € 6 miljoen per jaar besteden aan bodemsaneringen. Komende tijd zetten we ook een traject in gang om langlopende bodemsaneringen af te kopen, waarvoor we reeds budget geraamd hebben in 2026.

Overig (215 V)

Baten 

Voldoende Water (5.453 V)

De aanvragen voor zoetwaterbeschikbaarheid door de waterschappen in het kader van de 2e fase Deltaprogramma Zoetwater nemen toe zoals afgestemd in de adaptieve programmering van de maatwerkovereenkomsten. Hierdoor nemen ook de inkomsten vanuit de specifieke uitkering 2e fase Deltaprogramma Zoetwater toe.

Vitale bodem (2.735 N)

Voor intensivering van BodemUp heeft het rijk via de Aanpak Landelijk Gebied middelen beschikbaar gesteld. Het overgrote deel daarvan is in 2025 gerealiseerd. Het restant volgt tot en met 2027. Daardoor vallen de ramingen in 2026 terug ten opzichte van het niveau in 2025.

Bodem (1.829 N)

Bodemsaneringen worden door Rijksmiddelen gedekt (met name SPUK's), zowel voor interne (begeleidings)capaciteit als projectuitvoering. Het verloop van deze projecten is zeer afhankelijk van aangetroffen vervuiling en mogelijke saneringsmethode o.b.v. nader onderzoek. We ramen de baten uit een SPUK op het moment dat duidelijk is welke lasten ten laste van welke SPUK kunnen worden gebracht.

Overig (44 V)