Programma 8 Basisinfrastructuur mobiliteit

We werken aan het meest betrouwbare, slimme, duurzame en veilige mobiliteitssysteem van Europa om Brabant aantrekkelijk, bereikbaar en concurrerend te houden.

Algemene voortgang van het programma

Terug naar navigatie - Algemene voortgang van het programma

Het programma 8 Basisinfrastructuur Mobiliteit staat onder druk. Een aantal uitdagingen maakt de uitvoering van deze (wettelijke) basistaken lastig. 

Zo is er sprake van extra prijsstijgingen. 

Bij de uitvoering van OV-concessies valt de verplichte indexatie op basis van Landelijke Bijdrage Index (LBI) hoger uit, wat heeft geleid tot een tekort in 2022 en wat structureel doorwerkt in 2023 en verder. Dit tekort geldt niet alleen voor de lopende concessies, maar beïnvloedt ook sterk de aanbesteding van nieuwe concessies. Daarnaast zijn er mogelijk nog ontwikkelingen rondom de bekostiging van de OV-studentenkaart die kunnen leiden tot een extra financieel gat. 

Ook de druk op de onderhoudsbegroting neemt door de prijsstijgingen verder toe. Door op een andere manier, namelijk gebiedsgericht en niet per project, het groot onderhoud aan te besteden en nieuwe onderhoudprestatiecontracten verwachten we nog efficiënter te kunnen gaan werken. 

De OV-concessies hebben daarnaast nog altijd te maken met lagere reizigersaantallen in de lopende concessies (1e helft ongeveer 79% t.o.v. 2019 pré-corona) én de onzekerheid over het herstel ervan in de aanbesteding van nieuwe concessies. De aanbesteding voor de nieuwe concessie West is gestart en daarin is een risico-afdekking voor deze onzekerheid opgenomen. Het vertrekpunt voor de nieuwe concessie is een gelijkwaardig OV-aanbod o.b.v. de visie 'Gedeelde mobiliteit is maatwerk'. Naar aanleiding van motie 124 is een onderzoek naar een passend OV-aanbod uitgevoerd. Uitbreiding van het OV-aanbod is een te maken bestuurlijke keuze (na aanbesteding concessie West-Brabant en in aanloop naar de aanbestedingen concessies in Oost en Zuidoost Brabant).  

Ook spelen personeelstekorten een grote rol bij de vervoerders. Hierdoor is op een betrouwbare én bestendige manier opschalen van de dienstverlening 2023 door vervoerders niet direct mogelijk. Afspraak is dat dit vanaf september geleidelijk gaat gebeuren o.a. met inzet van de middelen motie 120. Echter we hebben de vervoerders ook verzocht om een betrouwbare dienstregeling te rijden en dit heeft tot gevolg dat er ten opzichte van de vakantiedienstregeling nog verder is afgeschaald. De primaire verantwoordelijkheid voor voldoende capaciteit ligt bij vervoerder, maar wij sturen daar via het opdrachtgeverschap voor de concessies op. Het is daarbij niet acceptabel dat de uitvoering van de concessies door een personeelstekort wordt ontwricht. 

Ten slotte beïnvloedt stikstof het beheer en onderhoud van provinciale infrastructuur. Door het loslaten van het uitgangspunt ‘werk-met-werk’ bij de herijking van KOPI en het volgen van landelijke richtlijnen kunnen we, zij het beperkt, onderhoud uitvoeren. Dat er geen achterstallig onderhoud is, kunnen we echter niet langer garanderen. Door het uitstel en uiteindelijk stopzetten van reconstructies is pas later dan nodig onderhoud mogelijk (bijvoorbeeld N284 en N629). De staat van weg is hierdoor slechter en is er uiteindelijk meer onderhoud nodig. Deze onderhoudsprojecten worden versneld geprioriteerd. Daarnaast lopen de kosten nog verder door de inzet van elektrische materieel (nog altijd schaars). Ook is het meenemen van kleinschalige verbeteringen van de verkeersveiligheid vanwege stikstof niet meer vanzelfsprekend. 

Provincie Noord-Brabant staat bovenaan de lijst met het aantal verkeersdoden en we zien bij de verkeersslachtoffers een stijgende trend. Een zorgwekkende ontwikkeling vinden we. Daarom is blijvende inzet nodig. In 2e helft 2023 wordt het nieuwe verkeersveiligheidsplan BVVP vastgesteld. 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

We gaan voor een robuust en betrouwbaar mobiliteitssysteem.

Terug naar navigatie - We gaan voor een robuust en betrouwbaar mobiliteitssysteem.

Door zorgvuldig (functioneel) beheer en onderhoud dragen de rijks- en provinciale wegen maximaal bij aan een betrouwbaar mobiliteitssysteem, nu en in de toekomst. 

  • De ontwikkeling in de Indicator Provinciale Wegen (provinciale wegen): IPW >= vorig jaar. 
  • De ontwikkeling in de klantwaardering voor de Brabantse wegen via het WOW-onderzoek (provinciale wegen): WOW >= vorig jaar. 

Mate van tevredenheid onder Brabanders en Brabantse ondernemers over hun reistijd en de voorspelbaarheid van de reistijd. 

  • Ontwikkeling in waardering van het OV door reizigers: OV-klantenbarometer >= vorig jaar. 

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

Dat er geen achterstallig onderhoud is, kan niet langer worden gegarandeerd. Door voortdurende uitstel (en soms uiteindelijk stopzetten) van reconstructies in verband met stikstof is noodzakelijk onderhoud op bepaalde wegvakken (bijvoorbeeld N284 en N629) te lang niet uitgevoerd. Deze onderhoudsprojecten worden nu versneld geprioriteerd. Dit extra onderhoud, de beperkte toepasbaarheid van de Handreiking Beheer en Onderhoud, aanvullende inzet van elektrisch materieel en de prijsstijgingen drukken bovendien zwaar op de onderhoudsbegroting.  

Personeelstekorten, prijsstijgingen en lagere reizigersopbrengsten maken de situatie in het OV erg lastig. Bij het opschalen van het OV-aanbod wegen de aspecten betrouwbaarheid én bestendigheid zwaar. 

Wat gaan we daarvoor doen?

We gaan voor veilige mobiliteit.

Terug naar navigatie - We gaan voor veilige mobiliteit.

In Brabant streven we naar nul verkeersslachtoffers. Elke verkeersslachtoffer is er één te veel. 

  • De ontwikkeling van het aantal dodelijke verkeersslachtoffers (Noord-Brabant & provinciale wegen): aantal dodelijke verkeersslachtoffers (conform CBS) < vorig jaar. 
  2020 2021 2022 2023
aantal 99 91 140  
waarvan op provinciale wegen 16 12 15  

In 2030 hebben we de helft minder verkeersongevallen dan in 2020. 

  • De ontwikkeling van het aantal ongevallen én het aantal slachtoffers met lichamelijk letsel (Noord-Brabant & provinciale wegen): aantal ongevallen met lichamelijk letsel. 
  2020 2021 2022* 2023
aantal ongevallen 1.686 1.749 ntb  
waarvan op provinciale wegen 109 91 ntb  
aantal slachtoffers 1.985 2.015 ntb  
waarvan op provinciale wegen 164 120 ntb  

*Cijfers zijn nog niet vrijgegeven door RWS.

De sociale veiligheid is in 2030 toegenomen ten opzichte van 2020. 

  • De ontwikkeling van de OV-klantbarometer onderdeel veiligheid: OV-klantbarometer onderdeel sociale veiligheid >= vorig jaar. 

Kwaliteit (indicator)

R

Kwaliteit (toelichting)

Het aantal verkeersdoden is in 2022 weer op het niveau van vóór corona (2018: 150 en 2019: 142). Het beeld in 2023 is vooralsnog in lijn met dat van 2022. Bij het aantal verkeersgewonden is meerjarig zelfs een stijgende trend waarneembaar.

Wat gaan we daarvoor doen?

We gaan voor schone, stille en gezonde mobiliteit.

Terug naar navigatie - We gaan voor schone, stille en gezonde mobiliteit.

We gaan in Noord-Brabant uit van een ten minste 50% reductie van broeikasgassen (waaronder CO2) en ten minste 50% gebruik van duurzame energie. De uitstoot van overige emissies (NOx, fijnstof) is significant afgenomen in 2030. Op grond van het Schone Lucht Akkoord is het streven om in 2030 tot een reductie te komen van 50% van de negatieve gezondheidseffecten van verkeersemissies ten opzichte van 2016. 

  • Ontwikkeling emissie broeikasgassen vanuit mobiliteit uitgedrukt in CO2-equivalenten (in absolute aantallen in tonnen uitstoot) (Noord-Brabant): emissie < vorige jaar.  

We zorgen in Noord-Brabant dat de overlast van verkeer geminimaliseerd wordt door in te zetten op stille voertuigen en infrastructuur. 

  • Ontwikkeling aantal objectief geluidgehinderden waar de wettelijke geluidnormen worden overschreden (provinciale wegen): aantal < vorig jaar. 

 

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

Door de uitdagingen rondom stikstof, de financiële druk op de mobiliteitsbegroting en netschaarste kan de verdere verduurzaming via de realisatie van infrastructurele projecten en OV-concessies onder druk komen te staan.

Wat gaan we daarvoor doen?

Ontwikkelingen en onzekerheden

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen en onzekerheden
  • Dat er geen sprake is van achterstallig onderhoud op provinciale wegen kan niet langer worden gegarandeerd. Extra (incidenteel) onderhoud kan leiden tot een overschrijding van de onderhoudsbegroting.
  • Ontwikkelingen en onzekerheden rondom de wet- en regelgeving stikstof zijn van grote invloed op de voortgang én de financiën van (infrastructurele) projecten.
  • Aanvullende maatregelen in verband met stikstof (inzet elektrisch materieel en aanpassingen in de fasering) kunnen leiden tot meerkosten bij (onderhouds-)projecten.
  • De verplichte indexatie van de OV-concessies (actuele LBI-index) kan in 2023 ook hoger uitvallen dan de indexatie van de provinciale begroting (4 jaars gemiddelde CBS-index). Dit komt bovenop de structurele doorwerking van de hoge indexatie uit 2022.
  • Ontwikkelingen in de bekostiging van de Studenten OV-kaart (SOV) kunnen leiden tot een extra financieel gat bij de OV-concessies.
  • Personeelstekorten in de vervoerssector belemmeren de uitvoering van OV-concessies.
  • Er is veel extra inzet van BOA’s nodig rondom AZC’s. De kosten komen voor rekening van de vervoerders, maar mogelijk dat een extra beroep op het budget voor sociale veiligheid wordt gedaan.
  • Leveringsproblemen en netschaarste kunnen de voortgang belemmeren bij de uitvoering van (infrastructurele) projecten en de instroom van ZE-materieel in de concessies. 

Financieel overzicht

Terug naar navigatie - Financieel overzicht
Bedragen x € 1.000
8. Basisinfrastructuur mobiliteit Begroting t/m wijz. 3 Wijziging 4 Begroting t/m wijz. 4
Lasten 191.057 43.547 234.603
Baten 5.350 2.657 8.008
Saldo baten en lasten 185.706 N 40.889 N 226.596 N