De uitvoering van het programma Economie, Kennis en Talentontwikkeling ligt op koers. De kwaliteit van leven in Brabant is gebaat bij een goed draaiende innovatieve economie. Met het beleidskader Economie 2030 zetten we in op een toekomstbehendige economie: een economie die wendbaar is en duurzaam is vormgegeven. We zetten in op een ‘brede welvaart’.
Vanuit innovatie zetten we stevig in op de uitvoering van de uitvoeringsagenda Toekomstbestendige Clusters en Triple Helix samenwerking. Dit heeft geresulteerd in de opstart van een zestal innovatiecoalities en een viertal innovatiecoalities die zich momenteel nog in de ontwikkelingsfase bevinden. Vanuit de uitvoeringsagenda circulaire economie ligt de focus dit jaar op het mobiliseren van een brede uitvoeringscapaciteit en realiseren van circulaire product ketens. Ook wordt er stevig ingezet in het bundelen van krachten door bijvoorbeeld in IPO-verband samen te werken met andere provincies en met het rijk in het programma Circulaire economie en bijbehorende transitieagenda’s. De openstaande acties uit de uitvoeringsagenda Data-economie zijn en worden dit jaar voor een groot deel gestart in samenwerking met onze partners. Zo zijn er bijvoorbeeld in alle regio’s datacoaches actief om het MKB te ondersteunen bij dataficering en is er vanuit Braventure een programma gestart voor startende databedrijven.
Middels de uitvoeringsagenda, versterking campussen, stedelijke innovatiedistricten, fieldlabs en hybride leeromgevingen zetten we maximaal in op het uitdagen van kennisinstellingen als voorbeeld JADS, bedrijfsleven, stuwend midden- en kleinbedrijf en overheden om met oplossingen te komen voor (maatschappelijke) uitdagingen in zogenaamde innovatiecoalities. Daarbij trachten we aan te sluiten bij de kennispositie en industriële basis van clusters die al aanwezig zijn in Brabant. Dit biedt geweldige kansen voor de provincie om ons te positioneren voor de groeimarkt van morgen.
Ondertussen begeven we ons in een turbulente wereld met maatschappelijke en economische uitdagingen. Zowel op regionaal, nationaal als internationaal niveau. De huidige geopolitieke en economische ontwikkelingen vormen op zijn zachtst gezegd een interessante situatie. Op internationaal niveau hebben we te maken met de oorlog in Oekraïne en daaruit volgende tekorten, de coronaconjunctuur, rentestijgingen en inflatie. Op nationaal niveau vertaalt dit zich door, aangevuld met de stikstofproblematiek en tekorten op de woningmarkt, arbeidsmarkt en grondstoffen en materialen. De huidige sociaal-maatschappelijke en economische context is dus allesbehalve rustig te noemen.
De arbeidsmarkt is op dit moment erg krap. Binnen alle beroepsgroepen bestaan grote personeelstekorten. Voor de provincie betekent dit dat er op korte termijn wordt gekeken naar de mogelijkheden van om- en bijscholing (met het platform Brabant Leert zijn momenteel al 6.000 Brabanders geholpen met bij- en omscholing) en is een subsidieregeling ‘Arbeidsmarktinfarct’ in de maak. Ook de arbeidsmarktregio’s zelf onderzoeken mogelijkheden om dit probleem voor de korte- en lange termijn aan te pakken.
Met het aantrekken van (inter)nationaal talent en het behouden van talent voor de Brabantse arbeidsmarkt streven we naar een meer evenwichtige arbeidsmarkt op de lange termijn. Zo willen we het talent met traineeships ‘verleiden’ voor de Brabantse arbeidsmarkt.
Concreet betekent dit voor de Brabantse economie dat de essentiële en randvoorwaardelijke innovatieve groeikansen en schaalsprong op meerdere fronten worden belemmerd, wat zich uiteindelijk weer vertaald naar een druk op de algehele leefbaarheid. De impact van deze context en onzekerheden is direct merkbaar bij onze partners. Zo is het in de afgelopen twee jaar beduidend moeilijker geworden om te investeren. Desalniettemin hebben we veel voor elkaar gekregen, met extra middelen van het Rijk (o.a. Nationaal Groeifonds) en de EU (o.a. REACT EU) zijn er alsnog veel projecten als geslaagd te betitelen. Het is wel zaak om juist nu een extra tand bij te zetten. Ondanks alle turbulentie is het een periode van nieuwe kansen; de coronacrisis lijkt grotendeels achter de rug en de wereld gaat langzaamaan weer wat meer open, is er een nieuwe Europese programmaperiode en de eerste Nationale Groeifonds voorstellen zijn geland. Bij deze Burap worden vanuit de betreffende beleidsprogramma’s de provinciale cofinancieringsmiddelen met betrekking tot 2022-2023 gestort in een nieuw te vormen reserve Europese programma’s 2022-2027.
Er zijn veel projecten opgestart (gecommitteerd door GS) en voorzien van programmering. We hebben hierdoor een beter zicht op de planning van de besteding van middelen. We zien dat in 2022 niet alle beschikbare middelen in de begroting ook tot concrete besteding leidt, maar doorschuift naar 2023 of verder. Bijvoorbeeld voor diverse innovatiecoalities zijn door GS reeds middelen toegezegd/gereserveerd, maar deze besluiten leiden (nog) niet tot lastneming in 2022, omdat daartoe met ontvangers andere afspraken zijn gemaakt. Lastneming vindt pas plaats op het moment dat de subsidiebeschikking uitgaat of contractering plaatsheeft.