De realisatie van de ambities van het programma Mobiliteitsontwikkeling kent een aantal uitdagingen.
Met de herprioritering van het mobiliteitsfonds van het Rijk en de aanhoudende stikstofproblematiek is realisatie van een aantal infrastructurele projecten, zowel Rijks als provinciaal, op korte termijn onzeker. Om de impact hiervan te beperken en tegelijk de verstedelijkings- en woningbouwopgave mogelijk te maken is extra inzet op actieve en gedeelde vormen van mobiliteit (de mobiliteitstransitie) nodig. Een eerste belangrijke stap hierin is gezet met de afspraken rondom de Brainportdeal en de middelen voor woningbouw en mobiliteit die het Rijk ter beschikking heeft gesteld. We zijn bezig om samen met de vier stedelijke regio’s meerjarige multimodale mobiliteitspakketten (MMMP’s) uit werken. Het doel is om in 2024 uiterlijk bij BO-MIRT hierover afspraken met de minister te maken.
De ambities voor de (door)ontwikkeling van het Brabantse mobiliteitssysteem liggen vast in het beleidskader mobiliteit Koers 2030, verder uitgewerkt in het Toekomstbeeld OV 2040 (TBOV 2040) en het Brabants Toekomstbeeld Fiets (BTF).
We investeren in de vier samenhangende netwerken: wegennet, OV-netwerk, fietsroutenetwerk en de goederencorridor. Deze netweken vormen belangrijke bouwstenen van de op te stellen MMMP’s. Bij een aantal infrastructurele wegenprojecten is het zoeken wat wel mogelijk is in relatie tot stikstof. De vertragingen en de aanpassingen in de projecten (o.a. inzet elektrisch materieel) leiden tot aanzienlijke meerkosten.
We informeren uitgebreid over de mobiliteitsprojecten en -opgaven voor de komende jaren via de programmering mobiliteit 2024-2043. Via de Perspectiefnota 2025 is de reserve SIF verlengd met 4 jaar t/m 2034 om de investeringen die nodig zijn voor de doorontwikkeling van het Brabantse mobiliteitssysteem mogelijk te maken.