Het programma Water en bodem ervaart substantiële uitdagingen in het behalen van de in het Regionaal Water en Bodemprogramma (RWP) vastgelegde doelen. De deadline voor Kaderrichtlijn Water (KRW)-doelbereik in 2027 komt snel dichterbij, waarbij het verschil tussen de bestaande situatie en de vanuit de KRW benodigde omgevingskwaliteit groter is dan in enkele jaren valt te overbruggen. Landelijk worden steeds vaker signalen afgegeven dat de deadline voor 2027 niet te bereiken is. Dat geldt ook voor Brabant, ondanks alle grote inspanningen. Tegen de achtergrond van het Bestuursakkoord ‘Samen maken we Brabant!’ en de bijbehorende Perspectiefnota (i.o.) en in lijn met een landelijke KRW-impuls is dit jaar gestart met het vormgeven van de KRW-impuls Brabant: samen met o.a. de waterschappen en aanvullend op de bestaande inspanningen zetten we ons hiermee maximaal in. Echter zijn er factoren waarop we onvoldoende invloed hebben, zoals besluitvorming bij het Rijk en de EU (mest, bestrijdingsmiddelen). Deze factoren zorgen ervoor dat we de indicatoren voor de KRW opgaven op “rood” moeten zetten omdat we verwachten de in het RWP afgesproken streefwaarden voor de KRW verdrogings- en waterkwaliteitsopgaven in 2027 niet te gaan halen.
Daarnaast is de uitdaging ook dat de druk op het bodem- en watersysteem nog steeds toeneemt, zowel door klimaatverandering als door de groei van de Brabantse economie en bevolking.
In lijn met de nieuwe KNMI-klimaatscenario's uit 2023 is de klimaatverandering steeds meer zichtbaar (met afgelopen jaar het natste jaar en vier droge zomers in de laatste zes jaar), en daarmee ook de grote opgaven waarvoor de samenleving staat op weg naar een klimaatbestendig en robuust water- en bodemsysteem. De urgentie van de provinciale aanpak en uitvoering rond water en bodem wordt hiermee nog verder onderstreept. Willen we naar een toekomstbestendig Brabant dan is het zaak om te vertrekken vanuit de randvoorwaarden die water en bodem stellen. Het borgen van de uitgangspunten voor water en bodem sturend voor de ruimtelijke inrichting en landgebruik is een proces dat nog meerdere stappen vraagt. Met het uitwerken van het voorontwerp BPLG en het addendum RWP (i.o.) en de Droogteagenda 2040 zijn hier afgelopen maanden nadrukkelijk stappen in gezet.
Betreffende hoogwaterveiligheid voor de Brabantse burgers, beoordelen we de impact van de strategische beleidskeuzes van het Rijk over rivierbodemligging en afvoercapaciteit in het kader van het Programma Integraal Riviermanagement, de Beleidslijn Grote Rivieren, het al dan niet aanhouden en/of aanvullend aanwijzen van reserveringsgebieden waterveiligheid en tot slot de wettelijke waterveiligheidsnormering. We starten met onze partners in de Zuidwestelijke Delta met de verkenning voor een lange termijn perspectief voor het Volkerak-Zoommeer.
Naast het landelijk gebied vraagt ook het stedelijk gebied nadrukkelijk aandacht ten aanzien van klimaatadaptatie. Het gaat dan met name om wateroverlast en hitte-stress in het stedelijk gebied, woningbouwopgaven in relatie tot de drinkwatervoorziening en het water- en bodemsysteem en klimaatadaptatie op bedrijventerreinen. We werken hierbij samen met een breed palet aan partners (Rijk, gemeenten, woningcorporaties, bedrijven, IVN, inwoners). Hierbij richten we ons vooral op kennisontwikkeling en –deling, zoals via het Platform Klimaatadaptatie Zuid-Nederland en het stimuleren en ontwikkelen van goede voorbeelden, zoals een Green Deal in het kader van Werklandschappen van de Toekomst.
Daarnaast geven we invulling aan duurzaam grondwaterbeheer en onze wettelijke taak om de drinkwatervoorziening mogelijk te maken. Momenteel is een aantal nieuwe winningen in voorbereiding, gericht op het verplaatsen van kwetsbare winningen binnen bestaande vergunningruimte. Ook werken we aan alternatieve bronnen voor de drinkwaterlevering, zoals zeewater, brak grondwater en het hergebruik van stedelijk afvalwater met de partners in het Breed Bestuurlijk Grondwateroverleg (BBG).
Vanuit de provincie werken wij vanuit drie perspectieven aan een vitale bodem in Brabant:
Kennisontwikkeling en -verspreiding vanuit o.a. BodemUp 2.0, de transitie van de landbouw (precisie-, biologische, natuur inclusieve en kringlooplandbouw, zie programma 7 Landbouw en Voedsel) en de aanpak van bodemverontreinigingen. Bodemverontreinigingen in zowel de grond zelf als het grondwater - die een risico vormen voor mens, natuur of het grondwater (de zogenaamde spoedlocaties) - worden gesaneerd of beheerd. Wanneer er niemand meer aanspreekbaar is wordt de aanpak, vanuit de wettelijke taak Wet Bodembescherming (overgangsrecht Ow) en conform landelijke afspraken, uitgevoerd door de provincie met financiën vanuit het Rijk. De bodemsaneringsoperatie loopt zeker tot 2030. De natuurlijke waarde van de diepe ondergrond wordt beschermd en tegelijkertijd onderzoeken wij de benuttingsmogelijkheden voor maatschappelijke opgaven als de energietransitie.