De uitvoering van het programma Basisinfrastructuur mobiliteit loopt op schema, al blijft er een aantal grote uitdagingen.
Met de extra rijksmiddelen in het kader van de motie Bikker en aanvullende middelen bij de Perspectiefnota 2025 als uitwerking van het Bestuursakkoord 2023-2027 is de financiële druk op de OV-concessies afgenomen. Het besluit over het structureel doortrekken van een deel van de aanvullende provinciale middelen moet nog wel genomen worden en is randvoorwaardelijk om de verstedelijkingsopgave te kunnen faciliteren.
Daarmee is er een gezonde financiële basis om het OV-aanbod in Brabant te borgen en samen met de vervoerders op basis van de herijkingsafspraken te werken aan opschaling van het OV-aanbod en te proberen om de reizigersaantallen weer terug op het niveau van voor corona te krijgen (nog steeds maar 78% in 2023 t.o.v. 2019 pré-corona). Belangrijk daarbij is dat de personeelstekorten bij de vervoerders langzaam afnemen en dat is van invloed op het tempo van de opschaling.
Met de definitieve gunning van concessie West-Brabant en het opstarten van de aanbesteding voor concessie Oost-Brabant wordt weer een belangrijke stap gezet in de transitie naar gedeelde mobiliteit. De structurele doorwerking van de indexatie, de ontwikkelingen rondom de bekostiging van de Studenten OV-kaart en de noodzakelijke groei van het OV-aanbod in relatie tot de woningbouw- en verstedelijkingsopgaven blijven (financieel) een uitdaging. Om de continuïteit van de concessies beter te kunnen waarborgen (o.a. vanwege netcongestie) is een perceel voor een remise in Roosendaal aangekocht.
Vanwege vertragingen in reconstructies, mede door de stikstofproblematiek, is het uitgangspunt van werk-met-werk bij de herijking van KOPI losgelaten. Hierdoor is de meerjarige planning van groot onderhoud weer leidend en kan achterstallig onderhoud op provinciale wegen worden voorkomen. De wegvakken met potentieel achterstallig onderhoud zijn inzichtelijk en worden met prioriteit opgepakt. In de tussentijd zijn we extra alert op de noodzaak van aanvullend incidenteel onderhoud.
Er is gestart met de voorbereidingen voor de aanbesteding van variabel onderhoud middels een tweejarig onderhoudscontract. Dit vormt een overbruggingscontract richting een meerjarig gebiedsgericht contract waarin variabel en groot onderhoud van provinciale infrastructuur worden opgenomen. Het onderhoudspartnercontract (OPC) voor dagelijks onderhoud is gegund met een looptijd van 4 jaar plus optie voor nog 4 jaar. Van het elektrotechnisch onderhoudscontract (EPC) wordt gunning in april verwacht.
Naast het groot onderhoud werken we op verschillende plaatsen aan het verbeteren van de verkeersveiligheid en de leefbaarheid, zoals op de N264 bij Uden, de N270 Deurne - Limburgse grens, de N282 Rijen - Hulten, de N620 Best - Son en in de kom van Chaam. Uit stikstofberekeningen blijkt inmiddels dat ook een aantal kleinere ingrepen ingepland kunnen worden zoals de Deense Hoek (N615).
De onverminderde inzet op verkeersveiligheid blijft nodig, want er is sprake van een stijgende trend van het aantal verkeersslachtoffers. De leidende principes voor een nieuw Brabants Verkeersveiligheidsplan (BVVP) 2024-2027 zijn gereed en worden in de eerste helft van 2024 samen met de partners uitgewerkt in een nieuw meerjarig uitvoeringsprogramma.