Het Programma landbouw en voedsel loopt grotendeels op koers. Het programma zet zich in om de transitie in de landbouw te bevorderen en mogelijk te maken voor de betreffende ondernemers.
De verschillen tussen de sectoren en binnen de sectoren tussen ondernemers zijn groot. In een aantal sectoren zijn de rendementen afgelopen jaar goed geweest en zijn bedrijven - gemiddeld genomen - prima in staat om milieu-investeringen te doen.
De grootste uitdagingen liggen in de melkveehouderij. Daar komen zowel de teruggelopen mogelijkheden om dierlijke mest op het eigen landen aan te wenden, alsook de opgaven vanuit BPLG, terugdringen van stalemissies en andere opgaven.
We ondersteunen de melkveehouders die zich richting een natuurinclusieve bedrijfsvoering willen bewegen, waarvoor redelijke belangstelling is.
Er is bijgedragen aan een construct voor een passende beoordeling voor luchtwassers en er wordt gewerkt aan een construct voor een aantal andere systemen. Er wordt met het bedrijfsleven, het rijk en andere provincies intensief samengewerkt aan innovaties in de veehouderij gericht op terugdringen emissies en verbeteren dierenwelzijn.
Er is stevige belangstelling voor de beëindigingsregelingen van het rijk. We begeleiden als provincie de ondernemers die overwegen om die stap te maken.
Indicatoren
- Verhouding tussen de bewerkte mest en de gewasbehoefte in Nederland (verhouding naar een waarde, op basis van fosfaat (P2O5)
Streefwaarden | nulmeting | 2024 | 2030 |
Verhouding naar waarde | (1,09) 2020 | - | Verhouding lager dan 1 |
• Stikstof- en fijnstof emissie veehouderij in Brabant
Streefwaarden | nulmeting | 2022 | 2023 | 2024 |
Kton fijnstof per jaar | 1,7 kton (2021) | 1,6 kton | 1,4 kton | dalend |
Kton fijnstof per jaar | 15,3 kton (2019) | 14,6 kton | 13,7 kton | dalend |