De voortgang van programma 09 Mobiliteitsontwikkeling loopt achter op planning.
We staan voor een enorme mobiliteitsopgave gekoppeld aan de woningbouwopgave uit de verstedelijkingsakkoorden. En tegelijkertijd zijn het zeer hectische en complexe tijden als gevolg van een aantal factoren:
- Er is grote onzekerheid over de wet- en regelgeving rondom stikstof en het effect op het vergunningsverleningstraject met grote risico’s voor projecten zowel in voorbereiding als in aanbesteding. Hier ontstaat een duidelijke spanning tussen accepteren van extra onzekerheden versus voortgang houden in de uitvoering. Voorbeelden zijn N279 Veghel – Asten en N282 Rijen – Hulten – Reeshof.
- We worden geconfronteerd met enorme prijsstijgingen, zowel in lopende projecten als bij toekomstige projecten. Dit als gevolg van de nasleep corona én verstrekt door de situatie in Oekraïne. Vooral bij infrastructurele projecten zijn de prijsstijgingen op dit moment moeilijk te beheersen.
- Vanwege de lange kabinetsformatie is het moeilijk gebleken om al concrete vervolgafspraken te maken over bijvoorbeeld Toekomstbeeld OV2040 (TBOV2040) en MIRT-onderzoek Brainport. De provincie heeft vervolgonderzoeken gedaan en staan klaar om bij het BO-MIRT in het najaar definitieve afspraken te maken met de minister.
- We hebben te maken met teruglopende beschikbare middelen. Niet alleen bij de provincie (na 2030), maar ook bij partners als Rijk en gemeenten.
We zullen hierdoor duidelijk moeten kiezen in welke mobiliteitsopgaven we als provincie gaan investeren, waarbij zowel de uitvoeringskracht als de stapeling van risico’s in de afweging meegenomen worden. We hebben de Staten over de nieuwe werkelijkheid al geïnformeerd middels een statenmededeling.
Via de Programmering Mobiliteit in de zomer geven we in detail inzicht in de keuzes die we maken voor de mobiliteitsprojecten met een duidelijk beeld van waar we wel op inzetten én waar niet. Want dat we moeten kiezen is onvermijdelijk.
Toch zijn er mooie pakketten van afspraken met regio’s gemaakt in het kader van de regionale mobiliteitsprogramma's (RMP’s) en verloopt de realisatie van het snelfietsroutenetwerk gestaag. Daarnaast is de nieuwe verbinding N69 eerder opgeleverd dan gepland en daarmee is een belangrijke schakel aan het provinciale wegennet toegevoegd.