Programma 3 Water en bodem

Algemene voortgang van het programma

Terug naar navigatie - Algemene voortgang van het programma

Het programma ligt deels op koers. Als provincie hebben we wettelijke taken om te komen tot een klimaatrobuust water- en bodemsysteem. We werken aan schoon, voldoende en veilig water, een schone en vitale bodem en aan klimaatadaptatie. De opgaven zijn groot en urgent: de huidige toestand van water en bodem in Brabant is op veel plekken onvoldoende en er wordt niet voldaan aan de wettelijke doelen (Europese Kaderrichtlijn water – KRW) voor waterkwaliteit en tegengaan van verdroging. Veel natuurgebieden in Brabant zijn daarbij structureel verdroogd. De KRW is daarbij niet vrijblijvend: uiterlijk eind 2027 moeten alle wateren in een goede toestand zijn.  

In diverse projecten - beek- en kreekherstel, hydrologische maatregelen voor Natura2000 en natte natuurparels – wordt gewerkt aan het behalen van de KRW-doelen en is met de Waterschappen een eerste tranche van projecten opgenomen in de programmering. Zichtbare resultaten zijn er onder meer bij de Kleine Beerze en de Aa. Samen met de waterschappen scherpen we in 2023 de programmering tot en met 2027 aan. 

In het voorjaar 2023 is de Droogteagenda voor Brabant bekrachtigd, die de provincie samen met onze waterpartners binnen het Breed Bestuurlijk Grondwateroverleg (BBG) heeft opgesteld. De concept-droogteagenda geeft invulling aan het advies van de commissie Droogte Noord-Brabant "Zonder water, geen later” uit september 2022. Daarnaast is Gedeputeerde Staten met Brabant Water een nieuwe bestuursovereenkomst 2023-2030 aangegaan voor een duurzame drinkwatervoorziening in de toekomst. 

De negen Brabantse werkregio’s (gemeenten en waterschappen) hebben beroep gedaan op de Bijdrageregeling Klimaatadaptatie projecten Noord-Brabant met 15 projectaanvragen met een totale aanspraak aan financiële middelen van € 2,7 mln. van de beschikbare € 3 mln. Deze projecten dragen bij aan een klimaatbestendig Brabant dat is ingericht en bestand is tegen de gevolgen van klimaatverandering. 

Begin februari 2023 is het Netwerk Vitale Bodem Brabant gelanceerd. Het netwerk is ontstaan vanuit de behoefte om bodemkennis meer te bundelen en om praktijk en kennisleveranciers dichter bij elkaar te brengen. Daarnaast wordt in 2023 gestart met de uitvoering van het project BodemUP 2.0. Met BodemUP 2.0 worden de komende jaren 2200 Brabantse boeren begeleid bij het nemen van maatregelen om de bodem- en waterkwaliteit en het productievermogen te verbeteren. 

De rivierverruimingsprojecten en projecten voor de verbetering van de primaire waterkeringen zijn verder voorbereid, maar lopen mogelijk enige vertraging op als gevolg van de algemene prijsstijgingen en de stikstofproblematiek. 

Naast verdere uitvoering van het RWP staat 2023 in het teken van beoordeling en implementatie van aanvullend beleid, onder meer het rijksbeleid ‘Water en Bodem Sturend’. Naar verwachting is hiervoor een beleidsaanvulling van het provinciale RWP 2022-2027 nodig. Daarnaast wordt verdere invulling gegeven aan de onderdelen water en bodem in de ruimtelijke puzzel van Brabant en het Brabants Programma Landelijk gebied (BPLG), waarvan in maart 2023 de Houtskoolschets is vastgesteld.  

De afgelopen maanden hebben het beeld bevestigd dat de in het RWP vastgestelde opgave voor water en bodem, het beschikbare budget van het RWP overstijgt (zoals reeds als risico gemeld bij het Statenvoorstel  Visie klimaatadaptatie en Statenvoorstel RWP), waarbij we tevens een druk op het budget zien vanuit uitvoeringsrisico's op diverse terreinen. We kijken naar een aanscherping van dit beeld en zoeken tegelijkertijd naar aanvullende financiering zoals uit het BPLG.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Voldoende Water. Niet te weinig diep en ondiep grondwater en oppervlaktewater met optimale zoetwaterbeschikbaarheid en waterverdeling in geval van extreme droogte, en niet te veel oppervlaktewater, om ernstige regionale wateroverlast zo veel mogelijk

Terug naar navigatie - Voldoende Water. Niet te weinig diep en ondiep grondwater en oppervlaktewater met optimale zoetwaterbeschikbaarheid en waterverdeling in geval van extreme droogte, en niet te veel oppervlaktewater, om ernstige regionale wateroverlast zo veel mogelijk

Omschrijving (toelichting)

Indicatoren:

  • De grondwatervoorraad is op orde en stabiel op termijn: Grondwaterstand en stijghoogte in de grondwaterlichamen voldoet aan de norm (uiterlijk 2027 moeten beide grondwaterlichamen voldoen, 1 voldoet momenteel niet).
  • Voldoende grondwater voor de natuur: Areaal natte natuurparels dat niet langer verdroogd is (uiterlijk 2027 is 12.000 ha NNP niet langer verdroogd).

 

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

Bovenstaande indicatoren vergen een langetermijnaanpak en medewerking van veel partijen. We moeten meer inzet plegen om bovenstaande indicatoren tijdig te halen. Daarom hebben we in 2021 nadere afspraken gemaakt met onze waterpartners in het Grondwaterconvenant 2021-2027 en de Maatwerkovereenkomsten met de waterschappen (MOKs). Daarnaast is Gedeputeerde Staten met Brabant Water een nieuwe bestuursovereenkomst 2023-2030 aangegaan voor een duurzame drinkwatervoorziening in de toekomst. Waarbij ook afspraken richting de industrie zijn opgenomen. Met de waterschappen zijn afspraken vastgelegd en/of in een afrondend stadium over invulling van extra in te zetten capaciteit om de uitvoering van de maatwerkovereenkomsten te verstevigen. Daarbij wordt voor een deel opgelopen tegen toenemende krapte op de arbeidsmarkt. De waterschappen hebben aanvragen ingediend op basis van de Bijdrageregeling Water en Bodem, waarmee middelen naar de waterschappen gaan voor projecten gericht op verdrogingsbestrijding ten behoeve van de natte natuurparels.  

Wat gaan we daarvoor doen?

Schoon Water. Schoon grond- en oppervlaktewater voor onze volksgezondheid en natuur, conform de normen van de Kaderrichtlijn Water; het voorkomen van verontreiniging en het beschermen van diepe grondwatervoorraden

Terug naar navigatie - Schoon Water. Schoon grond- en oppervlaktewater voor onze volksgezondheid en natuur, conform de normen van de Kaderrichtlijn Water; het voorkomen van verontreiniging en het beschermen van diepe grondwatervoorraden

Omschrijving (toelichting)

Indicatoren:

Basis op orde: alle oppervlaktewateren en het grondwater voldoen aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water in 2027. (bevat verplichte indicator BBV: % van de waterlichamen met een goede ecologische kwaliteit) 

  • Alle fysische, biologische en chemische parameters zijn op orde voor zowel de KRW-oppervlaktewateren als de overige oppervlaktewateren. 
  • Het grondwaterlichaam verkeert in een goede chemische (grondwater)toestand; 
  • Er vindt geen trendmatige achteruitgang van de (grond)- waterkwaliteit plaats 

Verminderde inbreng stoffen: 

  • De inbreng van antropogene stoffen en stoffen die expliciet in de KRW genoemd zijn wordt voorkomen en beperkt. Dit geldt voor alle gevaarlijke stoffen, ook als er momenteel nog geen waternormen voor zijn, zoals voor PFAS, bestrijdingsmiddelen, medicijnresten en plastics. 

Grondwater voor menselijke consumptie is blijvend beschermd:

  • Bronnen openbare drinkwaterwinningen zijn op orde. 

Deze indicatoren dragen bij aan de provinciale doelstelling om ‘3 gezonde levensjaren erbij voor iedere Brabander’. 

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

De waterkwaliteit voldoet niet overal aan de wettelijke eisen, dit komt mede doordat het in uitvoering krijgen van oppervlaktewaterprojecten door de gebiedspartners meer tijd vergt dan voorzien, en het effect van maatregelen in grondwaterbeschermingsgebieden door de complexiteit van het bodem- en watersysteem pas met enkele jaren vertraging zichtbaar is.

In het kader van ‘drie gezonde levensjaren erbij voor iedere Brabander’ hanteren we als gezondheidsindicator vanuit Schoon Water “Aantal van de 8 met nitraat meest vervuilde grondwaterbeschermingsgebieden dat voldoet aan de norm (van 50 milligram nitraat/liter) in 2025”: schoon drinkwater vormt een essentiële basis voor een gezond leven.

Wat gaan we daarvoor doen?

Veilig Water. Veiligheid tegen hoogwater in het hoofdwatersysteem en het regionaal watersysteem

Terug naar navigatie - Veilig Water. Veiligheid tegen hoogwater in het hoofdwatersysteem en het regionaal watersysteem

Omschrijving (toelichting)

Indicatoren: 

Brabant is beschermd tegen overstromingen en biedt Ruimte voor de rivier: 

  • Het percentage rivierenlandschap waar sprake is van sterke dijken in combinatie met een uitbreiding van de afvoercapaciteit. 
  • De regionale keringen zijn veilig. (100% voldoet aan de norm). 

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

De rivierverruimingsprojecten en de verbetering van de primaire waterkeringen gebeurt door de gezamenlijk partners via een gebiedsgerichte aanpak. De projecten lopen mogelijk enige vertraging op als gevolg van de algemene prijsstijgingen en de stikstofproblematiek. We verwachten dat dit in de totaalplanning tot en met 2050 niet tot problemen leidt.

De verbetering van de regionale keringen verloopt volgens planning.

In 2022 zijn we gestart met een analyse van de impact van de Kamerbrief over “Water en Bodem sturend” en het nieuwe programma Integraal Riviermanagement (IRM) ten aanzien van reservering van zonodig extra ruimte binnen- en buitendijks voor toekomstige rivierverruiming en dijkverbeteringen en mogelijke nieuwe projecten.  

Wat gaan we daarvoor doen?

Vitale Bodem. Vergroten van de vitaliteit, sponswerking, resistentie tegen ziekten en natuurlijk productievermogen van de bodem voor duurzame landbouw en biodiversiteit

Terug naar navigatie - Vitale Bodem. Vergroten van de vitaliteit, sponswerking, resistentie tegen ziekten en natuurlijk productievermogen van de bodem voor duurzame landbouw en biodiversiteit

Omschrijving (toelichting)

Indicatoren: 

In de agrarische beïnvloedingsgebieden rondom de prioritaire N2000 gebieden en natte natuurparels, in de voedingsgebieden voor strategische grondwatervoorraden, grondwaterbeschermingsgebieden en gebieden met verhoogd risico op uitspoeling van nitraat en afspoeling van fosfaat is de bodem vitaal en worden de normen voor de Kaderrichtlijn Water en Nitraatrichtlijn gehaald: 

  • de sponswerking voor water en voedingsstoffen is op orde: verliezen van voedingsstoffen naar het grond- en oppervlakte- water zijn minimaal en er is geen sprake meer van verdichting, zodat regenwater kan infiltreren;
  • het gehalte aan organische stof is op zodanig niveau dat een gevarieerd bodemleven mogelijk is en meststoffen en water worden gebonden;
    Streven: 100% van de landbouwbodems in 2050 vitaal, gekoppeld aan klimaat adaptieve inrichting en gebruik. 

Ecologische principes nemen een centrale plaats in de agrarische bedrijfsvoering in:

  • het aantal praktiserende boeren neemt toe. 

Deze indicatoren dragen via een verbeterde (grond)waterkwaliteit bij aan de provinciale doelstelling van ‘3 gezonde levensjaren erbij voor iedere Brabander’. 

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

Een vitale landbouwbodem verhoogt het natuurlijke productievermogen van de grond en vergroot de weerbaarheid van de gewassen tegen gewasziekten. Een vitale bodem gaat efficiënt om met mineralen en beperkt zo het uitspoelen van nutriënten naar het grond- en oppervlaktewater. Verder bevordert een vitale bodem de biodiversiteit. Hoe meer en soortenrijker het leven onder de grond, hoe meer en gevarieerder het leven boven de grond.

De klimaatverandering, met wisselende weersomstandigheden als gevolg, versterkt de urgentie voor een vitale bodem. Hoe vitaler de bodem is, hoe beter de effecten van klimaatverandering (zoals lange perioden van droogte en extreme regenbuien) opgevangen kunnen worden.

Het besef dat een vitale bodem een oplossing biedt voor de vele opgaven waarvoor we aan de lat staat groeit. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de Kamerbrief “Water en Bodem sturend”, waarmee het kabinet water en bodem sturend wil laten zijn bij de ruimtelijke inrichting van ons land. Dit groeiende besef, draagt bij aan het bereiken van onze doelen ten aanzien van een klimaatbestendige vitale bodem. Herstel van de vitaliteit van de bodem vergt meerjarige inzet en effecten zijn pas na enkele jaren merkbaar. Daarom staan deze langetermijnindicatoren op oranje. 

Wat gaan we daarvoor doen?

Klimaatadaptatie. Aanpassen aan klimaatverandering in alle domeinen van het provinciale waterbeleid.

Terug naar navigatie - Klimaatadaptatie. Aanpassen aan klimaatverandering in alle domeinen van het provinciale waterbeleid.

Omschrijving (toelichting)

Indicator:

  • Brabant heeft in 2050 een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting: Brabant wordt klimaatbestendig en waterrobuust ingericht op basis van de leidende principes uit dit RWP. (100% in 2050)

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

Een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting van Brabant vereist een transitie in het stedelijk en landelijk gebied. Waar Brabant nog volledig is ingericht op het zo snel mogelijk afvoeren van water, moeten we de omslag maken naar het vasthouden en koesteren van water. We staan nog aan het begin van deze transitie.

De komende jaren zullen ondermeer de ontwikkelingen in het kader van het Brabants Programma Landelijk Gebied en het leggen van de ruimtelijke puzzel met de regionale uitwerking van de Kamerbrief “Water en Bodem sturend” sterk bepalend zijn voor de voortgang op een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting van Brabant. De gewenste transitie in de omgang met water in het licht van een veranderend klimaat vereist ook een omslag in denken en handelen én samenwerking door alle partijen in Brabant, van burger tot bedrijfsleven. In 2023 verschijnen de nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI.? Onduidelijk is of onze inspanningen voldoende blijken met het oog op de snelheid van klimaatverandering.?Daarom staat deze indicator op ‘oranje’.

Wat gaan we daarvoor doen?

Ontwikkelingen en onzekerheden

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen en onzekerheden
  • De Kaderrichtlijn Water opgave voor voldoende en schoon water vergt meer voorbereidingstijd dan door onze uitvoeringspartners, in het bijzonder de waterschappen, gedacht en vergt vanwege kostenstijgingen meer middelen dan heden beschikbaar. Dit onder meer vanwege de complexiteit van de uit te voeren projecten, waardoor de KRW- doelrealisatie 2027 verder onder druk staat en te behalen prestaties in 2023 lastig te ramen zijn. Dit is onderwerp van de programmeringsgesprekken en bestuurlijke gesprekken met de waterschappen. 
  • Uitvoeringsrisico’s zoals eerder benoemd bij Visie Klimaatadaptatie en het RWP,  Burap II-2022 en de Begroting 2023 worden manifest ten aanzien van onderschatting van de kosten van de maatregelen. Mede ten gevolge van de hoge inflatie, maar ook gezien de complexiteit van de projecten in deze laatste KRW-planperiode tot en met 2027 (het “laaghangend fruit” is reeds gerealiseerd in vorige planperiodes). 
  • Bij de samenwerkingsovereenkomst realisatie heropening Roode Vaart waarbij gemeente Moerdijk en de provincie risicodragende partijen zijn, speelt een juridisch geschil tussen de gemeente Moerdijk en de realiserende bouwcombinatie. Daarnaast is er een geactualiseerde kostenraming. In de tweede helft van 2023 komt meer zicht op de financiële impact van deze ontwikkelingen. 
  • Reeds eerder in de tekst, en hier samenvattend benoemd, zijn de invulling en duiding van de kamerbrief ‘Water en Bodem sturend’, de inhoudelijke, instrumentele en financiële uitwerking van het BPLG (waterdoelen, structurerende keuze ‘water en bodem’), de vaststelling en uitvoering van de droogteagenda voor Brabant en de in de tweede helft van 2023 verwachte klimaatscenario’s van het KNMI voor Nederland. Dit zijn belangrijke ontwikkelingen die doorwerken zowel in de beleidsaanvulling als planvorming en uitvoering van het Regionaal Water- en Bodemprogramma (RWP). 

Financieel overzicht

Terug naar navigatie - Financieel overzicht
Bedragen x € 1.000
3. Water en Bodem Begroting t/m wijz. 2 Wijziging 3 Begroting t/m wijz. 3
Lasten 52.266 -854 51.412
Baten 7.864 2.629 10.493
Saldo baten en lasten 44.402 N 3.483 V 40.919 N